Paragrafen

In de paragrafen geven we een dwarsdoorsnede van de begroting op een aantal onderwerpen door alle programma’s heen. Dit betekent dat hier algemene beleidsregels worden geformuleerd die doorwerken in verschillende programma’s. Het is dan ook mogelijk dat er doublures ontstaan met wat gemeld is in de programma’s zelf. Bedrijfsvoering is verantwoord onder het hoofdstuk 'bedrijfsvoering'.

 

 

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering geeft inzicht in de financieringspositie en de beheersing van de risico’s die aanwezig kunnen zijn bij het aantrekken en/of uitzetten (uitlenen) van middelen (geld). In deze paragraaf brengen we de kansen en risico’s rond financiering in beeld.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het aantrekken en uitzetten van geld is het van belang dat slechts beperkt risico wordt genomen. De belangrijkste kaders hierover zijn opgenomen in de volgende beleidsdocumenten:

  • Financiële verordening, artikel 212 (2016)
  • Treasurystatuut (2017). Het treasurystatuut is bij besluit in 2017 vastgesteld door de raad. Het treasurystatuut is de vertaling van het door de gemeente gehanteerde treasurybeleid. In dit statuut zijn de doelstellingen, richtlijnen en limieten van het beleid vastgesteld. Doel van het treasurybeleid is enerzijds om op een verantwoorde wijze een zo goed (lees: hoog) mogelijk rendement te maken op belegde gelden. Anderzijds is het doel om op een verantwoorde wijze gelden aan te trekken tegen een zo aantrekkelijk (lees: laag) mogelijke rente. Kort gezegd levert een actief en gedegen treasurybeleid de gemeente juist geld op, respectievelijk bespaart het de gemeente geld.
  • Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Op de bepalingen in deze wet berust het treasurystatuut. Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico’s. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Deze zijn terug te vinden op de balans. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan we de reserves en voorzieningen plus de vaste geldleningen. Hierbij houden we rekening met investeringen waartoe is besloten (nieuwe investeringen). Een eventueel financieringstekort wordt eerst opgevangen door het opnemen van het goedkope kasgeld (tot de kasgeldlimiet – zie onder kasgeldlimiet-). Voor het overige deel wordt een vaste geldlening aangetrokken. Dit jaar zijn de financieringsmiddelen minder dan de financieringsbehoefte. Omdat daarnaast ook de voorraden voorgefinancierd worden, is het restant opgevangen door kasgeld aan te trekken.

Financieringsbehoefte (x 1.000)

 31-12-2022

Financieringsbehoefte

 

Boekwaarde (im)materiële vaste activa

135.795

Boekwaarde financiële vaste activa

11.604

Totaal financieringsbehoefte

147.399

Financieringsmiddelen

 

Reserves (inclusief jaarrekeningresultaat)

38.155

Voorzieningen

5.781

Vaste geldleningen *

106.078
Totaal financieringsmiddelen 150.015
Financieringsoverschot 2.615


De gemeente heeft behoefte aan externe financiering voor het herfinancieren van de huidige (aflopende) geldleningen, voor het bekostigen van investeringen, grondexploitaties en voor tijdelijke liquiditeitsbehoeften van de exploitatie uitgaven.

 

Leningenportefeuille (x 1.000)  

 2022

Stand leningen per 1 januari

 

113.565

Reguliere aflossingen

 

17.487

Nieuwe leningen*

 

10.000

Stand leningen per 31 december

 

106.078

 

* Er is dit jaar 1 vaste geldlening aangetrokken van € 10 miljoen op 2 mei.

 

Renteschema
In onderstaand overzicht presenten wij het rente schema van het 2022.
De totaal verschuldigde rente over onze langlopende leningen en het kort geld, minus de rente die wij ontvangen vanuit de bouwgronden in exploitatie, worden middels de kapitaallasten uiteindelijk verdeeld over de diverse taakvelden. 

Renteschema   2022
     
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering   1.827.636
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering   0
Saldo externe rentelasten en rente baten   1.827.636
     
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie -106.375  
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering aan taakvelden 0  
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen   0  
Aan de taakvelden toe te rekenen externe rente   -106.375
     
d1. Rente over eigen vermogen 0  
d2. Rente over voorzieningen 0  
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente   0
     
Totaal aan taakvelden toegerekende rente   1.721.261
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)   1.721.261
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury   0

 

Activa

We kennen financiële en (im) materiële vaste activa. De meeste investeringen vinden plaats onder de materiële vaste activa. Deze investeringen bestaan uit investeringen met maatschappelijk nut en investeringen met economisch nut. Investeringen die kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. Investeringen met maatschappelijk nut hebben geen mogelijkheid tot het verwerven van inkomsten, zoals wegen en bruggen.

Op het moment dat een investering wordt gedaan, worden de kapitaallasten berekend en meegenomen in de exploitatie. De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving. Als de investering helemaal is afgeschreven (bijvoorbeeld na 10 jaar), vallen de afschrijvingslasten vrij. Elk jaar hebben we daardoor zogenaamde ‘vrijval’ in de afschrijving. Dit is in feite de ruimte voor nieuwe investeringen, uitgaande van een vast bedrag per jaar voor kapitaallasten.

Grote projecten en/of investeringen
Dit jaar zijn er ook weer diverse projecten uitgevoerd of gestart met de voorbereiding: Zie overzicht investeringen boven de € 10.000 in de jaarrekening onder 4.1 Vaste activa.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Wij zijn als gemeente voor onze uitgaven afhankelijk van externe financiering. De gemeente leent alleen geld voor de uitvoering van gemeentelijke taken binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut. Er is sprake van totaalfinanciering; de gemeente trekt geen financiering aan voor specifieke projecten. Totaalfinanciering houdt in dat de gemeente alle uitgaven samen financiert. Deze wijze van financiering leidt tot eenvoud en efficiency. De gemeente gebruikt bij de financiering geen ingewikkelde financiële producten, zoals derivaten.

In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm).

Kasgeldlimiet
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet Fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage berekend over de lastenkant van de begroting. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal. We sluiten een langlopende lening af zodra de hoogte van de kortgeldleningen de kasgeldlimiet met een derde opeenvolgend kwartaal overschrijdt. Wij benutten de kasgeldlimiet zo maximaal mogelijk, aangezien de rente voor kortlopende leningen momenteel zeer laag is. In 2021 was het rentepercentage voor het kortgeld het gehele jaar negatief, waardoor we rente hebben ontvangen.

Kasgeldlimiet (x 1.000)

 2022

Begrotingstotaal per 1 januari 2022

109.251

Vastgesteld percentage

8,5%

Kasgeldlimiet

9.286

Gemiddeld opgenomen kortlopende leningen

800

Ruimte (+)

8.486

Renterisiconorm
Op grond van de Wet Fido is voor gemeenten de zogenaamde renterisiconorm ingesteld. Doel hiervan is dat gemeenten hun leningenportefeuille zodanig spreiden, dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van de gemeente voor veranderingen in de rente.

De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema laat de berekening over 2021 zien.

Renterisiconorm (x 1.000)

 2022

Renterisiconorm  

Lasten begroting

109.251

Percentage risiconorm

20%

Totaal renterisiconorm

21.850

 

 

Aflossingen en renteherzieningen

 

Reguliere aflossingen geldleningen

17.487

Geldleningen met renteherziening

0

Totaal aflossingen en renteherzieningen

17.487

Ruimte (+)

4.363

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Verbonden partijen zijn partijen waar de gemeente een bestuurlijke relatie mee heeft en waarin we een financieel belang hebben. We hebben een zetel in het bestuur (vertegenwoordiging) of we hebben vanwege eigendom van aandelen stemrecht in de aandeelhoudersvergadering. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die in geval van een faillissement achterblijven.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het BBV schrijft voor om van de verbonden partijen een samenvattend overzicht te geven en onderscheid te maken in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschappen. Conform onze financiële verordening (verordening op grond van artikel 212 gemeentewet), lichten we de verbonden partijen op hoofdlijnen toe in deze paragraaf. Het gaat hierbij om partijen met aanmerkelijk financieel belang (dit zijn partijen waar we minimaal € 50.000 per jaar aan bijdragen). Per verbonden partij zijn de doelstellingen, activiteiten, ontwikkelingen en risico’s benoemd. De paragraaf sluit af met het financieel overzicht.

De wijze waarop de verbonden partijen bijdragen aan het realiseren van onze maatschappelijke opgaven is in de programma's van deze begroting inzichtelijk gemaakt.

Terug naar navigatie - Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

 

Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is.

Doelstelling

  • Uitvoeren van alle wettelijke archieftaken voor de acht gemeenten in de Achterhoek.
  • Uitvoeren van de zogenoemde “Staring-taken” (diensten op het gebied van behoud van en onderzoek naar streekcultuur en –historie). Voor 15 gemeenten in Achterhoek en Liemers.

Activiteiten

  • Het beheren, toegankelijk maken en beschikbaar stellen van archiefbewaarplaatsen van de deelnemende overheidslichamen conform de Archiefwet.
  • Het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de (8) gemeenten in de Achterhoek.
  • Het in stand houden en bevorderen van het cultureel erfgoed in het gebied van de Achterhoek en de Liemers in de ruimste zin van het woord.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

De burgemeester neemt namens Oude IJsselstreek zitting in het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

Het ECAL richt zich de komende jaren vooral op het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van archieven. Hierbij hoort ook het digitaliseren van de archieven en collecties.
Voor 2019-2022 is een bijdrage per jaar vastgesteld voor vier jaar.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Geen.

Terug naar navigatie - GGD Noord- en Oost Gelderland

 

GGD Noord- en Oost Gelderland (Warnsveld)

Relatie met de programma's

Programma 2. Een leefbare gemeente

Doelstelling

De Gemeentelijke Gezondheids Dienst Noord- en Oost-Gelderland (GGD NOG) is de gezondheidsdienst van 22 gemeenten. Vanuit het missiestatement ‘een gezond houvast’ bewaakt, beschermt en bevordert de GGD NOG de gezondheid van inwoners in de regio Noord en Oost-Gelderland.

Activiteiten

De GGD NOG geeft met zijn werkzaamheden invulling aan de verantwoordelijkheid van gemeenten voor de publieke gezondheid van haar inwoners. Daarnaast voert de GGD NOG ook een aantal wettelijke taken uit de Wet publieke gezondheid (Wpg) uit.

De basistaken van de GGD NOG zijn onder andere:

  • Jeugdgezondheid (4-18 jaar)
  • Infectieziektebestrijding
  • Vaccinaties
  • Medische milieukunde
  • Technische hygiënezorg
  • Maatschappelijke zorg
  • Beleidsadvisering
  • Epidemiologie
  • Gezondheidsbevordering
  • Bevolkingsonderzoeken
  • Forensische zorg

Bovenstaande basisdienstverlening is voor alle deelnemende gemeenten gelijk op basis van een financiële bijdrage per inwoner. 

De GGD NOG voert daarnaast ook nog aanvullende dienstverlening tegen betaling uit: de plustaken. Een overzicht van alle plustaken staat hier.

 

Deelnemende partijen

De GGD NOG heeft als  werkgebied de regio's Achterhoek, Midden-IJssel/Oost-Veluwe en Noord-Veluwe. De onderstaande 22 gemeenten nemen deel aan de GGD NOG:

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder Volksgezondheid (wethouder H.W. Ankersmit) is lid  van het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

Het Algemeen Bestuur heeft een Bestuursagenda voor de periode 2019 – 2023 vastgesteld. Hierin staan de belangrijkste uitgangspunten en prioriteiten voor de GGD in de jaren 2019-2023. De GGD NOG werkt volgens de benadering van ‘positieve gezondheid’.

In de Bestuursagenda 2019 – 2023 'NOG Gezonder' staan vier prioriteiten:

  • NOG gezondere jeugd
  • NOG gezondere leefomgeving
  • NOG gezonder oud worden
  • NOG gezondere leefstijl

Voor alle vier de bovenstaande prioriteiten geldt:

  • De GGD NOG sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen en bij het gezondheidsbeleid van de gemeenten.
  • GGD NOG en gemeenten investeren samen in preventie en gezondheidsbevordering om gezondheidswinst te behalen. Daarbij is er specifiek aandacht voor het verkleinen van gezondheidsverschillen en het bevorderen van een gezonde leefstijl.
  • De GGD NOG besteedt specifieke aandacht aan het bereiken van kwetsbare groepen (mensen met een lage sociaaleconomische status, in armoede, laaggeletterdheid, nieuwkomers en psychisch kwetsbare mensen).
  • De GGD NOG zoekt innovatieve strategieën om het bereik en de effecten van gezondheidsprogramma’s verder te vergroten.

Meer informatie is te vinden in de Bestuursagenda ‘NOG Gezonder 2019 – 2023’.

De GGD NOG werkt de prioriteiten uit de Bestuursagenda jaarlijks verder uit in een Programmabegroting. De Programmabegroting bestaat uit vijf onderdelen: Jeugdgezondheid, Algemene Gezondheidszorg, Kennis en Expertise, Organisatieprojecten en Overhead.

GGD NOG Robuust
Tenslotte werkt de GGD NOG aan de uitvoering van het plan van aanpak GGD NOG Robuust. Dit is de werktitel voor het aanpakken van een aantal aandachtspunten om de kwetsbaarheden in de organisatie te verminderen. Met GGD NOG Robuust gaat de GGD NOG beter inspelen op de vraag van gemeenten, onder andere op Medische Milieukunde, en maakt de GGD NOG vanuit partnerschap afspraken met gemeenten over de uitvoering van specifieke taken. Daarnaast vindt er versterking van de organisatie plaats in dataveiligheid, bedrijfsvoering en communicatie. Tenslotte maakt de GGD NOG meer werk van het werven en binden van goede medewerkers aan de organisatie.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Het Algemeen Bestuur heeft de onderstaande risico’s als belangrijkste risico’s voor het risicomanagement vastgesteld:

  1. Inhoudelijke risico’s en risico’s in de opbrengsten;
  2. Risico’s door personele omstandigheden;
  3. Risico’s in de bedrijfsvoering;

Bovenstaande risico’s zijn gekwantificeerd om het weerstandsvermogen te bepalen. Het weerstandsvermogen was de afgelopen jaren met een percentage van vrijwel 100% op orde.

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

 

Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het uitvoeren van omgevingsrecht conform de landelijke kwaliteitscriteria.

Activiteiten

Vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieuwetgeving en aanverwante specialismen.

