In de paragrafen geven we een dwarsdoorsnede van de begroting op een aantal onderwerpen door alle opgaven en programma’s heen. Dit betekent dat hier algemene beleidsregels worden geformuleerd die doorwerken in verschillende opgaven en programma’s. Het is dan ook mogelijk dat er doublures ontstaan met wat gemeld is in de programma’s zelf. Zeven paragrafen zijn verplicht. De paragraaf bedrijfsvoering is ondergebracht bij programma 5 (bedrijfsvoering/overhead), aangezien vrijwel alle activiteiten feitelijk onderdeel uitmaken van de overhead. De gemeente is vrij om extra paragrafen toe te voegen.
Paragrafen
Paragraaf Financiering
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingDe paragraaf financiering geeft inzicht in de financieringspositie en de beheersing van de risico’s die aanwezig kunnen zijn bij het aantrekken en/of uitzetten (uitlenen) van geld. In deze paragraaf brengen we de kansen en risico’s rond financiering in beeld.
Beleid
Terug naar navigatie - BeleidBij het aantrekken en uitlenen van geld is het van belang dat slechts beperkt risico wordt genomen. De belangrijkste kaders hierover zijn opgenomen in de volgende beleidsdocumenten:
- Financiële verordening, artikel 212 (2005)
- Treasurystatuut (2017)
Het treasurystatuut heeft de raad in 2017 vastgesteld. Het treasurystatuut is de vertaling van het door de gemeente gehanteerde treasurybeleid. In dit statuut zijn de doelstellingen, richtlijnen en limieten van het beleid vastgesteld. Doel van het treasurybeleid is enerzijds om op een verantwoorde wijze een zo goed (lees: hoog) mogelijk rendement te maken op belegde gelden. Anderzijds is het doel om op een verantwoorde wijze gelden aan te trekken tegen een zo aantrekkelijk (lees: laag) mogelijke rente. Kort gezegd levert een actief en gedegen treasurybeleid de gemeente juist geld op, respectievelijk bespaart het de gemeente geld. - Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido).
Op de bepalingen in deze wet berust het treasurystatuut. Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico’s. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.
Financiering
Terug naar navigatie - FinancieringFinancieringsbehoefte
De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Deze zijn terug te vinden op de balans. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan we de reserves en voorzieningen plus de vaste geldleningen. Hierbij houden we rekening met investeringen waarover is besloten (nieuwe investeringen). Een eventueel financieringstekort wordt eerst opgevangen door het opnemen van het goedkope kasgeld (tot de kasgeldlimiet – zie onder kasgeldlimiet-). Voor het overige deel wordt een vaste geldlening aangetrokken. Het komend jaar verwachten wij een financieringstekort. Daarnaast gebruiken we langlopende geldleningen om de voorraden te kunnen blijven financieren. We verwachten daarom ook aankomende jaren langlopende geldleningen aan te moeten trekken.
Financieringsbehoefte (x 1.000) |
1-1-2022 |
Financieringsbehoefte |
|
boekwaarde (im)materiële vaste activa |
137.490 |
boekwaarde financiële vaste activa |
9.241 |
Totaal financieringsbehoefte |
146.731 |
Financieringsmiddelen |
|
reserves |
26.157 |
voorzieningen |
6.787 |
vaste geldleningen |
117.000 |
Totaal financieringsmiddelen |
149.944 |
Financieringsoverschot |
3.213 |
Leningenportefeuille
De gemeente heeft behoefte aan externe financiering voor het herfinancieren van de huidige (aflopende) geldleningen, voor het bekostigen van investeringen en voor tijdelijke liquiditeitsbehoeften van de exploitatie uitgaven.
Leningenportefeuille (x 1.000) |
2022 |
Stand leningen per 1 januari (*1) |
117.000 |
Reguliere aflossingen |
17.404 |
Nieuwe leningen (*2) |
31.404 |
Stand leningen per 31 december |
131.000 |
(*1) Verwacht wordt dat we voor 1-1-2022 een aanvullende langlopende geldlening aantrekken van € 19 miljoen.
(*2) met name door het doorschuiven van investeringskredieten en de verwachte kosten voor het VIP (Varsseveld Industrie Park).
Activa
De activa bestaan uit investeringen met maatschappelijk nut en investeringen met economisch nut. Investeringen die kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. Investeringen met maatschappelijk nut hebben geen mogelijkheid tot het verwerven van inkomsten, zoals wegen en bruggen.
Op het moment dat een investering volledig is afgerond, worden de kapitaallasten berekend en het eerstvolgende jaar meegenomen in de exploitatie. De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving. Als de investering helemaal is afgeschreven (bijvoorbeeld na 10 jaar), vallen de afschrijvingslasten vrij. Elk jaar hebben we daardoor zogenaamde ‘vrijval’ in de afschrijving. Dit is in feite de ruimte voor nieuwe investeringen, uitgaande van een vast bedrag per jaar voor kapitaallasten. In deze Programmabegroting houden we de komende jaren rekening met nieuwe kapitaallasten.
Risicobeheer
Terug naar navigatie - RisicobeheerWij zijn als gemeente voor onze uitgaven afhankelijk van externe financiering. De gemeente leent alleen geld voor de uitvoering van gemeentelijke taken binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut. Er is sprake van totaalfinanciering; de gemeente trekt geen financiering aan voor specifieke projecten. Totaalfinanciering houdt in dat de gemeente alle uitgaven samen financiert. Deze wijze van financiering leidt tot eenvoud en efficiency. De gemeente gebruikt bij de financiering geen ingewikkelde financiële producten, zoals derivaten.
In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm).
Kasgeldlimiet
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet Fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage berekend over de lastenkant van de begroting. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal. We sluiten een langlopende lening af zodra de hoogte van de kortlopende geldleningen de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen overschrijdt. Wij benutten de kasgeldlimiet zo maximaal mogelijk, aangezien de rente voor kortlopende leningen momenteel negatief is en we dus geld ontvangen van de geldverstrekker. De verwachting is dat er de komende jaren nog sprake zal zijn van negatieve rente.
Kasgeldlimiet (x 1.000) |
2022 |
Begrotingstotaal per 1 januari 2022 |
109.251 |
Vastgesteld percentage |
8,5% |
Kasgeldlimiet |
9.286 |
verwacht gemiddelde op te nemen kortlopende leningen |
8.500 |
Ruimte (+) |
786 |
Op grond van de Wet Fido is voor gemeenten de zogenaamde renterisiconorm ingesteld. Doel hiervan is dat gemeenten hun leningenportefeuille zodanig spreiden, dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van de gemeente voor veranderingen in de rente.
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema laat de berekening over 2022 zien.
Renterisiconorm (x 1.000) |
2022 |
Renterisiconorm | |
Lasten begroting |
109.251 |
Percentage risiconorm |
20% |
Totaal renterisiconorm |
21.850 |
|
|
Aflossingen en renteherzieningen |
|
Reguliere aflossingen geldleningen |
17.404 |
Geldleningen met renteherziening |
0 |
Totaal aflossingen en renteherzieningen |
17.404 |
Ruimte (+) |
4.446 |
Paragraaf Verbonden partijen
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingVerbonden partijen zijn partijen waar de gemeente een bestuurlijke relatie mee heeft en waarin we een financieel belang hebben. We hebben een zetel in het bestuur (vertegenwoordiging) of we hebben vanwege eigendom van aandelen stemrecht in de aandeelhoudersvergadering. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die in geval van een faillissement achterblijven.
Beleid
Terug naar navigatie - BeleidHet BBV schrijft voor om van de verbonden partijen een samenvattend overzicht te geven en onderscheid te maken in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschappen. Conform onze financiële verordening (verordening op grond van artikel 212 gemeentewet), lichten we de verbonden partijen op hoofdlijnen toe in deze paragraaf. Het gaat hierbij om partijen met aanmerkelijk financieel belang (dit zijn partijen waar we minimaal € 50.000 per jaar aan bijdragen). Per verbonden partij zijn de doelstellingen, activiteiten, ontwikkelingen en risico’s benoemd. De paragraaf sluit af met het financieel overzicht.
De wijze waarop de verbonden partijen bijdragen aan het realiseren van onze maatschappelijke opgaven is in de programma's van deze begroting inzichtelijk gemaakt.
Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)
Terug naar navigatie - Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)
Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem) |
||
Relatie met de programma's |
1. De gemeente waar het goed wonen is. |
|
Doelstelling |
|
|
Activiteiten |
|
|
Deelnemende partijen |
|
|
Bestuurlijk belang |
De burgemeester neemt namens Oude IJsselstreek zitting in het Algemeen Bestuur. |
|
Ontwikkelingen |
Het ECAL richt zich de komende jaren vooral op het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van archieven. Hierbij hoort ook het digitaliseren van de archieven en collecties. |
|
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
Geen. |
GGD Noord- en Oost Gelderland
Terug naar navigatie - GGD Noord- en Oost Gelderland
GGD Noord- en Oost Gelderland(Warnsveld) |
|||
Relatie met de programma's |
2. Een leefbare gemeente (sociaal domein) |
||
Doelstelling |
Het op regionaal niveau vaststellen en uitvoeren van gezondheidsbeleid. Dit betreft met name activiteiten op het gebied van preventie zoals gezondheidsbevorderende en –beschermende maatregelen. |
||
Activiteiten |
|
||
Deelnemende partijen |
|
|
|
Bestuurlijk belang |
De portefeuillehouder volksgezondheid vanuit het college van B&W neemt deel aan het algemeen bestuur. |
||
Ontwikkelingen |
Voor alle vier prioriteiten geldt:
|
||
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
De beleidsvoornemens zijn gebaseerd op de strategische visie. Kern van deze visie is dat de gemeenten hebben gekozen voor een GGD die zich versterkt als een gemeentelijke gezondheidsdienst. |
Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)
Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)
Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.) |
|||
Relatie met de programma's |
4. De dienstverlenende gemeente |
||
Doelstelling |
Het uitvoeren van omgevingsrecht conform de landelijke kwaliteitscriteria. |
||
Activiteiten |
Vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieuwetgeving en aanverwante specialismen. |
||
Deelnemende partijen |
|
|
|
Bestuurlijk belang |
Burgemeester Van Dijk neemt namens de gemeente deel aan het Algemeen Bestuur. |
||
Ontwikkelingen |
In 2017 is gestart met output financiering. Voor de producten wordt gebruikt gemaakt van het door de ODA gemaakte productenboek. De komende tijd zal met de ODA samengewerkt worden aan de implementatie van de Omgevingswet. De ODA voert voor de gemeenten ook de energie controles bij bedrijven uit. Hierbij is het uitgangspunt om de voordelen aan de bedrijven te laten zien en hierbij ook een milieu voordeel te behalen. |
||
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
De Omgevingsdienst Achterhoek is een uitvoeringsorganisatie die - met de Gelderse Maat als uitgangspunt - conform wet- en regelgeving uitvoering geeft aan vergunningverlening, toezicht en handhaving (de zgn. VTH-taken). Formeel blijven de deelnemende organisaties hiervoor verantwoordelijk. Voor zover er sprake is van zelfstandige beleidsvoornemens hebben die hoofdzakelijk betrekking op het niveau van bedrijfsvoering. |
Regio Achterhoek (Doetinchem)
Terug naar navigatie - Regio Achterhoek (Doetinchem)
Regio Achterhoek (Doetinchem) |
||
Relatie met de programma's |
1. De gemeente waar het goed wonen is |
|
Doelstelling |
GR Regio Achterhoek zet zich in voor een krachtige regio die snel en besluitvaardig samenwerkt om de Achterhoek economisch sterk te houden. Overheid, Ondernemers en Maatschappelijke organisaties werken hiervoor samen. De inhoudelijke basis voor de samenwerking is de Achterhoek Visie 2030, opvolger van het Strategiedocument Agenda2020. |
|
Activiteiten |
De Achterhoek Raad heeft de Achterhoek Visie 2030 vastgesteld. Op basis van deze visie bepaalt de Achterhoek Board samen met de Achterhoek Thematafels de inhoudelijke activiteiten, die worden beschreven in de jaarplannen. De Achterhoek Raad ziet toe op de voortgang. De uitvoering van deze inhoudelijke activiteiten gebeurt aan de volgende zes Thematafels:
De GR Regio Achterhoek blijft bestaan naast de nieuwe structuur en voert de volgende taken uit:
|
|
Deelnemende partijen |
|
|
Bestuurlijk belang |
Burgemeester Van Dijk heeft zitting in het Dagelijks en Algemeen Bestuur. Daarnaast zijn we bestuurlijk vertegenwoordigd aan alle zes Thematafels. Portefeuillehouder wonen van Oude IJsselstreek is voorzitter van de Thematafel Wonen en Vastgoed. Portefeuillehouder zorg uit Oude IJsselstreek is vicevoorzitter van de Thematafel De Gezondste Regio. |
|
Ontwikkelingen |
In 2018 hebben de zeven gemeenten die lid zijn van de Regio Achterhoek ingestemd met een nieuwe samenwerkingsstructuur. Deze bestaat uit een Achterhoek Board, Achterhoek Raad, en zes Thematafels. De nieuwe samenwerking kent ook een nieuwe naam: Achterhoek Ambassadeurs. De GR Regio Achterhoek blijft bestaan naast de nieuwe structuur. De zeven Achterhoekse gemeenten blijven hier deel van uitmaken. Deze nieuwe structuur kan van invloed zijn op hoe de gemeenschappelijke regeling Regio Achterhoek er in de toekomst uit gaat zien. In 2020 en 2021 is de samenwerking geëvalueerd. De evaluatie is in opdracht van de Achterhoek Board uitgevoerd door Berenschot en de Rijksuniversiteit Groningen. De gemeente heeft het evaluatierapport met daarbij de reactie van de Achterhoek Board onlangs ontvangen. De hoofdconclusie van de evaluatie is dat het goed gaat met de samenwerking. De enige grote voorgestelde wijziging is om een thematafel klimaat/natuur toe te voegen. Overige voorgestelde wijzigingen hebben geen dusdanige impact op de samenwerkingsstructuur. Kortom, er liggen geen wezensvragen op tafel. De brede wens is dus om de samenwerking voort te zetten overeenkomstig de ingezette lijn. Eind 2021 wordt besloten of de achterbannen van gemeenten, ondernemers en maatschappelijke organisaties zich kunnen conformeren aan deze wens. De Achterhoek Board voert vervolgens de nodige wijzigingen door. |
|
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
Geen |
Stadsbank Oost Nederland (Enschede)
Terug naar navigatie - Stadsbank Oost Nederland (Enschede)
Stadsbank Oost Nederland (Enschede) |
|||
Relatie met de programma's |
2. Een leefbare gemeente (sociaal domein) |
||
Doelstelling |
Op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze: |
||
Activiteiten |
• kredietverlening |
||
Deelnemende partijen |
|
|
|
Bestuurlijk belang |
Portefeuillehouder sociale zaken is vanuit het college lid van het Algemeen Bestuur, een lid van het college is plaatsvervangend lid. |
||
Ontwikkelingen |
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is ingegaan per 1 juli 2012. In algemene zin zien we een verslechterende financiële positie voor een deel van onze inwoners. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van financiële ondersteuning om (dreigende) schulden op te lossen. Sinds 2018 voeren we de intake voor de dienstverlening van de Stadsbank uit in eigen beheer. De Stadsbank is actief met de gemeenten in gesprek om de dienstverlening beter in te richten en aan te sluiten bij de behoeften van de gemeenten. |
||
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom vormt een vast onderdeel van bestuurlijke rapportages vanuit het sociaal domein. |
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland(Zutphen) |
|||
Relatie met de programma's |
4. De dienstverlenende gemeente |
||
Doelstelling |
Het gemeenschappelijk en op regionaal niveau uitvoeren van veiligheidsbeleid, specifiek gericht op brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en multidisciplinaire samenwerking, zowel preventief als repressief. |
||
Activiteiten |
|
||
Deelnemende partijen |
|
|
|
Bestuurlijk belang |
De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur. |
||
Ontwikkelingen |
|||
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
|
Stichting Achterhoek Toerisme
Terug naar navigatie - Stichting Achterhoek ToerismeStichting Achterhoek Toerisme(Borculo) |
||
Relatie met de programma's | 3. De werkende gemeente | |
Doelstelling | Gemeenten en bedrijfsleven willen de vrijetijdssector ontwikkelen tot een grotere economische drager in de Achterhoek. Door middel van vernieuwende marketing en fysieke producten meer bezoekers te genereren die langer in de Achterhoek willen verblijven, meer willen besteden en een herhalingsbezoek plannen. Daarnaast draagt STAT zorg voor een goede infrastructuur qua routes ed. | |
Activiteiten | Ondersteuning voor de leden voor allerlei toeristische activiteiten. Daarnaast overkoepelend orgaan en sparring partner voor de gemeenten in de Achterhoek op het gebied van toerisme en recreatie. | |
Deelnemende partijen |
|
|
Bestuurlijk belang | De acht Achterhoekse gemeenten plus Lochem nemen deel in het bestuur. Door formeel een besluit te nemen tot deelneming in de stichting werd een correcte juridische procedure gevolgd, waardoor gemeentelijke vertegenwoordigers niet meer op persoonlijke titel deelnemen. | |
Ontwikkelingen | In de visie van STAT over de huidige periode staat vermeld dat STAT zich bezighoudt met doorontwikkeling van regiomarketing, versterking van de route infrastructuur, het opzetten kennisontwikkelingstraject en grip op Gastheerschap en informatievoorziening in de regio. | |
Risico's en getroffen beheersmaatregelen |
Risicovol voor de gemeente is dat ze de ondersteuning van Stichting Achterhoek Toerisme (STAT) op toeristisch gebied mist wanneer deze uit beeld verdwijnt. Met STAT worden meerjarige contracten afgesloten die voor de gemeente een risico betekenen wanneer STAT ophoudt te bestaan. De stichting is afhankelijk van de bijdrage van gemeenten voor de uitvoering van hun activiteiten. Mochten deze inkomsten teruglopen, door bijv. een steeds meer terugtredende overheid die meer aan de markt overlaat, of door een slechte financiële situatie bij gemeenten, dan loopt de stichting het risico om haar taken voor de gemeenten niet meer te kunnen uitvoeren. Ook spelen de politieke agenda’s van de verschillende gemeenten hierbij een rol. STAT moet van toegevoegde waarde blijven voor de gemeenten. De gemeente OIJ huurt bij STAT een regio coördinator in die ingezet wordt voor toeristische productontwikkeling en lokale promotie en marketing. De regio coördinator ondersteunt daarbij tevens de nieuwe toeristische organisatie in OIJ. Mocht STAT dit niet meer kunnen doen, dan heeft dit gevolgen voor deze inhuurstructuur en voor de toeristische organisatie in Oude IJsselstreek. |
Deelnemingen
Terug naar navigatie - Deelnemingen
Activiteiten |
De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk dividend voor de aandeelhouders. |
Deelnemende partijen |
De Staat is houder van 50% procent van de aandelen, de andere 50% is verdeeld onder gemeenten, provincies en hoogheemraadschap. |
Financieel |
Wij bezitten 161.460 aandelen. In de jaarrekening 2021 houden we rekening met een opbrengst á € 292.000. We begroten voor de 2022-2025 € 300.000. Zie toelichting hierover bij het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen |
Bestuurlijk belang |
Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente. |
Risico's |
Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil. |
Alliander N.V. (Arnhem) |
|
Primair doel |
Netwerkbedrijf dat verantwoordelijk is voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland. |
Activiteiten |
Kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit. |
Deelnemende partijen |
Provincie Gelderland en Noord Holland, Falcon BV en de gemeente Amsterdam bezitten 75% van de aandelen. De overige 25% is verdeeld over diverse gemeenten. |
Financieel |
Wij bezitten 580.414 aandelen. In de jaarrekening 2021 wordt een dividend verantwoord van € 398.000. We begroten voor 2022-2025 € 300.000. Zie toelichting hierover bij het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen. |
Bestuurlijk belang |
Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente. |
Risico's |
Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil. |
Vitens (Utrecht) |
|
Primair doel |
Drinkwaterbedrijf dat drinkwater levert aan 5,6 miljoen klanten. |
Activiteiten |
Verantwoordelijk voor een gezonde en duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. |
Deelnemende partijen |
De aandeelhouders bestaan uit provincies en gemeenten. |
Financieel |
Wij bezitten 40.057 aandelen. In 2021 wordt geen dividend uitgekeerd over 2020. We begroten voor 2022-2025 ook geen dividend. Zie toelichting hierover bij het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen. |
Bestuurlijk belang |
Aandeelhouder, de portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt onze gemeente. |
Risico's |
Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil. |
STOER |
|
Primair doel |
STOER B.V. is per 1 januari 2021 opgericht door de gemeente Oude IJsselstreek als het participatiebedrijf van de gemeente; een bijzonder bedrijf dat tot in de diepste vezels opereert vanuit de visie op de uitvoering van de Participatiewet ‘Transformatie in de kijk op werk’. |
Activiteiten |
STOER geeft namens de gemeente Oude IJsselstreek uitvoering aan een aantal activiteiten die behoren tot de werkzaamheden op grond van de Participatiewet. Loopbaanbegeleiding vormt de basis van de dienstverlening van STOER |
Deelnemende partijen |
Gemeente is houder van 100% van de aandelen |
Financieel |
Gemeente is houder van 100% van de aandelen, De gemeente voert de financiële administratie voor STOER. De kosten die STOER maakt worden hierin separaat geadministreerd en aan STOER doorbelast. Voor de werkzaamheden die STOER uitvoert ontvangt zij jaarlijks een vergoeding van de gemeente, gelijk aan de werkelijke kosten. Deze werkwijze leidt ertoe dat de totale baten en lasten van STOER tevens in de gemeentelijke begroting zijn opgenomen. Een verzoek tot het aanmerken van een fiscale eenheid voor de BTW tussen de gemeente en STOER is in behandeling bij de Belastingdienst. |
Bestuurlijk belang |
Aandeelhouder; de burgemeester is vertegenwoordiger van de gemeente. |
Risico's |
Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen. De kans hierop schatten wij in op nihil. |
Financieel overzicht
Terug naar navigatie - Financieel overzichtVerbonden partij | Bijdrage 2022 | Eigen vermogen | Vreemd vermogen | |||
(x 1.000) | 1-1-2022 | 31-12-2022 | 1-1-2022 | 31-12-2022 | ||
Regio Achterhoek | 264 | 6.401 | 5.954 | 22.724 | 22.728 | |
GGD Noord en Oost Gelderland | 670 | 2.903 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | |
VNOG | 2.119 | 9.119 | 8.776 | 46.053 | 48.954 | |
ODA | 639 | 106 | 150 | 1.076 | 1.060 | |
Stadsbank ON | 300 | 1.088 | 1.088 | 14.932 | 14.829 | |
Erfgoedcentrum AL | 166 | 179 | 123 | 609 | 572 | |
Stichting Achterhoek Toerisme | 64 | 0 | 0 | 2 | 2 | |
Totaal | 4.222 |
Paragraaf Lokale heffingen
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingDe gemeentelijke heffingen (belastingen, leges en rechten) zijn, na de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. Deze heffingen zijn de enige inkomstenbronnen waarop de gemeenteraad invloed kan uitoefenen. Vooral voor de zuivere belastingen, dit zijn de heffingen waar geen direct aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat, is er geen maximum bedrag of opbrengst aangegeven. Voor leges en andere betalingen voor overheidsdiensten is bepaald dat geen winst mag worden gemaakt. De opbrengst van de heffing mag in totaliteit niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente moet maken om de diensten te verlenen. De opbrengsten van de gemeentelijke heffingen zijn geraamd onder de verschillende producten. Een overzicht van de inkomstenbronnen van de gemeente is in bijlage E terug te vinden.
