Paragrafen

Paragrafen

Terug naar navigatie - Paragrafen

In de paragrafen geven we een dwarsdoorsnede van de begroting op een aantal onderwerpen door alle opgaven en programma’s heen. Dit betekent dat hier algemene beleidsregels worden geformuleerd die doorwerken in verschillende opgaven en programma’s. Het is dan ook mogelijk dat er doublures ontstaan met wat gemeld is in de programma’s zelf. Zeven paragrafen zijn verplicht. De paragraaf bedrijfsvoering is ondergebracht bij programma 5 (bedrijfsvoering/overhead), aangezien vrijwel alle activiteiten feitelijk onderdeel uitmaken van de overhead. De gemeente is vrij om extra paragrafen toe te voegen.

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering geeft inzicht in de financieringspositie en de beheersing van de risico’s die aanwezig kunnen zijn bij het aantrekken en/of uitzetten (uitlenen) van geld. In deze paragraaf brengen we de kansen en risico’s rond financiering in beeld.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het aantrekken en uitlenen van geld is het van belang dat slechts beperkt risico wordt genomen. De belangrijkste kaders hierover zijn opgenomen in de volgende beleidsdocumenten:

  • Financiële verordening, artikel 212 (2005)
  • Treasurystatuut (2017)
    Het treasurystatuut heeft de raad in 2017 vastgesteld. Het treasurystatuut is de vertaling van het door de gemeente gehanteerde treasurybeleid. In dit statuut zijn de doelstellingen, richtlijnen en limieten van het beleid vastgesteld. Doel van het treasurybeleid is enerzijds om op een verantwoorde wijze een zo goed (lees: hoog) mogelijk rendement te maken op belegde gelden. Anderzijds is het doel om op een verantwoorde wijze gelden aan te trekken tegen een zo aantrekkelijk (lees: laag) mogelijke rente. Kort gezegd levert een actief en gedegen treasurybeleid de gemeente juist geld op, respectievelijk bespaart het de gemeente geld.
  • Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido).
    Op de bepalingen in deze wet berust het treasurystatuut. Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico’s. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Deze zijn terug te vinden op de balans. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan we de reserves en voorzieningen plus de vaste geldleningen. Hierbij houden we rekening met investeringen waarover is besloten (nieuwe investeringen). Een eventueel financieringstekort wordt eerst opgevangen door het opnemen van het goedkope kasgeld (tot de kasgeldlimiet – zie onder kasgeldlimiet-). Voor het overige deel wordt een vaste geldlening aangetrokken. Het komend jaar verwachten wij een financieringstekort. Daarnaast gebruiken we langlopende geldleningen om de voorraden te kunnen blijven financieren. We verwachten daarom ook aankomende jaren langlopende geldleningen aan te moeten trekken.

Financieringsbehoefte (x 1.000)

 1-1-2021

Financieringsbehoefte

 

boekwaarde (im)materiële vaste activa

138.821

boekwaarde financiële vaste activa

10.964

Totaal financieringsbehoefte

149.785

Financieringsmiddelen

 

reserves

22.895

voorzieningen

7.548

vaste geldleningen

111.346

Totaal financieringsmiddelen

 141.789

Financieringstekort

7.996

Leningenportefeuille
De gemeente heeft behoefte aan externe financiering voor het herfinancieren van de huidige (aflopende) geldleningen, voor het bekostigen van investeringen en voor tijdelijke liquiditeitsbehoeften van de exploitatie uitgaven.

Op basis van het coalitieakkoord was het oorspronkelijke doel om de leningenportefeuille in 2022 terug te brengen naar € 110 mln. Gezien de huidige (economische) ontwikkelingen en het definitief in exploitatie nemen van het VIP (Varsseveld Industrie Park) wordt dit weloverwogen losgelaten. Zie ook financiële uitgangspunten.

 

Leningenportefeuille (x 1.000)

 2021

Stand leningen per 1 januari (*1)

111.346

Reguliere aflossingen

   16.779

Nieuwe leningen (*2)

   32.433

Stand leningen per 31 december

 127.000

(*1) Verwacht wordt dat we voor 1-1-2021 een aanvullende langlopende geldlening aantrekken van € 5 miljoen.

(*2) met name door het doorschuiven van investeringskredieten en de verwachte kosten voor het VIP (Varsseveld Industrie Park).

Activa
De activa bestaan uit investeringen met maatschappelijk nut en investeringen met economisch nut. Investeringen die kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. Investeringen met maatschappelijk nut hebben geen mogelijkheid tot het verwerven van inkomsten, zoals wegen en bruggen.

Op het moment dat een investering volledig is afgerond, worden de kapitaallasten berekend en het eerstvolgende jaar meegenomen in de exploitatie. De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving. Als de investering helemaal is afgeschreven (bijvoorbeeld na 10 jaar), vallen de afschrijvingslasten vrij. Elk jaar hebben we daardoor zogenaamde ‘vrijval’ in de afschrijving. Dit is in feite de ruimte voor nieuwe investeringen, uitgaande van een vast bedrag per jaar voor kapitaallasten. In deze Programmabegroting houden we de komende jaren rekening met nieuwe kapitaallasten.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Wij zijn als gemeente voor onze uitgaven afhankelijk van externe financiering. De gemeente leent alleen geld voor de uitvoering van gemeentelijke taken binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut. Er is sprake van totaalfinanciering; de gemeente trekt geen financiering aan voor specifieke projecten. Totaalfinanciering houdt in dat de gemeente alle uitgaven samen financiert. Deze wijze van financiering leidt tot eenvoud en efficiency. De gemeente gebruikt bij de financiering geen ingewikkelde financiële producten, zoals derivaten.
In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm).

Kasgeldlimiet
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet Fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage berekend over de lastenkant van de begroting. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal. We sluiten een langlopende lening af zodra de hoogte van de kortlopende geldleningen de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen overschrijdt. Wij benutten de kasgeldlimiet zo maximaal mogelijk, aangezien de rente voor kortlopende leningen momenteel negatief is en we dus geld ontvangen van de geldverstrekker. De verwachting is dat er de komende jaren nog sprake zal zijn van negatieve rente.

Kasgeldlimiet (x 1.000)

 2021

Begrotingstotaal per 1 januari 2021

103.016

Vastgesteld percentage

     8,5%

Kasgeldlimiet 

  8.756

verwacht gemiddelde op te nemen kortlopende leningen

  8.500

Ruimte (+)

256

Op grond van de Wet Fido is voor gemeenten de zogenaamde renterisiconorm ingesteld. Doel hiervan is dat gemeenten hun leningenportefeuille zodanig spreiden, dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van de gemeente voor veranderingen in de rente.

De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema laat de berekening over 2021 zien.

 

Renterisiconorm (x 1.000)

 2021

Renterisiconorm  

Lasten begroting

103.016

Percentage risiconorm

      20%

Totaal renterisiconorm

 20.603

 

 

Aflossingen en renteherzieningen

 

Reguliere aflossingen geldleningen

17.904

Geldleningen met renteherziening

            0

Totaal aflossingen en renteherzieningen

17.904

Ruimte (+)

 2.699

 

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Verbonden partijen zijn partijen waar de gemeente een bestuurlijke relatie mee heeft en waarin we een financieel belang hebben. We hebben een zetel in het bestuur (vertegenwoordiging) of we hebben vanwege eigendom van aandelen stemrecht in de aandeelhoudersvergadering. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die in geval van een faillissement achterblijven.

De Oude IJsselstreek BV (werktitel) is in oprichting.
Kenmerken die nodig zijn voor de paragraaf verbonden partijen moeten nog nader worden vastgesteld. In de jaarrekening 2020 wordt de Oude IJsselstreek BV (werktitel) opgenomen.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het BBV schrijft voor om van de verbonden partijen een samenvattend overzicht te geven en onderscheid te maken in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschappen. Conform onze financiële verordening (verordening op grond van artikel 212 gemeentewet), lichten we de verbonden partijen op hoofdlijnen toe in deze paragraaf. Het gaat hierbij om partijen met aanmerkelijk financieel belang (dit zijn partijen waar we minimaal € 50.000 per jaar aan bijdragen). Per verbonden partij zijn de doelstellingen, activiteiten, ontwikkelingen en risico’s benoemd. De paragraaf sluit af met het financieel overzicht.

De wijze waarop de verbonden partijen bijdragen aan het realiseren van onze maatschappelijke opgaven is in de programma's van deze begroting inzichtelijk gemaakt.

Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

Terug naar navigatie - Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

 

Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is.

Doelstelling

  • Uitvoeren van alle wettelijke archieftaken voor de acht gemeenten in de Achterhoek.
  • Uitvoeren van de zogenoemde “Staring-taken” (diensten op het gebied van behoud van en onderzoek naar streekcultuur en –historie). Voor 15 gemeenten in Achterhoek en Liemers.

Activiteiten

  • Het beheren, toegankelijk maken en beschikbaar stellen van archiefbewaarplaatsen van de deelnemende overheidslichamen conform de Archiefwet.
  • Het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de (8) gemeenten in de Achterhoek.
  • Het in stand houden en bevorderen van het cultureel erfgoed in het gebied van de Achterhoek en de Liemers in de ruimste zin van het woord.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

De burgemeester neemt namens Oude IJsselstreek zitting in het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

Het ECAL richt zich de komende jaren vooral op het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van archieven. Hierbij hoort ook het digitaliseren van de archieven en collecties.
Voor 2019-2022 is een bijdrage vastgesteld voor vier jaar.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Geen.

GGD Noord- en Oost Gelderland

Terug naar navigatie - GGD Noord- en Oost Gelderland

 

GGD Noord- en Oost Gelderland(Warnsveld)

Relatie met de programma's

2. Een leefbare gemeente (sociaal domein)
4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het op regionaal niveau vaststellen en uitvoeren van gezondheidsbeleid. Dit betreft met name activiteiten op het gebied van preventie zoals gezondheidsbevorderende en –beschermende maatregelen.

Activiteiten

  • Preventieve en uitvoerende taken vanuit de Wet publieke gezondheid, genoemd in de artikelen 2, 4, 5, 5a, 6 en 7. Dit betreft o.a. de taken op het gebied van jeugdgezondheidszorg en preventieve ouderengezondheidszorg.
  • Het uitbrengen van hygiëneadviezen aan instellingen.
  • Het uitvoeren van inspecties bij kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang.
  • Het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma.
  • Het uitbrengen van medisch milieukundige adviezen.
  • Het vaccineren en voorlichten van reizigers.
  • Het verrichten van taken op het terrein van de forensische geneeskunde.
  • Overige uit te voeren taken op het terrein van de volksgezondheid die van een GGD verwacht mogen worden ten behoeve van gemeenten, personen, instellingen en organisaties.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder volksgezondheid vanuit het college van B&W neemt deel aan het algemeen bestuur.

