Programma 1: De gemeente waar het goed wonen is

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Waarom
De gemeente staat voor grote opgaven op het gebied van de leefomgeving. Woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie, landbouwtransitie, natuurontwikkeling en bedrijvigheid vragen allemaal aandacht en ruimte bij de invulling van deze opgaven. Ook in onze gemeente.

Dat het klimaat verandert, wordt de laatste jaren steeds duidelijker zichtbaar. De afgelopen zomer was er één van veel neerslag, terwijl we de twee zomers daarvoor juist te maken hadden met (extreme) hitte en droogte. We moeten onze samenleving hier veerkrachtiger tegen maken en werken aan het voorkomen van verdere opwarming van de aarde.

In de gemeente waar het goed wonen is, dragen we zorg voor een leefomgeving waar iedere inwoner, jong of oud, prettig kan wonen. We houden graag ons buitengebied, onze kleine kernen en de centra vitaal. De Achterhoek scoort in de brede welvaartsindex hoog op woontevredenheid en die waarde willen we houden en versterken. Daar willen wij ons ook in 2022 en daarna blijvend voor inzetten.

Wat doen we hiervoor?
Naast onze ambities en doelen in het programmaplan, hebben we uiteraard ook veel reguliere taken; de going concern. Hieronder is visueel weergegeven wat we aan reguliere taken binnen programma 1 uitvoeren.

Wat geven we eraan uit?
In totaal geven we binnen programma 1 bijna € 32 miljoen uit. In onderstaand overzicht is te zien waar het geld naar toe gaat.

 

Waarmee
We zoeken altijd naar de balans tussen de verschillende vraagstukken die voor ons liggen. Woningbouw, energietransitie, natuur, bedrijvigheid en vele andere onderwerpen vragen allemaal aandacht en doen allemaal een beroep op onze ruimte. Door de integraliteit op te zoeken tussen deze vraagstukken, werken we aan verbindingen die de vraagstukken onderling en daarmee de leefomgeving versterken.

Deze integraliteit is ook terug te vinden in onze Toekomstvisie. Deze visie brengt de vraagstukken waar de gemeente voor staat samen in zeven opgaven. Deze zeven opgaven bieden sturing aan ons handelen voor de toekomst van onze gemeente. Het helpt ons om focus te houden op het doen van de dingen die we moeten doen: zorg dragen voor een vitale en veerkrachtige leefomgeving.

Centraal in programma 1 staan de doelen: vergroenen, verduurzamen en (ver)bouwen. Bij al deze doelen wordt zo veel mogelijk gezocht naar de samenhang tussen de opgaven om de brede welvaart voor onze inwoners te vergroten. Vijf dimensies worden het meest beïnvloed vanuit dit programma, te weten woontevredenheid, milieu, subjectief welzijn, gezondheid en maatschappelijke betrokkenheid.

Met het vergroenen van de gemeente dragen we bijvoorbeeld bij aan het versterken van de biodiversiteit en het klimaatadaptief maken van onze kernen. We verduurzamen de gemeente en stimuleren daarmee de circulaire economie en het verminderen van broeikasgassen. In onze bouwopgave richten we ons op de juiste woning op de juiste plek, maar houden we daarbij ook rekening met opgaven als de energietransitie en vergroening van de kernen.

De doelen vergroenen, verduurzamen en bouwen komen elkaar ook weer tegen bij de ontwikkeling van de Oude IJsselzone en het DRU Industriepark en bij het versterken van een vitaal buitengebied, waar landschap, wonen en klimaatadaptatie verbonden worden in een gebiedsgerichte aanpak.

Hoe
Bij nieuwe ontwikkelingen kijken we niet geïsoleerd naar een vraagstuk, maar integraal. We stapelen het liefst verschillende functies waarmee we optimaal gebruik maken van de ruimte en de investeringen. We zoeken, ontwikkelen en benutten deze kansen waardoor onze euro dubbele waarde heeft.

Denk hierbij aan zon op (nieuwe) daken, bloemen in de bermen, openbare (groene) ruimte waar eenieder kan bewegen, ontspannen en ontmoeten en het circulair inzetten van (bouw)materialen/grondstoffen. De grenzen tussen sociaal en fysiek domein gaan steeds meer verdwijnen en vinden elkaar bij onderwerpen als werkgelegenheid en zorg. Zo komen sociale en fysieke ontwikkelingen bij elkaar in de visie Wonen en Zorg.