Beleid
Terug naar navigatie - BeleidHet (meerjaren)beleid voor de lokale belastingen is opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. Om een beter overzicht te krijgen in de actuele verordeningen stellen we jaarlijks een nieuwe verordening vast voor iedere belasting cq heffing.
Uitgangspunten voor onze leges, heffingen en tarieven
Voor de leges, heffingen en tarieven hanteren we de volgende uitgangspunten:
- Voor 2022 stijgt de opbrengst OZB met 0% plus het areaal;
- De rioolheffing is maximaal 100% kostendekkend. Voor 2022 hanteren we dezelfde opbrengsten als in 2021;
- De hoogte van de afvalstoffenheffing is afhankelijk van het tarief voor een grote of kleine container.
- Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn maximaal 100% kostendekkend;
- De overige heffingen stijgen jaarlijks trendmatig met een indexering van 3%, met uitzondering van de reclamebelasting en lijkbezorgingsrechten;
- Leges en rechten zijn in principe 100% kostendekkend.
Belasting / heffing | Omschrijving |
Marktgelden | Heffen we voor innemen standplaatsen op warenmarkt Silvolde, Terborg, Ulft, Gendringen en Varsseveld. |
Precariobelasting | Heffen we voor het verlenen van een standplaats op gemeentegrond |
Lijkbezorgingsrechten | Heffen we voor gebruik algemene begraafplaatsen Varsseveld en Terborg. Eventuele overschotten of tekorten verrekenen we conform besluit met de reserve. |
Leges | Dit zijn diverse gemeentelijke leges (bouwvergunning, uittreksels etc.) |
Toeristenbelasting | Belastingheffing van personen die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie zijn opgenomen, maar die tegen betaling/vergoeding wel verblijf houden door overnachtingen in bijv. hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen. |
OZB niet - woningen | Heffen we van zowel eigenaren als gebruikers van niet-woningen. |
Woonlasten | Dit zijn de onroerendezaakbelastingen zakelijk recht woningen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing tezamen. De opbrengsten OZB-woningen zijn conform besluit dit jaar niet gestegen. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing hanteren we een kostendekkend tarief. |
Reinigingsrechten | Reinigingsrecht voor bedrijven en instellingen die geringe (passend in de normale containers) hoeveelheden afval aanbieden. Deze bedrijven hebben de gemeente verzocht dit afval tijdens normale inzamelingsactiviteiten mee te willen nemen. |
Precariorechten | Heffen we voor het gebruik maken van een met vergunning verleende standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. |
Reclamebelasting | Belasting voor het centrum van Varsseveld, Terborg en Ulft en het bedrijventerrein Akkermansweide in Terborg voor openbare aankondigingen. Wij innen deze belasting in feite als tussenpersoon. De inkomsten verrekenen we met door de gemeente gemaakte kosten. Het restant betalen we rechtstreeks door aan initiatiefnemers. Per saldo is dit dus budgettair neutraal. |
Tarieven diverse heffingen |
2020 |
2021 |
2022 |
Onroerende-zaakbelastingen |
|
|
|
Eigenaren van woningen, in % van de waarde |
0,16145% |
0,15635% |
* n.n.b. |
*Gebruikers van niet-woningen, in % van de waarde |
0,15605% |
0,15735% |
* n.n.b. |
Eigenaren van niet-woningen, in % van de waarde |
0,19198% |
0,19460% |
* n.n.b. |
Afvalstoffenheffing |
|
|
|
Meerpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer |
183,60 |
195,00 |
219,48 |
Meerpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer |
271,80 |
285,00 |
315,48 |
Eénpersoonshuishoudens met kleine grijze- of verzamelcontainer |
135,84 |
145,80 |
164,04 |
Eénpersoonshuishoudens met grote grijze- of verzamelcontainer |
223,92 |
235,80 |
260,04 |
Extra grote grijze container |
271,80 |
285,00 |
315,48 |
Reinigingsrechten |
|
|
|
Standaard containerset met kleine grijze container |
210,00 |
174,00 |
179,28 |
Standaard containerset met een grote grijze container |
294,00 |
231,00 |
237,96 |
Rioolheffing |
|
|
|
Per aansluiting |
231,00 |
231,00 |
231,00 |
Toeristenbelasting |
|
|
|
Per overnachting |
1,30 |
1,33 | 1,37 |
* de tarieven voor de OZB zijn nog niet bekend, doordat er vanaf 2022 verplicht een nieuwe berekeningsystematiek wordt
gehanteerd op basis van m2 gebruiksoppervlak.
Woonlasten
Terug naar navigatie - WoonlastenOpbrengsten Woonlasten (x1.000) |
2019 (werkelijk) |
2020 (werkelijk) |
2021 (begroot) |
2022 (begroot) |
Afvalstoffenheffing | 2.794 | 2.928 | 3.151 | 3.547 |
Rioolheffing | 4.014 | 3.911 | 3.910 | 3.910 |
OZB woningen | 5.812 | 6.014 | 6.152 | 6.152 |
Totaal | 12.620 | 12.853 | 13.214 | 13.609 |
Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlasten
Terug naar navigatie - Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlastenOm een indruk te hebben wat de “lokale lastendruk” is, berekenen we wat huishoudens aan belasting moeten betalen. Daarbij gaan we uit van de voor huishoudens gebruikelijke heffingen. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) stelt jaarlijks een atlas van de lokale lasten op.
De tabel hieronder geeft de berekende belastingdruk voor Oude IJsselstreek in 2022. Het bedrag van de bruto woonlasten is opgebouwd uit de onroerendezaakbelasting, waarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde (zowel landelijk als provinciaal als voor Oude IJsselstreek), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Uitgangspunten voor vergelijking van de belastingdruk oud en nieuw:
• de waarde van een woning is gemiddeld € 239.000 (2020 € 224.000)
• één- en meerpersoonshuishoudens.
De gemiddelde belastingdruk voor een eigenaar/bewoner in 2021 en 2022 ziet er in Oude IJsselstreek dan als volgt uit (in hele €):
Jaar |
Soort huishouden |
OZB |
Afval |
Riool |
Totaal |
% tov 2021 |
2021 |
Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container |
353 |
145,80 |
231 |
729,80 |
|
2021 |
Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container |
353 |
195,00 |
231 |
779,00 |
|
2021 |
Eenpersoonshuishouden met grote grijze container |
353 |
235,80 |
231 |
819,80 |
|
2021 |
Meerpersoonshuishouden met grote grijze container |
353 |
285,00 |
231 |
869,00 |
|
2022 |
Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container |
353 |
164,04 | 231 | 748,04 | 2,50% |
2022 |
Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container |
353 |
219,18 | 231 | 803,48 | 3,14% |
2022 |
Eenpersoonshuishouden met grote grijze container |
353 |
260,04 | 231 | 844,04 | 2,96% |
2022 |
Meerpersoonshuishouden met grote grijze container |
353 |
315,48 | 231 | 899,48 | 3,51% |
De afvalstoffenheffing stijgt; de ozb en rioolheffing blijven op dezelfde niveau als in 2021, waarmee de totale lastendruk in 2021 gemiddeld stijgt met 2,99% per jaar (± € 25,-) voor huishoudens met een eigen woning. De afvalstoffenheffing stijgt in 2022 voor huishoudens met een kleine container gemiddeld € 25,- per jaar. De marktprijzen op verwerking van afval fluctueren sterk. De extra kosten worden voornamelijk veroorzaakt nieuwe aanbesteding restafval en gft en door de verbrandingsbelasting die landelijk is ingevoerd. Door de stijging van de afvalstoffenheffing kan de indruk ontstaan dat scheiden niet loont. De afvalstoffenheffing zou echter nog sterker zijn gestegen, als het afval minder goed gescheiden wordt.
Uitgaande van gemiddelde waarden van woningen en van een meerpersoonshuishouden liggen de gemiddelde woonlasten in 2021 in Gelderland op € 808 , landelijk op € 818 en regionaal (Achterhoek) op € 813 . De lasten in Oude IJsselstreek waren gemiddeld € 784 . Gemiddeld genomen is de lastendruk in 2021 in de Achterhoek met 5,17% gestegen t.o.v. 2020.
Opbrengsten
Terug naar navigatie - OpbrengstenOpbrengsten belastingen/heffingen (x 1.000) | Rekening 2020 |
Begroting 2021 | Begroting 2022 |
Algemene dekkingsmiddelen | |||
Woonlasten (OZB eigenaren woningen + afvalstoffenheffing + rioolheffing) | 12.853 | 13.214 | 13.609 |
Precariobelasting | 7 | 6 | 6 |
Toeristenbelasting | 126 | 156 | 160 |
Tariefgebonden heffingen | |||
Leges | 979 | 839 | 723 |
Lijkbezorgingsrechten | 120 | 125 | 128 |
Marktgelden | 19 | 18 | 19 |
OZB niet-woningen | 2.567 | 2.636 | 2636 |
Reinigingsrechten | 45 | 35 | 35 |
Rioolrecht bedrijven | 220 | 220 | 220 |
Reclamebelasting | 18 | 50 | 51 |
Totaal opbrengsten | 16.954 | 17.299 | 17.587 |
Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven
Terug naar navigatie - Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarievenHieronder hebben we inzichtelijk gemaakt, hoe bij de berekening van de tarieven wordt bewerkstelligd, dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit hebben we gedaan voor de tarieven van belastingen die ten hoogste kostendekkend mogen zijn.
Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht | Lijkbezorgingsrechten | |||||
Kosten Afval | 3.503 | Kosten begraafplaatsen | 62 | |||
Opbrengsten afval excl. heffingen | 840 | Opbrengsten begraafplaatsen | 1 | |||
Heffing bij bedrijven (Reinigingsrecht) | 35 | Netto kosten Begraafplaatsen | 61 | |||
Netto kosten Afval | 2.628 | Overhead + salaris | 120 | |||
Overhead + salaris | 468 | Rente | 1 | |||
BTW | 425 | onttrekking reserve | 57 | |||
Rente | 26 | Overige toerekening begraafplaatsen | 64 | |||
Overige toerekening afval | 919 | Totale kosten | 125 | |||
Totale kosten | 3.547 | Opbrengst heffingen | 125 | |||
Opbrengst heffingen | 3.547 | Dekking | 100% | |||
Dekking | 100% | |||||
Rioolheffing | Algemene dienstverlening | |||||
Kosten Riolering | 2.906 | Kosten algemene dienstverlening | 35 | |||
Opbrengsten Riolering excl. heffingen | 3 | Overige opbrengsten | 0 | |||
Heffing bij bedrijven | 220 | Netto kosten algemene dienstverlening | 27 | |||
Netto kosten Riolering | 2.683 | Overhead + salaris | 384 | |||
Overhead + salaris | 520 | Overige toerekening algemene dienstverlening | 384 | |||
BTW | 475 | Totale kosten | 419 | |||
Rente | 561 | Opbrengst heffingen | 232 | |||
omtrekking voorziening | 329 | Dekking | 55% | |||
Overige toerekening riolering | 1.227 | |||||
Totale kosten | 3.910 | |||||
Opbrengst heffingen | 3.910 | |||||
Dekking | 100% | |||||
Omgevingsvergunning bouwen | Markten | |||||
Kosten omgevingsvergunning bouwen | 30 | Kosten markten | 21 | |||
Overige opbrengsten | 0 | Overige opbrengsten | 0 | |||
Netto kosten Omgevingsvergunning bouwen | 30 | Netto kosten markten | 21 | |||
Overhead + salaris | 538 | Overhead + salaris | 19 | |||
Overige toerekening omgevingsvergunning | 538 | Overige toerekening markten | 19 | |||
Totale kosten | 568 | Totale kosten | 40 | |||
Opbrengst heffingen | 388 | Opbrengst heffingen | 20 | |||
Dekking | 68% | Dekking | 50% |
Kwijtschelding
Terug naar navigatie - KwijtscheldingInwoners met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen voor de aanslag van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Bij de beoordeling van het verzoek vindt er een toets plaats naar inkomen en vermogen. De gemeente mag alleen kwijtschelding verlenen als het inkomen niet hoger ligt dan 100% van het bijstandsniveau.