Ontwikkelingen

  • De begroting is een uitwerking van de Uitgangspuntennota 2020. Met de uitgangspuntennota biedt de GGD meer kans aan gemeenten op sturing van de jaarlijkse begroting. De begroting bevat vijf inhoudelijke programma's: Jeugdgezondheidszorg, Algemene Gezondheidszorg en Kennis en Expertise.
  • De GGD werkt middels de Bestuursagenda 2019-2023 aan 4 prioriteiten: NOG gezondere jeugd, NOG gezondere leefomgeving, NOG gezonder ouder worden en NOG gezondere leefstijl.
Voor alle vier prioriteiten geldt:
  • De GGD sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen en bij het gezondheidsbeleid en de preventieagenda’s van de gemeenten.
  • Gemeenten dragen bij aan het NOG gezonder laten worden van hun inwoners en aan het verkleinen van gezondheidsverschillen. Door meer te investeren in preventie en gezondheidsbevordering kan gezondheidswinst worden behaald.
  • De GGD besteedt specifieke aandacht aan het bereiken van kwetsbare groepen (mensen met een lage sociaaleconomische status, in armoede, laaggeletterdheid, nieuwkomers en psychisch kwetsbare mensen).
  • De GGD zoekt innovatieve strategieën om het bereik en de effecten van gezondheidsprogramma’s te vergroten.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De beleidsvoornemens zijn gebaseerd op de strategische visie. Kern van deze visie is dat de gemeenten hebben gekozen voor een GGD die zich versterkt als een gemeentelijke gezondheidsdienst.

Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

 

Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het uitvoeren van omgevingsrecht conform de landelijke kwaliteitscriteria.

Activiteiten

Vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieuwetgeving en aanverwante specialismen.

Deelnemende partijen

  • Gemeente Aalten
  • Gemeente Berkelland
  • Gemeente Bronkhorst
  • Gemeente Doetinchem
  • Gemeente Lochem
  • Gemeente Montferland
  • Gemeente Oost Gelre
  • Gemeente Oude IJsselstreek
  • Gemeente Winterswijk
  • Gemeente Zutphen
  • Provincie Gelderland

Bestuurlijk belang

Burgemeester Van Dijk neemt namens de gemeente deel aan het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

In 2017 is gestart met output financiering. Voor de producten wordt gebruikt gemaakt van het door de ODA gemaakte productenboek. De komende tijd zal met de ODA samen gewerkt worden aan de implementatie van de Omgevingswet. De ODA voert voor de gemeenten ook de energie controles bij bedrijven uit. Hierbij is het uitgangspunt om de voordelen aan de  bedrijven te laten zien en hierbij ook een milieu voordeel te behalen.  

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De Omgevingsdienst Achterhoek is een uitvoeringsorganisatie die - met de Gelderse Maat als uitgangspunt - conform wet- en regelgeving uitvoering geeft aan vergunningverlening, toezicht en handhaving (de zgn. VTH-taken). Formeel blijven de de deelnemende organisaties hiervoor verantwoordelijk. Voor zover er sprake is van zelfstandige beleidsvoornemens hebben die hoofdzakelijk betrekking op het niveau van bedrijfsvoering.

Regio Achterhoek (Doetinchem)

Terug naar navigatie - Regio Achterhoek (Doetinchem)

 

Regio Achterhoek (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is
2. Een leefbare gemeente
3. De werkende gemeente
4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

GR Regio Achterhoek zet zich in voor een krachtige regio die snel en besluitvaardig samenwerkt om de Achterhoek economisch sterk te houden. Overheid, Ondernemers en Maatschappelijke organisaties werken hiervoor samen. De inhoudelijke basis voor de samenwerking is de Achterhoek Visie 2030, opvolger van het Strategiedocument Agenda2020.

Activiteiten

De Achterhoek Raad heeft de Achterhoek Visie 2030 vastgesteld. Op basis van deze visie bepaalt de Achterhoek Board samen met de Achterhoek Thematafels de inhoudelijke activiteiten, die worden beschreven in de jaarplannen. De Achterhoek Raad ziet toe op de voortgang. De uitvoering van deze inhoudelijke activiteiten gebeurt aan de volgende zes Thematafels:

  • Smart werken en Innovatie
  • Onderwijs en Arbeidsmarkt
  • Wonen en Vastgoed
  • Mobiliteit en Bereikbaarheid
  • Circulaire energie en Energietransitie
  • De Gezondste Regio

De GR Regio Achterhoek blijft bestaan naast de nieuwe structuur en voert de volgende taken uit:

  • Voert de regie op de algehele samenwerking
  • Faciliteert het opstellen en uitvoeren van de Achterhoek Visie 2030, de  jaarplannen en bijbehorende investeringsagenda
  • Adviseert Board en Raad over de lobby en subsidies en levert hiervoor ook de capaciteit

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Burgemeester Van Dijk heeft zitting in het Dagelijks en Algemeen Bestuur. Daarnaast zijn we bestuurlijk vertegenwoordigd aan alle zes Thematafels. Portefeuillehouder wonen van Oude IJsselstreek is voorzitter van de Thematafel Wonen en Vastgoed. Portefeuillehouder zorg uit Oude IJsselstreek is vicevoorzitter van de Thematafel De Gezondste Regio.

Ontwikkelingen

In 2018 hebben de zeven gemeenten die lid zijn van de Regio Achterhoek ingestemd met een nieuwe samenwerkingsstructuur. Deze bestaat uit een Achterhoek Board, Achterhoek Raad, en zes Thematafels. De nieuwe samenwerking kent ook een nieuwe naam: Achterhoek Ambassadeurs. De GR Regio Achterhoek blijft bestaan naast de nieuwe structuur. De zeven Achterhoekse gemeenten blijven hier deel van uitmaken. Deze nieuwe structuur kan van invloed zijn op hoe de gemeenschappelijke regeling Regio Achterhoek er in de toekomst uit gaat zien.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

 Geen

 

Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

Terug naar navigatie - Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

 

Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

Relatie met de programma's

2. Een leefbare gemeente (sociaal domein)

Doelstelling

Op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze:
• voorzien in de behoefte aan sociaal geldelijk krediet;
• regelen van schulden van personen in financiële moeilijkheden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
• voorzien in budgetbeheer;

Activiteiten

• kredietverlening
• budgetbeheer
• schuldhulpverlening
• verzorgen van aanvragen wet schuldsanering natuurlijke personen

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Almelo
  • Berkelland
  • Borne
  • Bronckhorst
  • Dinkelland
  • Enschede
  • Haaksbergen
  • Hellendoorn
  • Hengelo (O)
  • Hof van Twente
  • Lochem
  • Losser
  • Montferland
  • Oldenzaal
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Rijssen-Holten
  • Tubbergen
  • Twenterand
  • Wierden
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Portefeuillehouder sociale zaken is vanuit het college lid van het Algemeen Bestuur, een lid van het college is plaatsvervangend lid.

Ontwikkelingen

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is ingegaan per 1 juli 2012. In algemene zin zien we een verslechterende financiële positie voor een deel van onze inwoners. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van financiële ondersteuning om (dreigende) schulden op te lossen.

Sinds 2018 voeren we de intake voor de dienstverlening van de Stadsbank uit in eigen beheer. De Stadsbank is actief met de gemeenten in gesprek om de dienstverlening beter in te richten en aan te sluiten bij de behoeften van de gemeenten.

De bijdrage van de Oude IJsselstreek aan de Stadsbank 2021 is ten opzichte van 2020 iets toegenomen door een indexatie.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom vormt een vast onderdeel van bestuurlijke rapportages vanuit het sociaal domein.

Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland

 

Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland(Zutphen)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het gemeenschappelijk en op regionaal niveau uitvoeren van veiligheidsbeleid, specifiek gericht op brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en multidisciplinaire samenwerking, zowel preventief als repressief.

Activiteiten

  • inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
  • adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen als ook in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
  • adviseren van het college van burgemeester en wethouders over:
    • het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
    • het beperken van brandgevaar;
    • het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
    • het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
    • voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
    • instellen en in stand houden van een brandweer;
    • instellen en in stand houden van een GHOR;
    • voorzien in de meldkamerfunctie;
    • aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
    • inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de eerder genoemde taken.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronkhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Hattem
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur.

Ontwikkelingen

De Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG) streeft ernaar een toekomstbestendige veiligheidsregio te worden en te blijven. Hiervoor is op 15 januari 2020 de Toekomstvisie (en Opdrachten) door het Algemeen Bestuur VNOG vastgesteld. De Toekomstvisie en Opdrachten is de basis voor het Regionaal Beleidsplan. Hierin wordt ook de ontwikkeling van repressie naar meer risicobeperking en preventie aangegeven.

Op dit moment ligt het concept Regionaal Risicoprofiel/Regionaal Beleidsplan voor, waarop de gemeente(raden) tot 31 oktober a.s. de mogelijkheid hebben om te reageren. Bij het Regionaal Beleidsplan is het Dekkingsplan een verplichte bijlage. Dit Dekkingsplan ligt nu dus ook voor.

In 2021 wordt het financieel herverdeelmodel dat in 2017 is ingevoerd voor het eerst geactualiseerd.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De programmabegroting 2021-2024 van de VNOG is gebaseerd op de uitgangspunten uit de Kaderbrief en de vastgestelde Toekomstvisie en Opdrachten. De begroting is meerjarig sluitend. De begroting zelf is opgave-gericht opgebouwd; per programma wordt aangegeven wat het doel is (afkomstig uit de Toekomstvisie en Opdrachten) wat wil men bereiken, wat gaat men ervoor doen en hoe dat wordt gemeten. Dit wordt kritisch gemonitord.

Stichting Achterhoek Toerisme

Terug naar navigatie - Stichting Achterhoek Toerisme
Stichting Achterhoek Toerisme(Borculo)
Relatie met de programma's 3. De werkende gemeente
Doelstelling Gemeenten en bedrijfsleven willen de vrijetijdssector ontwikkelen tot een grotere economische drager in de Achterhoek. Door middel van vernieuwende marketing en fysieke producten meer bezoekers te genereren die langer in de Achterhoek willen verblijven, meer willen besteden en een herhalingsbezoek plannen. Daarnaast draagt STAT zorg voor een goede infrastructuur qua routes ed.
Activiteiten Ondersteuning voor de leden voor allerlei toeristische activiteiten. Daarnaast overkoepelend orgaan en sparring partner voor de gemeenten in de Achterhoek op het gebied van toerisme en recreatie.
Deelnemende partijen
  • Aalten         
  • Berkelland
  • Bronkhorst
  • Doetinchem
  • Lochem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk
Bestuurlijk belang De acht Achterhoekse gemeenten plus Lochem nemen deel in het bestuur. Door formeel een besluit te nemen tot deelneming in de stichting werd een correcte juridische procedure gevolgd, waardoor gemeentelijke vertegenwoordigers niet meer op persoonlijke titel deelnemen.
Ontwikkelingen In de visie van STAT over de huidige periode staat vermeld dat STAT zich bezighoudt met doorontwikkeling van regiomarketing, versterking van de route infrastructuur, het opzetten kennisontwikkelingstraject en grip op Gastheerschap en informatievoorziening in de regio.
Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Risicovol voor de gemeente is dat ze de ondersteuning van Stichting Achterhoek Toerisme (STAT) op toeristisch gebied mist wanneer deze uit beeld verdwijnt. Met STAT worden meerjarige contracten afgesloten die voor de gemeente een risico betekenen wanneer STAT ophoudt te bestaan. De stichting is afhankelijk van de bijdrage van gemeenten voor de uitvoering van hun activiteiten. Mochten deze inkomsten teruglopen, door bijv. een steeds meer terugtredende overheid die meer aan de markt overlaat, of door een slechte financiële situatie bij gemeenten, dan loopt de stichting het risico om haar taken voor de gemeenten niet meer te kunnen uitvoeren. Ook spelen de politieke agenda’s van de verschillende gemeenten hierbij een rol. STAT moet van toegevoegde waarde blijven voor de gemeenten.