Deelnemende partijen

  • Gemeente Aalten
  • Gemeente Berkelland
  • Gemeente Bronkhorst
  • Gemeente Doetinchem
  • Gemeente Lochem
  • Gemeente Montferland
  • Gemeente Oost Gelre
  • Gemeente Oude IJsselstreek
  • Gemeente Winterswijk
  • Gemeente Zutphen
  • Provincie Gelderland

Bestuurlijk belang

Wethouder Hiddinga neemt namens de gemeente deel aan het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

In 2017 is gestart met output financiering. Voor de producten wordt gebruikt gemaakt van het door de ODA gemaakte productenboek. De komende tijd zal met de ODA samengewerkt worden aan de implementatie van de Omgevingswet. De ODA voert voor de gemeenten ook de energie controles bij bedrijven uit. Hierbij is het uitgangspunt om de voordelen aan de bedrijven te laten zien en hierbij ook een milieu voordeel te behalen.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De Omgevingsdienst Achterhoek is een uitvoeringsorganisatie die - met de Gelderse Maat als uitgangspunt - conform wet- en regelgeving uitvoering geeft aan vergunningverlening, toezicht en handhaving (de zgn. VTH-taken). Formeel blijven de deelnemende organisaties hiervoor verantwoordelijk. Voor zover er sprake is van zelfstandige beleidsvoornemens hebben die hoofdzakelijk betrekking op het niveau van bedrijfsvoering.

Terug naar navigatie - Regio Achterhoek (Doetinchem)

 

Regio Achterhoek (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is
2. Een leefbare gemeente
3. De werkende gemeente
4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

GR Regio Achterhoek zet zich in voor een krachtige regio die snel en besluitvaardig samenwerkt om de Achterhoek economisch sterk te houden. Overheid, Ondernemers en Maatschappelijke organisaties werken hiervoor samen. De inhoudelijke basis voor de samenwerking is de Achterhoek Visie 2030, opvolger van het Strategiedocument Agenda2020.

Activiteiten

De Achterhoek Raad heeft de Achterhoek Visie 2030 vastgesteld. Op basis van deze visie bepaalt de Achterhoek Board samen met de Achterhoek Thematafels de inhoudelijke activiteiten, die worden beschreven in de jaarplannen. De Achterhoek Raad ziet toe op de voortgang. De uitvoering van deze inhoudelijke activiteiten gebeurt aan de volgende zes Thematafels:

  • Smart werken en Innovatie
  • Onderwijs en Arbeidsmarkt
  • Wonen en Vastgoed
  • Mobiliteit en Bereikbaarheid
  • Circulaire energie en Energietransitie
  • De Gezondste Regio

De GR Regio Achterhoek blijft bestaan naast de nieuwe structuur en voert de volgende taken uit:

  • Voert de regie op de algehele samenwerking
  • Faciliteert het opstellen en uitvoeren van de Achterhoek Visie 2030, de jaarplannen en bijbehorende investeringsagenda
  • Adviseert Board en Raad over de lobby en subsidies en levert hiervoor ook de capaciteit

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Burgemeester Van Dijk heeft zitting in het Dagelijks en Algemeen Bestuur. Daarnaast zijn we bestuurlijk vertegenwoordigd aan alle zes Thematafels.

Ontwikkelingen

Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen, inzichten en cijfers waardoor de Achterhoek Visie2030 toe was aan een herijking. De Achterhoek presenteert zich als de eerste SDG-regio van Nederland en heeft in de herijkte visie de duurzame ontwikkelingsdoelen opgenomen. De herijkte visie is op 26 september 2022 unaniem aangenomen door de Achterhoek Raad.

Wegens de nationale en provinciale opgaven voor het landelijk gebied en omdat de huidige samenwerkingsstructuur van thematafels daar niet voldoende op aansluit heeft Regio Achterhoek besloten om al dan niet tijdelijk twee extra bestuurlijke gremia aan de samenwerking toe te voegen, namelijk de Stuurgroep Ruimtelijk perspectief en het Bestuurlijk overleg Gelders Programma Landelijk Gebied. De gemeente is in beide overleggen bestuurlijk vertegenwoordigd. 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

 Geen

 

Terug naar navigatie - Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

 

Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

Relatie met de programma's

2. Een leefbare gemeente (sociaal domein)

Doelstelling

Op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze:

• voorzien in de behoefte aan sociaal geldelijk krediet;
• regelen van schulden van personen in financiële moeilijkheden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;|.
• voorzien in budgetbeheer;
• voorzien in bewindvoering;

Activiteiten

  • kredietverlening
  • budgetbeheer
  • bewindvoering
  • schuldhulpverlening
  • verzorgen van aanvragen wet schuldsanering natuurlijke personen

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Almelo
  • Berkelland
  • Borne
  • Bronckhorst
  • Dinkelland
  • Enschede
  • Haaksbergen
  • Hellendoorn
  • Hengelo (O)
  • Hof van Twente
  • Lochem
  • Losser
  • Montferland
  • Oldenzaal
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Rijssen-Holten
  • Tubbergen
  • Twenterand
  • Wierden
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Portefeuillehouder sociale zaken is vanuit het college lid van het Algemeen Bestuur, een lid van het college is plaatsvervangend lid.

Ontwikkelingen

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is ingegaan per 1 juli 2012. In algemene zin zien we een verslechterende financiële positie voor een deel van onze inwoners. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van financiële ondersteuning om (dreigende) schulden op te lossen.

Sinds 2018 voeren we de intake voor de dienstverlening van de Stadsbank uit in eigen beheer. De Stadsbank is actief met de gemeenten in gesprek om de dienstverlening beter in te richten en aan te sluiten bij de behoeften van de gemeenten.

In november heeft het college ingestemd met de Klantreis 2023. In deze klantreis staan vernieuwde werkafspraken tussen de Stadsbank Oost Nederland en de gemeente Oude IJsselstreek.  Belangrijke wijziging is dat de Stadsbank meer op locatie zal zijn, zowel op locatie bij Stoer als bij de gemeente. Doelstelling hierbij zal zijn dat de afstand wordt verkleind en processen zijn versneld. Dit zijn doelstellingen waar de gemeente veel waarde aan hecht, voor de inwoner en voor het proces. 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom vormt een vast onderdeel van bestuurlijke rapportages vanuit het sociaal domein.

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland

 

Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland(Zutphen)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het gemeenschappelijk en op regionaal niveau uitvoeren van veiligheidsbeleid, specifiek gericht op brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en multidisciplinaire samenwerking, zowel preventief als repressief.

Activiteiten

  • inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
  • adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crisis in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen als ook in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
  • adviseren van het college van burgemeester en wethouders over:
    • het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
    • het beperken van brandgevaar;
    • het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
    • het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
    • voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
    • instellen en in stand houden van een brandweer;
    • instellen en in stand houden van een GHOR;
    • voorzien in de meldkamerfunctie;
    • aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
    • inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de eerder genoemde taken.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronkhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Hattem
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

De burgemeester heeft de gemeente vertegenwoordigt in het algemeen bestuur.

Ontwikkelingen

 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

 

Terug naar navigatie - Stichting Achterhoek Toerisme
Stichting Achterhoek Toerisme(Borculo)
Relatie met de programma's 3. De werkende gemeente
Doelstelling Gemeenten en bedrijfsleven willen de vrijetijdssector ontwikkelen tot een grotere economische drager in de Achterhoek. Door middel van vernieuwende marketing en fysieke producten meer bezoekers te genereren die langer in de Achterhoek willen verblijven, meer willen besteden en een herhalingsbezoek plannen. Daarnaast draagt STAT zorg voor een goede infrastructuur qua routes ed.
Activiteiten Ondersteuning voor de leden voor allerlei toeristische activiteiten. Daarnaast overkoepelend orgaan en sparring partner voor de gemeenten in de Achterhoek op het gebied van toerisme en recreatie.
Deelnemende partijen
  • Aalten         
  • Berkelland
  • Bronkhorst
  • Doetinchem
  • Lochem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk
  • Zutphen
  • Doesburg
Bestuurlijk belang De acht Achterhoekse gemeenten plus Lochem nemen deel in het bestuur. Door formeel een besluit te nemen tot deelneming in de stichting werd een correcte juridische procedure gevolgd, waardoor gemeentelijke vertegenwoordigers niet meer op persoonlijke titel deelnemen.
Ontwikkelingen In de visie van STAT over de huidige periode staat vermeld dat STAT zich bezighoudt met doorontwikkeling van regiomarketing, versterking van de route infrastructuur, het opzetten kennisontwikkelingstraject en grip op Gastheerschap en informatievoorziening in de regio.
Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Risicovol voor de gemeente is dat ze de ondersteuning van Stichting Achterhoek Toerisme (STAT) op toeristisch gebied mist wanneer deze uit beeld verdwijnt. Met STAT worden meerjarige contracten afgesloten die voor de gemeente een risico betekenen wanneer STAT ophoudt te bestaan. De stichting is afhankelijk van de bijdrage van gemeenten voor de uitvoering van hun activiteiten. Mochten deze inkomsten teruglopen, door bijv. een steeds meer terugtredende overheid die meer aan de markt overlaat, of door een slechte financiële situatie bij gemeenten, dan loopt de stichting het risico om haar taken voor de gemeenten niet meer te kunnen uitvoeren. Ook spelen de politieke agenda’s van de verschillende gemeenten hierbij een rol. STAT moet van toegevoegde waarde blijven voor de gemeenten.

De gemeente OIJ huurt bij STAT een regio coördinator in die ingezet wordt voor toeristische productontwikkeling en lokale promotie en marketing. De regio coördinator ondersteunt daarbij tevens de nieuwe toeristische organisatie in OIJ. Mocht STAT dit niet meer kunnen doen, dan heeft dit gevolgen voor deze inhuurstructuur en voor de toeristische organisatie in Oude IJsselstreek.

Terug naar navigatie - Deelnemingen

BNG Bank (Den Haag)

Primair doel

Bankier van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang.

Activiteiten

De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk dividend voor de aandeelhouders.

Deelnemende partijen

De Staat is houder van 50% procent van de aandelen, de andere 50% is verdeeld onder gemeenten, provincies en hoogheemraadschap.

Financieel

Wij bezitten 161.460 aandelen. In deze jaarrekening 2022 wordt een dividend opbrengst verantwoord van € 368.129.  Deze begrotingsperiode 2023-2026 begroten we € 350.000 per jaar.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Alliander N.V. (Arnhem)

Primair doel

Netwerkbedrijf dat verantwoordelijk is voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland.

Activiteiten

Kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit.

Deelnemende partijen

Provincie Gelderland en Noord Holland, Falcon BV en de gemeente Amsterdam bezitten 75% van de aandelen. De overige 25% is verdeeld over diverse gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 580.414 aandelen. In deze jaarrekening 2022 wordt een dividend verantwoord van € 364.045. De begrotingsperiode 2023-2026 begroten we € 350.000 per jaar.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Vitens (Utrecht)

Primair doel

Drinkwaterbedrijf dat drinkwater levert aan 5,6 miljoen klanten.

Activiteiten

Verantwoordelijk voor een gezonde en duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.

Deelnemende partijen

De aandeelhouders bestaan uit provincies en gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 40.057 aandelen. In 2022 wordt geen dividend uitgekeerd over 2021. We begroten voor 2023-2026 ook geen dividend.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

STOER B.V.

 Primair doel

 STOER B.V. is per 1 januari 2021 opgericht door de gemeente Oude IJsselstreek als het participatiebedrijf van de gemeente; een bijzonder bedrijf dat tot in de diepste vezels opereert vanuit de visie op de uitvoering van de Participatiewet ‘Transformatie in de kijk op werk’.

 Activiteiten

STOER geeft namens de gemeente Oude IJsselstreek uitvoering aan een aantal activiteiten die behoren tot de werkzaamheden op grond van de Participatiewet. Loopbaanbegeleiding vormt de basis van de dienstverlening van STOER

 Deelnemende partijen

 Gemeente is houder van 100% van de aandelen

 Financieel

Gemeente is houder van 100% van de aandelen, De gemeente voert de financiële administratie voor STOER. De kosten die STOER maakt worden hierin separaat geadministreerd en aan STOER doorbelast. Voor de werkzaamheden die STOER uitvoert ontvangt zij jaarlijks een vergoeding van de gemeente, gelijk aan de werkelijke kosten. Deze werkwijze leidt ertoe dat de totale baten en lasten van STOER tevens in de gemeentelijke begroting zijn opgenomen. Een verzoek tot het aanmerken van een fiscale eenheid voor de BTW tussen de gemeente en STOER is nog in behandeling bij de Belastingdienst. 
Het bij oprichting geplaatste kapitaal bedraagt € 10.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder; de burgemeester is vertegenwoordiger van de gemeente.

 Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Financieel overzicht
Verbonden partij Bijdrage 2022 Bijdrage 2022 Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
(x € 1.000) primitief na wijziging 1-1-2022 31-12-2022 1-1-2022 31-12-2022
Regio Achterhoek 264 265 6.726 7.150 20.136 15.408 124
GGD Noord- en Oost Gelderland 670 688 2.912 2.656 9.902 8.181 -487
VNOG 2.119 2.093 15.524 17.183 38.214 35.715 2.360
ODA 639 919 416 0 1.656 2.744 -384
Stadsbank ON 300 342 971 1.349 14.534 15.199 366
Erfgoedcentrum Ecal 166 163 193 106 662 600 -87
Stichting Achterhoek Toerisme 64 64 0 0 1.859 1.874 0
Totaal 4.222 4.534 26.742 28.444 86.963 79.721 1.892

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op zowel de heffingen waarvan de besteding is bestemd (rioolheffing, afvalstoffenheffing) als heffingen waarvan de besteding niet van tevoren is bestemd (onroerende-zaakbelasting en toeristenbelasting). Uit het overzicht “algemene dekkingsmiddelen” blijkt overigens van welke omvang het budgettaire belang is van met name de niet-bestemde heffingen. Dat inzicht, gekoppeld aan het inzicht over omvang, werking en reikwijdte van de lokale heffingen is van belang, omdat de budgettaire positie van de gemeente mede wordt bepaald door de wijze waarop het lokale belastinginstrument wordt gehanteerd.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het beleid ten aanzien van de lokale belastingen is opgenomen in de door de raad vastgestelde verordeningen. Om een goed overzicht te behouden in de actuele stand van zaken, stellen we jaarlijks een nieuwe verordening vast.

De gemeente Oude IJsselstreek kent de volgende gemeentelijke belastingen en heffingen:

Belasting/ heffing Omschrijving
Marktgelden Geheven voor innemen standplaatsen op warenmarkt Silvolde, Terborg, Ulft, Gendringen en Varsseveld.
Precariobelasting Geheven voor het verlenen van een standplaats op gemeentegrond
Lijkbezorgingrechten Geheven voor gebruik algemene begraafplaatsen Varsseveld en Terborg. Eventuele overschotten of tekorten worden conform besluit verrekend met de reserve.
Leges Deze betreffen diverse gemeentelijke leges (bouwvergunning, uittreksels etc.)
Toeristenbelasting Belastingheffing van personen die niet in de gemeentelijke bevolkings-administratie zijn opgenomen, maar die tegen betaling/vergoeding wel verblijf houden door overnachtingen in bijv. hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen.
OZB niet - woningen Wordt geheven van zowel eigenaren als gebruikers van niet-woningen.
Woonlasten Dit zijn de onroerende-zaakbelastingen zakelijk recht woningen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing tezamen. De opbrengsten OZB-woningen is conform besluit met 3% gestegen. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt een kostendekkend tarief gehanteerd.
Reinigingsrechten Reinigingsrecht voor bedrijven en instellingen die geringe (passend in de normale containers) hoeveelheden afval aanbieden en de gemeente hebben verzocht afval tijdens normale inzamelingsactiviteiten mee te willen nemen.
Precariorechten Geheven voor het gebruik maken van een met vergunning verleende standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Reclamebelasting Deze belasting is vanaf 2017 ingevoerd voor het centrum van Varsseveld en vanaf 2019 en 2020 ook voor bedrijventerrein Akkermansweide in Terborg, centrum Terborg en kerngebied Ulft voor openbare aankondigingen. Wij innen deze belasting in feite als tussenpersoon. De inkomsten worden verrekend met door de gemeente gemaakte kosten. Het restant wordt rechtstreeks doorbetaald aan de desbetreffende ondernemersfonds. Per saldo is dit dus budgettair neutraal.

