Programma 1: De gemeente waar het goed wonen is

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Waarom

Na drie extreem droge zomers in 2018, 2019 en 2020 viel in 2021 een normale hoeveelheid neerslag. Dat ging wel gepaard met regionale verschillen, waarbij de extreme regenval in delen van Limburg grote schade veroorzaakte. De zomer van 2022 was opnieuw extreem droog, het neerslagtekort liep in de Achterhoek op tot nog hogere waarden dan in 2018. De steeds vaker optredende weersextremen dwingen ons tot actie om beter te kunnen omgaan met droogte, hitte en wateroverlast.

Klimaatverandering is niet de enige opgave waarmee de gemeente rekening moet houden. Woningnood, energietransitie, landbouwcrisis, klimaatadaptatie, biodiversiteit en een toekomstbestendige economie zijn allemaal van invloed op het gebruik en de inrichting van onze leefomgeving.  

In de gemeente waar het goed wonen is, dragen we in brede zin zorg voor een leefomgeving waar iedere inwoner, jong of oud, prettig kan leven. In het buitengebied, waar de landbouwcrisis om nieuwe antwoorden vraagt. In onze woonkernen, waar voorzieningen onder druk staan en vergroening een belangrijke opgave is én in onze centra, waar alle opgaven op een relatief klein oppervlak samenkomen. De Achterhoek scoort in de brede welvaartsindex hoog op woontevredenheid. Om die waarde te behouden, blijven we inzetten op vitaliteit in alle gebieden en op een integrale aanpak van de opgaven die bepalend zijn voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. 

Een goed voorbeeld van deze integrale aanpak is de ontwikkeling van De Tuit voorheen Varsseveld-West. Hierbij wordt fors ingezet op het realiseren van een hoge ruimtelijke kwaliteit. Dit doen we door verschillende woningtypen te bouwen, deze woningen zo duurzaam mogelijk te maken en voldoende ruimte te reserveren voor groen én voor water. 

 

Wat doen we hiervoor?

Voor programma 1 zijn er een aantal concrete doelen geformuleerd: 
1. Vergroenen
2. Energietransitie
3. Bouwen en wonen
4. Landschapspark Oude IJssel en DRU Industriepark
5. Vitaal buitengebied
6. Grondstoffen en circulariteit
7. Omgevingsagenda Oost

Naast onze ambities en doelen in het programmaplan, hebben we uiteraard ook veel reguliere taken; de going concern. Hieronder is visueel weergegeven wat we aan reguliere taken binnen programma 1 uitvoeren.

 

Wat geven we eraan uit?
In totaal geven we binnen programma 1 ongeveer € 43 miljoen uit. In onderstaand overzicht is te zien waar het geld naar toe gaat.


 

Waarmee

We zoeken altijd naar de balans tussen de verschillende vraagstukken die voor ons liggen. Woningbouw, energietransitie, natuur, bedrijvigheid en vele andere onderwerpen vragen allemaal aandacht en doen allemaal een beroep op onze ruimte. Door de integraliteit op te zoeken tussen deze vraagstukken, werken we aan verbindingen die de vraagstukken onderling en daarmee de leefomgeving versterken. 

In programma 1 staan de doelen: vergroenen, energietransitie, bouwen en wonen, landschapspark Oude IJssel en DRU Industriepark, Vitaal Buitengebied en tot slot grondstoffen en circulariteit centraal. Vijf dimensies van brede welvaart worden het meest beïnvloed vanuit dit programma, te weten woontevredenheid, milieu, subjectief welzijn, gezondheid en maatschappelijke betrokkenheid.  

Vergroenen in de kernen draagt bij aan woontevredenheid, biodiversiteit en gezondheid, klimaatadaptatie en sociale cohesie en biedt ruimte om te bewegen, sporten, spelen, ontmoeten, ontspannen en voor natuurbeleving. We hanteren daarbij de 3-30-300 vuistregel die is opgenomen in de gemeentelijke Klimaatagenda: zicht op 3 bomen vanuit elke woning, 30% van de oppervlakte in elke wijk voor groen en binnen 300 meter van elke woning een park of groene ruimte van tenminste 1 ha.  

De energietransitie in onze gemeente is goed op gang. We werken zowel in de regio als binnen de gemeente samen met diverse partners. We werken aan duurzame warmte, het aardgasvrij maken van wijken voor onze inwoners. We ondersteunen bedrijven om hun energievraag te verminderen.  