De gemeente OIJ huurt bij STAT een regio coördinator in die ingezet wordt voor toeristische productontwikkeling en lokale promotie en marketing. De regio coördinator ondersteunt daarbij tevens de nieuwe toeristische organisatie in OIJ. Mocht STAT dit niet meer kunnen doen, dan heeft dit gevolgen voor deze inhuurstructuur en voor de toeristische organisatie in Oude IJsselstreek.

Deelnemingen

Terug naar navigatie - Deelnemingen

BNG Bank (Den Haag)

Primair doel

Bankier van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang.

Activiteiten

De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk dividend voor de aandeelhouders.

Deelnemende partijen

De Staat is houder van 50% procent van de aandelen, de andere 50% is verdeeld onder gemeenten, provincies en hoogheemraadschap.

Financieel

Wij bezitten 161.460 aandelen. In de jaarrekening 2020 houden we rekening met een opbrengst á € 205.054. Op basis van het gemiddelde over de afgelopen 3 jaren begroten we voor 2021-2024 € 358.000.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Alliander N.V. (Arnhem)

Primair doel

Netwerkbedrijf dat verantwoordelijk is voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland.

Activiteiten

Kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit.

Deelnemende partijen

Provincie Gelderland en Noord Holland, Falcon BV en de gemeente Amsterdam bezitten 75% van de aandelen. De overige 25% is verdeeld over diverse gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 580.414 aandelen. In de jaarrekening 2020 wordt een dividend verantwoord van € 481.999. Op basis van het gemiddelde over de afgelopen 3 jaren begroten we voor 2021-2024 € 503.000.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Vitens (Utrecht)

Primair doel

Drinkwaterbedrijf dat drinkwater levert aan 5,6 miljoen klanten.

Activiteiten

Verantwoordelijk voor een gezonde en duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.

Deelnemende partijen

De aandeelhouders bestaan uit provincies en gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 40.057 aandelen. In 2020 wordt geen dividend uitgekeerd over 2019. Op basis van het gemiddelde over de afgelopen 3 begroten we voor 2021-2024  € 57.000.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Verbonden partij Bijdrage 2021 Eigen vermogen Vreemd vermogen
(x 1.000) 1-1-2021 31-12-2021 1-1-2021 31-12-2021
Regio Achterhoek 269 6.166 6.025 17.193 17.160
GGD Noord en Oost Gelderland 642 2.538 2.206 2.609 2.572
VNOG 2.087 7.962 7.625 48.536 56.030
ODA 619 134 106 1.317 1.076
Stadsbank ON 298 1.083 1.294 14.817 14.572
Erfgoedcentrum AL 174 179 158 665 631
Stichting Achterhoek Toerisme 70 0 0 2 2
Totaal 4.159

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeentelijke heffingen (belastingen, leges en rechten) zijn, na de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. Deze heffingen zijn de enige inkomstenbronnen waarop de gemeenteraad invloed kan uitoefenen. Vooral voor de zuivere belastingen, dit zijn de heffingen waar geen direct aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat, is er geen maximum bedrag of opbrengst aangegeven. Voor leges en andere betalingen voor overheidsdiensten is bepaald dat geen winst mag worden gemaakt. De opbrengst van de heffing mag in totaliteit niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente moet maken om de diensten te verlenen. De opbrengsten van de gemeentelijke heffingen zijn geraamd onder de verschillende producten. Een overzicht van de inkomstenbronnen van de gemeente is in bijlage E terug te vinden.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het (meerjaren)beleid voor de lokale belastingen is opgenomen in de in 2015 door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. Om een beter overzicht te krijgen in de actuele verordeningen stellen we jaarlijks een nieuwe verordening vast voor iedere belasting cq heffing.

Uitgangspunten voor onze leges, heffingen en tarieven
Voor de leges, heffingen en tarieven hanteren we de volgende uitgangspunten:

  • Voor 2020 stijgt de opbrengst OZB met 3% plus het areaal;
  • De rioolheffing is maximaal 100% kostendekkend. Voor 2021 hanteren we dezelfde opbrengsten als in 2020;
  • De hoogte van de afvalstoffenheffing is afhankelijk van het tarief voor een grote of kleine container.
  • Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn maximaal 100% kostendekkend;
  • De overige heffingen stijgen jaarlijks trendmatig met een indexering van 3%, met uitzondering van de reclamebelasting en lijkbezorgingsrechten;
  • Leges en rechten zijn in principe 100% kostendekkend.
Belasting / heffing Omschrijving
Marktgelden Heffen we voor innemen standplaatsen op warenmarkt Silvolde, Terborg, Ulft, Gendringen en Varsseveld.
Precariobelasting Heffen we voor het verlenen van een standplaats op gemeentegrond
Lijkbezorgingsrechten Heffen we voor gebruik algemene begraafplaatsen Varsseveld en Terborg. Eventuele overschotten of tekorten verrekenen we conform besluit met de reserve. 
Leges Dit zijn diverse gemeentelijke leges (bouwvergunning, uittreksels etc.)
Toeristenbelasting Belastingheffing van personen die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie zijn opgenomen, maar die tegen betaling/vergoeding wel verblijf houden door overnachtingen in bijv. hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen.
OZB niet - woningen Heffen we van zowel eigenaren als gebruikers van niet-woningen.
Woonlasten Dit zijn de onroerendezaakbelastingen zakelijk recht woningen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing tezamen. De opbrengsten OZB-woningen is conform besluit met 3% gestegen. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing hanteren we een kostendekkend tarief.
Reinigingsrechten Reinigingsrecht voor bedrijven en instellingen die geringe (passend in de normale containers) hoeveelheden afval aanbieden. Deze bedrijven hebben de gemeente verzocht dit afval tijdens normale inzamelingsactiviteiten mee te willen nemen. 
Precariorechten Heffen we voor het gebruik maken van een met vergunning verleende standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Reclamebelasting Belasting voor het centrum van Varsseveld, Terborg en Ulft en het bedrijventerrein Akkermansweide in Terborg  voor openbare aankondigingen. Wij innen deze belasting in feite als tussenpersoon. De inkomsten verrekenen we met door de gemeente gemaakte kosten. Het restant betalen we rechtstreeks door aan initiatiefnemers. Per saldo is dit dus budgettair neutraal.

 

Tarieven diverse heffingen

2019

2020

2021

Onroerende-zaakbelastingen

 

 

 

Eigenaren van woningen, in % van de waarde

0,16330%

0,16145%

0,15635%

 *Gebruikers van niet-woningen, in % van de waarde

0,16190%

0,15605%

0,15735%

Eigenaren van niet-woningen, in % van de waarde

0,19450%

0,19198%

0,19460%

Afvalstoffenheffing

 

 

 

Meerpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer

174,00

183,60

195,00

Meerpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer

 258,00

271,80

285,00

Eénpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer

 129,00

135,84

145,80

Eénpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer

 213,00

223,92

235,80

Extra grote grijze container

 258,00

271,80

285,00

Reinigingsrechten

 

 

 

Standaard containerset met kleine grijze container

 210,36

210,00

174,00

Standaard containerset met een grote grijze container

 295,68

294,00

231,00

Rioolheffing

 

 

 

 Per aansluiting

 237,00

231,00

231,00

Toeristenbelasting

 

 

 

 Per overnachting

     1,27

1,30

1,33

 

Woonlasten

Terug naar navigatie - Woonlasten
Opbrengsten Woonlasten
(x1.000)
2018
(werkelijk)
2019
(werkelijk)
2020
(begroot)
2021
(begroot)
Afvalstoffenheffing 2.490 2.794 2.947 3.151
Rioolheffing 4.147 4.014 3.891

3.910

OZB woningen 5.640 5.812 5.883 6.152
Totaal 12.277 12.620 12.721 13.214

 

Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlasten

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlasten

Om een indruk te hebben wat de “lokale lastendruk” is, berekenen we wat huishoudens aan belasting moeten betalen. Daarbij gaan we uit van de voor huishoudens gebruikelijke heffingen. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) stelt jaarlijks een atlas van de lokale lasten op.

De tabel hieronder geeft de berekende belastingdruk voor Oude IJsselstreek in 2021. Het bedrag van de bruto woonlasten is opgebouwd uit de onroerendezaakbelasting, waarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde (zowel landelijk als provinciaal als voor Oude IJsselstreek), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

 Uitgangspunten voor vergelijking van de belastingdruk oud en nieuw:
• de waarde van een woning is gemiddeld € 224.000 (2019: € 212.000)
• één- en meerpersoonshuishoudens.

 De gemiddelde belastingdruk voor een eigenaar/bewoner in 2020 en 2021 ziet er in Oude IJsselstreek dan als volgt uit (in hele €):

Jaar

Soort huishouden

OZB

Afval

Riool

Totaal

% tov 2020

2020

Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container

343

135,84

231

709,84

 

2020

Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container

343

183,60

231

757,60

 

2020

Eenpersoonshuishouden met grote grijze container

343

223,92

231

797,92

 

2020

Meerpersoonshuishoudenmet grote grijze container

343

271,80

231

845,80

 

2021

Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container

353

145,80 231 729,80 2,81%

2021

Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container

353

195,00 231 779,00 2,82%

2021

Eenpersoonshuishouden met grote grijze container

353

235,80 231 819,80 2,74%

2021

Meerpersoonshuishouden met grote grijze container

353

285,00 231 869,00 2,74%

De OZB en afvalstoffenheffing stijgen; de rioolheffing blijft op dezelfde niveau als in 2020, waarmee de totale lastendruk in 2021 gemiddeld stijgt met 2,78 % (± € 21,61) per jaar voor huishoudens met een eigen woning en ± € 11,61 voor huishoudens met een huurwoning. De afvalstoffenheffing stijgt in 2021 voor huishoudens met een kleine container gemiddeld € 10,68 per jaar. De marktprijzen op verwerking van afval fluctueren sterk. De extra kosten worden voornamelijk veroorzaakt door een verstoorde marktwerking rondom het PMD afval. De vermarktingskosten zijn fors hoger door een verhoogd aanbod van PMD in Nederland en doordat het ingezamelde PMD deels vervuild is. Door de stijging van de afvalstoffenheffing kan de indruk ontstaan dat scheiden niet loont. De afvalstoffenheffing zou echter nog sterker zijn gestegen, als het afval minder goed gescheiden wordt.

Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden liggen de gemiddelde woonlasten in 2020 in Gelderland op € 785 , landelijk op € 776 en regionaal (Achterhoek) op € 773 . De lasten in Oude IJsselstreek waren gemiddeld € 761 . Gemiddeld genomen is de lastendruk in 2020 in de Achterhoek met 6,33% gestegen t.o.v. 2019.