Tarieven

Terug naar navigatie - Tarieven
Tarieven diverse heffingen 2021 2022
Onroerende-zaakbelastingen
Eigenaren van woningen, in % van de waarde 0,15635% 0,13552%
Gebruikers van niet-woningen, in % van de waarde 0,15735% 0,15134%
Eigenaren van niet-woningen, in % van de waarde 0,19460% 0,17863%
Afvalstoffenheffing
Meerpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer 195,00 219,48
Meerpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer 285,00 315,48
Eénpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer 145,90 164,04
Eénpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer 235,80 260,04
Extra grote grijze container 285,00 315,48
Reinigingsrechten
Standaard containerset met kleine grijze container 174,00 179,28
Standaard containerset met een grote grijze container 231,00 237,96
Rioolheffing
 Per aansluiting 231,00 231,00
Toeristenbelasting
 Per overnachting 1,33 1,37
Precariorechten
Dagtarief 13,85 13,85
Jaartarief 571,80 571,80

Opbrengsten

Terug naar navigatie - Opbrengsten
Opbrengsten belastingen/ heffingen (x 1.000) Werkelijk 2021 Begroot voor wijziging 2022 Begroot na wijziging 2022 Werkelijk 2022
OZB woningen 6.242 6.197 6.197 6.166
OZB niet-woningen 2.668 2.635 2.609 2.622
Afvalstoffenheffing 3.102 3.547 3.547 3.552
Rioolheffing woningen 3.932 3.910 3.910 3.948
Rioolrecht bedrijven 220 220 220 220
Leges 1.235 724 781 1.161
Lijkbezorgingrechten 129 125 125 187
Marktgelden 20 20 20 21
Reinigingsrechten 30 35 35 30
Toeristenbelasting 144 160 160 164
Precariobelasting 5 6 6 11
Reclamebelasting 69 51 150 153
Totaal 17.796 17.630 17.760 18.235

Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven

Terug naar navigatie - Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven
Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht Lijkbezorgingsrechten
Kosten Afval 3.322 Kosten begraafplaatsen 54
Opbrengsten afval excl. heffingen 753 Opbrengsten begraafplaatsen 1
Reinigingsrechten 30 Netto kosten Begraafplaatsen 54
Netto kosten Afval 2.539 Salaris + overhead 120
Salaris + overhead 468 Kapitaallasten 7
BTW 425 Onttrekking reserve 6
Rente 27 Totale kosten 187
Resultaat tbv reserve afval 94
Totale kosten 3.553 Opbrengst heffingen 187
Opbrengst heffingen 3.553 Dekking 100%
Dekking 100%
Rioolheffing
Kosten Riolering 3.033
Opbrengsten Riolering excl. heffingen 12
Rioolheffing bij bedrijven 220
Netto kosten Riolering 2.801
Salaris + overhead 520
BTW 475
Rente 521
Onttrekking bufferfonds riolering -369
Totale kosten 3.948
Opbrengst heffingen 3.948
Dekking 100%
Algemene dienstverlening Markten
Kosten algemene dienstverlening 35 Kosten markten 32
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
Netto kosten algemen dienstverlening 35 Netto kosten markten 32
Salaris + overhead 418 Salaris + overhead 19
Totale kosten 453 Totale kosten 51
Opbrengst overige dienstverlening 311 Opbrengst heffingen 21
Dekking 69% Dekking 41%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Inwoners met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen voor de aanslagen van de woonlasten. Bij de beoordeling van het verzoek vindt er een toets plaats naar inkomen en vermogen. De gemeente mag alleen kwijtschelding verlenen als het inkomen per saldo niet hoger ligt dan 100% van het bijstandsniveau.

In 2022 is een totaalbedrag van € 352.414 aan gemeentelijke belastingen kwijtgescholden. Dit is 2,57 % van de totaal geraamde opbrengsten gemeentelijke belastingen die voor gemeentelijke kwijtschelding in aanmerking komt. In 2021 werd in totaliteit ruim € 344.000 aan gemeentelijke belastingen kwijtgescholden.

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf zijn conform de voorschriften in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de kapitaalgoederen van de gemeente opgenomen.

De kapitaalgoederen zijn grofweg als volgt te rubriceren:
Infrastructuur:

Wegen
Civiel technische kunstwerken
Riolering
Gemeentelijke gebouwen
Water

Voorzieningen:

Openbaar groen
Speelplaatsen
Openbare verlichting

Het onderhoud van kapitaalgoederen legt beslag op een belangrijk deel van de middelen en komt in bijna alle programma’s voor. De kapitaalgoederen zijn vaak van groot belang voor het realiseren van de programma’s. In deze paragraaf geven we inzicht in het onderhoud en beheer, conform de financiële verordening (art. 212 Gemeentewet). Niet alleen vanuit het financiële belang, maar ook vanuit het belang van de inwoner.

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Beleids- en beheerplannen

De beleidsplannen stellen we tenminste eens in de 10 jaar vast, conform de eisen van de provincie. Dit betreft de inrichting van de openbare ruimte en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, verlichting, straatmeubilair, sportfaciliteiten, water, wegen, riolering, kunstwerken en gebouwen. Eens in de vier jaar evalueren we de beheerplannen en zo nodig stellen we ze bij.

De volgende nota’s zijn vastgesteld:

Beleidsstuk/ beheerplan

Planperiode

Inhoud/opmerking

Wegenbeleidsplan

2019 - 2023

In dit beleidsplan zijn de kaders voor het wegbeheer vastgelegd. Op basis van de in dit beleidsplan gemaakte keuzes worden de verhardingen binnen de gemeente beheerd en wordt uitvoering gegeven aan onderhoudsmaatregelen.

Openbare verlichting beleid
Beleidsnotitie "Licht in de openbare ruimte"

2022 - 2026

De beleidsnotitie begin 2022 vastgesteld. Deze korte beleidsnotitie is een aanvulling op en actualisatie van het beleidsplan openbare verlichting ‘Licht op maat 2012-2016’. Het beleidsplan en de beleidsnotitie vormen samen een actueel kader. 

Openbare verlichting Vervangingsplan

2022 - 2025

In 2022 is uitvoering gegeven aan het nieuwe vervangingsplan als vervolg op de nieuwe beleidsnotitie.  De komende vier jaar worden masten van 50 jaar en ouder vervangen. Armaturen van 25 jaar en ouder worden de komende vier jaar vervangen door LED armaturen.

Gemeentelijk rioleringsplan

2017 - 2022

In 2016 is een nieuw verbreed GRP vastgesteld. Dit plan is eind 2021 verlengd tot en met uiterlijk 31 december 2023.

Civieltechnische kunstwerken

2018 - 2022

Beheerplan

Visie natuur, groen en landschap

2021 De nieuwe visie natuur, groen en landschap is in 2021 vastgesteld en vervangt het beheerplan groen.

Groenbeheerplan

2021 - 2031

Beheer groen

Boombeheerplan

2022

Nieuw beheerplan is gerealiseerd in 2022.

Bosbeheerplan

2022

In 2022 is het Bosbeheerplan vastgesteld.
Speelruimteplan "Samen naar buiten in Oude IJsselstreek" 2022 In 2022 is het nieuw Speelruimteplan vastgesteld.

Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Aan het einde van deze paragraaf bieden we integraal inzicht in de financiën die met het onderhoud van kapitaalgoederen gemoeid zijn.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleid
Het gemeentelijke beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. De uitgangspunten zijn beschreven in het “beleidsplan wegen gemeente Oude IJsselstreek 2019-2023”. Het beleidsplan geeft, op basis van het (door de raad) vastgestelde kwaliteitsniveau en het aanwezige areaal, aan wat gemiddeld per jaar nodig is om de kwaliteit van de wegen op peil te houden. In het beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau basis moeten hebben (volgens de richtlijnen van de CROW-systematiek). Eén keer per twee jaar worden alle wegen in de gemeente Oude IJsselstreek geïnspecteerd op schades en beoordeeld op kwaliteit. Deze gegevens, samen met de vaste gegevens vanuit het beheerpakket, vormen de basis voor het uit te voeren onderhoud. Vanuit het beheerpakket kan een meerjarenplanning (3 jaar) voor het groot onderhoud aan de wegen worden opgesteld.

 

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Hoofddoelstelling

 

Schoon, heel, veilig
Niveau Basis (kwaliteitscijfer 5,5-6,5)

Planmatig onderhoud en groot onderhoud van wegen

Rapportage kwaliteitsniveau van de wegen op basis van de weginspectie

Subdoelstelling

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan wegen

Uitvoering van het beleidsplan Wegen 2019-2023

Opstellen en bijhouden meerjarenplanning voor groot onderhoud van wegen

Up to date houden meerjarenplanning voor vervangingen (reconstructies van wegen)

Kwaliteit
In het huidige beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau Basis moeten hebben. Kwaliteitsniveau Basis is een voldoende (kwaliteitscijfer tussen 5,5 en 6,5).

Om te kunnen bepalen welk kwaliteitsniveau de wegen in onze gemeente hebben, vertaalt een onafhankelijk bureau structureel (per 2 jaar) de inspectiegegevens van de wegen naar een bijbehorend kwaliteitsniveau. In 2020 zat de kwaliteit van de wegen op kwaliteitsniveau Laag (5,0).  Dit had vooral te maken met het dalen van het kwaliteitscijfer van de asfaltverhardingen. 

Financiën
In het beleidsplan Wegen, door de raad in maart 2019 vastgesteld, staan een aantal uitgangspunten voor de financiële berekening beschreven, zoals:

  • Omvang van het huidige areaal;
  • Berekening alleen voor verharde wegen;
  • In stand houden van de bestaande situatie (dezelfde materialen, dezelfde constructieopbouw, dezelfde wegbreedte, enz.);
  • Alleen kosten voor groot onderhoud, geen kosten voor vervanging, geen kosten voor klein onderhoud, geen kosten voor verzorgend onderhoud zoals straatvegen of onkruidbeheersing;
  • In stand houden van het huidige areaal op het gewenste kwaliteitsniveau.

Met de hierboven genoemde uitgangspunten, het beheerareaal en de kwaliteitsambitie Basis is in het beleidsplan een berekening gemaakt voor de jaarlijkse onderhoudskosten. Deze kosten worden in het jaar van uitvoering ten laste gebracht van de exploitatie. De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) staat niet toe dat de kosten voor vervangingen (reconstructies) worden meegeraamd in het onderhoudsbudget Wegen. Voor reconstructies van wegen en fietspaden is  investeringsbudget vereist. Tot en met 2023 staat hiervoor een investering van € 600.000 op de begroting. Aan de hand van de nieuwe meerjarenplanning 2024-2027 wordt opnieuw berekend welk budget voor de komende jaren nodig is.

Ontwikkelingen
Ontwikkelingen op de markt omtrent wegbeheer worden gemonitord. Nieuwe onderhoudsmethodieken worden waar mogelijk in de vorm van een pilot uitgevoerd. Op basis van de opgedane kennis in de pilot wordt eventueel de ‘standaard’ onderhoudsmethodiek aangepast.  Daarnaast worden oude materialen als puin of granulaat gebruikt onder nieuw aan te leggen wegen. De komende jaren zal nog meer aandacht zijn voor circulariteit.
In de verschillende beheerfasen (bv. ook in de contracten) zal hier nadrukkelijk aandacht voor zijn. Daarnaast wordt gekeken naar het duurzaam toepassen van materialen. Als pilot hebben we een duurzame deklaag aangebracht op Den Dam in Breedenbroek. Wij waren hiermee, samen met de gemeente Assen de eerste gemeente in Nederland waarbij asfalt is aangebracht zonder een fossiel bindmiddel. Waar mogelijk worden asfaltverhardingen in de verblijfsgebieden omgevormd tot elementverhardingen. Deze zijn duurzamer, maar op lange termijn zorgt dit ook voor een reductie in beheerkosten.

Gerealiseerd
Dit jaar is er een weginspectie uitgevoerd. Op basis van de verkregen weginspectiegegevens hebben we de kwaliteitsontwikkeling weer kunnen aanvullen. De totale kwaliteit van de wegen is gestegen van een 5 naar een 5.8. Dit heeft vooral te maken met een hoog rapportcijfer voor de elementenverharding (8,7). De kwaliteit van de asfaltverharding is licht gestegen van een 4,2 naar een 4,7. Om  de asfaltverhardingen op kwaliteitsniveau basis te krijgen blijven we ons de de komende jaren vooral focussen op het onderhoud aan de asfaltverhardingen.

Risico’s
Vanuit de Wegenwet heeft de gemeente de zorgplicht voor verhardingen. Dit betekent dat wij als wegbeheerder altijd verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit (de onderhoudstoestand) van de verhardingen die wij in beheer hebben. Het gebruik van de wegen moet veilig kunnen plaatsvinden. Schades/ongevallen door gebreken aan de weg moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Wij zijn als wegbeheerder verplicht invulling te geven aan deze zorgplicht. De wegen moeten voldoende van kwaliteit zijn om de noodzakelijke functie te kunnen vervullen. Als voldoende kan worden
aangetoond wij niet voldoen aan de zorgplicht kunnen wij aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele gevolgschade.

Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Beleid

De visie van de gemeente op het beheer en onderhoud van de civieltechnische kunstwerken en kunst in de openbare ruimte is kernachtig te verwoorden als "veilig, heel, doelmatig en schoon". Deze visie is uitgewerkt in het beheerplan dat het college in 2018 heeft vastgesteld.

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Hoofddoelstelling

 

Schoon, heel en veilig

Opstellen uitvoeringsplan naar aanleiding van jaarlijks te houden (globale) inspecties.

 

Volledige inspectie van de civieltechnische kunstwerken (vijfjarige inspectie).

Kwaliteit

In het beheerplan is opgenomen dat elke vijf jaar het volledige areaal door een gespecialiseerd bedrijf geïnspecteerd wordt. In de tussenliggende jaren voert de eigen dienst inspecties uit. Voor de kunst in de openbare ruimte is ervoor gekozen om de eigen dienst jaarlijks een globale inspectie uit te laten voeren. Het jaarlijks onderhoud (schoonmaken) is hierop afgestemd. De laatste inspectie was in 2021. In 2026 wordt er weer een volledige inspectie uitgevoerd.