Belastingjaar: |
Totaal aantal verzoeken | Aantal toegekende verzoeken | Aantal afgewezen verzoeken |
Aantal verzoeken in procenten | Afgeboekt t.g.v. toegekende kwijtschelding |
2015 | 676 | 614 | 62 | 3,65% | 248.264 |
2016 | 682 | 589 | 93 | 3,68% | 238.553 |
2017 | 742 | 693 | 49 | 4,01% | 258.861 |
2018 | 891 | 774 | 117 | 4,81% | 320.149 |
2019 | 924 | 843 | 81 | 5,03% | 322.095 |
2020 | 907 | 804 | 103 | 4,80% | 302.318 |
2021* | 879 | 826 | 53 | 4,68% |
324.567 |
* De kwijtscheldingsgegevens voor 2021 zijn gebaseerd op basis van de gegevens zoals die op 23 augustus 2021 bekend zijn. |
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingIn deze paragraaf zijn conform de voorschriften in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de kapitaalgoederen van de gemeente opgenomen.
De kapitaalgoederen zijn grofweg als volgt te rubriceren:
Infrastructuur:
- Wegen
- Civiel technische kunstwerken
- Riolering
- Gemeentelijke gebouwen
- Water
Voorzieningen:
- Openbaar groen
- Speelplaatsen
- Openbare verlichting
Het onderhoud van kapitaalgoederen legt beslag op een belangrijk deel van de middelen en komt in bijna alle programma’s voor. De kapitaalgoederen zijn vaak van groot belang voor het realiseren van de programma’s. In deze paragraaf geven we inzicht in het onderhoud en beheer, conform de financiële verordening (art. 212 Gemeentewet). Niet alleen vanuit het financiële belang, maar ook vanuit het belang van de inwoner.
Beleids- en beheerplannen
Terug naar navigatie - Beleids- en beheerplannenDe beleidsplannen stellen we tenminste eens in de 10 jaar vast, conform de eisen van de provincie. Dit betreft de inrichting van de openbare ruimte en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, verlichting, straatmeubilair, sportfaciliteiten, water, wegen, riolering, kunstwerken en gebouwen. Eens in de vier jaar evalueren we de beheerplannen en zo nodig stellen we ze bij.
De volgende nota’s zijn vastgesteld:
Beleidsstuk/ beheerplan |
Planperiode |
Inhoud/opmerking |
Wegenbeleid |
2019 - 2023 |
Wegenbeleidsplan |
Openbare verlichting beleid |
2021-2026 |
Nieuw beleidsplan wordt naar verwachting eind 2021 vastgesteld. Het huidige beleidsplan blijft geldig totdat het nieuwe beleidsplan is vastgesteld. |
Openbare verlichting Vervangingsplan |
2021 - 2026 |
In 2020 is de laatste fase uitgevoerd. Het nieuwe vervangingsplan wordt onderdeel van het nieuwe beleidsplan. |
Gemeentelijk rioleringsplan |
2017 - 2022 |
In 2016 is een nieuw verbreed GRP vastgesteld. Die is verlengd tot en met 2022. Het nieuwe GRP wordt naar verwachting eind 2021/begin 2022 vastgesteld. |
Waterbeleidsplan |
2010 - 2020 |
Het waterbeleidsplan wordt de lokale klimaat agenda. Deze wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2022 vastgesteld. |
Civieltechnische kunstwerken |
2018-2022 |
Beheerplan |
Visie natuur, groen en landschap |
2021 |
De nieuwe visie natuur, groen en landschap is in 2021 vastgesteld en vervangt het beheerplan groen. |
Groenbeheerplan |
2021- 2031 |
Beheer groen |
Bomenbeheerplan |
2008 - 2019 |
Nieuw beheerplan wordt voorzien in 2022. |
Speelruimtebeleid |
2007 - 2020 |
Eind 2021 of begin 2022 wordt naar verwachting nieuw beleid gerealiseerd. |
Speelplaatsen beheerplan |
2017 - 2021 |
Deze vervalt en is opgenomen in het speelruimtebeleid |
Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s. Aan het einde van deze paragraaf bieden we integraal inzicht in de financiën die met het onderhoud van kapitaalgoederen gemoeid zijn.
Wegen
Terug naar navigatie - WegenBeleid
Het gemeentelijke beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. De uitgangspunten zijn beschreven in het “beleidsplan wegen gemeente Oude IJsselstreek 2019-2023”. Het beleidsplan geeft, op basis van het (door de raad) vastgestelde kwaliteitsniveau en het aanwezige areaal, aan wat gemiddeld per jaar nodig is om de kwaliteit van de wegen op peil te houden. In het beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau basis moeten hebben (volgens de richtlijnen van de CROW-systematiek). Één keer per twee jaar worden alle wegen in de gemeente Oude IJsselstreek geïnspecteerd op schades en beoordeeld op kwaliteit. Deze gegevens, samen met de vaste gegevens vanuit het beheerpakket, vormen de basis voor het uit te voeren onderhoud. Vanuit het beheerpakket kan een meerjarenplanning (3 jaar) voor het groot onderhoud aan de wegen worden opgesteld.
Wat willen we bereiken? |
Wat gaan we daarvoor doen? |
Jaar |
Wat mag het kosten? |
Hoofddoelstelling |
|
|
|
Schoon, heel, veilig |
Planmatig onderhoud en groot onderhoud van wegen Rapportage kwaliteitsniveau van de wegen op basis van de weginspectie |
jaarlijks iedere 2 jaar |
Bestaand beleid Bestaande budgetten |
Subdoelstelling |
|
|
|
Efficiënt en effectief onderhoud aan wegen |
Uitvoering van het beleidsplan Wegen 2019-2023 Opstellen en bijhouden meerjarenplanning voor groot onderhoud van wegen Up to date houden meerjarenplanning voor vervangingen (reconstructies van wegen) |
jaarlijks jaarlijks
jaarlijks
|
Bestaande budgetten en formatie Bestaande formatie
Bestaande formatie
|
Kwaliteit
In het huidige beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau Basis moeten hebben. Kwaliteitsniveau Basis is een voldoende (kwaliteitscijfer tussen 5,5 en 6,5).
Om te kunnen bepalen welk kwaliteitsniveau de wegen in onze gemeente hebben, vertaalt een onafhankelijk bureau structureel (per 2 jaar) de inspectiegegevens van de wegen naar een bijbehorend kwaliteitsniveau. De eind 2019 en begin 2020 uitgevoerde weginspectie toont aan dat de kwaliteit van de wegen een lichte daling laat zien richting kwaliteitsniveau Laag. Dit heeft vooral te maken met het dalen van het kwaliteitscijfer van de asfaltverhardingen. Voor een groot deel is de daling van de kwaliteit te verklaren. Als we de planning van de diverse onderhoudsmaatregelen (inclusief de vervangingen) bekijken dan verwachten we dat het kwaliteitscijfer weer zal stijgen. Binnen het huidige onderhoudsbudget besteden we de komende jaren extra aandacht aan de asfaltverhardingen en minder aan de elementenverhardingen.
Financiën
In het beleidsplan Wegen, dat de raad in maart 2019 heeft vastgesteld, staat een aantal uitgangspunten voor de financiële berekening beschreven, zoals:
- Omvang van het huidige areaal;
- Berekening alleen voor verharde wegen;
- In stand houden van de bestaande situatie (dezelfde materialen, dezelfde constructieopbouw, dezelfde wegbreedte, enz.);
- Alleen kosten voor groot onderhoud, geen kosten voor vervanging, geen kosten voor klein onderhoud, geen kosten voor verzorgend onderhoud zoals straatvegen of onkruidbeheersing;
- In stand houden van het huidige areaal op het gewenste kwaliteitsniveau.
Met de hierboven genoemde uitgangspunten, het beheerareaal en de kwaliteitsambitie Basis is in het beleidsplan een berekening gemaakt voor de jaarlijkse onderhoudskosten. Deze kosten worden in het jaar van uitvoering ten laste gebracht van de exploitatie.
De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) staat niet toe dat de kosten voor vervangingen (reconstructies) worden meegeraamd in het onderhoudsbudget Wegen. Voor reconstructies van wegen en fietspaden is investeringsbudget vereist. We gaan hierbij voor de komende jaren uit van een bedrag van gemiddeld € 600.000 per jaar. Dit bedrag wordt vanaf 2021 als investering meegenomen in de meerjarenbegroting.
Ontwikkelingen
Alle facetten die afgelopen jaren zijn besproken, zijn in het beleidsplan opgenomen. Ieder jaar bekijken we de onderhoudsplanning van de wegen opnieuw en stellen we eventueel bij.
Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.
Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte
Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimteBeleid
De visie van de gemeente op het beheer en onderhoud van de civieltechnische kunstwerken en kunst in de openbare ruimte is kernachtig te verwoorden als "veilig, heel, doelmatig en schoon". Deze visie is uitgewerkt in het beheerplan dat het college in 2018 heeft vastgesteld.
Wat willen we bereiken? |
Wat gaan we daarvoor doen? |
Jaar |
Wat mag het kosten? |
Hoofddoelstelling |
|
|
|
Schoon, heel en veilig |
Opstellen uitvoeringsplan naar aanleiding van jaarlijks te houden (globale) inspecties. |
jaarlijks |
Bestaande formatie en budgetten |
|
Opstellen meerjaren vervangingsplanning naar aanleiding van de in 2021 gehouden inspectie van de civieltechnische kunstwerken (vijfjarige inspectie). |
2022 |
Bestaande formatie en budgetten |
Kwaliteit
In het beheerplan is opgenomen dat elke vijf jaar het volledige areaal door een gespecialiseerd bedrijf geïnspecteerd wordt. In de tussenliggende jaren voert de eigen dienst inspecties uit. Voor de kunst in de openbare ruimte is ervoor gekozen om de eigen dienst jaarlijks een globale inspectie uit te laten voeren. Het jaarlijks onderhoud (schoonmaken) is hierop afgestemd. De laatste inspectie was in 2021. In 2026 wordt er weer een volledige inspectie uitgevoerd.
Planning
Aan de hand van de jaarlijks uit te voeren schouw, plannen we de onderhouds- en herstelwerkzaamheden in. Afhankelijk van de resultaten van de uit uitgevoerde inspectie in 2021, maken we een meerjaren planning voor het herstellen van de geconstateerde gebreken.