Opbrengsten

Terug naar navigatie - Opbrengsten
Opbrengsten belastingen/heffingen (x 1.000) Rekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
Algemene dekkingsmiddelen      
Woonlasten (OZB eigenaren woningen + afvalstoffenheffing + rioolheffing) 12.407 12.721 13.214
Precariobelasting 6 6 6
Toeristenbelasting  147 151 156
Tariefgebonden heffingen      
Leges 765 841 839
Lijkbezorgingsrechten 150 125 125
Marktgelden 18 18 18
OZB niet-woningen 2.466 2.584 2636
Reinigingsrechten 36 35 35
Rioolrecht bedrijven 220 220 220
Reclamebelasting 35 35 50
Totaal opbrengsten 16.250 16.736 17.299

Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven

Terug naar navigatie - Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven

Hieronder hebben we inzichtelijk gemaakt, hoe bij de berekening van de tarieven wordt bewerkstelligd, dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit hebben we gedaan voor de tarieven van belastingen die ten hoogste kostendekkend mogen zijn.

Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht Lijkbezorgingsrechten
Kosten Afval 2.862 Kosten begraafplaatsen 62
Opbrengsten afval excl. heffingen 593 Opbrengsten begraafplaatsen 1
Heffing bij bedrijven (Reinigingsrecht) 35 Netto kosten Begraafplaatsen 61
Netto kosten Afval 2.234 Overhead + salaris 120
Overhead + salaris 468 Rente 1
BTW 418 onttrekking reserve 57
Rente 32 Overige toerekening begraafplaatsen 64
Overige toerekening afval 918 Totale kosten 125
Totale kosten 3.152 Opbrengst heffingen 125
Opbrengst heffingen 3.152 Dekking 100%
Dekking 100%
Rioolheffing Algemene dienstverlening
Kosten Riolering 2.611 Kosten algemene dienstverlening 27
Opbrengsten Riolering excl. heffingen 3 Overige opbrengsten 0
Heffing bij bedrijven 220 Netto kosten algemene dienstverlening 27
Netto kosten Riolering 2.388 Overhead + salaris 403
Overhead + salaris 520 Overige toerekening algemene dienstverlening 403
BTW 475 Totale kosten 430
Rente 553 Opbrengst heffingen 244
omtrekking voorziening 26 Dekking 57%
Overige toerekening riolering 1.522
Totale kosten 3.910
Opbrengst heffingen 3.910
Dekking 100%
Omgevingsvergunning bouwen Markten
Kosten omgevingsvergunning bouwen 30 Kosten markten 18
Overige opbrengsten 0 Overige opbrengsten 0
Netto kosten Omgevingsvergunning bouwen 30 Netto kosten markten 18
Overhead + salaris 530 Overhead + salaris 24
Overige toerekening omgevingsvergunning 530 Overige toerekening markten 24
Totale kosten 560 Totale kosten 42
Opbrengst heffingen 530 Opbrengst heffingen 18
Dekking 95% Dekking 43%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Inwoners met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen voor de aanslag van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Bij de beoordeling van het verzoek vindt er een toets plaats naar inkomen en vermogen. De gemeente mag alleen kwijtschelding verlenen als het inkomen niet hoger ligt dan 100% van het bijstandsniveau.

Belastingjaar:
Totaal aantal verzoeken Aantal toegekende verzoeken Aantal afgewezen verzoeken
Aantal verzoeken in procenten Afgeboekt t.g.v. toegekende kwijtschelding
2014 641 575 66 3,48% 209.602
2015 676 614 62 3,65% 248.264
2016 682 589 93 3,68% 238.553
2017 742 693 49 4,01% 258.861
2018 891 774 117 4,81% 320.149
2019 924 843 81 5,03% 322.095
2020* 728 661 67 4,89%

246.824

* De kwijtscheldingsgegevens voor 2020 zijn gebaseerd op basis van de gegevens zoals die op 8 september 2020 bekend zijn.

 

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf zijn conform de voorschriften in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de kapitaalgoederen van de gemeente opgenomen.

De kapitaalgoederen zijn grofweg als volgt te rubriceren:
Infrastructuur:

  • Wegen
  • Civiel technische kunstwerken
  • Riolering
  • Gemeentelijke gebouwen
  • Water

Voorzieningen:

  • Openbaar groen
  • Speelplaatsen
  • Openbare verlichting

Het onderhoud van kapitaalgoederen legt beslag op een belangrijk deel van de middelen en komt in bijna alle programma’s voor. De kapitaalgoederen zijn vaak van groot belang voor het realiseren van de programma’s. In deze paragraaf geven we inzicht in het onderhoud en beheer, conform de financiële verordening (art. 212 Gemeentewet). Niet alleen vanuit het financiële belang, maar ook vanuit het belang van de inwoner.

Op beheerniveau werken we aan het opstellen van een Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR).

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Beleids- en beheerplannen

De beleidsplannen stellen we tenminste eens in de 10 jaar vast, conform de eisen van de provincie. Dit betreft de inrichting van de openbare ruimte en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, verlichting, straatmeubilair, sportfaciliteiten, water, wegen, riolering, kunstwerken en gebouwen. Eens in de vier jaar evalueren we de beheerplannen en zo nodig stellen we ze bij.

De volgende nota’s zijn vastgesteld:

Beleidsstuk/ beheerplan

Planperiode

Inhoud/opmerking

Wegenbeleid

2019 - 2023

Wegenbeleidsplan

Openbare verlichting beleid

2012 - 2016

Nieuw beleidsplan wordt naar verwachting eind 2020 vastgesteld. Het huidige beleidsplan blijft geldig totdat het nieuwe beleidsplan is vastgesteld.

Openbare verlichting Vervangingsplan

2017 - 2020

In 2020 wordt de laatste fase uitgevoerd. Vanaf 2021 komt er een nieuw vervangingsplan.

Gemeentelijk rioleringsplan

2017 - 2020

In 2016 is een nieuw verbreed GRP vastgesteld. Die is verlengt met 1 jaar.

Waterplan

2010 - 2020

Waterbeleidsplan

Civieltechnische kunstwerken

2018-2022

Beheerplan

Groenbeleidsplan

2014 - 2019

In 2018 is gestart met een nieuwe visie voor natuur, groen en landschap, naar verwachting is deze 2021 gereed.

Groenbeheerplan

2014 - 2021

Beheer groen

Bomenbeheerplan

2008 - 2019

Nieuw beheerplan wordt voorzien in 2020.

Speelruimtebeleid

2007 - 2020

In 2021 wordt nieuw beleid gerealiseerd.

Speelplaatsen beheerplan

2017 - 2021

In 2017 is een nieuw beheerplan speelvoorzieningen opgesteld.

Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Aan het einde van deze paragraaf bieden we integraal inzicht in de financiën die met het onderhoud van kapitaalgoederen gemoeid zijn.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleid
Het gemeentelijke beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. De uitgangspunten zijn beschreven in het “beleidsplan wegen gemeente Oude IJsselstreek 2019-2023”. Het beleidsplan geeft, op basis van het (door de raad) vastgestelde kwaliteitsniveau en het aanwezige areaal, aan wat gemiddeld per jaar nodig is om de kwaliteit van de wegen op peil te houden. In het beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau basis moeten hebben (volgens de richtlijnen van de CROW-systematiek). Één keer per twee jaar worden alle wegen in de gemeente Oude IJsselstreek geïnspecteerd op schades en beoordeeld op kwaliteit. Deze gegevens, samen met de vaste gegevens vanuit het beheerpakket, vormen de basis voor het uit te voeren onderhoud. Vanuit het beheerpakket kan een meerjarenplanning (3 jaar) voor het groot onderhoud aan de wegen worden opgesteld.

 

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Schoon, heel, veilig
Niveau Basis (kwaliteitscijfer 5,5-6,5)

Planmatig onderhoud en groot onderhoud van wegen

Rapportage kwaliteitsniveau van de wegen op basis van de weginspectie

jaarlijks

iedere 2 jaar

Bestaand beleid

Bestaande budgetten

Subdoelstelling

 

 

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan wegen

Uitvoering van het beleidsplan Wegen 2019-2023

Opstellen en bijhouden meerjarenplanning voor groot onderhoud van wegen

Up to date houden meerjarenplanning voor vervangingen (reconstructies van wegen)

jaarlijks

jaarlijks

 

jaarlijks

 

Bestaande budgetten en formatie

Bestaande formatie

 

Bestaande formatie

 

Kwaliteit
In het huidige beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau Basis moeten hebben. Kwaliteitsniveau Basis is een voldoende (kwaliteitscijfer tussen 5,5 en 6,5).

Om te kunnen bepalen welk kwaliteitsniveau de wegen in onze gemeente hebben, vertaalt een onafhankelijk bureau structureel (per 2 jaar) de inspectiegegevens van de wegen naar een bijbehorend kwaliteitsniveau. De eind 2019 en begin 2020 uitgevoerde weginspectie  toont aan dat de kwaliteit van de wegen een lichte daling laat zien richting kwaliteitsniveau Laag.  Dit heeft vooral te maken met het dalen van het kwaliteitscijfer van de asfaltverhardingen. Voor een groot deel is de daling van de kwaliteit te verklaren. Als we de planning van de diverse onderhoudsmaatregelen (inclusief de vervangingen) bekijken dan verwachten we dat het kwaliteitscijfer weer zal stijgen. Binnen het huidige onderhoudsbudget besteden we de komende jaren extra aandacht aan de asfaltverhardingen en minder aan de elementenverhardingen.

Financiën
In het beleidsplan Wegen, dat de raad in maart 2019 heeft vastgesteld, staat een aantal uitgangspunten voor de financiële berekening beschreven, zoals:

  • Omvang van het huidige areaal;
  • Berekening alleen voor verharde wegen;
  • In stand houden van de bestaande situatie (dezelfde materialen, dezelfde constructieopbouw, dezelfde wegbreedte, enz.);
  • Alleen kosten voor groot onderhoud, geen kosten voor vervanging, geen kosten voor klein onderhoud, geen kosten voor verzorgend onderhoud zoals straatvegen of onkruidbeheersing;
  • In stand houden van het huidige areaal op het gewenste kwaliteitsniveau.

Met de hierboven genoemde uitgangspunten, het beheerareaal en de kwaliteitsambitie Basis is in het beleidsplan een berekening gemaakt voor de jaarlijkse onderhoudskosten. Deze kosten worden in het jaar van uitvoering ten laste gebracht van de exploitatie.
De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) staat niet toe dat de kosten voor vervangingen (reconstructies) worden meegeraamd in het onderhoudsbudget Wegen. Voor reconstructies van wegen en fietspaden is  investeringsbudget vereist. We gaan hierbij voor de komende jaren uit van een bedrag van gemiddeld € 600.000 per jaar. Dit bedrag wordt vanaf 2021 als investering meegenomen in de meerjarenbegroting.

Ontwikkelingen
Alle facetten die afgelopen jaren zijn besproken, zijn in het beleidsplan opgenomen. Ieder jaar bekijken we de onderhoudsplanning van de wegen opnieuw en stellen we eventueel bij.

Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Beleid

De visie van de gemeente op het beheer en onderhoud van de civieltechnische kunstwerken en kunst in de openbare ruimte is kernachtig te verwoorden als "veilig, heel, doelmatig en schoon". Deze visie is uitgewerkt in het beheerplan dat het college in 2018 heeft vastgesteld.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Schoon, heel en veilig

Opstellen uitvoeringsplan naar aanleiding van jaarlijks te houden (globale) inspecties.

jaarlijks

Bestaande formatie en budgetten

 

Volledige inspectie van de civieltechnische kunstwerken (vijfjarige inspectie).

2020

Bestaande formatie en budgetten

Kwaliteit
In het beheerplan is opgenomen dat elke vijf jaar het volledige areaal door een gespecialiseerd bedrijf geïnspecteerd wordt. In de tussenliggende jaren voert de eigen dienst inspecties uit. Voor de kunst in de openbare ruimte is ervoor gekozen om de eigen dienst jaarlijks een globale inspectie uit te laten voeren. Het jaarlijks onderhoud (schoonmaken) is hierop afgestemd. De laatste inspectie was in 2020. In 2025 wordt er weer een volledige inspectie uitgevoerd.

Planning
Aan de hand van de jaarlijks uit te voeren schouw, plannen we de onderhouds- en herstelwerkzaamheden in. Afhankelijk van de resultaten van de uit te voeren inspectie in 2020, maken we een meerjaren planning voor het herstellen van de geconstateerde gebreken.

Financieel
In de aanloop naar de begroting 2020 is het beschikbare budget naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling zet wel wat druk op de uitgangspunten zoals deze zijn opgenomen in het vastgestelde beheerplan.  De uitgangspunten "heel, doelmatig en schoon" zullen we opnieuw tegen het licht houden. Aan het uitgangspunt "veilig" doen we geen concessies.  Dit geldt ook voor het verhelpen van de geconstateerde gebreken uit de vijfjarige inspectie uit 2020.

Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleid
Openbare verlichting draagt bij aan een veilige en leefbare openbare ruimte. Het is daarom een beleidsterrein waarbij het van belang is dat de gemeente zelf een sturende rol vervult bij het definiëren van het beleid en het uitvoeren van het beheer en onderhoud.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren en bij te dragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving.

Uitvoeren beleidsplan Openbare verlichting 2012-e.v.

Vervanging openbare verlichting (binnen de projecten)

Vervanging masten en armaturen

Uitvoeren regulier onderhoud

Afhandelen storingen en klachten

Opstellen Vervangingsplan 2021-2024

 

Jaarlijks

Jaarlijks

 2020

Jaarlijks

Jaarlijks

2020

Bestaande budgetten en formatie

Waar mogelijk vanuit de projecten

Volgens Vervangingsplan

Waar mogelijk bestaande budgetten en formatie

Bestaande budgetten en formatie

Bestaande budgetten en formatie

 Subdoelstelling

Het vervangen van lampen (en bijbehorende armaturen) met hoog energieverbruik.

Het toepassen van innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de energieaanpak

2020

2020

 

Waar mogelijk bestaande budgetten en formatie

Bestaande budgetten en formatie


Kwaliteit
In de periode 2017-2020 moeten we 1100 armaturen en 500 lichtmasten vervangen. Het vervangen zorgt voor daling van veiligheidsrisico’s en uniformiteit van masten en armaturen waardoor een rustig straatbeeld ontstaat.

Financieel
Vanaf 2019 wordt de bestemmingsreserve afgerond en voegen we het extra bedrag van € 150.000 rechtstreeks toe aan het budget voor openbare verlichting.

Ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van LED (Light Emmitting Diodes) verlichting gaan nog steeds door. De LED lamp is nu een stabiele factor in de openbare verlichting waardoor we een definitieve switch naar de LED verlichting hebben gemaakt. In het vervangingsplan is dit ook meegenomen waardoor we alle conventionele armaturen gaan vervangen door LED armaturen. Doordat de SOX en SON armaturen duur in onderhoud zijn, vervangen we deze in de eerste cyclus van 4 jaar door LED armaturen. Het is de verwachting dat we eind 2020 circa 25% van alle armaturen vervangen hebben door een LED armatuur. Hierbij is het de bedoeling dat alle SOX en SON armaturen dan vervangen zijn. In 2020 stellen we een nieuw vervangingsplan op voor masten en armaturen.

Het dimmen van de openbare verlichting voeren we verder in. Dit scheelt ongeveer 10% energieverbruik op de totale installatie. Het onderhoudscontract 2020-2023 is aanbesteed. Van Gelder Infra is de komende jaren de nieuwe aannemer voor het onderhoud aan de openbare verlichting.  Net als de voorgaande onderhoudscontracten zit de gemeente Oude IJsselstreek in één perceel met de Gemeente Doetinchem, Doesburg en Montferland.

Risico’s
Ieder jaar testen we masten die 40 jaar of ouder zijn op stabiliteit. Uit deze meting, die vanaf 2013 jaarlijks wordt uitgevoerd, komen masten met een, vanuit inspectiejargon, “code rood” naar boven. Masten met deze code vertonen ernstige gebreken die de stabiliteit van de mast niet waarborgen. Deze masten dienen binnen 6 maanden na de meting vervangen te worden. Met de toevoeging van € 150.000 extra budget kunnen we de masten in principe tijdig vervangen . Daarmee blijft het risico beperkt. Dit moet jaarlijks opnieuw bekeken worden.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Beleid

De Wet milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan. In dit plan geeft de gemeente aan hoe zij om denkt te gaan met de wettelijke zorgplichten die zij heeft voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt de verplichting voor het opstellen van een GRP. Aangezien de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld, kiezen we er voor om de looptijd van het huidige GRP te verlengen.
De wettelijke zorgplichten krijgen binnen de Omgevingswet een plek.  In 2021 gaan we bekijken hoe we dit gaan vormgeven. Dit zal binnen het Afvalwaterteam Etten opgepakt worden. Uitgangspunt hierbij is dat we een gezamenlijk plan uitwerken, met op bepaalde punten gemeente specifiek beleid. Verder zal het nieuwe plan nog breder van opzet zijn, gezien de onderwerpen rondom klimaatadaptatie. 

Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering zijn verschillende bronnen. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen bekostigen we uit de exploitatieopzet van die plannen en verdisconteren we in de verkoopprijs. De kosten van het beheer en de aanleg van riolering, hemel- en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden, dekken we uit de rioolheffing. De hoogte van deze heffing herzien we jaarlijks en stellen we vast met behulp van een kostendekkingsplan.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Schoon, heel, veilig
(Bescherming volksgezondheid, kwaliteit leefomgeving waarborgen en bescherming grond- en oppervlaktewater)

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017

2017-2021

Bestaande formatie en budgetten

Subdoelstelling

 

 

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan riolering

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017

jaarlijks

Idem

Voorkomen van “water op straat”

Oplossen knelpunten

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017

jaarlijks

jaarlijks

p.m.

Bestaande formatie en budgetten


Kwaliteit
Door middel van camera-inspecties bepalen we jaarlijks de kwaliteit van een deel van de vrijvervalriolering. Aan de hand van deze inspecties, en inspecties uit het verleden, stellen we met behulp van het rioolbeheersysteem een vervangingsplanning op.
Samen met de vrijvervalriolering maakt de electro-mechanische riolering (drukriolering) het grootste onderdeel uit van het gehele rioolsysteem. Om ook hier inzicht te krijgen in de kwaliteit is nog niet zo lang geleden besloten om dit onderdeel ook periodiek te inspecteren. De eerste inspecties bevestigen de verwachte levensduur van bepaalde onderdelen. Aan de hand van de uitgevoerde inspecties stellen we hier ook een vervangingsplan voor op.
Binnen het GRP is al rekening gehouden met de hierboven genoemde vervangingsplannen.

Planning
De looptijd van het huidige verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2017 - 2020 wordt verlengd met één jaar. In 2021 wordt bekeken hoe één en ander verwerkt wordt binnen de kaders van de Omgevingswet.

Financieel
Uitgangspunt is het door de raad vastgestelde Rioleringsplan 2017-2020. Met de vaststelling van dit plan, zijn ook de uitgangspunten voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn:

  • Jaarlijkse stijging van de heffing met 3%;
  • Jaarlijks beoordelen of dit percentage voldoende of juist onvoldoende is voor de dekking van de riooluitgaven;
  • Een acceptabele stand van de voorziening riolering (ca. € 300.000) om eventuele tegenslagen op te kunnen vangen.

Op basis van bovenstaande uitgangspunten, stellen we voor de rioolheffing voor 2021 te handhaven op het huidige tarief van € 231 per huishouden.


Ontwikkeling
Dat het klimaat aan het veranderen is, is inmiddels duidelijk. Wat in alle scenario’s naar voren komt zijn hogere temperaturen, nattere winters, heftigere buien en kans op drogere zomers. Met name de heftigere buien leveren een uitdaging op. Het traditionele riool kan deze grote hoeveelheden neerslag niet meteen op alle plaatsen verwerken. Om bij grote hoosbuien schade te voorkomen, zijn aanvullende maatregelen nodig. Hierbij kan gedacht worden aan infiltratie in de bodem, afvoer naar open water of kortdurende berging in de openbare ruimte. Daarnaast moeten we werken aan bewustwording bij inwoners. Zij zullen moeten accepteren dat door de heftigere buien, vaker water op straat blijft staan. 

Risico’s
Met de jaarlijkse financiële actualisatie om de hoogte van de rioolheffing te bepalen beperken we eventuele risico’s tot een aanvaardbaar niveau.

Groen, natuur en landschap

Terug naar navigatie - Groen, natuur en landschap

Beleid
Voor de groenvoorziening hanteren we in de wijken beeldkwaliteit Basis en in centra beeldkwaliteit Hoog. Dit is conform het vastgesteld beeldkwaliteitsplan van 2016. Uit een laatst gehouden schouw (2019) blijkt dat de meeste groenonderdelen nog net scoren op kwaliteitsniveau ‘basis’, maar wel aan de onderkant.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Behoud van groenvoorzieningen op het vastgestelde kwaliteitsniveau voor een aantrekkelijke groene woon- en werkomgeving in Oude IJsselstreek

Uitvoeren planmatig onderhoud

Jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie

 

Subdoelstelling

 

 

 

Streven naar beeldkwaliteit groen die overeen komt met het wensbeeld vanuit groenbeleidsplan

Uitvoeren planmatig onderhoud

Jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie

Kwaliteit
Door middel van verschillende jaarlijkse inspecties op groenvoorziening en bomen toetsen we of de vastgestelde beeldkwaliteit en veiligheid behaald wordt.

Financieel
De werkzaamheden voeren we uit binnen de huidige budgetten en formatie. Onzekere financiële factoren zijn:
- nieuwe aanbesteding bestrijding eikenprocessierups , waarbij (door marktwerking) een toename van de kosten te verwachten is.

Ontwikkeling
De visie op Natuur, Landschap en (stedelijk) Groen  is af. Vanuit deze visie werken verder aan vergroening. Dit doen we onder meer door meer bomen te planten en biodiversiteit in de openbare ruimte en bermen te vergroten.