Gerealiseerd
Dit jaar is grotendeels gewerkt aan de herziening van het bestaande plan. Het areaal en de uitgangspunten zijn hierbij onder de loep genomen.

Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleid
Openbare verlichting draagt bij aan een veilige en leefbare openbare ruimte. Het is daarom een beleidsterrein waarbij het van belang is dat de gemeente zelf een sturende rol vervult bij het definiëren van het beleid en het uitvoeren van het beheer en onderhoud.

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Hoofddoelstelling

 

Het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren en bij te dragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving.

Uitvoeren beleidsnotitie 2022-2026

Vervanging openbare verlichting (binnen de projecten)

Uitvoeren vervangingsplan 2022 - 2026 (masten 50 jaar en ouder en armaturen van 25 jaar en ouder)

Uitvoeren regulier onderhoud

Afhandelen storingen en klachten

 

 Subdoelstelling

 

Aandacht voor circulaire economie en Smart City 

Het toepassen van innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de energieaanpak

Kwaliteit

In de periode 2017 t/m 2021 zijn bijna alle SOX en SON armaturen vervangen en waar mogelijk ook masten op leeftijd. In de periode 2022-2026 gaan we door met het vervangen van masten en armaturen. Dit doen we op basis van leeftijd (masten 50 jaar en armaturen 25 jaar). Naast het verminderen van het energieverbruik zorgt dit ook voor een daling van de veiligheidsrisico’s en uniformiteit van masten en armaturen waardoor een rustig straatbeeld ontstaat.

Financieel
Voor het vervangingsplan is de komende jaren investeringsbudget beschikbaar. De jaarlijkse kapitaallasten van deze investering worden uit het reguliere budget gedekt.

Ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van LED (Light Emmitting Diodes) verlichting gaan nog steeds door. De LED lamp is nu een stabiele factor in de openbare verlichting waardoor we een definitieve switch naar de LED verlichting hebben gemaakt. In het vervangingsplan is dit ook meegenomen waardoor we alle conventionele armaturen gaan vervangen door LED armaturen. Alle SOX en SON armaturen zijn vervangen. Vanaf 2022 zijn we gestart met de uitvoering van het nieuwe vervangingsplan voor masten en armaturen.

Het dimmen van de openbare verlichting voeren we verder in. Dit scheelt ongeveer 10% energieverbruik op de totale installatie. Het onderhoudscontract 2020-2023 is destijds aanbesteed. Van Gelder Infra is de aannemer voor het onderhoud aan de openbare verlichting.  Net als de voorgaande onderhoudscontracten zit de gemeente Oude IJsselstreek in één perceel met de Gemeente Doetinchem, Doesburg en Montferland.

Gerealiseerd
Ieder jaar testen we masten die 40 jaar of ouder zijn op stabiliteit. Uit deze meting, die vanaf 2013 jaarlijks wordt uitgevoerd, komen masten met een, vanuit inspectiejargon, “code rood” naar boven. Masten met deze code vertonen ernstige gebreken die de stabiliteit van de mast niet waarborgen. Deze masten dienen binnen 6 maanden na de meting vervangen te worden. Binnen het huidige budget kunnen we de masten in tijdig vervangen . Daarmee blijft het risico beperkt. Dit moet jaarlijks opnieuw bekeken worden. We gaan door met het vervangen van oude verlichting. We gaan niet sneller vervangen dan op basis van leeftijd. Anders gooien we verlichting weg die nog niet afgeschreven is.

Risico’s
Zonder investering stagneert de grootschalige vervanging. De grootschalige vervanging van de conventionele verlichting door ledverlichting zal vertraging oplopen. De vervanging van de verlichting zal dan jaarlijks uit het regulier onderhoudsbudget moeten gebeuren. Dit betekent jaarlijks fors minder vervangingen waardoor de doelstellingen uit het SER-energieakkoord niet gehaald worden. Bij niet of te weinig vervangen zullen de kosten in de toekomst toenemen omdat oude armaturen steeds meer energie verbruiken en meer kans op storingen geven. 
Het budget voor onderhoud wordt lager omdat deze als dekking van de kapitaallasten wordt gebruikt. De dekking van de kapitaallasten van het investeringsbudget wordt ten laste gebracht van het reguliere onderhoudsbudget. Hierdoor is er minder geld beschikbaar voor het reguliere onderhoud. Maar door de langere levensduur van ledverlichting ten opzichte van de conventionele verlichting, dus minder onderhoud ontstaat er op de termijn weer meer ruimte in het onderhoudsbudget.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Beleid

De Wet milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan. In dit plan geeft de gemeente aan hoe zij om denkt te gaan met de wettelijke zorgplichten die zij heeft voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt de verplichting voor het opstellen van een GRP. Aangezien de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld, kiezen we er voor om de looptijd van het huidige GRP te verlengen.
De wettelijke zorgplichten krijgen binnen de Omgevingswet een plek.  In 2022 gaan we bekijken hoe we dit gaan vormgeven. Dit zal binnen het Afvalwaterteam Etten opgepakt worden. Uitgangspunt hierbij is dat we een gezamenlijk plan uitwerken, met op bepaalde punten gemeente specifiek beleid. Verder zal het nieuwe plan nog breder van opzet zijn, gezien de onderwerpen rondom klimaatadaptatie. 

Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering zijn verschillende bronnen. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen bekostigen we uit de exploitatieopzet van die plannen en verdisconteren we in de verkoopprijs. De kosten van het beheer en de aanleg van riolering, hemel- en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden, dekken we uit de rioolheffing. De hoogte van deze heffing herzien we jaarlijks en stellen we vast met behulp van een kostendekkingsplan.

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan ?

Hoofddoelstelling

 

Schoon, heel, veilig
(Bescherming volksgezondheid, kwaliteit leefomgeving waarborgen en bescherming grond- en oppervlaktewater)

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017

Subdoelstelling

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan riolering

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017

Voorkomen van “water op straat”

Oplossen knelpunten

Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017


Kwaliteit
Door middel van camera-inspecties bepalen we jaarlijks de kwaliteit van een deel van de vrijvervalriolering. Aan de hand van deze inspecties, en inspecties uit het verleden, stellen we met behulp van het rioolbeheersysteem een vervangingsplanning op.
Samen met de vrijvervalriolering maakt de electro-mechanische riolering (drukriolering) het grootste onderdeel uit van het gehele rioolsysteem. Om ook hier inzicht te krijgen in de kwaliteit is nog niet zo lang geleden besloten om dit onderdeel ook periodiek te inspecteren. De eerste inspecties bevestigen de verwachte levensduur van bepaalde onderdelen. Aan de hand van de uitgevoerde inspecties stellen we hier ook een vervangingsplan voor op.
Binnen het GRP is al rekening gehouden met de hierboven genoemde vervangingsplannen.

Planning
De looptijd van het huidige verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2017 - 2020, is verlengd tot en met uiterlijk 31 december 2023, of zoveel eerder als de Omgevingswet van kracht wordt, of dat er een andere reden is om het GRP te herzien.

Financieel
Uitgangspunt is het door de raad vastgestelde Rioleringsplan 2017-2020. Met de vaststelling van dit plan, zijn ook de uitgangspunten voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn:

  • Jaarlijkse stijging van de heffing met 3%;
  • Jaarlijks beoordelen of dit percentage voldoende of juist onvoldoende is voor de dekking van de riooluitgaven;
  • Een acceptabele stand van de voorziening riolering (ca. € 300.000) om eventuele tegenslagen op te kunnen vangen.

Ontwikkeling
Met de invoering van de Omgevingswet, vervalt de verplichting op het hebben van een Gemeentelijk Rioleringsplan. Om toch een actueel kader te hebben voor de rioolheffing, gaan we een beleidsarm Gemeentelijk Rioleringsplan opstellen.

Gerealiseerd

In het afgelopen jaar is er voor zo'n € 1.718.000 uitgegeven aan het vervangen, dan wel het relinen, van vrijvervalriolering. Hierbij zijn, daar waar nodig, tevens klimaatmaatregelen meegenomen. Aan de mechanische riolering, zoals rioolgemalen en pompunits in het buitengebied, is zo'n € 227.000 uitgegeven.

Risico’s
Met de jaarlijkse financiële actualisatie om de hoogte van de rioolheffing te bepalen beperken we eventuele risico’s tot een aanvaardbaar niveau.

Groen, natuur en landschap

Terug naar navigatie - Groen, natuur en landschap

Beleid
Voor de groenvoorziening hanteren we in de wijken beeldkwaliteit Basis en in centra beeldkwaliteit Hoog. Dit is conform het vastgesteld beeldkwaliteitsplan van 2016. Uit een laatst gehouden schouw (2022) blijkt dat de meeste groenonderdelen nog net scoren op kwaliteitsniveau ‘basis’, maar wel aan de onderkant.

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Hoofddoelstelling

 

Behoud van groenvoorzieningen op het vastgestelde kwaliteitsniveau voor een aantrekkelijke groene woon- en werkomgeving in Oude IJsselstreek

Uitvoeren planmatig onderhoud

Subdoelstelling

 

Streven naar beeldkwaliteit groen die overeen komt met het wensbeeld vanuit groenbeleidsplan

Uitvoeren planmatig onderhoud

Kwaliteit
Door middel van verschillende jaarlijkse inspecties op groenvoorziening en bomen toetsen we of de vastgestelde beeldkwaliteit en veiligheid behaald wordt.

Financieel
De werkzaamheden voeren we uit binnen de huidige budgetten en formatie. We merken in het groen ook de effecten van klimaatverandering en de hiermee gepaard gaande financiële effecten.

Ontwikkeling
De Visie Landschap, Natuur en Groene Kernen is af. Vanuit deze visie werken we verder aan vergroening. Dit doen we onder andere door meer bomen te planten en de biodiversiteit in de openbare ruimte en bermen te vergroten.

Gerealiseerd
Vanuit het Actieplan bomen erbij is gewerkt aan de actie Tegel eruit, Boom erin. In 2022 hebben de inwoners van Gendringen, Ulft, Varsselder, Megchelen, Netterden, Etten hun gratis boom kunnen krijgen. Er zijn in totaal 1257 bomen uitgedeeld.
De boomfeestdag is in 2022 grootschaliger opgepakt. In totaal hebben we 500 bomen geplant met zes klassen van drie scholen.
Daarnaast werken we vanuit de Visie op Landschap, Natuur en Groene Kernen elk jaar aan het uitbreiden van ecologisch beheer middels extra aanplant van bomen, bloemrijke grasvelden en vaste planten.

Risico’s
Mogelijke risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Water

Terug naar navigatie - Water

Beleid
Tot begin 2021 was het beleid rondom het beleidsveld water, opgenomen in het Waterplan 2010 - 2020. In het kader van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), is besloten om een Lokale Klimaatagenda op te stellen en hierin het beleidsveld water onder te brengen. In 2022 is deze Klimaatagenda vastgesteld.

 

Wat wilden we bereiken?

Wat hebben we daarvoor gedaan?

Hoofddoelstelling

 

Een klimaatbestendige en water robuust ingerichte gemeente in 2050

- Kwetsbaarheden in beeld gebracht

- Voeren van risicodialogen en een strategie opgesteld

- Opstellen van een Klimaatagenda

Financieel
De financiële aspecten van het onderdeel water zijn in het verleden opgenomen in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Het voorstel is om dit in de toekomst ook zo op te nemen in het in 2023 op te stellen (verbreed) Water Takenplan.

Ontwikkelingen
Het klimaat is aan het veranderen. Deze verandering is niet alleen van invloed op de riolering, maar ook op het watersysteem. Overtollig water uit de kernen dient ook op een verantwoorde wijze verwerkt te worden.

 

Gerealiseerd
- Kwetsbaarheden i beeld gebracht

- Voeren van risicodialogen en een strategie opgesteld

- Opstellen van een Klimaatagenda

Risico’s
Behoudens beperkte overstromingsrisico’s zijn er geen risico’s bekend.

Speelplaatsen

Terug naar navigatie - Speelplaatsen

Speelplekken en -toestellen

Gemeente Oude IJsselstreek kent ca 100 speelplekken, verspreid over de kernen.

Beleid
De speelruimte in de gemeente Oude IJsselstreek zijn centrale ontmoetingsplekken voor jong en oud met een uitdagend speel- en sportaanbod zoveel mogelijk naar de wens van inwoners van alle leeftijden.

Kwaliteit
Uit de inspectieronden is gebleken dat de toestellen voldoen aan het WAS (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen(=landelijke norm)).

Financieel
Voor het jaar 2022 is er budget voor minimale vervanging van afgekeurde toestellen.

Ontwikkeling
Om de huidige speelsituatie, kwaliteit van de speelvoorzieningen en de financiële situatie in kaart te brengen wordt nieuw speelbeleid ontwikkeld, voor jong en oud. Dit speelbeleid vormt vanaf 2022 een actueel en leidend kader.

Gerealiseerd
De gemeenteraad heeft in september 2022 het nieuwe Speelruimteplan vastgesteld. Volgens de uitgangspunten van dit nieuwe plan hebben we in samenspraak met de inwoners vier speelplekken ge-update. 

Risico’s
Door het consequent (laten) uitvoeren van een inspectie van de speeltoestellen voldoet de gemeente aan haar verplichtingen in het kader van de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
De risico’s ten aanzien van de veiligheid (ongelukken) en aansprakelijkheid (claims) zijn daarmee beheersbaar.

Paragraaf Grondbeleid

Terug naar navigatie - Inleiding

Inleiding

Onder grondbeleid wordt verstaan het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid omvat alle strategieën van de gemeente rondom het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke beleidsuitingen en kan worden ingezet om doelstellingen van de andere beleidsaspecten binnen de gemeente mede mogelijk te maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, zorg en welzijn, cultuur, sport en recreatie en economische structuur. Daarnaast kan het grondbeleid grote financiële gevolgen hebben. Met name de (financiële) risico’s zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente.

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat in artikel 9.2 dat de paragraaf grondbeleid een verplicht onderdeel vormt van de begroting. De paragraaf grondbeleid moet ten minste ingaan op (artikel 16 van het BBV):

  • Een visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;
  • Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;
  • Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  • Een onderbouwing van de geraamde winstneming;
  • De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken.

Nota grondbeleid
Het gemeentelijk grondbeleid is een instrument om ruimtelijke doelstellingen te bereiken op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, openbare ruimte, infrastructuur, recreatie en natuur. Het grondbeleid is geen doel op zich, maar dienstbaar aan de hiervoor benoemde beleidsvelden. De wijze waarop we deze doelstellingen willen bereiken, is vastgelegd in de Nota grondbeleid.

Het grondbeleid van de gemeente Oude IJsselstreek is verantwoord in de Nota grondbeleid gemeente Oude IJsselstreek 2016. De raad geeft hierin de kaders aan waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie het grondbeleid moeten uitvoeren. De gemeente Oude IJsselstreek zet primair in op faciliterend grondbeleid, maar sluit actief grondbeleid niet uit. Zo kan actief grondbeleid een bijdrage leveren aan andere overkoepelende doelstellingen zoals het voorkomen van verpaupering, structurele leegstand of bij de realisatie van sociaal maatschappelijke doelstellingen in de zorg of op het gebied van welzijn.