Financieel
Aan de hand van de in 2021 uitgevoerde inspectie, wordt een meerjarenraming opgesteld, passend in de bestaande formatie en budgetten zoals opgenomen in het vastgestelde beheerplan. Het onderhoudsbudget wordt met ingang van 2022 met 40.000 euro aangevuld om reiniging en klein onderhoud te kunnen blijven uitvoeren. Dit om ingrijpender en kostbaarder onderhoud te voorkomen.
Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.
Openbare verlichting
Terug naar navigatie - Openbare verlichtingBeleid
Openbare verlichting draagt bij aan een veilige en leefbare openbare ruimte. Het is daarom een beleidsterrein waarbij het van belang is dat de gemeente zelf een sturende rol vervult bij het definiëren van het beleid en het uitvoeren van het beheer en onderhoud.
Wat willen we bereiken? |
Wat gaan we daarvoor doen? |
Jaar |
Wat mag het kosten? |
Hoofddoelstelling |
|
|
|
Het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren en bij te dragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving. |
Uitvoeren beleidsplan Openbare verlichting 2021-2026 Vervanging openbare verlichting (binnen de projecten) Vervanging masten en armaturen Uitvoeren regulier onderhoud Afhandelen storingen en klachten Uitvoeren Vervangingsplan 2021-2026
|
2022 - 2026 Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks 2022 - 2026 |
Bestaande budgetten en formatie Waar mogelijk bestaande budgetten en formatie Volgens Vervangingsplan 2021 - 2026 Bestaande budgetten en formatie Bestaande budgetten en formatie Bestaande budgetten en formatie |
Subdoelstelling |
Het toepassen van innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de energieaanpak |
Jaarlijks
|
Bestaande budgetten en formatie
|
Kwaliteit
In de periode 2017 t/m 2021 zijn alle SOX en SON armaturen vervangen en waar mogelijk ook masten op leeftijd. In de periode 2022-2026 gaan we door met het vervangen van masten en armaturen. Dit doen we op basis van leeftijd (masten 50 jaar en armaturen 25 jaar). Naast het verminderen van het energieverbruik zorgt dit ook voor een daling van de veiligheidsrisico’s en uniformiteit van masten en armaturen waardoor een rustig straatbeeld ontstaat.
Financieel
Voor het nieuwe vervangingsplan is de komende jaren een extra investering nodig. De jaarlijkse kapitaallasten van deze investering worden uit het reguliere budget gedekt.
Ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van LED (Light Emmitting Diodes) verlichting gaan nog steeds door. De LED lamp is nu een stabiele factor in de openbare verlichting waardoor we een definitieve switch naar de LED verlichting hebben gemaakt. In het vervangingsplan is dit ook meegenomen waardoor we alle conventionele armaturen gaan vervangen door LED armaturen. Het is de verwachting dat we eind 2021 ruim 25% van alle armaturen vervangen hebben door een LED armatuur. Alle SOX en SON armaturen zijn dan vervangen. Vanaf 2022 gaan we starten met de uitvoering van het nieuwe vervangingsplan voor masten en armaturen.
Het dimmen van de openbare verlichting voeren we verder in. Dit scheelt ongeveer 10% energieverbruik op de totale installatie. Het onderhoudscontract 2020-2023 is aanbesteed. Van Gelder Infra is de komende jaren de nieuwe aannemer voor het onderhoud aan de openbare verlichting. Net als de voorgaande onderhoudscontracten zit de gemeente Oude IJsselstreek in één perceel met de Gemeente Doetinchem, Doesburg en Montferland.
Risico’s
Ieder jaar testen we masten die 40 jaar of ouder zijn op stabiliteit. Uit deze meting, die vanaf 2013 jaarlijks wordt uitgevoerd, komen masten met een, vanuit inspectiejargon, “code rood” naar boven. Masten met deze code vertonen ernstige gebreken die de stabiliteit van de mast niet waarborgen. Deze masten dienen binnen 6 maanden na de meting vervangen te worden. We gaan door met het vervangen van oude verlichting. We gaan niet sneller vervangen dan op basis van leeftijd. Anders gooien we verlichting weg die nog niet afgeschreven is.
Riolering
Terug naar navigatie - RioleringBeleid
De Wet milieubeheer (Wm) verplicht gemeenten tot het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan. In dit plan geeft de gemeente aan hoe zij om denkt te gaan met de wettelijke zorgplichten die zij heeft voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt de verplichting voor het opstellen van een GRP. Aangezien de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld, kiezen we er voor om de looptijd van het huidige GRP te verlengen.
De wettelijke zorgplichten krijgen binnen de Omgevingswet een plek. In 2022 gaan we bekijken hoe we dit gaan vormgeven. Dit zal binnen het Afvalwaterteam Etten opgepakt worden. Uitgangspunt hierbij is dat we een gezamenlijk plan uitwerken, met op bepaalde punten gemeente specifiek beleid. Verder zal het nieuwe plan nog breder van opzet zijn, gezien de onderwerpen rondom klimaatadaptatie.
Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering zijn verschillende bronnen. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen bekostigen we uit de exploitatieopzet van die plannen en verdisconteren we in de verkoopprijs. De kosten van het beheer en de aanleg van riolering, hemel- en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden, dekken we uit de rioolheffing. De hoogte van deze heffing herzien we jaarlijks en stellen we vast met behulp van een kostendekkingsplan.
Wat willen we bereiken? |
Wat gaan we daarvoor doen? |
Jaar |
Wat mag het kosten? |
Hoofddoelstelling |
|
|
|
Schoon, heel, veilig |
Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017 |
2017-2022 |
Bestaande formatie en budgetten |
Subdoelstelling |
|
|
|
Efficiënt en effectief onderhoud aan riolering |
Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017 |
jaarlijks |
Idem |
Voorkomen van “water op straat” |
Oplossen knelpunten Uitvoeren van het verlengde GRP uit 2017 |
jaarlijks jaarlijks |
p.m. Bestaande formatie en budgetten |
Kwaliteit
Door middel van camera-inspecties bepalen we jaarlijks de kwaliteit van een deel van de vrijvervalriolering. Aan de hand van deze inspecties, en inspecties uit het verleden, stellen we met behulp van het rioolbeheersysteem een vervangingsplanning op.
Samen met de vrijvervalriolering maakt de electro-mechanische riolering (drukriolering) het grootste onderdeel uit van het gehele rioolsysteem. Om ook hier inzicht te krijgen in de kwaliteit is nog niet zo lang geleden besloten om dit onderdeel ook periodiek te inspecteren. De eerste inspecties bevestigen de verwachte levensduur van bepaalde onderdelen. Aan de hand van de uitgevoerde inspecties stellen we hier ook een vervangingsplan voor op.
Binnen het GRP is al rekening gehouden met de hierboven genoemde vervangingsplannen.
Planning
De looptijd van het huidige verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2017 - 2020 is verlengd met één jaar. In 2021 wordt bekeken hoe één en ander verwerkt wordt binnen de kaders van de Omgevingswet.
Financieel
Uitgangspunt is het door de raad vastgestelde Rioleringsplan 2017-2020, wat uiteindelijk met één jaar is verlengd. Met de vaststelling van dit plan, zijn ook de uitgangspunten voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn:
- Jaarlijkse stijging van de heffing met 3%;
- Jaarlijks beoordelen of dit percentage voldoende of juist onvoldoende is voor de dekking van de riooluitgaven;
- Een acceptabele stand van de voorziening riolering (ca. € 300.000) om eventuele tegenslagen op te kunnen vangen.
Op basis van bovenstaande uitgangspunten, stellen we voor de rioolheffing voor 2022 te handhaven op het huidige tarief van € 231 per huishouden. Doordat grote projecten vaak een langere looptijd hebben, zullen kosten doorschuiven. Hierdoor verwachten wij dat de stand van het bufferfonds hoger zal uitkomen dan op dit moment in de staat van reserves en voorzieningen is opgenomen.
Ontwikkeling
Medio 2021 is de invoering van de Omgevingswet met een jaar uitgesteld, tot 1 juli 2022. Met de invoering van de Omgevingswet, vervalt de verplichting op het hebben van een Gemeentelijk Rioleringsplan. Om toch een actueel kader te hebben voor de rioolheffing, gaan we een beleidsarm Gemeentelijk Rioleringsplan opstellen.
Risico’s
Met de jaarlijkse financiële actualisatie om de hoogte van de rioolheffing te bepalen beperken we eventuele risico’s tot een aanvaardbaar niveau.
Groen, natuur en landschap
Terug naar navigatie - Groen, natuur en landschapBeleid
Voor de groenvoorziening hanteren we in de wijken beeldkwaliteit Basis en in centra beeldkwaliteit Hoog. Dit is conform het vastgesteld beeldkwaliteitsplan van 2016. Uit een laatst gehouden schouw (2020) blijkt dat de meeste groenonderdelen nog net scoren op kwaliteitsniveau ‘basis’, maar wel aan de onderkant.
Wat willen we bereiken? |
Wat gaan we daarvoor doen? |
Jaar |
Wat mag het kosten? |
Hoofddoelstelling |
|
|
|
Behoud van groenvoorzieningen op het vastgestelde kwaliteitsniveau voor een aantrekkelijke groene woon- en werkomgeving in Oude IJsselstreek |
Uitvoeren planmatig onderhoud |
Jaarlijks |
Bestaande budgetten en formatie
|
Subdoelstelling |
|
|
|
Streven naar beeldkwaliteit groen die overeen komt met het wensbeeld vanuit groenbeleidsplan |
Uitvoeren planmatig onderhoud |
Jaarlijks |
Bestaande budgetten en formatie |
Kwaliteit
Door middel van verschillende jaarlijkse inspecties op groenvoorziening en bomen toetsen we of de vastgestelde beeldkwaliteit en veiligheid behaald wordt.
Financieel
De werkzaamheden voeren we uit binnen de huidige budgetten en formatie. We merken in het groen ook de effecten van klimaatverandering en de hiermee gepaard gaande financiële effecten.
Ontwikkeling
De Visie Landschap, Natuur en Groene Kernen is af. Vanuit deze visie werken we verder aan vergroening. Dit doen we onder andere door meer bomen te planten en de biodiversiteit in de openbare ruimte en bermen te vergroten.
Risico’s
Mogelijke risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.
Water
Terug naar navigatie - WaterBeleid
Tot begin 2021 was het beleid rondom het beleidsveld water, opgenomen in het Waterplan 2010 - 2020. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan het opstellen van een Lokale Klimaatagenda in het kader van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA). Het beleidsveld water zal meegenomen worden in deze agenda.
Financieel
De financiële aspecten van het onderdeel water zijn in het verleden opgenomen in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Het voorstel is om dit in de toekomst zo voort te zetten.
Ontwikkelingen
Zoals al beschreven in het onderdeel Riolering, is het klimaat aan het veranderen. Deze verandering is niet alleen van invloed op de riolering, maar ook op het watersysteem. Overtollig water uit de kernen dient ook op een verantwoorde wijze verwerkt te worden.
Planning
Eind 2021/begin 2022 wordt de Lokale Klimaatagenda ter vaststelling aan de raad aangeboden.
Risico’s
Behoudens beperkte overstromingsrisico’s zijn er geen risico’s bekend.
Speelplaatsen
Terug naar navigatie - SpeelplaatsenSpeelplekken en -toestellen
Gemeente Oude IJsselstreek kent ca 100 speelplekken, verspreid over de kernen.
Beleid
Veilig houden van de speelvoorzieningen volgens de WAS(Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (= landelijke norm)).
Kwaliteit
Uit de inspectieronden is gebleken dat de toestellen voldoen aan het WAS, maar verouderd zijn.
Financieel
Voor het jaar 2022 is er budget voor minimale vervanging van afgekeurde toestellen.