Risico’s
Mogelijke risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Water

Terug naar navigatie - Water

Beleid
Het Waterplan bestaat uit een inventarisatie en een analyse. Dit beleidskader zorgt dat al het water een duidelijke functie heeft voor inwoners, toeristen, bedrijven, natuur en milieu. Het gaat om waterbeleid, waardoor water en watergerelateerde raakvlakken gelijkwaardig zijn aan andere beleidsvelden. Het eindresultaat is een gezonde, "waterrijke" en milieuvriendelijke gemeente. Het plan is in 2009 vastgesteld, en loopt in 2020 af. We bekijken hoe, en in welke vorm, de inhoud van het huidige plan terug kan komen in bijvoorbeeld de omgevingsplannen.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

In 2020, een ecologische, recreatieve, cultuurhistorische en ruimtelijke samenhang in het water in en om de gemeente Oude IJsselstreek

Uitvoering in overeenstemming met het uitvoeringsprogramma

jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie 

Financieel
De financiële aspecten van het onderdeel water zijn opgenomen in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan.

Ontwikkelingen
Zoals al beschreven in het onderdeel Riolering, is het klimaat aan het veranderen. Deze verandering is niet alleen van invloed op de riolering, maar ook op het watersysteem. Overtollig water uit de kernen dient ook op een verantwoorde wijze verwerkt te worden. Binnen het GRP 2017 - 2020 is hier ook aandacht voor.

Planning
Binnen het GRP 2017 – 2020 is ruimte opgenomen om het beheer en onderhoud van de watergangen meer vorm te geven.

Risico’s
Behoudens beperkte overstromingsrisico’s zijn er geen risico’s bekend.

Speelplaatsen

Terug naar navigatie - Speelplaatsen

Speelplekken en -toestellen

Gemeente Oude IJsselstreek kent ca 100 speelplekken, verspreid over de kernen.

Beleid
Veilig houden van de speelvoorzieningen volgens de WAS(Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (= landelijke norm)).

Kwaliteit
Uit de inspectieronden is gebleken dat de toestellen voldoen aan het WAS, maar verouderd zijn.

Financieel
Voor het jaar 2021 is budget voor minimale vervanging van afgekeurde toestellen.

Ontwikkeling
Om de huidige speelsituatie, kwaliteit van de speelvoorzieningen en de financiële situatie in kaart te brengen wordt nieuw speelbeleid ontwikkeld, voor jong en oud. Dit speelbeleid vormt vanaf 2022 een actueel en leidend kader.

Risico’s
Door het consequent (laten) uitvoeren van een inspectie van de speeltoestellen voldoet de gemeente aan haar verplichtingen in het kader van de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
De risico’s ten aanzien van de veiligheid (ongelukken) en aansprakelijkheid (claims) zijn daarmee beheersbaar.

Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Inleiding

Onder grondbeleid verstaan we alle instrumenten die de gemeente ter beschikking staan om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid omvat alle strategieën van de gemeente rondom het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke beleidsuitingen en kan worden ingezet om doelstellingen van de andere beleidsaspecten binnen de gemeente mede mogelijk te maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling - volkshuisvesting - verkeer en vervoer – zorg en welzijn - cultuur, sport en recreatie - economische structuur.
Daarnaast kan het grondbeleid grote financiële gevolgen hebben. Vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente.

Het bestaande beleid op het gebied van Grondbeleid is opgenomen in de volgende stukken:
- Nota Grondbeleid;
- In bestemmingsplannen;
- Structuurvisie

Nota grondbeleid
De gemeenteraad heeft in 2016 de nota grondbeleid vastgesteld. Belangrijk uitgangspunt is dat naast faciliterend grondbeleid de mogelijkheid om actief te verwerven blijft. Daarnaast hebben we als doelstelling vastgoed (inclusief gronden) af te stoten, tenzij deze een bijdrage levert aan het realiseren van beleidsdoelstellingen dan wel de dienstverlening van de gemeente. Naast de reguliere P&C cyclus werken we met een Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG).

Gronduitgifte
De gemeente heeft nog slechts enkele vrij uitgeefbare kavels en enkele bouwmogelijkheden voor woningbouw beschikbaar in haar lopende grondexploitaties. Om de huidige gewenste versnelling in de woningbouw te realiseren wil de gemeente Oude IJsselstreek initiatieven zoveel mogelijk faciliteren ten behoeve van aangewezen doelgroepen en binnen de regionaal en lokaal gestelde kaders. Zo nodig leveren we ook een actieve bijdrage door gronden zelf in exploitatie te nemen. Voor de bedrijventerreinen leek de economische crisis al weer ver achter ons maar inmiddels dient zich weer een nieuwe aan. De vanaf 2017 constateerde versnelde uitgifte is daardoor afgenomen. Hoe dit onder een nieuwe crisis verder zal gaan is onzeker.

Beleidsuitgangspunten reserves, voorzieningen en risico’s voor grondzaken
Oude IJsselstreek kent geen eigen algemene reserve voor de grondexploitatie. Voor de gronden in exploitatie met verwachte nadelige resultaten treffen we voor deze nadelige resultaten een verliesvoorziening. Risico’s worden geïnventariseerd en zijn van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Deze moet groot genoeg zijn om de risico’s af te dekken wanneer deze zich voordoen. Daarmee kan worden gesteld dat met verwachte nadelige resultaten en financiële risico’s binnen de grondexploitatie in voldoende mate rekening wordt gehouden.  De getroffen verliesvoorzieningen waren het afgelopen jaar aanzienlijk gedaald maar onder de huidige omstandigheden is de verwachting dat deze toch weer zullen toenemen door een langere uitgiftetermijn en een toename van risico's hangt daarmee samen.

Wijziging in wet en regelgeving

Terug naar navigatie - Wijziging in wet en regelgeving

Wijziging in wet- en regelgeving

Vennootschapsbelasting

Op basis van handreikingen, na de invoering van de vennootschapsbelasting (Vpb), toetst de gemeente Oude IJsselstreek of en in hoeverre het “grondbedrijf” van de gemeente wordt belast met een afdracht in het kader van deze belasting. Op basis van deze toets is het meest waarschijnlijke scenario nog steeds dat voor het “grondbedrijf” van de gemeente Oude IJsselstreek géén afdracht voor de Vpb zal plaats vinden. Het argument daarbij is dat de gemeente Oude IJsselstreek met het grondbedrijf géén onderneming drijft omdat niet wordt voldaan aan het criteria “winststreven”. De Vpb wordt echter bepaald aan de hand van toekomstige kasstromen en op basis van afwaarderingen in het verleden.
Begin dit jaar is de gevraagde toets met toelichting op het winstoogmerk van het “grondbedrijf” van de gemeente Oude IJsselstreek voor het eerste belastingjaar na invoering van de belastingplicht in 2016 voorgelegd aan de Belastingdienst Grote Ondernemingen Bureau Belastingplicht Overheidsondernemingen. De belastingdienst komt vervolgens tot de conclusie dat de gemeente in het jaar 2016 inderdaad géén winstoogmerk heeft, maar geeft aan dat  de gemeente op een later moment alsnog een winstoogmerk heeft. Daarom dient deze toets (de QuickScan) jaarlijks te worden uitgevoerd.

Winstneming

Als onderdeel van de regelgeving is, in de Notitie Grondexploitaties uit 2016, de aanbeveling opgenomen dat volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor "winst" nemen bestaat, die "winst" dan ook dient te worden genomen. Duidelijk is geworden dat dit geïnterpreteerd moet worden als een verplichting tot tussentijdse "winstneming" wanneer is voldaan aan de daarvoor gestelde voorwaarden bij een voordelig resultaat op de grondexploitatie. Zo kon in het boekjaar van 2018 en het boekjaar 2019 een voorschot worden genomen op het verwachte voordelige eindresultaat, als gevolg van de gerealiseerde grondverkopen op de 2e fase van Hofskamp-Oost in Varsseveld. Of voor 2020 en volgende jaren het aanvankelijk verwachte voordelige resultaat als winst genomen kan worden is door de huidige crisis onzeker geworden en afhankelijk van de verkopen. Rekening wordt gehouden met uitstel en het doorschuiven naar komende jaren.

Wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom

Het wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet is nabehandeling in 2019 in de Tweede Kamer inmiddels in 2020 door de Eerste Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel voorziet in de integratie van de regels over onteigening, voorkeursrechten, landinrichting, stedelijke herverkaveling en kostenverhaal in de Omgevingswet. De regeling van de grondexploitatie in de Omgevingswet bevat enkele vernieuwingen, maar de kern van het stelsel is intact gebleven. Het stelsel van de Omgevingswet zou op 1 januari 2021 in werking treden, maar deze inwerkingtreding is uitgesteld. Onderdelen van de aanvullingswet zijn:

Voorkeursrecht en onteigening
De huidige instrumenten van het voorkeursrecht worden vervangen door instrumenten die zo dicht mogelijk blijven bij de oude grondslagen voor vestiging van een voorkeursrecht zoals de omgevingsvisie (de oude structuurvisie) en het omgevingsplan (het voormalige bestemmingsplan).
In de nieuwe wetgeving voor onteigening wordt een scheiding aangebracht tussen de onteigeningsprocedure en de schadeloosstellingsprocedure. Beide worden afzonderlijk van elkaar doorlopen. Het bestuur dat het aangaat neemt een onteigeningsbeschikking dat door de bestuursrechter moet worden bekrachtigd. De rechtbank spreekt niet langer de onteigening uit. Nadat aan een aantal wettelijke voorwaarden is voldaan wordt een onteigeningsakte ingeschreven.

Kostenverhaal
Gekozen is voor een herziene regeling die ook geschikt is voor gebiedsontwikkelingen met een onzeker eindbeeld en een onzeker tijdsverloop. Daarom kent de regeling in de Omgevingswet herziening voor kostenverhaal.
Het wetsvoorstel kent meer flexibiliteit: kostenverhaal zowel geschikt voor actieve grondpolitiek als voor organische ontwikkeling met veel onzekerheden.
Figuur exploitatieplan verdwijnt en wordt kostenverhaalsbeschikking.
Als het kostenverhaal niet is verzekerd komt de verplichte publiekrechtelijke regeling in beeld. Het kostenverhaal wordt in de Omgevingswet geïntegreerd in de kerninstrumenten van de Omgevingswet, zoals een omgevingsplan of omgevingsvergunning, of het projectbesluit.

Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitaties

Terug naar navigatie - Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitaties

Actualisaties en resultaten grondexploitaties

Actualisatie grondexploitaties

Alle gronden in exploitatie worden eens per jaar (peildatum 31 december) geactualiseerd. Deze actualisatie houdt het volgende in:

    • Bijstelling van de boekwaarden op basis van inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar.
    • Actualiseren van de ramingen voor de nog geplande uitgaven en inkomsten.
    • Actualiseren van planning en fasering naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen.
    • Het verwerken van eventuele gevolgen uit wijziging van wet- en regelgeving.
    • Aanpassing van parameters rente, kostenstijging, opbrengstenstijging en disconteringsvoet (voor het bepalen van de netto contante waarde NCW).