In al deze processen zien we nadrukkelijk een rol voor ons als gemeente weggelegd. Deze kan groter en kleiner zijn. Soms participeren we, soms nemen we de regie. We nemen hierbij altijd een actieve houding aan zodat we écht kunnen faciliteren, realiseren en samenwerken.

Doelen en acties

Terug naar navigatie - Doelen en acties

1.1- Vergroenen

Terug naar navigatie - 1.1- Vergroenen

Het groene agrarische landschap is voor een gemeente als Oude IJsselstreek belangrijk. We werken aan versterken van biodiversiteit door meer bomen te planten en bloeiende bermen te stimuleren. Dit draagt ook bij aan de CO2-doelstellingen uit het klimaatakkoord, voor opslag van fijnstof en het produceren van zuurstof. Ons groene landschap is de reden dat toeristen naar de Achterhoek komen.

De vastgestelde Visie op landschap, natuur en groene kernen is het fundament om te werken aan vergroenen. We zijn de afgelopen tijd het groen in onze (directe) omgeving meer gaan waarderen. Groen draagt bij aan de brede welvaart: de woontevredenheid, het subjectieve welzijn en uiteraard draagt groen bij aan milieudoelstellingen om onder andere CO2 vast te leggen. Naast uitvoering van de visie in concrete projecten, zoals de actie ‘Tegel eruit, boom erin’, maken we in 2022 een kader voor het op te richten Landschapsfonds. Met het fonds gaan we met onze inwoners in het buitengebied aan de slag om waardevolle landschapselementen te onderhouden en versterken.

Vergroening in de kernen helpt om hittestress te voorkomen en wateroverlast te bergen bij de toenemende extremen in het weer. Dit draagt bij aan de gezondheid van onze inwoners. Een voorbeeld is het verzoek van Wonion voor het maken van een klimaatplan voor De Bongerd in Ulft. Wonion heeft ons gevraagd om samen niet alleen hittestress in het complex aan te pakken, maar direct te werken aan een klimaatbestendiger, socialer en daarmee leefbaarder complex. Door de bewoners ook mee te nemen in het proces wordt gekeken naar hun behoeftes en waar draagvlak voor is. We willen leren van dit voorbeeld om vanuit verschillende disciplines en eigenaren in het gebied doelen en maatregelen te bepalen.

We gaan werken aan groene centra als aantrekkelijk winkel- en verblijfgebied, die ook klimaatadaptief zijn ingericht. Momenteel werken we bijvoorbeeld aan een plan voor het centrum van Varsseveld om hiermee aan te sluiten op de woningbouwplannen die in ontwikkeling zijn. Daarnaast is in de vastgestelde startnotitie Herontwikkeling Wesenthorst ook de verbinding met het centrum benoemd. Ook daar liggen kansen voor vergroening. We pakken het maken van de plannen op binnen beschikbare budgetten en de uitvoering daar waar mogelijk. Als aanvullende investeringen gewenst zijn, dan komen we daar in een later stadium op terug.

1.2- Verduurzamen

Terug naar navigatie - 1.2- Verduurzamen

In juni 2019 werd het nationaal Klimaatakkoord gepresenteerd. Het Klimaatakkoord heeft een centraal doel: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland met 49% ten opzichte van 1990. Europa stelt daarnaast een broeikasgasreductie van 55% in 2030 voor. Dat betekent dat veel gedaan moet worden aan energiebesparing, duurzame energieopwekking en aan de transitie naar aardgasvrije wijken.

Gemeenten hebben de regierol in de uitvoering van de warmtetransitie. Deze taak pakt Oude IJsselstreek graag op. Daarvoor is het van belang dat het Rijk de door de VNG gestelde randvoorwaarden zo snel mogelijk invult:
• Borging van betaalbaarheid en woonlastenneutraliteit
• Wet en regelgeving om regie te voeren vanuit de Warmtewet
• Rijk als partner, samen de heldere boodschap vertellen
• Beschikbaar stellen van voldoende uitvoeringsbudget voor capaciteit.
We pakken pas nieuwe gemeentelijke taken op als bovenstaande randvoorwaarden (waarbij structurele middelen het belangrijkste zijn), door het Rijk worden ingevuld.