Duurzaam bouwen draagt bij aan verminderen van woningnood, woontevredenheid, milieu en gezondheid. Aandacht voor verduurzaming van de bestaande woningen is belangrijk voor de energietransitie maar draagt ook bij aan de maatschappelijke betrokkenheid van bewoners en eigenaren. De uitleglocaties worden integraal en duurzaam ontwikkeld.  

In het Vitale Buitengebied, waar grote ruimtelijke opgaven samenkomen, werken we integraal aan deze opgaven. Het betreft onder andere: meer mogelijkheden om wonen mogelijk te maken, meer toeristische activiteiten ontwikkelen en het ondersteunen van de agrarische ondernemers die voor grote verduurzamingsopgaven staan.  

Met het vastgestelde visiedocument inclusief kaartbeeld voor het Landschapspark Oude IJssel hebben we een belangrijk kader neergezet voor ontwikkelingen in dit gebied. We werken verder aan een ontwikkelprogramma, waarmee we de inzet van middelen prioriteren om tot resultaten voor de korte en langere termijn te komen.   

Oude IJsselstreek zit in een transitie naar een circulaire economie, een samenleving zonder afval. In ons nieuwe VANG beleid hebben we opgeschreven hoe we gaan werken aan de ambitie om de hoeveelheid grof en fijn restafval per inwoner per jaar te verlagen. 

Hoe
Bij nieuwe ontwikkelingen kijken we niet geïsoleerd naar een vraagstuk, maar integraal. We stapelen het liefst verschillende functies waarmee we optimaal gebruik maken van de ruimte en de investeringen. We zoeken, ontwikkelen en benutten deze kansen waardoor onze euro dubbele waarde heeft.

Denk hierbij aan zon op (nieuwe) daken, bloemen in de bermen, openbare (groene) ruimte waar eenieder kan bewegen, ontspannen en ontmoeten en het circulair inzetten van (bouw)materialen/grondstoffen. De grenzen tussen sociaal en fysiek domein gaan steeds meer verdwijnen en vinden elkaar bij onderwerpen als werkgelegenheid en zorg. Zo komen sociale en fysieke ontwikkelingen bij elkaar in de uitvoering van de visie Wonen en Zorg of de aanpak van energiearmoede.

In al deze processen zien we nadrukkelijk een rol voor ons als gemeente weggelegd. Deze kan groter en kleiner zijn. Soms participeren we, soms nemen we de regie. We nemen hierbij altijd een actieve houding aan zodat we écht kunnen faciliteren, realiseren en samenwerken.

Terug naar navigatie - Doelen en acties

1.1- Vergroenen

Terug naar navigatie - 1.1- Vergroenen

We hebben de afgelopen tijd geleerd om het groen in onze leefomgeving opnieuw te waarderen, vooral in de kernen. Groen draagt bij aan de brede welvaart: woontevredenheid, het subjectieve welzijn, gezondheid en vitaliteit en milieu. De Visie op landschap, natuur en groene kernen blijft het fundament voor kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van groen. Voorbeelden zijn de actie Tegel eruit, Boom erin, het ecologische bermbeheerplan en een meer diverse inrichting van ons groen. 

In 2023 gaan we aan de hand van de Klimaatagenda en de daarin genoemde streefwaarden inzetten op het klimaatadaptief ontwikkelen van de bebouwde omgeving. We zetten in op locaties waar uit de Klimaateffectatlas blijkt dat het aanpakken van hittestress en wateroverlast het meest urgent is. Het afgelopen jaar hebben we de locatie de Bongerd en naastgelegen parkeerplaats Debbeshoek in Ulft samen met Wonion onderzocht. In 2023 gaan we samen met Wonion aan het werk met deze locaties. We hebben hiervoor dit jaar al met succes een subsidie van € 100.000,- van de provincie ontvangen. Dit is nog niet voldoende en de benodigde investering is opgenomen in de investeringslijst.  

We hebben in 2022 een aantal kleinere vergroeningsacties in de centra van Ulft, Varsseveld en Terborg uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat maatwerk nodig is. We zijn afhankelijk van wensen van inwoners en de (on)mogelijkheden die ondergrondse infra geeft. In 2023 presenteren we de groenplannen voor al de kernen waar maatregelen nodig zijn vanuit de Klimaateffectatlas inclusief de benodigde middelen die nodig zijn in de komende jaren. 