Resultaten van gronden in exploitatie

Alle grondexploitaties hebben we geactualiseerd in 2020 voor de jaarrekening van 2019. Dat wil zeggen dat alle kosten van verwerving, bouw- en woonrijp maken en plankosten (investeringen) en opbrengsten en winstnemingen (desinvesteringen) in de boekwaarden zijn verwerkt en zo nodig de termijnen voor de resterende werkzaamheden van bouw- en woonrijpmaken hebben geactualiseerd. Medio 2020 hebben we dat ten behoeve van begroting en de meerjarenprognose nog eens gedaan. Het verwachte (eind)resultaat van alle gronden in exploitatie hebben we weergegeven in onderstaande tabel.

Verwachte resultaten: 

Prognose 2020

(jaarrekening 2019)

Prognose 2021

(Begroting 2021)

Verschil NCW*

Grondcomplexen project:

Verwacht resultaat NCW*

Verwacht resultaat NCW*

 

60320002 de Rieze V+VI Ulft (Bedrijventerrein)

460.463 (N) 601.167 (N) 140.704

60320003 Hofskamp-Oost II Vsv (Bedrijventerrein)

-407.266 (V) -236.118 (V) 171.148

60820002 Hutten-Noord (Woningbouw DRU-Industriepark)

188.854 (N) 188.854 (N) 0

60820003 Centrumplan Ulft (Woningbouw / centrumontwikkeling)

6.921 (N) 11.178 (N) 4.257

60820004 Slawijkseweg Netterden (Woningbouw)

881 (N) 694 (N) -187

60820007 Kromkamp Sinderen (Woningbouw)

128.236 (N) 128.236 (N) 0

* NCW op basis disconteringsvoet

     

Bouwgronden in exploitatie

378.089

saldo nadelig

694.011

saldo nadelig

315.922

toename nadelig resultaat

De grondexploitaties hebben per saldo naar verwachting een nadelig resultaat van bijna € 695.000 (NCW). Het verwacht nadelig resultaat is toegenomen met ruim € 315.000. Dat heeft vooral te maken met de uitfasering van de (uitgestelde) grondverkopen van  bedrijventerreinen in de huidige onzekere omstandigheden van de Corona-crisis en een volgende recessie,  waardoor de rentelasten toenemen.

Grondexploitatie woningbouw / Afsluiting grondcomplexen

Naar verwachting kunnen de grondcomplexen voor woningbouw in 2020 of 2021 worden afgesloten. Of omdat nog beschikbare percelen inmiddels zijn uitgegeven of omdat de resterende bouwmogelijkheden zijn benut. Het huidige grondbeleid geeft de voorkeur aan faciliteren boven actief omdat de regie ook gevoerd kan worden met de daarvoor beschikbare publiekrechtelijke middelen bestemmen en omgevingsvergunning en kan er middels een anterieure overeenkomst ook gestuurd worden op woningtype, aantallen, realisatietermijnen en kostenverhaal.  Dat neemt niet weg dat we mogelijk toch kiezen voor het exploiteren van voorraad gronden van onze gemeente indien deze daartoe mogelijkheden bieden en een bijdrage kunnen leveren aan de gewenste versnelling van woningbouw.
Nieuwe woningbouwprojecten worden aangemeld bij het projectteam voor intake en worden beoordeeld naar regionale en lokale criteria.  Meerdere initiatieven in verschillende plaatsen, waaronder ook kleine kernen, zijn ondertussen ingediend. Opvallend is dat ook gekozen wordt voor collectief opdrachtgeverschap, waarbij een vereniging een gezamenlijk bouwproject start en dat ook belangstelling bestaat voor kleine woningen (Tiny Houses). In hoeverre hierin kan worden bijgedragen zal blijken uit de verantwoording binnen de P&C cyclus.

Grondexploitaties bedrijventerreinen

Bij de exploitatie van de Rieze in Ulft was de verwachting dat het nadelige resultaat zou verbeteren door de toegenomen belangstelling voor dit bedrijventerrein. De gevolgen van de huidige crisis zijn moeilijk in te schatten  en ten gevolge van deze onzekerheid  is de uitgifteperiode opnieuw bijgesteld voor de duur van 10 jaar, waardoor de invloed van de  rente(toename)  het grootst is. Ook voor Hofskamp-Oost 2e fase in Varsseveld is de uitgifteperiode met een aantal jaren verlengd. De voor dit en volgend jaar verwachte uitgifte  is onzeker waardoor het verwachte voordelige resultaat is afgenomen. Voor de industrieterreinen zal de verliesvoorziening moeten worden verhoogd.

 Regionaal bedrijventerrein A18 Bedrijvenpark en Euregionaal Bedrijventerrein DocksNLD

De gemeenten Doetinchem, Montferland, Bronckhorst en Oude IJsselstreek werken samen bij de ontwikkeling en herontwikkeling van bedrijventerreinen binnen de gemeenten. Specifiek bij de ontwikkeling van het Regionaal Bedrijventerrein A18 Bedrijvenpark (RBT) in de gemeente Doetinchem en het Euregionaal Bedrijventerrein DocksNLD (EBT) in de gemeente Montferland, waarbij de deelnemende gemeenten risicodragend zijn. Actualisatie van de grondexploitatie van het Bedrijvenpark A18 in Doetinchem liet een lager nadelig resultaat zien.  Dat had te maken met de ontwikkelingen op DocksNLD waarvan het voordelige resultaat nog is toegenomen en als bijdrage in de exploitatie van Doetinchem is opgenomen.  Het noordelijk deel van Bedrijvenpark A18 is niet in exploitatie maar als voorraad gronden op de balans opgenomen. De eerder daarvoor getroffen verliesvoorziening kon daardoor vervallen. Het noordelijk deel wordt gefaseerd in exploitatie genomen en toegevoegd aan de actieve grondexploitatie van het A18 Bedrijvenpark (zuidelijk deel). Een volgende fase wordt toegevoegd op het moment dat er concreet zicht is verkoop van bouwrijpe grond. Omdat begin dit jaar al een meerjarenplanning was vastgesteld en verwerkt in onze jaarrekening is geen nieuwe prognose beschikbaar. De verwachting over de gevolgen van de huidige crisis, waarbij ongetwijfeld de uitgiftetermijn ook voor het bedrijvenpark zal worden verlengd,  is dat de verliesvoorziening eveneens zal oplopen, maar vooralsnog onduidelijk wat de omvang daarvan zal zijn.

Verloop verliesvoorzieningen

Ingevolge de onzekerheid van de huidige crisis en mogelijk verdere gevolgen van een recessie is rekening gehouden met een verlenging van de uitgiftetermijn. Dat heeft als financieel gevolg dat met name de rentekosten toenemen. Daardoor is de verliesvoorziening voor bedrijventerreinen opgelopen met ruim € 140.000.  De verliesvoorziening voor woningbouw is slechts met een gering bedrag toegenomen. De verliesvoorziening ingevolge de samenwerking West Achterhoek / Bedrijvenpark A18 Doetinchem blijft vooralsnog ongewijzigd.  Een an ander blijft afhankelijk van de gevolgen van de huidige crisis.  Onderstaande tabel geeft een overzicht van het verloop van de verwachte verliesvoorzieningen.

 

Hoogte van de verwachte verliesvoorzieningen

Verwachting 2020
Verwachting 2021

Bedrijventerrein Oude IJsselstreek (De Rieze V + VI Ulft)

460.463 601.167

Woningbouw Oude IJsselstreek

324.892 328.962

BP A18 Doetinchem samenwerking WA

366.620 366.620

Totaal

1.151.975 1.296.749
 

Risico’s

Terug naar navigatie - Risico’s

Risico’s

Grondexploitaties zijn ramingen van het financiële verloop van ruimtelijke projecten, zoals woningbouwprojecten, bedrijventerreinen en herstructureringsplannen. Met behulp van een risicomodel vertalen we zowel mogelijke positieve als negatieve ontwikkelingen financieel. Voor alle lopende grondexploitaties wordt met behulp van het risicomodel berekend wat het financiële resultaat wordt wanneer veronderstelde gebeurtenissen zich zouden voordoen.

Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit houden we rekening met het totaal van dit risico. Naast de grondexploitaties voor bedrijventerreinen en woningbouw zijn er ook risico’s  als gevolg van de deelname in de ontwikkeling van het regionaal en euregionaal bedrijvenpark.  Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hoogte van de mogelijke risico's.

Resterende risico's

Risico's

Verwachting risico's 2020
Verwachting risico's 2021

Risico's grondexploitatie (bedrijfsterreinen)

17.092 185.736

Risico’s woningbouw Oude IJsselstreek

1.231.924 1.234.469

Risico's Regionaal bedrijventerreinen (RBT/EBT)

52.000 52.000

Gevolgen weerstandsvermogen

 1.301.016

1.472.205

De risico's zijn met een bedrag van ruim € 171.000 toegenomen en toe te schrijven aan onzekere factoren rond de uitgifte van bedrijventerreinen in onze gemeente. Dit heeft natuurlijk alles te maken met de huidige crisis waarin voor een aantal bedrijfstakken de geplande investeringen tot uitbreiding of een mogelijke bedrijfsverplaatsing worden uitgesteld. Ongetwijfeld zal dit ook aan de orde zijn bij het ontwikkelen van het Bedrijvenpark A18 waarin de gemeente Oude IJsselstreek door haar samenwerking risicodragend is . Het gemelde risicobedrag is het meest actuele uit 2020.

De risico’s binnen de grondexploitatie hebben invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiervoor verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen.

(Op onderdelen is deze paragraaf Grondbeleid tekstueel ingekort. Voor een uitgebreide toelichting op alle onderdelen verwijzen we naar de paragraaf Grondbeleid als onderdeel van de jaarrekening)

Behalve dat de resultaten kunnen wijzigen door aanpassing van parameters, nieuwe omstandigheden en inzichten, is het risicoprofiel van de grondcomplexen dynamisch. Bij de tussentijdse beoordeling en duiding van de resultaten zijn de effecten op het saldo en de wijziging in het risicoprofiel in samenhang beschouwd. Immers, een project kan een verbetering op het saldo laten zien en tegelijkertijd een verslechtering in het risicoprofiel. Daarom actualiseren we de risico’s ook jaarlijks.

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente middelen kan vrijmaken om grote tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid direct veranderd moet worden. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen de omvang van de financiële risico’s en de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om deze risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit).

Hoe hoog het weerstandsvermogen zou moeten zijn, is niet exact aan te geven. De omvang is afhankelijk van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. Hiervan maken wij een inschatting per risicocategorie.
In eerdere begrotingen hebben we enkele financiële uitgangspunten met betrekking tot het eigen vermogen en de ontwikkeling van de schuldpositie losgelaten. In deze begroting hebben we dit nu ook definitief doorgevoerd in ons beleid.
Deze wijziging is nodig om meer flexibel beleid mogelijk te maken conform de lijn van de voorjaarsnota en uitvoering van de motie ‘versnellingsimpuls’. Om de ontwikkeling van onze financiële positie te monitoren en tijdig bij te kunnen sturen indien nodig, is het voorstel om in de plaats van een normering van het eigen vermogen en de schuldpositie een ruim voldoende weerstandspositie te behouden met een weerstandsratio van minimaal 2. Dat geeft een buffer om bij tegenvallers met langere termijn doorwerking, tijd te hebben om structureel bij te sturen.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het bestaande beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen. Daarnaast geldt de begrotingsdoctrine.