Ontwikkeling
Om de huidige speelsituatie, kwaliteit van de speelvoorzieningen en de financiële situatie in kaart te brengen wordt nieuw speelbeleid ontwikkeld, voor jong en oud. Dit speelbeleid vormt vanaf 2022 een actueel en leidend kader.
Risico’s
Door het consequent (laten) uitvoeren van een inspectie van de speeltoestellen voldoet de gemeente aan haar verplichtingen in het kader van de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
De risico’s ten aanzien van de veiligheid (ongelukken) en aansprakelijkheid (claims) zijn daarmee beheersbaar.
Paragraaf Grondbeleid
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingOnder grondbeleid verstaan we alle instrumenten die de gemeente ter beschikking staan om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid omvat alle strategieën van de gemeente rondom het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling - volkshuisvesting - verkeer en vervoer – zorg en welzijn - cultuur, sport en recreatie - economische structuur.
Daarnaast kan het grondbeleid leiden tot financiële risico’s voor de gemeente.
Het bestaande grondbeleid is opgenomen in de volgende stukken:
- Nota Grondbeleid;
- Bestemmingsplannen;
- Structuurvisie,
Nota grondbeleid
De gemeenteraad heeft in 2016 de Nota Grondbeleid vastgesteld. Belangrijk uitgangspunt is dat naast faciliterend grondbeleid de mogelijkheid om actief te verwerven blijft. Vastgoed (inclusief gronden) afstoten vindt slechts plaats indien deze een bijdrage levert aan het realiseren van beleidsdoelstellingen dan wel de dienstverlening van de gemeente. Naast de reguliere P&C cyclus werken we met een Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG). Grondexploitaties zijn ramingen van het financiële verloop van ruimtelijke projecten, zoals woningbouwprojecten, bedrijventerreinen en herstructureringsplannen.
Gronduitgifte
De gemeente heeft nog enkele uitgeefbare kavels voor woningbouw beschikbaar in haar lopende grondexploitaties. Om de huidige gewenste versnelling in de woningbouwopgave te realiseren wil de gemeente initiatieven zoveel mogelijk faciliteren ten behoeve van aangewezen doelgroepen en binnen de regionaal en lokaal gestelde kaders. Zo nodig leveren we ook een actieve bijdrage door gronden zelf te verwerven en in exploitatie te nemen. Daarvan is het Varsseveld Industriepark (een volgende fase van Hofskamp-Oost) voor het ontwikkelen van en uit te geven bedrijventerreinen een voorbeeld. Ook voor Varsseveld wordt ingezet op actief grondbeleid voor woningbouw in uitleglocaties.
Beleidsuitgangspunten reserves, voorzieningen en risico’s voor grondzaken
De gemeente kent geen reserve voor (nadelige) resultaten van de grondexploitaties. De resultaten hiervan komen ten laste/ ten gunste van de algemene reserve. Voor de grondexploitaties met verwachte nadelige resultaten treffen we een verliesvoorziening. Risico’s worden geïnventariseerd en zijn van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Het weerstandsvermogen moet groot genoeg zijn om de risico’s af te dekken wanneer deze zich voordoen. De verwachte nadelige resultaten en financiële risico’s zijn hiermee onderdeel van en gedekt binnen de begroting. De getroffen verliesvoorzieningen en de hoogte van de risico's worden periodiek herzien.
Wijziging in wet en regelgeving
Terug naar navigatie - Wijziging in wet en regelgevingVennootschapsbelasting
Op basis van handreikingen, na de invoering van de vennootschapsbelasting (Vpb), toetst de gemeente of en in hoeverre het “grondbedrijf” van de gemeente wordt belast met een afdracht in het kader van deze belasting. Op basis van deze toets is het meest waarschijnlijke scenario nog steeds dat voor het grondbedrijf van de gemeente géén afdracht voor de Vpb zal plaats vinden. Het argument daarbij is dat de gemeente met het grondbedrijf géén onderneming drijft omdat niet wordt voldaan aan het criteria “winststreven”. De Vpb wordt echter bepaald aan de hand van toekomstige kasstromen en op basis van afwaarderingen in het verleden.
De gevraagde toets met toelichting op het winstoogmerk van het grondbedrijf van de gemeente voor het eerste belastingjaar na invoering van de belastingplicht in 2016 werd voorgelegd aan de Belastingdienst Grote Ondernemingen Bureau Belastingplicht Overheidsondernemingen. De belastingdienst komt vervolgens tot de conclusie dat de gemeente voor dat jaar inderdaad géén winstoogmerk heeft, maar geeft aan dat de gemeente op een later moment alsnog een winstoogmerk kan hebben. Daarom dient deze toets (de QuickScan) jaarlijks te worden uitgevoerd.
Winstneming
Als onderdeel van de regelgeving is, in de Notitie Grondexploitaties uit 2016, de aanbeveling opgenomen dat volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor "winst" nemen bestaat, die "winst" dan ook dient te worden genomen. Duidelijk is geworden dat dit geïnterpreteerd moet worden als een verplichting tot tussentijdse "winstneming" wanneer is voldaan aan de daarvoor gestelde voorwaarden bij een voordelig resultaat op de grondexploitatie. Of van een eventuele winstneming sprake is wordt jaarlijks getoetst.
Wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom
Het wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet voorziet in de integratie van de regels over onteigening, voorkeursrechten, landinrichting, stedelijke herverkaveling en kostenverhaal in de Omgevingswet. De regeling in de Omgevingswet bevat enkele vernieuwingen, maar de kern van het stelsel is intact gebleven. Het treedt gelijk met de Omgevingswet in werking tenzij vanuit het oogpunt van flexibiliteit het mogelijk is om voor de verschillende artikelen of onderdelen van de regeling in uitzonderingsgevallen een ander bij ministerieel besluit te bepalen tijdstip van inwerkingtreding aan te houden. Onderdelen van de Aanvullingswet zijn:
Voorkeursrecht en onteigening
De huidige instrumenten van het voorkeursrecht worden vervangen door instrumenten die zo dicht mogelijk blijven bij de oude grondslagen voor vestiging van een voorkeursrecht zoals de omgevingsvisie (de oude structuurvisie) en het omgevingsplan (het voormalige bestemmingsplan).
In de nieuwe wetgeving voor onteigening wordt een scheiding aangebracht tussen de onteigeningsprocedure en de schadeloosstellingsprocedure. Beide worden afzonderlijk van elkaar doorlopen. Het bestuur dat het aangaat neemt een onteigeningsbeschikking dat door de bestuursrechter moet worden bekrachtigd. De rechtbank spreekt niet langer de onteigening uit. Nadat aan een aantal wettelijke voorwaarden is voldaan wordt een onteigeningsakte ingeschreven.
Kostenverhaal
Gekozen is voor een herziene regeling die ook geschikt is voor gebiedsontwikkelingen met een onzeker eindbeeld en een onzeker tijdsverloop (organische gebiedsontwikkeling). Daarom kent de regeling in de Omgevingswet herziening voor kostenverhaal. Als het kostenverhaal niet is verzekerd komt de verplichte publiekrechtelijke regeling in beeld. Het kostenverhaal wordt in de Omgevingswet geïntegreerd in de kerninstrumenten van de Omgevingswet, zoals een omgevingsplan of omgevingsvergunning, of het projectbesluit.
Als het kostenverhaal niet is verzekerd komt de verplichte publiekrechtelijke regeling in beeld. Het kostenverhaal wordt in de Omgevingswet geïntegreerd in de kerninstrumenten van de Omgevingswet, zoals een omgevingsplan of omgevingsvergunning, of het projectbesluit.
Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitaties
Terug naar navigatie - Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitatiesActualisatie grondexploitaties
Alle gronden in exploitatie worden voor de jaarrekening (peildatum 31 december) geactualiseerd. Deze actualisatie houdt het volgende in:
- Bijstelling van de boekwaarden op basis van inkomsten en uitgaven van het afgelopen jaar.
- Actualiseren van de ramingen voor de nog geplande uitgaven en inkomsten.
- Actualiseren van planning en fasering naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen.
- Het verwerken van eventuele gevolgen uit wijziging van wet- en regelgeving.
- Aanpassing van parameters rente, kostenstijging, opbrengstenstijging en disconteringsvoet. Dit ten behoeve van het bepalen van d netto contante waarde (NCW).
Resultaten van gronden in exploitatie
Alle grondexploitaties zijn ten behoeve van de begroting bijgewerkt. Het verwachte (eind)resultaat van alle gronden in exploitatie hebben we weergegeven in onderstaande tabel.
Verwachte resultaten: |
Prognose 2021 (jaarrekening 2020) |
Prognose 2022 (Begroting 2022) |
Verschil NCW* |
Grondcomplexen project: |
Verwacht resultaat NCW* |
Verwacht resultaat NCW* |
|
60320002 de Rieze V+VI Ulft (Bedrijventerrein) |
460.463 (N) | -369.012 (V) | 829.475 (V) |
60320003 Hofskamp-Oost II Vsv (Bedrijventerrein) |
-407.266 (V) | -639.465 (V) | 232.199 (V) |
60320004 Het Varsseveld Industriepark Vsv (Bedrijventerrein) | 0 ( ) | -275.995 (V) | 275.995 (V) |
60820002 Hutten-Noord (Woningbouw DRU-Industriepark) |
188.854 (N) | 0 ( ) | 188.854 (V) |
60820003 Centrumplan Ulft (Woningbouw / centrumontwikkeling) |
6.921 (N) | 0 ( ) | 6.921 (V) |
60820004 Slawijkseweg Netterden (Woningbouw) |
881 (N) | -147.762 (V) | 148.643 (V) |
60820007 Kromkamp Sinderen (Woningbouw) |
128.236 (N) | -33.080 (V) | 161.316 (V) |
* netto contante waarde op basis disconteringsvoet |
|||
Bouwgronden in exploitatie |
378.089 (N) saldo nadelig |
-1.465.315 (V) saldo voordelig |
1.843.404 (V) toename voordelig resultaat |
N = nadelig, V = voordelig
De huidige begroting laat ten opzichte van de jaarrekening 2020 een aanzienlijke verbetering zien in het verwachte (eind)resultaat. Zowel de grondexploitaties voor bedrijfsterreinen als woningbouw laten een verbetering zien.
Grondexploitatie woningbouw / Afsluiting grondexploitaties
De grondexploitaties Hutten-Noord (woningbouw DRU-Industriepark) en het Centrumplan Ulft (woningbouw centrumontwikkeling) worden naar verwachting in 2021 afgesloten met een voordelig resultaat van circa € 67.000. De overige resterende grondexploitaties voor woningbouw kunnen mogelijk in 2022 of 2023 worden afgesloten. De omslag naar een voordelig resultaat is mede het gevolg van het opvoeren van de bouwmogelijkheden (en de opbrengsten daarvan) binnen deze plannen die eerder in het kader van de “Woningbouwplanning 2016” waren geschrapt.
Na het aanwijzen van een vijftal uitbreidingslocaties zijn inmiddels voor een tweetal daarvan voorkeursrechten gevestigd en met een voorkeur voor het ontwikkelen van een plangebied “Varsseveld-West” ten behoeve van een versnelling van de woningbouwopgave. Over de financiële gevolgen van deze plannen kan nu nog geen uitkomst worden gegeven.
Veel initiatieven in verschillende plaatsen, waaronder ook kleine kernen, zijn ondertussen ingediend. In welke mate dat (financiële) gevolgen heeft is nog niet te bepalen. De gemeente is voor initiatieven die niet passen binnen het vigerend planologisch kader wettelijk verplicht om kostenverhaal toe te passen.