De huidige nota grondbeleid dateert van 2016. Met de invoering en implementatie van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is het aan te bevelen om in 2023 het grondbeleid door te lichten, zodat het aansluit op de nieuwe wetgeving.

Meerjaren Prognose Grondexploitaties
In de paragraaf grondbeleid moet een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitatie afgegeven worden. Uiteraard treft u verder in deze paragraaf het resultaat van de geactualiseerde grondexploitaties op peildatum 1 januari 2023 aan. Naast de paragraaf grondbeleid werken we met een Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG). Het MPG geeft meer gedetailleerd inzicht in de lopende grondexploitaties. Ook wordt daarin een verantwoording afgegeven van de wijzigingen die aan de orde zijn ten opzichte van de voorgaande grondexploitaties.

Beleidsuitgangspunten reserves, voorzieningen en risico’s voor grondzaken
De gemeente Oude IJsselstreek kent geen reserve(s) voor de grondexploitatie. Voor de gronden in exploitatie met verwachte nadelige resultaten wordt voor deze nadelige resultaten een verliesvoorziening getroffen. Risico’s worden geïnventariseerd en zijn van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Deze zal groot genoeg moeten zijn om de risico’s af te dekken wanneer deze zich ook daadwerkelijk voordoen.

Wijziging in wet en regelgeving

Terug naar navigatie - Wijziging in wet en regelgeving

Vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen
Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelasting voor publieke organisaties ingevoerd. Het heeft tot gevolg dat de gemeente belasting moet afdragen over de winst die we met "commerciële activiteiten" maken. Onder commerciële activiteiten verstaat de Vpb-wetgeving activiteiten die zowel de gemeente als private partijen kunnen verrichten en waarmee overschotten worden behaald. Binnen de gemeente is een aantal jaren geleden een Quick Scan (berekening) uitgevoerd om te bezien of de gemeente (voor het onderdeel grondexploitaties) in aanmerking komt voor vennootschapsbelasting. Op basis van deze inventarisatie is gebleken dat de gemeente op basis van die informatie niet in aanmerking komt voor de vennootschapsbelasting. De uitkomst van de hiervoor benoemde exercitie is gedeeld met de belastingdienst en zij deelden die conclusie. Voor een groot deel was dit toe te rekenen aan het tekort op de grondexploitatie voor Hutten Noord. Deze grondexploitatie is echter met het opstellen van de jaarrekening 2021 afgesloten. Daarnaast zijn in 2021 een tweetal nieuwe grondexploitaties geopend (Varsseveld Industriepark en 't Kuipje) en is het resultaat als gevolg van de marktomstandigheden aan het verbeteren. Vandaar dat we in 2022 in overleg met een extern deskundige een verkenning hebben uitgevoerd om te bezien of we te maken krijgen met de vennootschapsbelasting in relatie tot de lopende grondexploitaties. Op basis van deze verkenning is de verwachting dat we voor wat betreft 2022 en 2023 nog niet te maken krijgen met de vennootschapsbelasting aangezien nog geen sprake is van structureel positieve resultaten (welke thans worden voorzien) op de grondexploitaties, maar dat dit mogelijkerwijs vanaf 2024 wel gaat spelen (o.a. i.v.m. het voornemen tot afsluiten van een aantal grondexploitaties). In 2023 zal het vraagstuk in overleg met de extern deskundige opnieuw tegen het licht gehouden worden. 

Winstneming
In de notitie “Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019)” van de commissie BBV is de aanbeveling opgenomen dat, volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor winst nemen bestaat, de winst dan ook dient te worden genomen. Dit passen wij ook actief toe bij de grondexploitaties voor het bedrijventerrein De Rieze in Ulft en het bedrijventerrein Hofskamp - Oost II in Varsseveld.

Omgevingswet
De Omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De wet voorziet in de integratie van de regels over onteigening, het voorkeursrecht, landinrichting, stedelijke herverkaveling en het kostenverhaal.

De huidige instrumenten van het voorkeursrecht worden vervangen door instrumenten die zo dicht mogelijk blijven bij de oude grondslagen voor vestiging van een voorkeursrecht zoals de omgevingsvisie (de oude structuurvisie) en het omgevingsplan (het bestemmingsplan). In de nieuwe wetgeving voor onteigening wordt een scheiding aangebracht tussen de onteigeningsprocedure en de schadeloosstellingsprocedure. Beide procedures worden afzonderlijk van elkaar doorlopen. Het bestuur dat het aangaat neemt een onteigeningsbeschikking dat door de bestuursrechter moet worden bekrachtigd. De rechtbank spreekt niet langer de onteigening uit. Nadat aan een aantal wettelijke voorwaarden is voldaan wordt een onteigeningsakte ingeschreven.

Overheden zijn verplicht om de kosten te verhalen. Het afsluiten van een overeenkomst tussen de initiatiefnemer van de bouwactiviteit en het bevoegd gezag heeft daarbij de voorkeur. Als het niet mogelijk is een overeenkomst af te sluiten, is de publiekrechtelijke weg verplicht. Dan verhaalt het bevoegd gezag de kosten op basis van de regels in een omgevingsplan, een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit. Zolang de kostenverhaalbijdrage niet is betaald, is het verboden om de bouwwerkzaamheden uit te voeren.

De wet biedt twee mogelijkheden van publiekrechtelijk kostenverhaal: kostenverhaal voor integrale gebiedsontwikkeling (concreet eindbeeld en tijdsplanning van de ontwikkeling) en kostenverhaal voor organische ontwikkeling (dan ontbreken een tijdsplanning en een eindbeeld). Kostenverhaal met tijdvak is mogelijk bij een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Kostenverhaal zonder tijdvak kan alleen via het omgevingsplan plaatsvinden. Het exploitatieplan zoals we die vanuit de Wro kennen, verdwijnt en daarvoor in de plaats komt de kostenverhaalsbeschikking.

Didam arrest
De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 geoordeeld dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn. Dit houdt in dat het overheidslichaam de koper moet selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria. Deze verplichting vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel, dat in deze context strekt tot het bieden van gelijke kansen. Een overheidslichaam dient dit beginsel in acht te nemen bij een beslissing met wie en onder welke voorwaarden het een overeenkomst sluit tot verkoop van een aan hem toebehorende onroerende zaak. Op dit punt verschilt de positie van een overheidslichaam met die van een private partij. Het gelijkheidsbeginsel brengt ook mee dat het overheidslichaam, teneinde gelijke kansen te creëren, een passende mate van openbaarheid moet verzekeren met betrekking tot (i) de beschikbaarheid van de onroerende zaak, (ii) de selectieprocedure, (iii) het tijdschema en (iv) de toe te passen selectiecriteria. Het overheidslichaam moet hierover tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure duidelijkheid scheppen door informatie over deze aspecten bekend te maken en wel op een zodanige wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen. Dit is een verstrekkende uitspraak en het betekent in ieder geval dat de gemeente haar werkwijze hierop heeft moeten aanpassen. Inmiddels is het opstellen van de uitgifteprocedure (met daarin o.a. de uitgiftecriteria opgenomen) voor de verkoop van bedrijfskavels opgesteld en zullen de resterende kavels op bedrijventerrein De Rieze en Hofskamp Oost II op de markt gebracht worden. Daarnaast hebben we conform de vereisten vanuit het Didam arrest kavels voor de bouw van woningen op de markt gebracht (Slawijkseweg in Netterden).

Actualisaties en herzieningen grondexploitaties

Terug naar navigatie - Actualisaties en herzieningen grondexploitaties

Actualisatie grondexploitaties
Alle lopende grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd. Daarmee wordt, conform één van de vereisten die gesteld wordt aan de paragraaf grondbeleid, een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitaties afgegeven. Het actualiseren van de grondexploitatie houdt het volgende in:

  • Bijstelling van de boekwaarden op basis van inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar (2022);
  • Actualiseren van de ramingen voor de nog geplande uitgaven en inkomsten na 1 januari 2023;
  • Actualiseren van planning en fasering naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen;
  • Het verwerken van eventuele gevolgen uit wijziging van wet- en regelgeving;
  • Aanpassing parameters.

Naast de paragraaf grondbeleid werken we met een Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG). Het MPG geeft meer gedetailleerd inzicht in de lopende grondexploitaties en moet gezien worden als aanvulling op de paragraaf grondbeleid behorende bij de jaarrekening. In de vergadering van donderdag 30 juni 2022 heeft de raad zowel de jaarrekening 2021 als het MPG op peildatum 1 januari 2022 vastgesteld. Met het vaststellen van het MPG zijn ook de financiële kaders voor de lopende grondexploitaties bepaald.

In de paragraaf grondbeleid van de begroting 2023 - 2026 is bij de actuele ontwikkelingen stilgestaan bij de gevolgen van de forse toename van de kostenstijging en dan met name voor de grondexploitatie van het Varsseveld Industrie Park (Het VIP). Dat is te verklaren doordat we aan de vooravond staan van het daadwerkelijk bouw - en woonrijp maken van het plangebied, het om grote uitgaven gaat en het project kent een resterende doorlooptijd van tien jaar. Met dit alles in het achterhoofd en actueel inzicht zijn de begrote kosten voor het bouw - en woonrijp maken, de planontwikkelingskosten en de grondopbrengsten tegen het licht gehouden. Aan de hand van een opgestelde functiekaart is het toekomstig ruimtegebruik in beeld gebracht en op basis van kengetallen zijn de kosten voor het bouw - en woonrijp maken opnieuw in beeld gebracht. Ook is de hoogte van de kosten voor planontwikkeling en voorbereiding en toezicht op de uitvoering bijgesteld aan de hand van kengetallen (opslagen over de begrote civieltechnische kosten). Dit alles heeft ertoe geleid dat de begrote kosten voor de ontwikkeling van Het VIP per saldo hoger uitvallen dan voorzien was in de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022. Tegelijkertijd hebben we door Cushman & Wakefield een advies over de te hanteren uitgifteprijzen per m2 laten uitbrengen. In het advies is een differentiatie aangebracht voor wat betreft de percelen binnen Het VIP (denk o.a. aan de zichtlocaties nabij de Aaltenseweg). Uit het advies volgt dat we uit kunnen gaan van hogere uitgifteprijzen per m2 wat uiteraard een positief effect heeft op het resultaat van de grondexploitatie voor Het VIP. 

Aanpassing parameters
Bij het aanpassen van de parameters gaat het om het te hanteren rentepercentage, de kostenstijging en de opbrengstenstijging. Hieronder volgt een toelichting op de gehanteerde parameters: 

  • De rente waarmee in de grondexploitatie wordt gerekend bedraagt 1,50% op jaarbasis. Elk jaar wordt voor het herzien van de grondexploitaties bij het opstellen van de jaarrekening berekend wat de rente moet zijn die over de boekwaarde aan de algemene middelen wordt vergoed, de zogenaamde ‘omslagrente’. De gemeenten zijn verplicht om de werkelijke rente over het vreemde vermogen toe te rekenen aan de grondexploitaties. Het te hanteren rentepercentage is ongewijzigd ten opzichte van het gehanteerde rentepercentage in de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022;
  • Ten aanzien van de kostenstijging geldt dat een onderscheid gemaakt is in de kosten voor het bouw - en woonrijp maken en in de overige kosten. Voor het overgrote deel van de huidige grondexploitaties geldt dat het bouw - en woonrijp maken grotendeels is afgerond en daarmee is de hoogte van het percentage slechts van geringe invloed. De resterende budgetten voor het bouw - en woonrijp maken zijn van peildatum 1 januari 2022 naar peildatum 1 januari 2023 ( = peildatum geactualiseerde grondexploitatie) geïndexeerd met 7,56% (Bron: kostenstijging Grond, weg - en waterbouw van BDB Bouw(kosten)data). Het restant aan overige kosten zijn van peildatum 1 januari 2022 naar peildatum 1 januari 2023 geïndexeerd met 10% (bron: consumentenprijsindex 2022 CBS). Let op: voor Het VIP geldt dat de eenheidsprijzen voor het bouw - en woonrijp maken gebaseerd zijn op een civieltechnisch prijzenboek op peildatum 1 januari 2023;
  • Voor de periode na 1 januari 2023 is voor wat betreft de kostenstijging aansluiting gezocht bij de "Outlook Grondexploitaties 2023" uitgegeven door Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling; 
  • Het percentage voor opbrengstenstijging wordt, opnieuw, gehandhaafd op 0,00%. Voor het overgrote deel van de lopende grondexploitaties geldt dat de resterende exploitatieperiode van korte duur is. Ook zijn in veel gevallen al (koop)afspraken gemaakt. Dit alles geldt echter niet voor de grondexploitatie van het Varsseveldse Industrie Park. Deze grondexploitatie is in 2021 door de raad vastgesteld en geopend. Voor de nog uit te geven kavels op het bedrijventerrein zijn geen afspraken gemaakt. De parameter voor de opbrengstenstijging is in dit geval gebaseerd op de "Outlook grondexploitaties 2023" van Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling.  Let op: de uitgifteprijzen voor de kavels op Het VIP zijn gebaseerd op een advies uitgebracht door Cushman & Wakefield en kennen als peildatum 1 januari 2023.

Resultaten van gronden in exploitatie
Alle grondexploitaties zijn geactualiseerd van peildatum 1 januari 2022 naar peildatum 1 januari 2023. In de geactualiseerde grondexploitaties wordt een onderscheid gemaakt in de al gerealiseerde uitgaven en inkomsten per 31 december 2022 en in de nog te verwachten uitgaven en inkomsten voor de periode na 1 januari 2023. In onderstaande tabel wordt per project (lopende grondexploitaties) allereerst het verloop van de boekwaarde weergegeven, de getroffen voorziening per 1 januari 2023 en het saldo onderhanden werk per 31 december 2022. 

Project

Boekwaarde

per 31.12.2022

Realisatie

in 2022

Boekwaarde

per 31.12.2022

Voorzieningen

Saldo

onderhanden werk

Slawijkseweg 165.467 1.053 166.520   166.520
Kromkamp 100.312 4.281 104.593   104.593
Kuipje 40.418 -185.909 -145.492 188.731 -334.223
De Rieze V + VI 3.269.626 -1.208.569 2.061.057   2.061.057
Hofskamp Oost II 1.294.208 138.929 1.433.138   1.433.138
Het VIP 4.199.170 437.865 4.637.035   4.637.035

Totaal

9.069.202

-812.350

8.256.851

188.731

8.068.120

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2022 zijn per saldo meer inkomsten dan uitgaven gerealiseerd en dat is te danken aan de verkoop van de kavels voor woningbouw in Breedenbroek ('t Kuipje) en bedrijfskavels in Ulft (De Rieze V + VI). Dit resulteert in een boekwaarde van € 8.256.851,- per 31 december 2022. Tegelijkertijd laat de grondexploitatie voor 't Kuipje een tekort zien van € 188.731,- netto contant per 1 januari 2023 waarvoor dan ook conform de vereisten vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording een voorziening is getroffen.  Het saldo onderhanden werk komt daarmee uit op € 8.068.120,- per 31 december 2022. 