1.2- Energietransitie

Terug naar navigatie - 1.2- Energietransitie

In juni 2019 werd het nationaal Klimaatakkoord gepresenteerd. Het Klimaatakkoord heeft een centraal doel: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland met 49% ten opzichte van 1990 in 2030. Europa stelt zelfs een broeikasgasreductie van 55% in 2030 voor. Dat betekent dat op gemeentelijk niveau veel gedaan moet worden aan de energietransitie door met name energiebesparing en duurzame opwek van energie.

We benaderen de energietransitie langs vier sporen: 

  • Opwekking duurzame elektriciteit (door zon op dak grootschalig, zonnevelden en windenergie) 
  • Opwekking duurzame warmte (vervanging aardgas door diverse technieken) 
  • Besparing elektriciteit (zuinige apparatuur, maar ook opwek met zonnepanelen bij particulieren) 
  • Besparing op warmte, aardgas (o.a. isolatie) 

Elk spoor kent zijn eigen doel en aanpak. Wel hebben onderdelen met elkaar te maken en is er sprake van overlap. 

Gemeenten hebben ook de regierol in de uitvoering van de warmtetransitie. Om deze taak goed uit te kunnen voeren, zijn door de VNG aan het Rijk een aantal randvoorwaarden meegegeven:
 • Borging van betaalbaarheid en woonlastenneutraliteit 
 • Wet- en regelgeving om regie te voeren vanuit de Warmtewet 
 • Rijk als partner, samen de heldere boodschap vertellen 
 • Beschikbaar stellen van voldoende en structureel uitvoeringsbudget voor capaciteit. 
 
We zien het Rijk langzaam maar zeker invulling geven aan deze randvoorwaarden.  

Regionale Samenwerking: Akkoord van Groenlo & Regionale Energie Strategie  

Op regionaal niveau is in het Akkoord van Groenlo afgesproken dat de regio in 2030 energieneutraal is. Deze opgave is in de Regionale uitvoeringsagenda duurzame energie Achterhoek in 2016 vertaald naar concrete doelstellingen voor de opwek van duurzame energie en energiebesparing, regionaal en per gemeente. 

Ook is in 2021 op regionaal niveau gewerkt aan een eerste versie van de Regionale Energie Strategie (RES 1.0) om te komen tot de invulling van de nationale opgave voor het opwekken van duurzame energie. De doelstellingen uit het Akkoord van Groenlo zijn hierin meegenomen. In de RES Achterhoek staat dat we gezamenlijk 1,35 TWh aan energie gaan opwekken. Hiervan wordt een fors deel ingevuld door grootschalige zonne-installaties op (bedrijfs)daken. De rest wordt ingevuld door windenergie (0,546 TWh) en zonnevelden (0,454 TWh). Een deel van de opgave is overigens al gerealiseerd.
 
Elke twee jaar wordt de Regionale Energiestrategie aangepast aan de meest recente ontwikkelingen. De plannen in de RES 1.0 worden verdiept, verbeterd en concreter gemaakt. In 2023 wordt de eerste nieuwe versie vastgesteld, de RES 2.0.  

Regionaal zijn we bezig het Akkoord van Groenlo te herijken. De ambitie en de opgave worden onder andere in lijn gebracht met het landelijke beleid. 

Duurzame opwek 

De RES is een regionale opgave, elke gemeente doet hierin een deel. We hebben eerder, in de regionale uitvoeringsagenda duurzame energie Achterhoek uit 2016 per gemeente een opgave vastgesteld. Voor de gemeente Oude IJsselstreek betekent dat een opgave voor de opwek van 185 GWh duurzame elektriciteit. We zijn goed op weg deze opgave te halen, op dit moment wekken we 110 GWh aan duurzame elektriciteit op met windenergie, zonnevelden en grootschalig zon op daken. Ook zijn er projecten in voorbereiding, goed voor ongeveer 40 GWh (zonnevelden en grootschalig zon op dak). Als deze gerealiseerd worden is er 150 GWh gerealiseerd. Om de opgave uit 2016 te halen ligt er nog een restopgave van 35 GWh. We gaan in overleg met de verschillende partijen verder met zoeken naar initiatieven om de resterende opgave in te vullen. Voorstellen hiervoor worden in 2023 concreet gemaakt.

Bij de opgave voor de opwekking van duurzame warmte, als vervanging van het aardgas, is veel te doen. Pas 15% van de opgave uit 2016 is gehaald.  