Grondexploitaties bedrijventerreinen
Bovenstaand resultatenoverzicht laat de bijdrage zien van de bedrijventerreinen in de voordelige resultaatverwachting. Naast de toegenomen verkopen en belangstelling voor de Rieze zijn de opbrengsten van het eerder uitgesloten terrein ingevolge de begroting- en rekeningvoorschriften (BBV) weer ingebracht. Met als gevolg een aanzienlijke verbetering.
Bedrijven durven weer te investeren. Dat geldt zeker voor het bedrijventerrein Hofskamp-Oost 2e fase in Varsseveld welke naar verwachting in 2022 geheel zal zijn uitgegeven.
Regionaal bedrijventerrein A18 Bedrijvenpark en Euregionaal Bedrijventerrein DocksNLD
De gemeenten Doetinchem, Montferland, Bronckhorst en Oude IJsselstreek werken samen bij de ontwikkeling en herontwikkeling van bedrijventerreinen binnen de gemeenten. Specifiek bij de ontwikkeling van het Regionaal Bedrijventerrein A18 Bedrijvenpark (RBT) in de gemeente Doetinchem en het Euregionaal Bedrijventerrein DocksNLD (EBT) in de gemeente Montferland, waarbij de deelnemende gemeenten risicodragend zijn.
Verwachting wordt dat het laatst beschikbare terrein van DocksNLD in 2021 is uitgegeven. Het voordelige resultaat daarvan wordt, zoals overeengekomen, als bijdrage in de exploitatie van Bedrijvenpark A18 van Doetinchem opgenomen. Dat draagt daardoor bij aan het verkleinen van het verlies van deze exploitatie en daarmee ook aan het verlaging van het risico van de deelnemende gemeenten. Omdat dit jaar al een meerjarenplanning was vastgesteld en verwerkt in onze jaarrekening is er geen nieuwe prognose van de verwachte verliesvoorziening beschikbaar. Voor de nog de beschikbare kavels op het A18 Bedrijvenpark is de verwachting dat de uitgiftetermijn zal afnemen door toename van belangstelling en een versnelling van de uitgifte van de bouwkavels.
Verloop verliesvoorzieningen
Aangezien alle grondexploitaties een voordelig resultaat verwachten, kunnen de eerder daarvoor geraamde verliesvoorzieningen komen te vervallen.
De verliesvoorziening ingevolge de samenwerking West Achterhoek / Bedrijvenpark A18 Doetinchem blijft vooralsnog ongewijzigd. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het verloop van de verwachte verliesvoorzieningen.
Hoogte van de verwachte verliesvoorzieningen |
Verwachting 2021 |
Verwachting 2022 |
Bedrijventerreinen Oude IJsselstreek |
0 | 0 |
Woningbouw Oude IJsselstreek |
332.341 | 0 |
BP A18 Doetinchem samenwerking WA (RBT / EBT) |
83.000 |
83.000 |
Totaal |
415.341 | 83.000 |
Risico’s
Terug naar navigatie - Risico’sRisico’s
Voor alle lopende grondexploitaties wordt met behulp van een risicomodel berekend wat het financiële resultaat wordt wanneer veronderstelde (risicovolle) gebeurtenissen zich zouden voordoen.
Voor het bepalen van de weerstandscapaciteit houden we rekening met het totaal van dit risico. Naast de grondexploitaties voor bedrijventerreinen en woningbouw zijn er ook risico’s als gevolg van de deelname in de ontwikkeling van het regionaal en euregionaal Bedrijvenpark A18. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de hoogte van de mogelijke risico's.
Resterende risico's:
Verwachting risico's 2021 |
Verwachting risico's 2022 |
|
Risico's bedrijventerreinen Oude IJsselstreek |
185.736 | 63.562 |
Risico’s woningbouw Oude IJsselstreek |
1.234.469 | 1.255.087 |
Risico's Regionaal bedrijventerrein (RBT/EBT) |
52.000 | 28.000 |
Gevolgen weerstandsvermogen |
1.472.205 |
1.346.649 |
De totale risico’s zijn, per saldo met een bedrag van ruim € 125.000, iets afgenomen. De marktomstandigheden kennen een verbetering waardoor ondernemers verondersteld worden weer te investeren, dit geldt voor de bedrijfsterreinen en de deelname in Bedrijvenpark A18. Voor Varsseveld Industriepark is het risico toegenomen omdat in verband met een beroepsprocedure er nog geen onherroepelijk bestemmingsplan is.
De risico’s binnen de grondexploitatie hebben invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Hiervoor verwijzen we naar de paragraaf weerstandsvermogen.
(Op onderdelen is deze paragraaf Grondbeleid tekstueel ingekort. Voor een uitgebreide toelichting op alle onderdelen verwijzen we naar de paragraaf Grondbeleid als onderdeel van de jaarrekening)
De risico’s worden jaarlijks geactualiseerd, zowel bij jaarrekening, begroting en MPG.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingHet weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente middelen kan vrijmaken om grote tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid direct veranderd moet worden. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen de omvang van de financiële risico’s en de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om deze risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit).
De benodigde omvang van het weerstandsvermogen is afhankelijk van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. Hiervan maken wij een inschatting per risicocategorie.
In eerdere begrotingen hebben we enkele financiële uitgangspunten met betrekking tot het eigen vermogen en de ontwikkeling van de schuldpositie losgelaten. In deze begroting hebben we dit nu ook definitief doorgevoerd in ons beleid.
Deze wijziging is nodig om meer flexibel beleid mogelijk te maken conform de lijn van de voorjaarsnota 2022. Om de ontwikkeling van onze financiële positie te monitoren en tijdig bij te kunnen sturen, indien nodig, wordt voorgesteld rekening te houden met een ratio beschikbaar/benodigd weerstandsvermogen van minimaal 2. Dat geeft een buffer om bij tegenvallers met langere termijn doorwerking, tijd te hebben om structureel bij te sturen.
Beleid
Terug naar navigatie - BeleidHet bestaande beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen. Daarnaast geldt de begrotingsdoctrine.
Beleidsuitgangspunten:
• Gemeente Oude IJsselstreek gebruikt incidentele weerstandscapaciteit om incidentele tegenvallers te dekken;
• De begroting moet elk jaar structureel sluitend zijn. Structurele tegenvallers moeten opgevangen worden door structurele middelen. De begroting 2022 voldoet hieraan.
• Het weerstandsvermogen wordt zoveel mogelijk intact gelaten en er wordt terughoudend opgetreden bij beschikking over de algemene reserve. Dit omdat niet alle risico’s volledig gekwantificeerd kunnen worden. Om een goed beeld te houden op de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit worden deze minimaal tweemaal per jaar (bij de programmabegroting en de jaarrekening) geïnventariseerd en beoordeeld;
• De post onvoorzien wordt alleen gebruikt voor éénmalige tegenvallers; deze tegenvallers dienen te voldoen aan de criteria: onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar
• De algemene reserve wordt volledig meegerekend bij de bepaling van de weerstandscapaciteit.
Weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - WeerstandsvermogenHet weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet verzekerd zijn. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten te dekken. De risico’s zijn alle voorzienbare risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie.
Weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit geeft de mate aan waarin de gemeente zelf in staat is om niet-begrote kosten te dekken uit structurele middelen, zonder direct het bestaande beleid te moeten aanpassen dan wel bezuinigingen door te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheden die er zijn tot het verhogen van de inkomsten (bijvoorbeeld via belastingverhoging). Bij de incidentele weerstandscapaciteit gaat het om de aanwezigheid van vrij besteedbare middelen die éénmalig kunnen worden ingezet. De bestemmingsreserves en niet-benutte belastingcapaciteit nemen we uit oogpunt van behoedzaamheid niet in de weerstandscapaciteit mee.
Onderstaande tabel bevat het overzicht van de weerstandscapaciteit per begin van het boekjaar 2022.
Weerstandscapaciteit | Bedrag |
a. Begrotingsruimte (post onvoorzien) | 49 |
b. Algemene reserves | 22.815 |
c. Stille reserves | 1.000 |
Totaal weerstandscapaciteit per 1-1-2020 | 23.864 |
Toelichting
A. Begrotingsruimte
Voor de dekking van niet voorziene uitgaven is in de begroting een structureel bedrag van € 1,25 per inwoner, ofwel een totaalbedrag van afgerond € 49.000 opgenomen.
B. Algemene reserve
Algemene reserve (x 1.000) |
Werkelijke stand 31-12-2020 |
Begrote stand 1-1-2021 |
Begrote stand 1-1-2022 |
Algemene reserve | 21.979 | 20.067 | 22.815 |
C. Stille reserves
Een stille reserve is het verschil tussen de hogere directe opbrengstwaarde bij verkoop en de boekwaarde van de diverse activa zoals ze op de balans staan. De mogelijke meeropbrengsten bij verkoop kunnen voor andere doelen worden aangewend. Dit geldt alleen voor bezittingen die direct verhandelbaar of verkoopbaar zijn. Bijvoorbeeld panden en objecten, maar ook bos-en landbouwgronden die niet of met een lagere boekwaarde op de balans staan. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit wordt rekening gehouden met 50% van het verschil tussen de boekwaarde en de actuele WOZ-waarde. We nemen voor de weerstandscapaciteit het bedrag van € 1.000.000.
Risico's
Door de risico’s in beeld te brengen, kunnen we het benodigd weerstandsvermogen bepalen. Voor elk risico wordt beoordeeld of het risico kan worden vermeden, verminderd, overgedragen of geaccepteerd. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en het bedrag ten hoogte van de maximale risico. In totaal is het risico voor Oude IJsselstreek berekend op € 6.649.000,00.
De belangrijkste risico’s voor Oude IJsselstreek (x 1.000) :
Risico's | Mate inschatbaarheid | Beheersing | Financieel gevolg | Risico |
a. Aansprakelijkheid/eigendom/Bedrijfsvoering | ||||
Schadeclaims | Slecht | Verminderen | 400 | 40 |
Eigendommen | Slecht | Verminderen | 450 | 45 |
Personeel/inhuur | Redelijk | Accepteren | 1.000 | 500 |
ICT | Slecht | Verminderen | 4.000 | 400 |
Bedrijfsvoering overig | Slecht | Accepteren | 800 | 160 |
b. Financiële risico's | ||||
Bestuursdwang/proceskosten | Slecht | Verminderen | 300 | 150 |
Niet tijdig of volledig halen gestelde doelen | Redelijk | Verminderen | 1.200 | 240 |
c. Grondexploitatie | ||||
Zie paragraaf Grondbeleid | Redelijk | Accepteren | 1.347 | 1.347 |
d. Verbonden partijen | ||||
Dividend | Redelijk | Accepteren | 600 | 300 |
Zie paragraaf verbonden partijen | Goed | Verminderen | 4.222 | 422 |
e. Open eind regelingen | ||||
Sociaal Domein | Slecht | Verminderen | 4.000 | 1.000 |
f. Garant en borgstellingen | ||||
Garant- en borgstellingen | Redelijk | Accepteren | 79.468 | 795 |
g. Overige (externe) factoren | ||||
Overige factoren | Slecht | Verminderen | 5.000 | 1.000 |
Covid |
Slecht | Accepteren | 1.000 |
250 |
Totaal | 103.787 | 6.649 |
Toelichting categorieën
a. Aansprakelijkheid/ eigendommen /bedrijfsvoering
Dit betreft onder andere aansprakelijkheid voor schadeclaims vanwege onzorgvuldig, onjuist of niet tijdig handelen. Daarnaast hebben we een beperkt risico op het gebied van brand- en stormschade op gemeentelijke gebouwen. Ook hebben we risico’s op de eigen percelen ten aanzien van verontreiniging.