Op regionaal niveau is gewerkt aan een eerste versie van de Regionale Energie Strategie (RES 1.0) om te komen tot de invulling van de opgave voor opwekken van duurzame energie. De voorkeur in de RES 1.0 gaat uit naar grootschalige opstellingen van zonnepanelen op daken. De energieproductie hiervan betekent optimaal gebruik van de ruimte. De Achterhoek heeft een hoge doelstelling voor het realiseren van zon op dak. Minimaal 0,35 TWh duurzame energie moet via grootschalige opstellingen van zon op dak worden geproduceerd.

We blijven daarom onverminderd inzetten op zonne-energie op daken. Bedrijven stimuleren we om zonnepanelen op grote bedrijfsdaken te plaatsen. We onderzoeken op welke gemeentelijke gebouwen en parkeerplaatsen nog extra zonnepanelen kunnen komen. Aandachtspunt blijft energiebesparing bij woningen en bedrijfsgebouwen. Via het Agem Energieloket zetten we in op energiebesparing en het vormgeven van participatie bij projecten.

Recentelijk heeft TenneT bekend gemaakt dat de teruglevering van duurzame opwekking op slot gaat voor een nader te bepalen periode. Vanaf begin september kunnen geen nieuwe aanvragen worden gehonoreerd voor duurzame opwekking op een grootverbruik aansluiting. Aangegeven wordt dat de groei van duurzame teruglevering inmiddels zo groot is dat knelpunten ontstaan op het hoogspanningsnet van landelijk netbeheerder TenneT. TenneT gaat onderzoek doen en verwacht eind 2021 in beeld te hebben waar mogelijk oplossingen te vinden zijn voor het ‘managen’ van het volle netwerk. Daarnaast wordt door TenneT samen met Liander onderzocht welke invloed dit heeft op de huidige projecten en wat de mogelijkheden zijn op de middellange termijn. Wat dit dus gaat betekenen voor de uitvoering de RES 1.0 en met name de doelstelling voor zon op dak is nog niet bekend.

Bron: https://klimaatmonitor.databank.nl/dashboard/dashboard

Het vaststellen van de Transitievisie Warmte is het vertrekpunt voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving in 2050. Vooralsnog zetten we niet in op het aardgasvrij maken van hele wijken maar op het aardgasvrij-klaar maken van enkele wijken. De invulling van de warmtetransitie op wijkniveau is ingrijpend. Het is een flinke fysieke ingreep waarbij ook veranderingen achter de voordeur nodig zijn. Het werken aan een alternatief voor aardgas vraagt om een integrale aanpak waarbij we toewerken naar toekomstbestendige wijken waar het goed wonen, werken en verblijven is.

In 2022 gaan we verder met het proces in de Wijk van de Toekomst Varsseveld. In deze wijk gaan we in gesprek met inwoners en partners om invulling te geven aan de opgave. De nadruk ligt hierbij op energie besparen, isoleren en inrichten van particuliere en openbare ruimte. Het is een proces dat stap voor stap vormgegeven wordt. Hierbij hebben we aandacht voor de sociale en financiële aspecten van de energietransitie.

We blijven inzetten op het verbeteren van het scheidingspercentage van het afval in onze gemeente. Minder restafval betekent minder CO2 uitstoot voor verbranding van afval en betere scheiding betekent meer grondstoffen die opnieuw gebruikt kunnen worden. Dit vermindert vervolgens weer het gebruik van nieuwe grondstoffen in de keten. Zo dragen we bij aan de transitie Van Afval Naar Grondstof. In 2022 wordt daarvoor nieuw VANG-beleid ter vaststelling voorgelegd aan de raad. De kostenstijging in afvalverwerking komt met name door externe factoren, zoals de nieuw ingevoerde verbrandingsbelasting.

1.3- Bouwen

Terug naar navigatie - 1.3- Bouwen

De druk op de woningmarkt is en blijft voorlopig onverminderd hoog. Dit betekent dat de komende jaren een fors aantal woningen gebouwd moet worden. Vooral aan betaalbare woningen voor onze starters en levensloopbestendige woningen voor onze senioren is grote behoefte.

