Financiële paragraaf

Financieel perpectief

Terug naar navigatie - Financieel perpectief

Hieronder geven wij het overzicht van de financiële effecten per maatregel van de verschillende speerpunten. Het betreft die maatregelen, waarvan wordt verwacht dat daarvoor extra middelen nodig zijn. Hierbij tekenen wij nadrukkelijk aan dat het een inschatting van dit moment is. Bij de begroting kan, op grond van de nadere uitwerking blijken dat het bedrag moet worden aangepast. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die niet in dit overzicht zijn opgenomen. Daarvan wordt op dit moment er vanuit gegaan dat hiervoor binnen de begroting voldoende middelen aanwezig zijn.


Overzicht extra exploitatielasten per maatregel

Overzicht investeringen

Deze investeringen komen bovenop de hiervoor genoemde exploitatielasten. In de exploitatielasten is hiermee nog niet (in de vorm van kapitaallasten) rekening gehouden.

Totaal financieel overzicht
Eerder in deze voorjaarsnota is dit financiële perspectief al zichtbaar gemaakt. Voor de volledigheid, is het overzicht ook hier opgenomen.


Exploitatielasten

Investeringen

 

 

Risico's en verwachtingen

Terug naar navigatie - Risico's en verwachtingen

Er is sprake van een aantal ontwikkelingen waarvan het financiële effect op dit moment nog niet is in te schatten. Deze maken daarom nog geen onderdeel uit van deze voorjaarsnota.


• Meicirculaire 2020
Op het moment dat deze voorjaarsnota aan de raad is gezonden, is de Meicirculaire 2020 van het Gemeentefonds nog niet verschenen. De uitkomst kan het financiële perspectief vaak behoorlijk beïnvloeden. De verschijningsdatum van de circulaire is in het algemeen in de laatste week van mei. Zo snel mogelijk nadat we deze hebben ontvangen, zullen wij de uitkomst daarvan voor onze begroting met de raad delen.

• Herijking Gemeentefonds
Zoals bekend is de invoering van het nieuwe verdeelmodel van het Gemeentefonds met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2022. De VNG heeft er bij het Rijk op aangedrongen dat de uitkomsten daarvan uiterlijk in december van dit jaar duidelijk zijn voor de gemeenten. Dit is van belang om tijdig hierop te kunnen anticiperen.
De eerste signalen duiden erop dat plattelandsgemeenten door de herijking negatief worden geraakt in hun financieel perspectief.

• Algemene uitkering en de trap-op-trap-af systematiek
De omvang van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven. Doordat de afgelopen jaren bij het Rijk sprake is van een onderbesteding, leidt dit tot een lagere uitkering bij gemeenten. En meestal is dat pas achteraf zeker. Dat maakt het begroten en het sturen daarop heel lastig. Gemeenten dringen al langer erop aan deze systematiek tegen opnieuw te bezien.
Dit jaar speelt dit temeer, omdat de verwachting is dat door alle (terechte) aandacht voor de coronacrisis het Rijk op andere onderdelen van de rijksbegroting minder gaat uitvoeren. De extra uitgaven van het Rijk tellen niet mee in de trap-op-trap-af methode, de eventuele lagere uitgaven op de rest van de begroting tellen hierin wel mee.
Samen met een groot aantal andere gemeenten uit onze provincie hebben wij hiervoor aandacht gevraagd bij de minister.

• Gevolgen coronacrisis
Deze crisis heeft onmiskenbaar gevolgen op de samenleving als geheel. Alle sectoren worden hierdoor op een of andere wijze geraakt. En de verwachting is dat dit ook nog wel enige tijd zal duren. Het is nog onduidelijk wat dit uiteindelijk zal betekenen voor onze begroting. Al enige tijd zijn er gesprekken gaande met het Rijk om de financiële effecten te compenseren. Of dat ook geldt voor de langere termijn is daarbij de vraag.
De crisis heeft ook gevolgen voor de economie. De verwachte recessie zal de inwoners en bedrijven in onze gemeente raken. Ook die effecten en zeker de omvang daarvan, zijn op dit moment nog onbekend.

 

 

Algemene reserve en leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Algemene reserve en leningenportefeuille

Algemene reserve
Op basis van de Jaarstukken 2019 heeft de algemene reserve een omvang van € 23,8 miljoen. De totale risico’s hebben een omvang van € 5,1 miljoen. Het weerstandsvermogen is berekend op 4,9. Voor alle duidelijkheid: bij de berekening van het weerstandsvermogen wordt ook een bedrag van € 1 miljoen aan stille reserve meegenomen.

De omvang van de reserve is met name door het gunstige resultaat van het sociaal domein en positieve effect van de grondexploitaties over 2019 groter dan eerder aangenomen. Dit gunstige resultaat werkt ook door naar 2020, zodat ook dit jaar er vanuit het sociaal domein naar verwachting geen beroep op de algemene reserve wordt gedaan.

Conclusie is dat de algemene reserve en daarmee het weerstandsvermogen als zeer goed kan worden bestempeld. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de beoordeling die de provincie jaarlijks geeft. Een weerstandsvermogen van meer dan 1,0 leidt tot indeling in de hoogste categorie.

Uit het voorgaande is af te leiden dat de verhouding tussen de risico’s en de algemene reserve 1 op 5 is. Dat betekent dat we voor iedere euro aan risico, vijf euro beschikbaar hebben. Of anders gezegd: ieder onttrekking van € 1 miljoen heeft een effect van 0,2 op het weerstandsvermogen.

Deze positieve ontwikkeling van de reserve sterkt ons in de overtuiging dat het verantwoord is om voor dekking van de speerpunten uit deze voorjaarsnota voor zover nodig, een beroep te doen op deze reserve.

Leningenportefeuille
In 2019 is de omvang van de leningenportefeuille licht gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Het totaal aan vaste geldlening bedroeg begin dit jaar € 114 miljoen, waar eerder nog was uitgegaan van € 119 miljoen. Zoals in de begroting 2020 is aangegeven, wordt de doelstelling van € 110 miljoen niet gehaald, mede vanwege het voornemen om Hofskamp-Oost III te ontwikkelen. De daarmee samenhangende investeringen zullen ieder geval voor de komende jaren tot een extra financieringsbehoefte leiden.

De uitvoering van de speerpunten en maatregelen uit deze voorjaarsnota zullen mogelijk ook leiden tot wat extra behoefte aan financieringsmiddelen. Een en ander is met name afhankelijk van hoe het uiteindelijke beeld in de begroting wordt.

Gelet op de rente op de kapitaalmarkt op dit moment leidt het aantrekken van extra financieringsmiddelen niet of nauwelijks tot extra (rente)lasten voor onze begroting. In dat opzicht is een iets hogere leningenportefeuille op dit moment niet zo bezwaarlijk.