Daarnaast lopen we risico op de personeelslasten/ inhuur. Het wordt steeds moeilijker om bepaalde vacatures te vervullen. Er zijn niet/ zeer moeilijk mensen meer te vinden. Dat kan leiden tot hogere personeelslasten, omdat er meer extern moet worden ingehuurd/ingekocht. Op dit moment is de markt dusdanig, dat zelfs dit niet meer altijd lukt, wat ook maakt dat de tarieven zeer sterk zijn gestegen. Dit leidt, naast extra kosten, ook tot een nog hogere druk op de staande organisatie, wat vervolgens tot hoger ziekteverzuim kan leiden.
De risico’s ten aanzien van ICT worden de komende jaren steeds groter met betrekking tot bijvoorbeeld hacks, ransomware, DDOS-aanvallen. Natuurlijk zijn er de nodige maatregelen genomen om hackers zoveel mogelijk te weren, en worden medewerkers regelmatig gewaarschuwd om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen, maar hackers zijn inventief en bedenken telkens nieuwe wegen om de beveiliging te omzeilen. De financiële gevolgen van een hack kunnen groot zijn.
De post bedrijfsvoering overig betreft tot slot een aantal specifieke risico’s:
• Personeelslasten/inhuur; gemeente is eigen risicodrager voor de ww.
• Eigen risicodrager wachtgeldverplichtingen bestuurders.
• Gemeente is pensioenverzekeraar van bestuurders.
b. Financiële risico’s
• Bestuursdwang en proceskosten
• Niet tijdig en in volle omvang behalen van taakstellingen / dekkingsmogelijkheden
c. Grondexploitatie
• zie paragraaf “Grondbeleid”
d. Verbonden partijen
• Zie paragraaf "Verbonden partijen"
• Dividend: de gemeente ontvangt dividend van Alliander, Vitens en de Bank Nederlandse Gemeenten. De totale dividendraming is in de begroting al verminderd tot € 600.000. Vanwege de energietransitie heeft Alliander, zoals bekend, voor de komende jaren forse investeringen nodig om het netwerk te verduurzamen en toekomstbestendig te maken. Hiertoe moeten zij het eigen vermogen versterken, bij voorkeur met achtergestelde leningen die door de aandeelhouders worden verstrekt (om daarmee de rentelasten zo laag mogelijk te houden). Mocht dit niet lukken, dan lopen we het risico dat de dividenduitkering nog verder daalt of zelfs voor een periode volledig vervalt, zoals nu bij Vitens al aan de orde is. Vanwege verscherpte regelgeving voor banken door de Europese Centrale Bank als gevolg van Covid, krijgt de BNG te maken met mogelijk noodzakelijke versterking van het eigen vermogen. Ook hier ligt daardoor een risico op het uit te keren dividend.
e. Open-einde regelingen
De uitgaven die gemoeid zijn met open-einde regelingen zijn, zoals de naam al aangeeft, moeilijk te beïnvloeden door de gemeente omdat het beroep op deze regelingen en subsidies niet te maximeren is.
Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Jeugd, WMO):
In het sociaal domein is sprake van een aantal majeure ontwikkelingen die kansen en onzekerheden meebrengen voor 2022. Zij worden genoemd op blz. 21 t/m 23 van de Voorjaarsnota 2022. Een korte samenvatting:
• In de regio loopt een traject om te komen tot nieuwe inkoopafspraken met aanbieders vanaf 2022. Er worden kostenbesparingen verwacht, maar deze zijn reeds ingeboekt in de begroting. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen leiden tot tegenvallers;
• Per 1 januari 2022 is Doetinchem geen centrumgemeente meer voor beschermd wonen in de hele regio. Alle gemeenten gaan zich inzetten voor de betreffende inwoners. Het financiële effect van dit hele proces is nog niet bekend;
• Vanaf 2022 is de gemeente waar een jeugdige staat ingeschreven verantwoordelijk voor de zorgvraag en de betaling ervan van de jeugdige, ook wanneer deze verblijft in een instelling in een andere gemeente. Het financieel effect ervan is nog onduidelijk, maar kan aanzienlijk zijn, zowel positief als negatief;
• De invoering van het abonnementstarief in de Wmo (vanaf 1 januari 2019) heeft een aanzuigende werking;
• Voor 2021 heeft het kabinet extra middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg. Het is nog onduidelijk welke extra middelen beschikbaar komen voor de jaren daarna. Het is aan het nieuwe kabinet om daarover definitieve besluiten te nemen;
• Het is nog onduidelijk of de gemeente in aanmerking komt voor een nieuwe compensatieregeling voor gemeenten, die zijn geconfronteerd met een aanzienlijk stijging voor de kosten van voogdij en 18+;
• Het is nog onduidelijk welk effect Covid-19 en de lockdowns hebben gehad op de mentale gezondheid voor onze inwoners en wat dit doet met toekomstige zorgvraag;
Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Participatie)
• Uitvoering Participatiewet in eigen beheer: De uitvoering van de participatiewet in eigen beheer per 1 januari 2021 en de oprichting van de Oude IJsselstreek B.V. brengt risico’s met zich mee, die voorheen onder primaire verantwoordelijkheid van Laborijn vielen. De hoogte van deze risico’s is in grote mate afhankelijk van de manier waarop de nieuwe werkwijze wordt vormgegeven.
• De gemeente Oude IJsselstreek is sinds januari 2021 volledig zelfstandig verantwoordelijk voor overschotten en tekorten op de Buiguitkering (gebundelde uitkering art. 69 Participatiewet). Indien een gemeente een tekort heeft omdat er meer bijstandsuitkeringen moeten worden uitbetaald dan dat in deze Buig uitkering van het Rijk wordt voorzien kan de gemeente aanspraak maken op de zgn.
• Vangnetuitkering. Hiervoor moet de gemeente aan een aantal voorwaarden voldoen. Niet alleen moet het tekort boven de 7,5 % van de totale Buiguitkering uitkomen, de gemeente wordt ook getoetst of het voldoende heeft gedaan om tot tekortreductie (term ministerie) te komen. Een aantal van deze voorwaarden zijn deels afhankelijk van politieke keuzes zoals het inzetten van boetes en maatregelen en het actief opleggen en innen terugvorderingen en verhaal. De keuzes die hierin gemaakt worden moeten we zien in het licht van de vastgestelde visie. Werken vanuit de bedoeling is niet louter gericht op handhaving maar zaken in perspectief zetten en integraal afwegen.
• De gemeente Oude IJsselstreek is al jaren een zgn. nadeel-gemeente. Dit houdt in dat de gemeente al jaren minder Buig ontvangt dan dat zij werkelijk nodig heeft om de uitkeringen te betalen. De verwachting is dat dit ook in 2021 zal zijn. Voor het begrotingsjaar 2022 is de verwachting dat het Buig budget wederom niet voldoende zal zijn als gevolg van het eerder genoemde verdeelsysteem. Er zijn twee zaken die hier van invloed op kunnen zijn. Of het verdeelsysteem gaat aangepast worden of het lukt de gemeente om via inzet van STOER de aantallen uitkeringen omlaag te brengen.
•Uittreding Laborijn – financiële afwikkeling. De gemeente Oude IJsselstreek is per 1 januari 2021 uit de Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn (hierna: Laborijn) getreden. Begin 2021 heeft de gemeente van Laborijn een afrekening ontvangen voor de uittredingssom. Gemeente Oude IJsselstreek heeft de hoogte van deze afrekening bestreden. Bij de voorbereiding van de begroting is het proces rond de vaststelling van de uittredingssom nog niet afgerond.
• Exploitatiesubsidies
• Leerlingenvervoer
• ZIN (Zorg in Natura)
f. Garant/borgstellingen
Het overzicht van de borg-/garantstellingen is opgenomen in de jaarstukken.
g. Overige (externe) factoren
• Economische ontwikkelingen, die buiten de invloedssfeer van de gemeente vallen.
• Planschade.
• Schade ten gevolge van veranderend klimaat en of extreme weersomstandigheden.
• Leges.
• Hypotheken personeel.
• Fluctuatie kosten en opbrengsten Afvalscheiding.
• Uitkering gemeentefonds inclusief Btw- compensatiefonds (BCF).
• Vennootschapsbelasting (VPB).
• Omgevingswet.
• Herijking gemeentefonds. De invoering van het nieuwe verdeelmodel van het Gemeentefonds is opnieuw met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. De verwachting was dat het effect voor onze gemeente neutraal tot licht positief zou uitvallen. Naar aanleiding van de reacties vanuit verschillende gemeenten, heeft een nieuwe herijking plaatsgevonden. Op basis van de laatste berichten, lijken de perspectieven voor onze gemeente gunstiger te zijn en positief uit te vallen. Dit betreft echter nog altijd een voorlopige inschatting. Na definitieve besluitvorming over de invoering van het verdeelvoorstel vindt nog een actualisatie plaats, waarna de herijking ingaat per 1 januari 2023.
• Covid. Met het verstrijken van de tijd komen ook de risico’s rond Covid in een ander daglicht te staan. De gevolgen van Covid treffen vooral bepaalde groepen ondernemers en inwoners, zoals de evenementenindustrie en kwetsbare doelgroepen. Natuurlijk is er staatssteun, maar het kan niet worden uitgesloten dat de gemeente (op termijn) geconfronteerd wordt met gevolgen. De gevolgen op langere termijn zijn nog niet te overzien. Hoe de effecten op de leefbaarheid, winkelkernen, economie en maatschappelijk middenveld uiteindelijk uitpakken, kunnen we op dit moment niet voorspellen.
Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)
Terug naar navigatie - Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)De verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of het weerstandsvermogen voldoende is. Een ratio >2 is uitstekend te noemen.
|
|
beschikbare weerstandscapaciteit |
|
23.864 |
|
|
Weerstandsvermogen |
= |
------------------------------------------------ |
= |
----------- |
= |
3,59 |
|
|
benodigde weerstandscapaciteit (risico's) |
|
6.649 |
|
|
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenHet Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat in deze paragraaf een verplichte basisset van 5 kengetallen wordt opgenomen. Deze kengetallen zijn:
- Netto schuldquote
- Solvabiliteitsratio
- Grondexploitatie
- Structurele exploitatieruimte
- Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden)
Het is van belang deze kengetallen in breder perspectief te zien, aangezien deze op zichzelf staand maar een deel van het totale beeld van de gemeentelijke financiën weergeven.
Kengetallen |
Rekening |
Begroting |
Begroting 2022 (stand 1-1) |
1a Netto schuldquote | 104,6% | 120,4% | 115,4% |
1b Netto schuldquote gecorrigeerd | 95,8% | 120% | 107,1% |
2 Solvabiliteitsratio | 17,3% | 14% | 15,5% |
3 Grondexploitatie | 6,5% | 4% | 9,7% |
4 Structurele exploitatieruimte | 1,3% | 0,98% | 0,1% |
5 Belastingcapaciteit* | 99,2% | 100,4% | 99,1% |
* Gebaseerd op het landelijk gemiddelde van € 811 (2021) voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning.
Signaleringswaarden |
Waarde |
Categorie A | Categorie B | Categorie C |
Netto schuldquote | 115,4% | <90% | 90-130% | >130% |
Netto schuldquote, gecorrigeerd | 107,1% | <90% | 90-130% | >130% |
Solvabiliteitsratio | 15,5% | >50% | 20-50% | <20% |
Grondexploitatie | 9,7% | <20% | 20-35% | >35% |
Structurele exploitatieruimte Begroting | 0,14% | Begr en MJR>0% | Begr of MJR >0% | Bgr en MJR <0% |
Structurele exploitatieruimte MJR 2025 | 0,42% | |||
Belastingcapaciteit | 99,1% | <95% | 95-105% | >105% |
Weerstandsvermogen | 359% | >100% | 80-100% | <80% |