Hieronder volgt voor de lopende grondexploitaties op peildatum 1 januari 2023 een overzicht van de nog te verwachten uitgaven en inkomsten voor de periode na 1 januari 2023. Zowel de nog te realiseren uitgaven als inkomsten zijn inclusief kosten - dan wel opbrengstenstijging en rentelasten dan wel rentebaten (op eindwaarde):

Projecten Boekwaarde
Nog te realiseren (eindwaarde) Totaal resultaat
Resultaat netto contant
  per 31.12.2022 Uitgaven Inkomsten Saldo op eindwaarde per 01.01.2023
Slawijkseweg 166.520 33.874 248.045 -214.171 -47.650 -46.716
Kromkamp 104.593 59.079 167.285 -108.206 -3.614 -3.473
Kuipje -145.492 337.997   337.997 192.505 188.731
De Rieze V + VI 2.061.057 254.979 2.811.235 -2.556.256 -495.199 -466.637
Hofskamp Oost II 1.433.138 160.943 1.714.200 -1.553.257 -120.119 -115.455
Het VIP 4.637.035 21.171.184 25.868.150 -4.696.966 -59.931 -49.164
Totaal 8.256.851 22.018.057 30.808.916 -8.790.859 -534.008 -492.715
            (saldo voordelig)

Uit het overzicht volgt dat de grondexploitaties per saldo in totaliteit een positief resultaat laten zien van € 492.715,- netto contant per 1 januari 2023. Uitzondering hierop vormt de grondexploitatie voor 't Kuipje in Breedenbroek. Deze grondexploitatie laat een tekort zien van € 188.731,- netto contant per 1 januari 2023 en zoals al toegelicht, is voor het tekort een voorziening getroffen. In het resultaat van de geactualiseerde grondexploitaties per 1 januari 2023 is rekening genomen met de tussentijds genomen winst in 2022.

Grondexploitaties bedrijventerreinen
Binnen de gemeente kennen we drie vastgestelde en lopende grondexploitaties voor bedrijventerreinen. Het gaat om het bedrijventerrein De Rieze in Ulft, Hofskamp Oost II in Varsseveld en het Varsseveld Industriepark in Varsseveld. Beide eerstgenoemde projecten lopen al enige jaren en naar verwachting zal de grondexploitatie voor De Rieze in Ulft per 31.12.2025 afgesloten kunnen worden en die voor Hofskamp Oost II in Varsseveld per 31.12.2024. De uitgifte van kavels loopt gestaag door. In 2022 hebben we op bedrijventerrein De Rieze kavels verkocht met een totaal oppervlak van 1,48 hectare. De interesse vanuit de markt voor een bedrijfskavel is nog altijd aanwezig. Het Didam arrest heeft wel tot vertraging in de uitgifte van kavels geresulteerd. In de paragraaf grondbeleid van de begroting 2023 - 2026 is bij de actuele ontwikkelingen al stilgestaan bij de gevolgen van het Didam arrest (alinea "Didam arrest en uitgifte kavels"). Voor de uitgifte van de resterende bedrijfskavels hebben we de benodigde uitgifteprocedure (met daarin o.a. de uitgiftecriteria opgenomen) opgesteld en naar verwachting worden deze kavels op korte termijn op de markt gebracht. De eerste fysieke activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling van Het VIP  zijn inmiddels begonnen: in het noordelijk deel van het plangebied is een amfibieënpoel en de noodzakelijke waterberging aangelegd.

Naast onze eigen grondexploitaties voor bedrijventerreinen anticiperen werken we ook samen met de gemeenten Doetinchem, Montferland en Bronckhorst bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de regio. Daarbij gaat het specifiek om de ontwikkeling van het Regionaal Bedrijventerrein in de gemeente Doetinchem en DocksNLD in de gemeente Montferland. De vier gemeenten zitten risicodragend in deze ontwikkelingen. In 2019 hebben de vier Achterhoekse gemeenteraden ingestemd met de uitwerking van de gedachtelijnen voor de toekomst van de bedrijventerreinen in de West Achterhoek. De uitwerking van deze gedachtelijnen betekent voor het A18 Bedrijvenpark dat het noordelijk deel weer in exploitatie is genomen door de toenemende vraag naar (grote) bedrijfskavels, de concrete belangstelling en een daadwerkelijke verkoop op het noordelijk deel. De recentelijke actualisatie van de grondexploitatie (peildatum 1 januari 2023) van het Bedrijvenpark A18 in Doetinchem laat een positief resultaat zien. We hoeven dan ook geen voorziening te treffen voor onze deelname in het Bedrijvenpark A18. Met het actualiseren van de grondexploitatie is ook een risico - analyse uitgevoerd en daaruit volgt dat het saldo aan financiële effecten van de geïnventariseerde kansen en bedreigingen binnen de geactualiseerde grondexploitatie zelf opgevangen kunnen worden. Dit betekent dat we voor het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit geen rekening meer hoeven te houden met een financieel risico in relatie tot de ontwikkeling van het Bedrijvenpark A18 in Doetinchem. In de jaarrekening 2022 is nog rekening gehouden met een risico - omvang van € 40.000,- per 31 december 2021 en deze komt dan ook te vervallen. 

Grondexploitaties woningbouw
In 2016 is de plancapaciteit voor woningbouw teruggebracht, maar in de afgelopen jaren is regionaal het standpunt ingenomen om in ieder geval voor starters en senioren te blijven bouwen. Dit alles wel onder de voorwaarden van regionale en lokale kwaliteitscriteria waaraan plannen getoetst kunnen worden. Dit heeft vervolgens als resultaat dat eerder geschrapte bouwmogelijkheden binnen en buiten de gemeentelijke grondexploitaties alsnog (al dan niet in gewijzigde vorm) kunnen worden benut. Het benutten van eerder geschrapte bouwmogelijkheden is bijvoorbeeld aan de orde bij Kromkamp in Sinderen en bij de Slawijkseweg in Netterden. Voor beide projecten is dan ook sprake van een lopende grondexploitatie (twee van de drie). Daarnaast kennen we een grondexploitatie voor 't Kuipje in Breedenbroek.

Op 22 april 2021 heeft de gemeenteraad een vijftal uitleglocaties met een capaciteit voor 1.400 tot 1.850 woningen voor de periode tot 2030 aangewezen. Op woensdag 8 maart 2023 is de woondeal in aanwezigheid van de minister getekend en in de periode tot 2030 mogen we afgerond 8.400 woningen realiseren waarvan afgerond 1.500 in de gemeente Oude IJsselstreek. Binnen de gemeente is de planvorming voor vier van de vijf aangewezen uitleglocaties inmiddels begonnen (waar uiteraard een groot aandeel van de opgave gerealiseerd moet worden). De daarmee gepaard gaande kosten worden gedekt vanuit gevoteerde voorbereidingskredieten (verantwoording hierover verloopt via de bestuursrapportage). Deze voorbereidingskosten worden uiteindelijk ingebracht in de nog te openen gemeentelijke (grond)exploitatie voor de te onderscheiden locaties. Daarnaast zijn er veel initiatieven om tot woningbouw te komen binnen de bebouwde kom van de gemeente waarin wij een faciliterende rol hebben. Het verplichte kostenverhaal wordt in dat geval verzekerd met het opstellen van een anterieure overeenkomst. 

Op peildatum 1 januari 2022 was sprake van een "verliesvoorziening woningbouw" met een omvang van afgerond € 132.205,- en deze was volledig toe te rekenen aan de ontwikkeling van 't Kuipje in Breedenbroek. Met het actualiseren van de grondexploitaties is het tekort voor de grondexploitatie van 't Kuipje opgelopen naar een bedrag van afgerond € 188.731,- netto contant per 1 januari 2023. De verliesvoorziening voor woningbouw is dan ook opgehoogd met het verschil van afgerond € 56.525,- netto contant per 1 januari 2023.  

Tussentijdse winstneming
In de notitie "Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019)" van de commissie BBV is de aanbeveling opgenomen dat, volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor winst nemen bestaat, de winst dan ook dient te worden genomen. Bij de volgende grondexploitaties is (tussentijds) winst genomen: De Rieze V + VI in Ulft en Hofskamp Oost - II in Varsseveld. Voor de overige grondexploitaties geldt dat het nemen van (tussentijdse) winst niet aan de orde is, omdat of sprake is van een grondexploitatie met een tekort of er zijn nog geen gronden verkocht. In onderstaand overzicht wordt de winstneming per project in 2022 toegelicht:

Project

Resultaat incl. onzekerheid & excl. genomen winst

% gerealiseerde uitgaven

% gerealiseerde inkomsten

% winstneming

Te nemen winst

Al genomen winst

Winstneming 2022 (eindwaarde)

De Rieze VI + V

810.313

96% 58% 56% 450.939 -370.696 80.243

Hofskamp-Oost

1.595.660

99% 90% 90% 1.432.251 -1.412.908 19.343

Resultaat

 

 

 

 

1.883.190

-1.783.604

99.586

 

 

 

 

De hoogte van de te nemen winst is bepaald op basis van de daarvoor geldende methodiek volgens de BBV. In 2022 is in totaliteit voor een bedrag van € 99.586 aan winst genomen. De tussentijds genomen winst is als een "negatieve" opbrengst verantwoord in de geactualiseerde grondexploitaties voor de betreffende projecten per 1 januari 2023.

Verloop resultaat grondexploitaties
In de nu volgende tabel wordt het resultaat van de grondexploitaties per 1 januari 2022 vergeleken met de resultaten van de geactualiseerde grondexploitaties per 1 januari 2023. Om een juiste vergelijking te kunnen maken, zijn de resultaten van de grondexploitaties op peildatum 1 januari 2022 met één jaar opgerent naar peildatum 1 januari 2023 (op basis van een verdisconteringsvoet van 2% op jaarbasis). Dus het totaal resultaat van de grondexploitaties per 1 januari 2022 van netto contant € 706.152,- bedraagt € 720.275,- netto contant per 1 januari 2023 (€ 706.152 x 1,02). Dit resultaat wordt vergeleken met de uitkomst van de geactualiseerde grondexploitaties van € 492.715,- netto contant per 1 januari 2023.  

Projecten

NCW GREX 2022

NCW GREX 2022 NCW GREX 2023 Verschil Effect netto contant
Overige
  per 01.01.2022 per 01.01.2023 per 01.01.2023 netto contant tussentijdse winstneming
verschillen
Slawijkseweg -46.764 -47.699 -46.716 983   983
Kromkamp - 2.840 -2.897 -3.473 -576   -576
Kuipje 132.205 134.850 188.731 53.881   53.881
De Rieze V + VI -613.982 -626.262 -466.637 159.624 79.069 80.556
Hofskamp Oost II -157.563 -160.715 -115.455 45.260 19.154 26.106
Het VIP -17.208 -17.552 -49.164 -31.612   -31.612
Totaal -706.152 -720.275 -492.715 227.560 98.223 129.337

Uit het overzicht volgt een verschil van netto contant € 227.560,- op peildatum 1 januari 2023. Een deel van het verschil is toe te rekenen aan de tussentijds genomen winst voor het bedrijventerrein De Rieze V + VI en Hofskamp Oost II. De tussentijds genomen winst komt ten goede aan de gemeente, maar wordt wel onttrokken aan de grondexploitatie (het bedrag wordt in de boekwaarde als een negatieve opbrengst verantwoord). Dit geeft in de vergelijking echter wel een verschil van in dit geval € 98.223,- netto contant op peildatum 1 januari 2023. Het restant verschil van € 129.337,- netto contant is op hoofdlijnen per saldo toe te rekenen aan de invloed van rente, kosten - en opbrengstenstijging in combinatie met een wijziging in de fasering en aan een wijziging in de uitgaven en inkomsten.

Het is niet exact te duiden hoe groot het effect van een wijziging in de kosten - en opbrengstenstijging is op het resultaat. Het effect is namelijk mede afhankelijk van de fasering (wanneer worden welke uitgaven en inkomsten verwacht) en van de hoogte van de nog te verwachten uitgaven en inkomsten. Maar om toch gevoel te krijgen in de verschillen worden in het nu volgende overzicht de in de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022 gehanteerde parameters vergeleken met de gehanteerde parameters in de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2023: 

Toelichting 2022 2023 2024 2025 2026 e.v.
           
Grondexploitatie 2022          
Kostenstijging 4,00% 3,00% 3,00% 2,00% 2,00%
Opbrengstenstijging (Het VIP) 0,50% 1,00% 1,00% 2,00% 2,00%
           
Grondexploitatie 2023          
Kostenstijging 7,56% - 10,00% 6,00% 4,00% 4,00% 2,00%
Opbrengstenstijging (Het VIP) 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 2,00%

Uit het overzicht volgt dat met name in de eerste jaren de verwachte kostenstijging hoger uitvalt dan voorzien was in de grondexploitaties op peildatum 1 januari 2022. Ook de verwachte opbrengstenstijging (gemiddelde stijging van de m2 prijzen) valt lager uit dan aangenomen is in de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022. Zoals aangegeven, is ook de fasering van invloed van invloed op het resultaat. In het nu volgende overzicht worden de verwachte einddata per project weergegeven:

Project GREX 2022 GREX 2023
Slawijkseweg in Netterden 31 december 2023 31 december 2023
Kromkamp in Sinderen 31 december 2023 31 december 2024
Kuipje in Breedenbroek 31 december 2023 31 december 2023
De Rieze V + VI in Ulft 31 december 2025 31 december 2025
Hofskamp Oost II in Varsseveld 31 december 2023 31 december 2024
Het VIP in Varsseveld 31 december 2031 31 december 2032

Hieronder volgt op hoofdlijnen per project een toelichting op het verschil tussen de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022 en de geactualiseerde grondexploitatie op peildatum 1 januari 2023. Een meer uitgebreide toelichting op de verschillen tussen de beide grondexploitaties is opgenomen in het Meerjaren Prognose Grondexploitaties.

Slawijkseweg in Netterden (woningbouw)
Het positieve resultaat van de grondexploitatie voor de Slawijkseweg in Netterden is licht afgenomen (er is sprake van een verschil van € 983,- netto contant per 1 januari 2023) en dit is per saldo toe te rekenen aan de toegenomen kostenstijging voor de periode 2022 en verder.  

Kromkamp in Sinderen (woningbouw)
Het positieve resultaat van de grondexploitatie voor Kromkamp in Sinderen is licht verbeterd (er is sprake van een verschil van € 576,- netto contant per 1 januari 2023) en dit is per saldo te danken aan het opnieuw bepalen van de uitgifteprijs voor de vier nog uit te geven en resterende kavels in het plangebied. 