Samen met de inwoners

Agem Energieloket

Als gemeente hebben we flinke ambities om duurzamer te worden. Een groot gedeelte hiervan zal door onze inwoners zelf moeten gebeuren. We stimuleren woningeigenaren door hen goed te informeren en te ondersteunen bij het verduurzamen van hun eigen woning. Hierbij worden we geholpen door het Agem Energieloket. Zij hebben veel kennis en kunde in huis en kunnen van alles aanbieden om inwoners te ondersteunen, zoals bewustwording, communicatie, (advies)diensten ten behoeve van energiebesparing en gebruik van duurzame energie in de gebouwde omgeving in de Achterhoek. Agem richt zich op alle inwoners van de Achterhoek.

Participatie

Als gemeente hechten we grote waarde aan participatie van onze inwoners bij plannen. Dit is ook in lijn met de nieuwe omgevingswet. We verwachten dat initiatiefnemers voor projecten rond opwek van duurzame energie een gedegen participatietraject doorlopen met de omwonenden. 

Burgerinitiatief Energie in Oude IJsselstreek 

In de zoektocht naar grootschalige duurzame energie-opwek is in 2021 het Burgerinitiatief Energie in Oude IJsselstreek (BEOIJ) opgericht. De gemeente en BEOIJ hebben dezelfde ambitie: een energieneutrale gemeente in 2030. BEOIJ werkt vanuit vier lijnen: begrijpen, betrekken, bedenken en balanceren. We zijn in gesprek met BEOIJ en ondersteunen hen in de realisatie van duurzame energie opwek projecten. Het is goed zoveel mogelijk samen op te trekken in de transitie naar een duurzame energievoorziening. 

Duurzame Warmte 

Eind 2021 is de Transitievisie Warmte vastgesteld. Dit is het vertrekpunt voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving in 2050. Dit is een proces van de lange adem. Vooralsnog gaan we aan de slag met het aardgasvrij-klaar maken van enkele gebieden in de gemeente. Op deze manier kunnen we onze gebouwde omgeving, maar ook zeker onze inwoners, klaarmaken voor een uiteindelijke transitie naar aardgasvrij.  

Om dit proces zo goed mogelijk in te steken, gaan we aan de slag met Wijk van de Toekomst. Dit is een programma van de Provincie Gelderland. We kijken hoe we de transitie in de wijken/dorpen het beste vorm kunnen geven, samen met de bewoners. In 2022 is hiermee gestart in Varsseveld, in 2023 zetten we dit voort, en breiden het programma uit naar Silvolde. Zo kunnen we in deze dorpen een belangrijke stap zetten naar een duurzame toekomst.   

Bedrijven & Verduurzaming 

Bedrijven zijn een belangrijke groep met forse uitdagingen op het gebied van verduurzaming. Ze gebruiken vaak veel energie, wat verduurzamen een grote opgave maakt. Ook het probleem van netcongestie speelt vooral bij bedrijven een belemmerende rol. Om ondernemers hierbij te ondersteunen zijn de afgelopen tijd een aantal, vooral regionale, projecten uitgevoerd. Uiteraard kijken we vooruit naar de toekomst.  

De ambitie van de gemeente om bedrijven aan te zetten tot verduurzaming is groot. In de eerste plaats omdat ze een grote bijdrage kunnen leveren aan duurzamer energieverbruik, maar ook omdat we verwachten dat het Rijk in 2023 strenge duurzaamheidseisen gaat opleggen aan de industrie. In dit opzicht willen we graag met een aantal grootverbruikers kijken wat er qua verduurzaming kan en welke rol wij als gemeente daarin kunnen vervullen.  

Achterhoek Onderneemt Duurzaam 

Tot en met 2022 liep het regionale project Achterhoek Onderneemt Duurzaam. Bedrijven konden een gratis energiescan aanvragen, waardoor ze inzicht kregen in hun energieverbruik en waar verbeterpunten liggen. De enorme verduurzamingsopgave van bedrijven is echter nog lang niet gereed. Er is een nieuwe regionale aanpak in ontwikkeling. Het is belangrijk om als gemeente hierbij aan te sluiten om zo bedrijven te blijven ondersteunen bij verduurzaming en energiebesparing.   