We gaan voor de juiste woning op de juiste plek en werken volgens de lijn ‘van binnen, naar buiten'. Daarom geven we met de woningbouwcriteria ruimte voor de bouw van woningen waaraan aantoonbare behoefte is. Leegstaand vastgoed kan worden getransformeerd tot woningen, denk hierbij aan leegstaande winkels in de aanloopstraten of vrijkomende agrarische bebouwing. We kijken ook naar geschikte gronden binnen de kernen die nu onbebouwd zijn. De behoefte aan woningen is zo groot dat het daarnaast nodig is om op een select aantal uitleglocaties aan de rand van de grote kernen te gaan bouwen.

Naast de woning zelf is de omgeving waarin deze staat van invloed op het woongenot van onze inwoners. Voor alle woningbouwplannen geldt daarom dat wij werken aan een woonomgeving die past bij het groene karakter van onze gemeente. Sinds de wijziging van de woningbouwcriteria begin 2020 is een groot aantal plannen ingediend, dit zorgt nu al voor een nieuwe dynamiek op de woningmarkt.

De meest recente prognoses geven een woningbouwopgave tussen de 1000 en 2250 woningen voor de periode van 2020-2030. In april 2021 is uitgesproken om uit te gaan van het maximale scenario van 2250 woningen tot 2030 en hier het woningbouwprogramma op af te stemmen. Dit komt gemiddeld neer op 225 nieuwbouwwoningen per jaar.

We blijven als gemeente actief sturen op de woningbouw. Via de woningbouwcriteria sturen we op gewenste ontwikkelingen. Deze aanpak betekent dat wij veel samenwerken op locaties waarvan de grond en stenen niet in ons eigendom zijn. We werken in partnerschap met de eigenaren, omwonenden en de omgeving. Hier faciliteren we goede ideeën en brengen wij partijen bij elkaar om in een groter perspectief een prettige woonomgeving en groene gebiedsontwikkeling te realiseren. Met de aanwijzing van de vijf uitleglocaties nemen we het voortouw in de ontwikkeling van de juiste woning op de juiste plek. We zien vooral een rol voor ons als gemeente weggelegd voor het (laten) bouwen van starterswoningen. Dit doen wij omdat de ‘markt’ dit onvoldoende oppakt. De huidige ingediende plannen dekken niet de vraag naar starterswoningen.

Voor de locatie Varsseveld West zijn in de startnotitie de procesmatige en inhoudelijke kaders voor de ontwikkeling vastgelegd. Op deze locatie en de overige uitleglocaties kunnen we een belangrijk deel van de benodigde starterswoningen realiseren. De realisatie hiervan kan op deze grotere locaties gekoppeld worden aan de bouw van andere typen woningen. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheid om tijdelijke starterswoningen op eigen locaties te ontwikkelen om op kortere termijn te voorzien in de behoefte.

Het vergt tijd om na jaren van stagnatie in de woningbouw nu de omslag naar groei te maken. Het beoordelen, begeleiden en aanjagen van de woningbouwplannen vraagt de nodige personele inzet. Het proces van een eerste conceptschets naar de daadwerkelijke bouw van de juiste woningen is complex, omdat allerlei belangen in samenhang met elkaar worden gewogen. De eerste tastbare resultaten van de woningbouwcriteria worden nu zichtbaar, de eerste locaties maken na het succesvol afronden van de planologische procedure nu de stap van planvorming naar realisatie. De komende jaren gaat dit, als wij onze huidige criteria en inzet consistent voortzetten, voor meer locaties gelden. Zo dragen wij bij aan het invullen van de woningbouwbehoefte van onze inwoners.

In onderstaande grafiek is de voortgang van de woningbouwopgave te zien. In dit overzicht is duidelijk te zien dat in 2020 en de eerste helft van dit jaar een groot aantal plannen is ingediend. Ook tekent zich nu al een forse toename van het aantal vergunde en gerealiseerde plannen af. Het aantal ingediende plannen, aangevuld met het aanwijzen van de uitleglocaties, geeft vertrouwen voor een hogere nieuwbouwproductie in de komende jaren. Een nadere duiding nemen wij op in de ‘rapportage voortgang woningbouw’.