't Kuipje in Breedenbroek (woningbouw)
Het tekort op de grondexploitatie voor 't Kuipje in Breedenbroek is verder toegenomen. Het tekort valt hoger uit als gevolg van de toegenomen kostenstijging en door de hoger uitvallende gemeentelijke planbegeleidingskosten. Het project voorziet in de bouw van acht woningen (zes starters woningen en twee seniorenwoningen). De kavels zijn in 2022 ook daadwerkelijk verkocht. Echter, het betreft een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) en gebleken is dat een dergelijke ontwikkeling een intensievere begeleiding vraagt. Als voorbeeld: in dit geval hebben wij acht verkoopovereenkomsten moeten opstellen en daarover intensief contact gehad met de kopers. Dit is anders op het moment dat we het perceel in zijn geheel aan een bouwer / ontwikkelaar verkopen die daar vervolgens acht woningen gaat bouwen en verkopen.

De Rieze V + VI in Ulft (bedrijventerrein)
De grondexploitatie voor De Rieze V + VI in Ulft laat nog altijd een overschot zien. Het overschot is weliswaar met € 159.624,- netto contant per 1 januari 2023 afgenomen. Onderdeel van het verschil is de genomen winst in 2022 van € 80.243,- (netto contant effect van € 79.069,-). Zoals al toegelicht is hier geen sprake van een negatief effect ten opzichte van de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022. Het betreft hier het onttrekken van een deel van de winst aan de grondexploitatie. De rest van het verschil is deels toe te rekenen aan de toegenomen kostenstijging, maar zeker ook aan de toegenomen nog te verwachten uitgaven. In de geactualiseerde grondexploitatie is verder budget opgenomen voor de aanleg van een extra ontsluiting om daarmee een perceel van ruim één hectare op te kunnen delen in kleinere percelen en wordt rekening gehouden met extra uitgaven voor groeninrichting. Met deze extra uitgaven is in de grondexploitatie per 1 januari 2022 geen rekening gehouden.

Hofskamp Oost II in Varsseveld (bedrijventerrein)
Ook de grondexploitatie voor Hofskamp Oost II in Varsseveld laat nog een overschot zien. Het resultaat is met € 45.260,- netto contant per 1 januari 2023 afgenomen. Ook hier vormt de tussentijds genomen winst in 2022 van € 19.343,- (netto contant effect van in totaal € 19.154,-) onderdeel van het verschil. Het restant verschil van € 26.106,- netto contant per 1 januari 2023 is ook hier deels toe te rekenen aan de hoger uitvallende kostenstijging. Daarnaast vallen de nog te realiseren grondopbrengsten lager uit. In de grondexploitatie per 1 januari 2022 is een deel van een te verkopen perceel gewaardeerd als zichtlocatie. Dit blijkt echter niet realistisch te zijn en de aanpassing is met het actualisatie van de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2023 dan ook doorgevoerd.    

Het VIP in Varsseveld (bedrijventerrein)
De grondexploitatie voor Het VIP laat een licht positief resultaat zien. Per saldo is het resultaat van de grondexploitatie met € 31.612,- netto contant per 1 januari 2023 verbeterd. Uiteraard heeft de hoger uitvallende kostenstijging in combinatie met een lager uitvallende opbrengstenstijging een negatief effect op het resultaat van de grondexploitatie. Ook de begrote uitgaven voor het bouw - en woonrijp maken en de planbegeleidingskosten vallen hoger uit dan voorzien was in de grondexploitatie per 1 januari 2022. Daarentegen vallen de te verwachten grondopbrengsten ook hoger uit dan waarmee rekening werd gehouden. De te hanteren uitgifteprijzen zijn op peildatum 1 januari 2023 gebaseerd op een door Cushman & Wakefield uitgebracht advies. Gemiddeld genomen valt de uitgifteprijs hoger uit (was afgerond € 105,- per m2 en bedraagt nu afgerond € 119,- per m2) dan waarmee rekening is gehouden. Tot slot is in de toelichting op de door de raad vastgestelde grondexploitatie in januari 2021 aangegeven dat de maximale exploitatieduur op 10 jaar is vastgesteld (voorzichtigheidsprincipe vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording). In de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2022 is aangenomen dat de verkoop van kavels in 2024 zou beginnen. Rekening houdend met de resterende doorlooptijd van 10 jaar (vanaf 1 januari 2022) zou daarmee nog 8 jaar resteren voor de verkoop van kavels. Het uitgiftetempo is gebaseerd op de gemiddelde uitgifte op jaarbasis binnen de gemeente in de afgelopen jaren (circa 2,4 hectare op jaarbasis). Dat resulteert in een uit te geven oppervlak van afgerond 19 hectare. Het bestemmingsplan laat de ontwikkeling van 25 hectare aan bedrijfskavels toe. Inmiddels zijn we een jaar verder en is nog steeds de verwachting dat de start van de verkoop van de kavels in 2024 plaats zal gaan vinden. De peildatum van de grondexploitatie is met een jaar opgeschoven (van 1 januari 2022 naar 1 januari 2023) en op het moment dat we rekening houden met een resterende doorlooptijd van 10 jaar betekent dit dat we een jaar extra aan uit te geven gronden kunnen inrekenen (9 jaar in plaats van 8 jaar). Uiteraard heeft dit een positief effect op het resultaat van de grondexploitatie op peildatum 1 januari 2023.  

Overzicht verloop verliesvoorzieningen grondexploitaties
In het boekjaar 2022 hebben beperkte mutaties plaatsgevonden en zijn de verliesvoorzieningen geactualiseerd. Het verloop van deze voorzieningen staat weergegeven in onderstaand overzicht.

Verloop verliesvoorzieningen

Voorzieningen per 01.01.2022

Vrijval voorzieningen

Aanwenden voorziening

Restant voorziening

Bijstellen voorziening

Voorzieningen per 01.01.2023

Verliesvoorziening woningbouw

132.205 -

-

132.205

56.525

188.731

Verliesvoorziening bedrijventerreinen

-

-

-

-

-

0

Verliesvoorziening Samenwerking WA A18 BP

-

-

-

-

-

0

Totaal

132.205

-

-

132.205

56.525

188.731

 


1 Alle in deze paragraaf genoemde bedragen zijn in euro’s en exclusief BTW

Risico’s

Terug naar navigatie - Risico’s

Inleiding

Grondexploitaties kenmerken zich (onder meer) door het feit dat in een vroeg stadium kosten worden gemaakt, terwijl de opbrengsten (en dus de dekking van de exploitaties) veelal op een later moment worden geboekt. In dergelijke trajecten doen zich financiële risico’s voor (marktontwikkeling, tegenvallende opbrengsten, et cetera). Omdat de risico’s binnen de grondexploitaties zich waarschijnlijk nooit gelijktijdig en/of met een maximale omvang aandienen, kan voor de bepaling van de weerstandscapaciteit niet worden volstaan met een optelling van de afzonderlijke projectrisico’s. Sommige risico’s zullen zich nooit voordoen, terwijl andere zich in hun maximale omvang aandienen. Met het actualiseren van de grondexploitaties worden ook de kansen en bedreigingen in beeld gebracht en met behulp van een rekenmodel worden middels simulatie willekeurige scenario's bepaald en gerangschikt van "bestcase" tot "worstcase". Het model levert een bandbreedte waartussen het financiële resultaat zich waarschijnlijk zal gaan begeven.  Deze exercitie wordt per project (de lopende grondexploitaties) uitgevoerd en met de uitkomsten kan de omvang van de benodigde (vereiste) weerstandscapaciteit specifiek voor de grondexploitaties hierop afgestemd worden.

Naast risico's op grondexploitaties kent de gemeente meerdere risico's. Het totaal aan geïnventariseerde risico's vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Daarnaast wordt de aanwezige weerstandscapaciteit in beeld gebracht. De verhouding tussen de beschikbare capaciteit en de vereiste capaciteit vormt het weerstandsvermogen en dat zegt iets over de mate waarin de gemeente in staat is eventuele tegenvallers op te vangen.

Vertrekpunt voor de risicoberekeningen zijn de geactualiseerde grondexploitaties zoals opgenomen in deze paragraaf. Hieronder volgt een overzicht waarin het percentage gerealiseerde uitgaven, inkomsten en einddatum per project (lopende grondexploitaties) worden weergegeven:

Project Percentage gerealiseerde uitgaven
Percentage gerealiseerde inkomsten Verwachte einddatum
Slawijkseweg 98% 83% 31 december 2023
Kromkamp 98% 98% 31 december 2024
Kuipje 34% 100% 31 december 2023
De Rieze V + VI 96% 55% 31 december 2025
Hofskamp Oost II 99% 90% 31 december 2024
Het VIP 18% 0% 31 december 2032

Het overzicht geeft een beeld van de voortgang van de grondexploitaties. Hieruit volgt dat naar verwachting het overgrote deel van de huidige grondexploitaties binnen vier jaar afgesloten kunnen worden. Ook is zichtbaar dat voor een viertal grondexploitaties het percentage aan gerealiseerde uitgaven hoog uit valt (varieert tussen 96% en 99%). Drie van de vier hiervoor benoemde grondexploitaties laten ook nog eens een relatief hoog percentage aan gerealiseerde inkomsten zien. Voor projecten in een dergelijke fase geldt over het algemeen dat de omvang van de risico's te overzien zijn. 

Risico-analyse grondexploitaties
Binnen de risico-analyse is een onderscheid te maken in algemene en projectspecifieke risico's. De algemene risico's gelden in principe voor alle projecten binnen de gemeente en daarbij moet gedacht worden aan risico's ten aanzien van de kosten - en opbrengstenstijging, de rente ontwikkeling, de fasering, maar ook aan risico's op de begrote uitgaven en inkomsten (spreiding). Projectspecifieke risico's zijn, zoals de naam al zegt, alleen geldend voor het specifieke project. 

Resultaat risico-analyse
Zoals aangegeven in de inleiding voert het model simulaties uit waarbij een fysiek proces niet één keer maar vele malen wordt gesimuleerd, elke keer met andere startcondities. Het resultaat van deze verzameling simulaties is een verdeling die het hele gebied van mogelijke uitkomsten weergeeft (simulatieresultaten als afwijking ten opzichte van het begrote resultaat). Dit betekent dat in percentages kan worden aangegeven hoe groot de kans is dat het resultaat zich binnen bepaalde waarden bevindt. Voor het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit is dit een belangrijk gegeven. De uitkomst van de risico-analyse per project resulteert in een grafiek waarbij het totaal oppervlak onder de grafiek 100% bedraagt. Voor het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit gaan we uit van een bandbreedte van 80% waarbinnen het resultaat van de grondexploitatie zich beweegt (de uiterste resultaten < 10% en > 90% worden buiten beschouwing gelaten). In de praktijk wordt het resultaat bij het 90e percentiel (de waarde waarbij slechts 10% van de trekkingen in de simulatie een slechter resultaat geeft) als voldoende zeker beschouwd.  

Onderstaande tabel laat een samenvatting van de analyse per complex zien. Behalve het risico (risico ten opzichte van resultaat) is ook de vereiste weerstandscapaciteit per complex aangeduid indien geen rekening wordt gehouden met verevening met resultaten en risico’s van andere complexen. Wel wordt rekening gehouden met het resultaat van het betreffend complex zelf. De optelling van de aldus per complex bepaalde vereiste weerstandscapaciteit, is dus de totaal benodigde risicobuffer wanneer geen rekening wordt gehouden met verevening van positieve en negatieve risico’s en resultaten tussen de grondexploitatiecomplexen.

Omschrijving Formule Slawijkseweg Kromkamp Kuipje De Rieze V + VI Hofskamp Oost II VIP Totaal Toelichting
Resultaat grondexploitatie A - 46.716 - 3.473 188.731 - 466.637 -115.455 - 49.164 - 492.715 Positief
Resultaat plus voorziening B - 46.716 - 3.473 - - 466.637 -115.455 - 49.164 - 681.446 Positief
Minimumresultaat (90% zekerheid) C - 9.316  26.560 232.331 - 330.037 -8.455 1.102.792 1.013.875 Negatief
Risico t.o.v. resultaat D = C - A 37.400 30.033 43.600 136.600 107.000 1.151.956 1.506.590 Negatief
Risico (indien > 0) E = D + B - 26.560 43.600 - - 1.102.792 1.172.952 Negatief

Ter verduidelijking voor de leesbaarheid van het overzicht volgt hier een toelichting op de uitkomst van de risico-analyse voor Slawijkseweg: in de basis kent de grondexploitatie een overschot van € 46.716 op peildatum 1 januari 2023. En dus is voor het project geen voorziening getroffen (alleen aan de orde op het moment dat de grondexploitatie een negatief resultaat laat zien). Uit de risico-analyse volgt dat met 90% zekerheid gesteld kan worden dat het resultaat van de grondexploitatie niet lager dan - € 9.316 ( = positief) zal uitvallen. Daarmee bedraagt het risico ten opzichte van het basisresultaat € 37.400 op peildatum 1 januari 2023. Het risico met de omvang van € 37.400 kan echter binnen de huidige grondexploitatie opgevangen worden zonder directe financiële consequenties. Dit geldt niet voor de grondexploitaties van Kromkamp, 't Kuipje en het Varsseveld Industriepark (VIP). Voor deze projecten wordt het gekwantificeerde restant risico dan ook meegenomen als input voor de vereiste weerstandscapaciteit. Het totaal aan vereiste weerstandscapaciteit in relatie tot de lopende grondexploitaties van gemeente Oude IJsselstreek komt daarmee uit op € 1.172.952 op peildatum 1 januari 2023. 

Naast de eigen grondexploitaties is de gemeente ook een samenwerking aangegaan in de ontwikkeling van het Regionaal Bedrijventerrein A18 Bedrijvenpark en Euregionaal Bedrijventerrein DocksNLD. In de paragraaf is aangegeven dat de geïnventariseerde risico's ten aanzien van de ontwikkeling van het Bedrijvenpark A18 binnen de huidige grondexploitatie opgevangen kunnen worden. Dat betekent ook dat we voor het bepalen van onze vereiste weerstandscapaciteit geen reservering voor deze ontwikkeling op hoeven te nemen. Daarmee komt het totaal aan de vereiste weerstandscapaciteit in relatie tot grondexploitaties uit op een bedrag van € 1.172.952 op peildatum 1 januari 2023. Het bedrag wordt meegenomen in het bepalen van de weerstandsvermogen van de gemeente. Voor een nadere toelichting op het weerstandsvermogen wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen van de jaarrekening.

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente middelen kan vrijmaken om grote tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid direct veranderd moet worden. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen de omvang van de financiële risico’s en de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om deze risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit).

De hoogte van het gewenste weerstandsvermogen hangt van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. Hiervan maken wij een inschatting per risicocategorie, waarbij we sinds 2022 als beleidsuitgangspunt hanteren dat de ratio weerstandsvermogen tenminste 2,0 moet zijn.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Het bestaande beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen. Daarnaast geldt de begrotingsdoctrine.