 Beleidsuitgangspunten:

  • Gemeente Oude IJsselstreek gebruikt in eerste instantie incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken;
  • De begroting moet elk jaar structureel sluitend zijn. Structurele tegenvallers moeten opgevangen worden door structurele middelen.
  • Het weerstandsvermogen wordt zoveel mogelijk in tact gelaten en er wordt terughoudend opgetreden bij de beschikking over de algemene reserve. Dit omdat niet alle risico’s voldoende gekwantificeerd kunnen worden. Om een goed beeld te houden op de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit worden deze minimaal tweemaal per jaar (bij de programmabegroting en de jaarrekening) geïnventariseerd;
  • De post onvoorzien wordt alleen gebruikt voor eenmalige tegenvallers; deze tegenvallers dienen te voldoen aan de criteria: onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar. Structurele knelpunten dienen op structurele wijze te worden opgelost;
  • De algemene reserve wordt volledig meegerekend bij de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken. De risico’s zijn alle voorzienbare risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie.

 

Weerstandscapaciteit

De structurele weerstandscapaciteit geeft de mate aan waarin de gemeente zelf in staat is om niet-begrote kosten te dekken uit structurele middelen, zonder direct het bestaande beleid te moeten aanpassen/te bezuinigingen. Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheden die er zijn tot het verhogen van de inkomsten (bijvoorbeeld via belastingverhoging). Bij de incidentele weerstandscapaciteit gaat het om de aanwezigheid van vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden ingezet. De bestemmingsreserves en niet-benutte belastingcapaciteit nemen we uit oogpunt van behoedzaamheid niet in de weerstandscapaciteit mee.

Onderstaande tabel bevat het overzicht van de weerstandscapaciteit per begin van het boekjaar 2021.

Weerstandscapaciteit  Bedrag
a. Begrotingsruimte (post onvoorzien) 49
b. Algemene reserves 19.630
c. Stille reserves 1.000
Totaal weerstandscapaciteit per 1-1-2020 20.679

Toelichting

A. Begrotingsruimte
Voor de dekking van niet voorziene uitgaven is in de begroting een structureel bedrag van € 1,25 per inwoner, ofwel een totaalbedrag van afgerond € 49.000 opgenomen.

B. Algemene reserve

Algemene reserve
(x 1.000)
Werkelijke stand
1-1-2020
Begrote stand
1-1-2021
Begrote stand
1-1-2022
Algemene reserve 23.730 19.630 20.067

# In het voorjaar van 2020 zijn afspraken gemaakt over de uittreding van Oude IJsselstreek uit Laborijn en het afsluiten van een DVO voor de uitvoering van de WSW. Deze afspraken leiden per saldo tot kosten die -gezien het karakter- eenmalig gedekt moeten worden. De hoogte van deze kosten is afhankelijk van enkele nadere uitwerkingen die voor 1 januari 2021 plaatsvinden. Vooralsnog houden we ten behoeve van de berekening van het weerstandsvermogen in de begroting een bedrag aan van € 4 miljoen. In de jaarrekening 2020 zullen de werkelijke kosten en de dekking uit de algemene reserve worden verwerkt.

 

C. Stille reserves
Een stille reserve is het verschil tussen de hogere directe opbrengstwaarde bij verkoop en de boekwaarde van de diverse activa zoals ze op de balans staan. De mogelijke meeropbrengsten bij verkoop kunnen voor andere doelen worden aangewend. Dit geldt alleen voor bezittingen die direct verhandelbaar of verkoopbaar zijn. Bijvoorbeeld panden en objecten, maar ook bos-en landbouwgronden die niet of met een lagere boekwaarde op de balans staan. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit wordt rekening gehouden met 50% van het verschil tussen de boekwaarde en de actuele WOZ-waarde. We nemen voor de weerstandscapaciteit het bedrag van € 1.000.000.

 

Risico's
Door de risico’s in beeld te brengen, kunnen we het benodigd weerstandsvermogen bepalen. Voor elk risico wordt beoordeeld of het risico kan worden vermeden, verminderd, overgedragen of geaccepteerd. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en het bedrag ten hoogte van de maximale risico. In totaal is het risico voor Oude IJsselstreek berekend op € 5.053.000.

De belangrijkste risico’s voor Oude IJsselstreek (x 1.000) :

Risico's Mate inschatbaarheid Beheersing Financieel gevolg Risico
a. Aansprakelijkheid/eigendom/Bedrijfsvoering        
Schadeclaims Slecht Verminderen 400 40
Eigendommen Slecht Verminderen 450 45
Bedrijfsvoering Slecht Accepteren 800 160
b. Financiële risico's        
Bestuursdwang/proceskosten Slecht Verminderen 300 150
Niet tijdig en in volle omvang behalen van taakstellingen / dekkingsmogelijkheden Redelijk Verminderen 1.200 240
c. Grondexploitatie        
Zie paragraaf grondbeleid Redelijk Accepteren 1.472 1.472
d. Verbonden partijen        
Zie paragraaf verbonden partijen Goed Verminderen 4.159 416
e. Open eind regelingen        
Open eind regelingen Slecht Verminderen 4.000 1.000
Uitvoering Participatiewet in eigen beheer Slecht Verminderen PM PM
f. Garant en borgstellingen        
Garant- en borgstellingen Redelijk Accepteren 78.000 780
g. Overige (externe) factoren        
Overige factoren Slecht Verminderen 3.000 750
Corona
Slecht Accepteren PM
PM
Totaal     93.781 5.053

Toelichting categorieën

a. Aansprakelijkheid/ eigendommen /bedrijfsvoering
Dit betreft aansprakelijkheid voor schadeclaims vanwege onzorgvuldig, onjuist of niet tijdig handelen. Daarnaast hebben we een beperkt risico op het gebied van brand- en stormschade op gemeentelijke gebouwen. Ook hebben we risico’s op de eigen percelen ten aanzien van verontreiniging. Daarnaast zijn er een aantal specifieke risico's:

  • Personeelslasten/inhuur; gemeente is eigen risicodrager voor de ww.
  • Eigen risicodrager wachtgeldverplichtingen bestuurders. .
  • Gemeente is pensioenverzekeraar van bestuurders. 

b. Financiële risico’s

  • Bestuursdwang en proceskosten
  • Niet tijdig en in volle omvang behalen van taakstellingen / dekkingsmogelijkheden 

 c. Grondexploitatie

  • zie paragraaf “Grondbeleid”

 d. Verbonden partijen

  • zie paragraaf "Verbonden partijen"

e. Open-einde regelingen

De uitgaven die gemoeid zijn met open-einde regelingen zijn, zoals de naam al aangeeft, moeilijk te beïnvloeden door de gemeente omdat het beroep op deze regelingen en subsidies niet te maximeren is. 

  • Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Jeugd, WMO en Participatie)
  • Exploitatiesubsidies
  • Leerlingenvervoer
  • ZIN (Zorg in Natura)
  • Uitvoering Participatiewet in eigen beheer

De uitvoering van de participatiewet in eigen beheer per 1 januari 2021 en de oprichting van de Oude IJsselstreek B.V. brengt risico’s met zich mee, die voorheen onder primaire verantwoordelijkheid van Laborijn vielen. De hoogte van deze risico’s is in grote mate afhankelijk van de manier waarop de nieuwe werkwijze wordt vormgegeven. Op dit moment is dit nog niet nader te kwantificeren.

 f. Garant/borgstellingen

  • Het overzicht van de borg-/garantstellingen is opgenomen in de jaarstukken. 

g. Overige (externe) factoren

  • Economische ontwikkelingen, die buiten de invloedssfeer van de gemeente vallen.
  • Planschade.
  • Schade ten gevolge van veranderend klimaat en of extreme weersomstandigheden.
  • Leges.
  • Hypotheken personeel.
  • Fluctuatie kosten en opbrengsten Afvalscheiding.
  • Uitkering gemeentefonds inclusief Btw- compensatiefonds (BCF).
  • Vennootschapsbelasting (VPB).
  • Omgevingswet.
  • Corona

Ook in 2021 heeft Corona nog gevolgen die we op dit moment niet helemaal kunnen overzien. Nog niet zeker is of en zo ja wanneer er een vaccin zal komen en wanneer deze is gedistribueerd. De maatregelen die in 2020 in gang zijn gezet, zullen minimaal tot die tijd doorwerken. Op welke manier en hoe effectief ze zijn, blijven we monitoren en zo nodig bijsturen.
Daarnaast zijn er nog de economische gevolgen die nog een aantal jaren zullen doorwerken. Onder andere in de werkgelegenheid en werkloosheid, in ons bedrijfsleven, in de Rijksuitgaven en daarmee in de algemene uitkering.
Tot slot heeft Corona ook een aantal ontwikkelingen in gang gezet en versneld die ook na Corona zullen doorzetten zoals digitaal en datagedreven werken en thuis- of hybride werken.
De inhoudelijke en financiële gevolgen zijn op dit moment niet in te schatten en op die reden dus als pm-post meegenomen.

Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

Terug naar navigatie - Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

De verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of het weerstandsvermogen voldoende is. Een ratio >2 is uitstekend te noemen.

 

 

beschikbare weerstandscapaciteit

 

20.679

 

 

Weerstandsvermogen

=

------------------------------------------------

=

-----------

=

4.1

 

 

benodigde weerstandscapaciteit (risico's)

 

5.053

 

 

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat in deze paragraaf een verplichte basisset van 5 kengetallen wordt opgenomen. Deze kengetallen zijn:

  • Netto schuldquote
  • Solvabiliteitsratio
  • Grondexploitatie
  • Structurele exploitatieruimte
  • Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden)

Het is van belang deze kengetallen in breder perspectief te zien, aangezien deze op zichzelf staand maar een deel van het totale beeld van de gemeentelijke financiën weergeven.

Kengetallen
(x 1.000)

Rekening
2019

Begroting
2020
(stand 1-1)

Begroting
2021
(stand 1-1)
1a Netto schuldquote   115% 128,7% 120,4%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd 104% 119% 120%
2  Solvabiliteitsratio 17% 16% 14%
3  Grondexploitatie 7% 7% 4%
4  Structurele exploitatieruimte 1% -1,35% 0,98%
5  Belastingcapaciteit* 101% 102% 100,4%

* Gebaseerd op het landelijk gemiddelde van € 776 (2020) voor meerpersoonhuishoudens met een koopwoning.
 

Signaleringswaarden

Waarde
Oude IJsselstreek

Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote 120,4% <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote, gecorrigeerd 120% <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio 14% >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie 4% <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begroting 0,98% Begr en MJR>0% Begr of MJR >0% Bgr en MJR <0%
Structurele exploitatieruimte MJR 2023 1,03%
Belastingcapaciteit 100,4% <95% 95-105% >105%
Weerstandsvermogen 410% >100% 80-100% <80%