Bron: eigen gegevens

Mensen wonen langer zelfstandig thuis. Voor een deel van onze oudere inwoners is hun huidige woning niet langer passend. Verhuizen naar een levensloopbestendige woning kan een oplossing zijn, maar zeker ook het maken van aanpassingen aan de huidige woning. Het aandeel ouderen groeit de komende jaren snel. Daarom is een visie Wonen en Zorg opgesteld. Hier wordt in 2022 een uitvoeringsplan in samenwerking met onze woon- en zorgpartners aan gekoppeld. Het project Heerlijk Thuis in Huis is daarvan onderdeel en helpt bij de bewustwording van onze ouderen met de mogelijkheden om hun woning levensloopbestendig te maken en te verduurzamen.

1.4- Oude IJsselzone en DRU Industriepark

Terug naar navigatie - 1.4- Oude IJsselzone en DRU Industriepark

 2022 uit te voeren.

Oude IJsselstreek heeft enorme potentie in zich, met daarin de Oude IJssel als de ruggengraat. Zoals in de huidige Toekomstvisie ook benoemd, is de Oude IJssel - het ‘blauwe goud’- als een kerngebied opgenomen. Het gebied op en rondom de rivier is een vliegwiel gebleken voor vele ontwikkelingen en een troef in het creëren van unieke kansen. We zien het water niet (meer) als obstakel, maar als versterkend en verbindend element.

De afgelopen decennia heeft de gemeente onder meer de restauratie en herbestemming van het DRU Industriepark ter hand genomen, zijn toeristische overstappunten en fietspaden gerealiseerd en op en rond Engbergen tal van initiatieven uitgevoerd. Dit zijn stuk voor stuk maatregelen die hebben bijgedragen aan de aantrekkelijkheid en vitaliteit van de Oude IJsselzone.
Om ook de komende decennia alle kansen die de Oude IJssel als zone biedt, te benutten en goed in te spelen op alle nieuwe ontwikkelingen, behoeften en veranderingen, is het nodig om opnieuw goed te kijken naar wat we willen met het gebied. De Oude IJsselzone is hierin geen eigenstandige opgave, maar vormt de overkoepelende groen-blauwe verbinding tussen de verschillende visies en verschillende opgaven en initiatieven op het gebied van wonen, recreatie en toerisme, natuur en klimaat. In 2021 is een start gemaakt met het ontwikkelen van een nieuw, integraal toekomstbeeld. In 2022 wordt dit verder uitgewerkt tot een definitief kaartbeeld en ontwikkelprogramma.

Dit nieuwe kaartbeeld omvat opgaven en wensen van een enorme omvang waarvan de uitvoering meerdere decennia in beslag zal nemen en die we onmogelijk zonder medewerking van mede-overheden en marktpartijen kunnen realiseren. Door “werk met werk te maken” en door beleidsruimte te bieden aan welkome initiatieven, zetten we naast visieontwikkeling nu ook al in op het realiseren van uitvoeringsmaatregelen.

Enkele voorbeelden:
• Landgoedinitiatief in Voorst, waaronder fietsverbinding ontbrekende schakel Gendringen – Sinderen
• Project waterschap Rijn & IJssel Aa-strang
• Het herstel van Huis Landfort, inclusief realisatie parkeerplaats
• In samenwerking met Stadt Isselburg realiseren van het fietspad tussen Landfort en Engbergen
• Realisatie botenloods Stichting IJsselvaart

Bij de vaststelling van de begroting 2020 is door de raad een meerjarig investeringskrediet ter grootte van € 100.000 per jaar beschikbaar gesteld voor visievorming en uitvoering van maatregelen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de Oude-IJsselzone. Voor 2022 is hier € 100.000 aan investering voor een fietspad aan toegevoegd. Dit is voor het komende jaar voldoende om de bovenstaande activiteiten in 2022 uit te voeren.