 Beleidsuitgangspunten:

  • Gemeente Oude IJsselstreek gebruikt in eerste instantie incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken;
  • De begroting moet elk jaar structureel sluitend zijn. Structurele tegenvallers moeten opgevangen worden door structurele middelen.
  • Het weerstandsvermogen wordt zoveel mogelijk intact gelaten en er wordt terughoudend opgetreden bij de beschikking over de algemene reserve. Dit omdat niet alle risico’s voldoende gekwantificeerd kunnen worden. Om een goed beeld te houden op de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit worden deze minimaal tweemaal per jaar (bij de programmabegroting en de jaarrekening) geïnventariseerd;
  • De post onvoorzien wordt alleen gebruikt voor eenmalige tegenvallers; deze tegenvallers dienen te voldoen aan de criteria: onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar. Structurele knelpunten dienen op structurele wijze te worden opgelost;
  • De algemene reserve wordt volledig meegerekend bij de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken. De risico’s zijn alle voorzienbare risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie.

Weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit geeft de mate aan waarin de gemeente zelf in staat is om niet-begrote kosten te dekken uit structurele middelen, zonder direct het bestaande beleid te moeten aanpassen/te bezuinigen. Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheden die er zijn tot het verhogen van de inkomsten (bijvoorbeeld via belastingverhoging). Bij de incidentele weerstandscapaciteit gaat het om de aanwezigheid van vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden ingezet. De bestemmingsreserves en niet-benutte belastingcapaciteit nemen we uit oogpunt van behoedzaamheid niet in de weerstandscapaciteit mee.

Onderstaande tabel bevat het overzicht van de weerstandscapaciteit per eind van het boekjaar 2022.

Weerstandscapaciteit  Bedrag
a. Begrotingsruimte (post onvoorzien) 49
b. Algemene reserves (na resultaatbestemming) 26.869
c. Stille reserves 1.000
Totaal weerstandscapaciteit per 31-12-2022 27.918

Toelichting

A. Begrotingsruimte
Voor de dekking van niet voorziene uitgaven is in de begroting een structureel bedrag van € 1,25 per inwoner, ofwel een totaalbedrag van afgerond € 49.000 opgenomen.

B. Algemene reserve

Algemene reserve
(x 1.000)
Werkelijke stand
1-1-2022
Begrote stand
1-1-2022
Werkelijke stand
31-12-2022
Algemene reserve (na resultaatbestemming) 25.501 22.815 26.869

C. Stille reserves
Een stille reserve is het verschil tussen de hogere directe opbrengstwaarde bij verkoop en de boekwaarde van de diverse activa zoals ze op de balans staan. De mogelijke meeropbrengsten bij verkoop kunnen voor andere doelen worden aangewend. Dit geldt alleen voor bezittingen die direct verhandelbaar of verkoopbaar zijn. Bijvoorbeeld panden en objecten, maar ook bos-en landbouwgronden die niet of met een lagere boekwaarde op de balans staan. We nemen voor de weerstandscapaciteit het bedrag van € 1.000.000.

Risico's
Door de risico’s in beeld te brengen, kunnen we het benodigd weerstandsvermogen bepalen. Voor elk risico wordt beoordeeld of het risico kan worden vermeden, verminderd, overgedragen of geaccepteerd. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en het bedrag ten hoogte van de maximale risico. In totaal is het risico voor Oude IJsselstreek berekend op ruim € 8 miljoen.

De belangrijkste risico’s voor Oude IJsselstreek (x 1.000) :

Risico's Mate inschatbaarheid Beheersing Financieel gevolg Risico
a. Aansprakelijkheid/eigendom/Bedrijfsvoering        
Schadeclaims Slecht Verminderen 400 40
Eigendommen Slecht Verminderen 450 45
Personeel/inhuur Redelijk Accepteren 1.000 500
ICT Slecht Verminderen 4.000 400
Bedrijfsvoering overig Slecht Accepteren 1.200 600
b. Financiële risico's        
Bestuursdwang/proceskosten Slecht Verminderen 300 150
Renterisico Redelijk Accepteren 1.000 250
Algemene uitkering Slecht Accepteren 2.500 625
c. Grondexploitatie        
Zie paragraaf grondbeleid Redelijk Accepteren 1.173 1.173
d. Verbonden partijen        
Zie paragraaf verbonden partijen Goed Verminderen 4.648 465
e. Sociaal Domein        
Sociaal Domein Slecht  Accepteren 4.000 1.000
f. Garant en borgstellingen        
Garant- en borgstellingen Redelijk Accepteren 175.339 1.753
g. Overige (externe) factoren        
Overige factoren Slecht Verminderen 5.000 1.000
Totaal     201.010 8.001

Toelichting categorieën

a. Aansprakelijkheid/ eigendommen /bedrijfsvoering
Dit betreft onder andere aansprakelijkheid voor schadeclaims vanwege onzorgvuldig, onjuist of niet tijdig handelen. Daarnaast hebben we een beperkt risico op het gebied van brand- en stormschade op gemeentelijke gebouwen. Ook hebben we risico’s op de eigen percelen ten aanzien van verontreiniging. Daarnaast lopen we risico op de personeelslasten/ inhuur. Het wordt steeds moeilijker om bepaalde vacatures te vervullen. Er zijn niet/ zeer moeilijk mensen meer te vinden. Dat kan leiden tot hogere personeelslasten, omdat er meer extern moet worden ingehuurd/ingekocht. Op dit moment is de markt dusdanig, dat zelfs dit niet meer altijd lukt, wat ook maakt dat de tarieven zeer sterk zijn gestegen. Dit leidt, naast extra kosten, ook tot een nog hogere druk op de staande organisatie, wat vervolgens tot hoger ziekteverzuim kan leiden. De risico’s ten aanzien van ICT worden de komende jaren steeds groter met betrekking tot bijvoorbeeld hacks, ransomware, DDOS-aanvallen. Natuurlijk zijn er de nodige maatregelen genomen om hackers zoveel mogelijk te weren, en worden medewerkers regelmatig gewaarschuwd om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen, maar hackers zijn inventief en bedenken telkens nieuwe wegen om de beveiliging te omzeilen. De financiële gevolgen van een hack kunnen groot zijn.

De post bedrijfsvoering overig betreft tot slot een aantal specifieke risico’s:
• Personeelslasten/inhuur; gemeente is eigen risicodrager voor de ww.
• Eigen risicodrager wachtgeldverplichtingen bestuurders.
• Gemeente is pensioenverzekeraar van bestuurders.
• Schadeclaim afgesloten bouwgrondexploitatie Centrumplan Ulft.


b. Financiële risico’s
• Bestuursdwang en proceskosten
• Renterisico: dit is een (sinds begroting 2023) nieuw opgenomen risico. Met name door de situatie in Oekraine zijn de rentetarieven voor langlopende leningen in 2022 in korte tijd zeer sterk gestegen.
• Algemene uitkering: gezien de grilligheid en onvoorspelbaarheid van de uitkeringen vanuit het Rijk, is er een reëel risico dat de hoogte van de algemene uitkering anders wordt dan zoals dit nu op basis van de circulaires 2022 in de begroting 2023 is verwerkt.

c. Grondexploitatie
• zie paragraaf “Grondbeleid”

d. Verbonden partijen
• Zie paragraaf "Verbonden partijen", het risicobedrag is opgenomen ter hoogte van de begrote bijdrage voor 2023

e. Open-einde regelingen
De uitgaven die gemoeid zijn met open-einde regelingen zijn, zoals de naam al aangeeft, moeilijk te beïnvloeden door de gemeente omdat het beroep op deze regelingen en subsidies niet te maximeren is.

Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Jeugd, WMO):
In het sociaal domein blijft sprake van belangrijke ontwikkelingen die kansen en onzekerheden meebrengen voor 2023 en daarna.
• In regionaal verband is verblijfszorg jeugd per 1 juli 2022 op een andere manier ingekocht. Onderdeel van deze inkoop is een andere manier van samenwerking met minder aanbieders en een andere bekostigingsvorm. In de begroting 2023 is een inschatting gemaakt van het financiële effect van deze nieuwe inkoop. Er worden kostenbesparingen verwacht, maar het is onzeker of dit in werkelijkheid al op korte termijn gerealiseerd kan worden.
•Ook in regionaal verband loopt ten tijde van het opmaken van de begroting een traject voor een andere inkoop van hoogcomplexe jeugdzorg. De (financiële) resultaten daarvan zijn nog niet bekend om te worden vertaald in de begroting.
• De doordecentralisatie van Beschermd Wonen van centrumgemeenten naar alle gemeenten is enkele keren uitgesteld en staat momenteel gepland voor 1 januari 2024. Per dat moment wordt ook een ander bekostigingsmodel vanuit het Rijk ingevoerd, met een ingroeipad. Vooruitlopend daarop hebben wij de toegangsfunctie voor nieuwe instroom reeds op ons genomen en ook op dit deel van de zorg is per 1 juli 2022 een nieuwe inkoop van kracht. Het financiële effect van dit hele proces is nog niet bekend;
• Vanaf 2022 is de gemeente waar een jeugdige staat ingeschreven verantwoordelijk voor de zorgvraag en de betaling ervan van de jeugdige, ook wanneer deze verblijft in een instelling in een andere gemeente. Het jaar 2022 is nadrukkelijk een overgangsjaar, waarin we soms zorg moeten voorfinancieren en later kunnen declareren bij andere gemeenten en vice versa. Of en in hoeverre dit leidt tot bijstellingen op de huidige meerjarenbegroting is op dit moment niet bekend.
• De invoering van het abonnementstarief in de Wmo (per 1 januari 2019) heeft een aanzuigende werking gehad en we zien de afgelopen jaren een nadrukkelijke stijging in de kosten voor met name huishoudelijke hulp. In hoeverre dit nog verder doorzet de komende jaren is niet bekend. Tegelijkertijd is het de bedoeling dat per 2025 wederom een aanpassing komt op het abonnementstarief, waarmee we mogelijk weer terug zouden gaan naar de situatie van voor 2019. Dit gaat wel gepaard met een korting op het gemeentefonds. Of en welk financieel effect dit per saldo voor ons heeft is nog niet bekend.
• Voor 2023 heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg. Voor de jaren 2024 en daarna nog niet, omdat dit afhangt van afspraken rondom de zogenaamde Hervormingsagenda. Op basis van landelijke afspraken, voortkomend uit de arbitragezaak tussen VNG en Rijk, mogen we voor de jaren 2024 t/m 2026 in de begroting wel rekening houden met een stelpost van 100% voor de te verwachten extra jeugdzorggelden in die jaren. In de vorige meerjarenbegroting was dit nog 75%, dit hebben wij nu opgehoogd naar 100%. Daarnaast hebben wij gezien de risico's rondom jeugdzorg voor die jaren ook rekening gehouden met een stelpost voor mogelijke extra jeugdzorgkosten (gelijk aan die 25% ophoging). Het effect van deze twee posten is daarmee per saldo nihil.
• Het is nog onduidelijk welk effect Covid-19 en de lockdowns hebben gehad op de mentale gezondheid voor onze inwoners en wat dit doet met toekomstige zorgvraag;

Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Participatie)
• Uitvoering Participatiewet in eigen beheer: De uitvoering van de participatiewet in eigen beheer per 1 januari 2021 en de oprichting van STOER brengt risico’s met zich mee, die voorheen onder primaire verantwoordelijkheid van Laborijn vielen. De hoogte van deze risico’s is in grote mate afhankelijk van de manier waarop de nieuwe werkwijze verder wordt doorontwikkeld.
• De gemeente Oude IJsselstreek is al jaren een zgn. nadeelgemeente. Dit houdt in dat de gemeente al jaren minder Buig ontvangt dan dat zij werkelijk nodig heeft om de uitkeringen te betalen. De verwachting is dat dit ook de komende jaren zal zijn. Voor het ontvangen van een vangnetuitkering om dit nadeel deels te compenseren moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Op voorhand is niet zeker of de gemeente hieraan voldoet. Een aantal van deze voorwaarden zijn deels afhankelijk van politieke keuzes zoals het inzetten van boetes en maatregelen en het actief opleggen en innen terugvorderingen en verhaal. De keuzes die hierin gemaakt worden moeten we zien in het licht van de vastgestelde visie. Werken vanuit de bedoeling is niet louter gericht op handhaving maar zaken in perspectief zetten en integraal afwegen.
• Exploitatiesubsidies
• Leerlingenvervoer
• ZIN (Zorg in Natura)

f. Garant/borgstellingen
Het overzicht van de borg-/garantstellingen is opgenomen in de jaarrekening 2022.

g. Overige (externe) factoren
• Economische ontwikkelingen, die buiten de invloedssfeer van de gemeente vallen.
• Planschade.
• Schade ten gevolge van veranderend klimaat en of extreme weersomstandigheden.
• Leges.
• Hypotheken personeel.
• Fluctuatie kosten en opbrengsten Afvalscheiding.
• Uitkering gemeentefonds inclusief Btw- compensatiefonds (BCF).
• Vennootschapsbelasting (VPB).
• Omgevingswet
• Na-ijl effecten Corona
• Algehele maatschappelijke en macro-economische (mondiale) ontwikkelingen

Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

Terug naar navigatie - Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

De verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of het weerstandsvermogen voldoende is. Een ratio >2 is uitstekend te noemen.

 

 

beschikbare weerstandscapaciteit

 

27.918

 

 

Weerstandsvermogen

=

------------------------------------------------

=

-----------

=

3,49

 

 

benodigde weerstandscapaciteit (risico's)

 

8.001

 

 

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat in deze paragraaf een verplichte basisset van 5 kengetallen wordt opgenomen. Deze kengetallen zijn:

  • Netto schuldquote
  • Solvabiliteitsratio
  • Grondexploitatie
  • Structurele exploitatieruimte
  • Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden)

Het is van belang deze kengetallen in breder perspectief te zien, aangezien deze op zichzelf staand maar een deel van het totale beeld van de gemeentelijke financiën weergeven.

Kengetallen
(x 1.000)

Rekening
2021

Begroting
2022
(stand 1-1)

Rekening
2022
(stand 31-12)
1a Netto schuldquote   92,2  % 115,4% 85,7 %
1b Netto schuldquote gecorrigeerd 82,96 % 107,1% 77,2 %
2  Solvabiliteitsratio 19,62 %  15,5% 22,7 %
3  Grondexploitatie 7,01  %  9,7% 6,2%
4  Structurele exploitatieruimte* 1,4 % 0,1%  1,3%
5  Belastingcapaciteit** 97,21 % 99,1%   93,3%
6 Weerstandsvermogen 368 % 359%  349%

* Hierbij is het rekening resultaat (na reservemutaties) volledig als incidenteel aangemerkt.
** Gebaseerd op het landelijk gemiddelde van € 904 (2022) voor meerpersoonhuishoudens met een koopwoning.

 

Signaleringswaarden

Waarde
Oude IJsselstreek

Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote 85,7 % <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote, gecorrigeerd 77,2 % <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio 22,7 % >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie 6,2 % <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte* 1,3 % Jaarrekening >0% Jaarrekening >0% Jaarrekening <0%
Belastingcapaciteit 93,3 % <95% 95-105% >105%
Weerstandsvermogen 349 % >100% 80-100% <80%

* Dit kengetal en de classificering is bedoeld voor begroting en meerjarenraming.