Inleiding

Hierbij bieden wij u de tweede bestuursrapportage over het jaar 2021 aan. Deze 2e Berap geeft de stand van zaken van de beleidsdoelen op dit moment weer. Daarnaast zijn de financiële ontwikkelingen zichtbaar gemaakt. Bovendien is nog een apart hoofdstuk opgenomen over de risico’s en verwachtingen.

Ten opzichte van de 1e Berap zijn de perspectieven net iets minder gunstig, waakzaamheid blijft geboden. Nu de ergste maatregelen van de lockdown verdwenen zijn en de meeste mensen gevaccineerd, lijkt de economie ook weer wat op te veren. Mensen gaan op vakantie, bezoeken de horeca en geven iets gemakkelijker geld uit. De perspectieven voor de werkgelegenheid lijken te verbeteren.

Intussen loopt bij ons alles overwegend volgens plan: er zijn tal van woningbouwplannen, de Regionale Energie Strategie wordt dit najaar in de raad behandeld, wij proberen kansengelijkheid te bevorderen en investeren in onderwijsvoorzieningen. STOER is volop bezig zijn draai te vinden.

Daarbij zitten we midden in de verdere groei naar het zijn van een ontwikkelgemeente en netwerkorganisatie. De opgaven veranderen en vragen om een andere innovatieve benadering, om intensievere samenwerking met partners en inwoners en om bewust inzetten op de dimensies Brede welvaart. Bij deze beweging lopen we, naast de benodigde extra inzet op maatwerk, tegen groeistuipen aan. Het werk is complexer geworden en vraagt vaak om andere kwaliteiten. In de begroting 2022 nemen we deze ontwikkelingen mee. Zoals in de 1e berap aangegeven, merken we al dit jaar de effecten ervan. Ook is het ziekteverzuim toegenomen. Dit resulteert in een te verwachten (forse) overschrijding op de personeelslasten in deze 2e berap. 

Tot slot moet worden aangetekend de meeste positieve afwijkingen incidenteel van aard zijn en soms nog gerelateerd aan de gevolgen van Covid. Daarnaast heeft de meicirculaire ons een hogere algemene uitkering opgeleverd.

De prognose van het rekening resultaat van 2021 ziet er als volgt uit:

Wij stellen u voor:
1. De 2de Bestuursrapportage 2021 vast te stellen en de afwijkingen middels een begrotingswijziging te verwerken in de Programmabegroting 2021;

2. De vanuit het amendement toegekende gelden ten behoeve van het Revitaliseringsfonds wonen ad € 600.000 te storten in een nieuwe bestemmingsreserve “Versnelling woningbouw”. Ook eventueel overschotten in toekomstige jaren binnen het genoemde revitaliseringsbudget kunnen hier aan toegevoegd worden, zodat de middelen beschikbaar blijven voor toekomstige uitgaven binnen dit doel.