De totale kostenomvang van de integrale uitvoering van de Visie Oude IJsselzone is op dit moment nog niet bekend. In 2022 kan het definitieve kaartbeeld en ontwikkelprogramma worden vastgesteld. Dan is ook duidelijk welke ontwikkelingen door mede-overheden en door marktpartijen kunnen worden opgepakt, en welke bijdragen zij kunnen en willen leveren aan de diverse onderdelen. Bij het opstellen van de voorjaarsnota 2023 verwachten we een eerste financiële vooruitblik gekoppeld aan het ontwikkelprogramma gereed te hebben.

Bron: inspiratiekaart O-team; studio Nico Wissing

Voor het DRU Industriepark is een ambitieus ontwikkelkader door het college neergelegd. Dit ontwikkelkader maakt het mogelijk het DRU Industriepark een nog groter succes te maken. Om het kloppend hart van de Achterhoek te worden wordt onderzocht in hoeverre het toevoegen van een museum en hotel en het versterken van de evenementenhal hiertoe kan bijdragen. In het ontwikkelkader dat afgelopen juni unaniem is vastgesteld door de raad staan de reeds uitgevoerde verkenningen opgenomen en een procesvoorstel voor het vervolg. Er is door de raad besloten om conform het voorstel in het ontwikkelkader een procesregisseur aan te stellen. In de voorjaarsnota 2022 is € 100.000,- vrijgemaakt ten behoeve van de inzet van de procesregisseur. Aan de hand van de uitkomsten van de verkenning die de procesregisseur uitvoert, is het aan de raad om te besluiten over het vervolg en de rol van de gemeente hierin. In de voorliggende begrotingsopzet is hierop nog niet geanticipeerd.

1.5- Vital buitengebied

Terug naar navigatie - 1.5- Vital buitengebied

In onze gemeente is ongeveer driekwart van ons buitengebied in gebruik en in eigendom van agrariërs. Deze ondernemers staan voor grote (verduurzamings)opgaven als gevolg van beleid vanuit Europa en het Rijk. Daarnaast zien we dat bijvoorbeeld de behoefte aan recreatiemogelijkheden in het buitengebied toeneemt, ruimte nodig is voor de energietransitieopgave en klimaatadaptatiemaatregelen en voor versterking van natuur- en landschapswaarden.

De samenkomst van deze ontwikkelingen leidt ertoe, dat het buitengebied aan verandering onderhevig is en de komende jaren ook zeker zal blijven. Het is dus van groot belang om over de toekomst van de landbouw en overige ontwikkelingen in het buitengebied met elkaar in gesprek te blijven en hierop gemeentelijke inzet te leveren.
Ook in 2022 geven we met drie andere Achterhoekse gemeenten uitvoering aan het Regiodealproject “Toekomstbestendige erven” (WATEA). Na de keukentafelgesprekken, die tijdens de eerste ronde door onafhankelijke deskundigen worden gehouden, worden tijdens een vervolgfase naar behoefte kennisvouchers ingezet voor de uitvoering van uiteenlopende gesprekken, adviezen of onderzoeken. Denk hierbij aan fiscaal advies, asbestonderzoek of een onderzoek naar hoe om te gaan met vrijkomende agrarische bebouwing.
Afgelopen voorjaar is de gebiedsanalyse van het buitengebied binnen onze gemeente opgeleverd. Het onderzoek,
uitgevoerd door het Kadaster en Wageningen Economic Research is gepresenteerd. In een eerste verkenning ‘De toekomst van de landbouw en het buitengebied’ zijn de huidige ontwikkelingen in de transitie van de landbouw geschetst. In vervolg hierop wordt tijdens een expertmeeting door enkele inspirerende deskundigen gelinkt aan het platteland, ingegaan op trends en ontwikkelingen en op dilemma's en oplossingsrichtingen in het buitengebied.

Hierbij moeten we in ogenschouw nemen dat de inzet op een vitaal- en leefbaar buitengebied een omvangrijke en complexe opgave is met veel betrokkenen, die vraagt om een zorgvuldige aanpak en langjarige inzet. Waar mogelijk sluiten we aan op de ondersteunende faciliteiten die vanuit Europa, nationaal, provinciaal en regionaal beschikbaar zijn. Daarnaast willen we in 2022 komen tot een pakket aan aanvullende maatregelen, die we lokaal kunnen bieden. De financiële doorvertaling van deze maatregelen nemen we mee bij de voorbereiding van de begroting 2023 en verder.