Zonnige Bedrijven Achterhoek 

Het regionale project Zonnige Bedrijven Achterhoek wordt uitgevoerd door de Agem en is erop gericht om bedrijven te ondersteunen bij het leggen van zonnepanelen op hun daken. Dit loopt erg goed en we gaan hier in 2023 mee door. Echter, bij zonnepanelen op bedrijfsdaken vormt netcongestie een groot probleem. Netbeheerder TenneT doet onderzoek naar de congestieproblematiek voor onze regio. De uitkomsten van dit onderzoek worden eind 2022 verwacht.   

Aanpak Energiearmoede 

Het Rijk heeft incidentele gelden aan gemeenten beschikbaar gesteld om een aanpak Energiearmoede op te stellen en uit te voeren. Deze aanpak is in 2022 opgesteld en richt zich op 5 sporen: sociale energiecoaching voor mensen met een laag inkomen, inzet van de fix brigade, een energiezuinig witgoed regeling, een subsidieregeling isoleren voor woningeigenaren met een inkomen tot modaal en een publiciteitscampagne energiebesparing. In 2023 wordt de aanpak verder uitgewerkt en uitgevoerd.  

Daarnaast is het uitgangspunt om mensen met een laag inkomen structureel te ondersteunen bij het verlagen van het energieverbruik. We willen daarbij toewerken naar een structurele voorziening waarbij we de doelgroep blijvend kunnen ondersteunen. Daar is financiering voor nodig. De verwachting is dat er vanuit het Rijk toegewerkt wordt naar een meerjarige aanpak voor energiearmoede. De nu beschikbaar gestelde gelden moeten voor eind 2023 uitgegeven zijn. Daarom vragen we vanaf 2024 structureel extra budget om de aanpak Energiearmoede voort te zetten. Mocht het Rijk na 2023 aanvullend budget beschikbaar stellen dan kan het gevraagde budget anders ingezet worden of vrij vallen. 

1.3- Bouwen en Wonen

Terug naar navigatie - 1.3- Bouwen en Wonen

De druk op de woningmarkt is en blijft voorlopig onverminderd hoog. Wij zijn een groeiende gemeente. Dit komt onder meer door een hernieuwde waardering van wonen en werken in een meer landelijke leefomgeving. De behoefte ligt vooral bij betaalbare woningen voor starters en levensloopgeschikte woningen voor de groeiende groep oudere inwoners.   

We gaan voor de ‘juiste woning op de juiste plek’ en ‘inbreiding gaat voor uitbreiding’. Leegstaand vastgoed wordt getransformeerd tot woningen, denk aan leegstaande winkels in de aanloopstraten. We bouwen ook op geschikte gronden binnen de kernen die nu nog onbebouwd zijn, met aandacht voor groen en klimaatadaptie. De vijf aangewezen uitleglocaties krijgen een ruime opzet met ‘Achterhoeks woonmilieu'. Voor wonen in het buitengebied wordt in 2022 gewerkt aan aanvullend beleid. Hiermee hebben we een beter antwoord op vraagstukken rondom wonen in het buitengebied die de komende jaren op ons afkomen.  

Er wordt al fors gebouwd en het tempo gaat in de komende jaren verder omhoog. We houden daarbij rekening met de veranderende samenstelling van onze bevolking. Naast de woning zelf is de omgeving van invloed op het leef- en woongenot. Prettig wonen is veel meer dan alleen een dak boven het hoofd. Voor onze groeiende groep oudere inwoners is de mogelijkheid om te blijven wonen in hun vertrouwde omgeving belangrijk. Wij kiezen ervoor om de uitgangspunten van brede welvaart centraal te stellen bij woningbouwplannen.   

De verduurzaming en verbetering van bestaande woningen is een nog grotere opgave dan de nieuwbouw. We realiseren ons dat het grootste deel van de woningen er al staat, de meeste voldoen nog niet aan de ambities die staan in het Klimaatakkoord. Dit betekent dat de komende jaren veel woningen aangepakt worden om de energievraag omlaag te brengen. Zie doel Energietransitie voor onze inzet op dat vlak. Ook moeten woningen worden aangepast zodat de bewoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Huiseigenaren ondersteunen wij onder meer via de toekomstbestendig-wonen-lening en het project Heerlijk Thuis in Huis, dat loopt van september 2022 tot en met december 2024. Via dit project ondersteunen wij 55plussers die hun woning willen aanpassen zodat zij langer zelfstandig Heerlijk thuis kunnen blijven wonen.  

Nieuwbouwprogramma
Het woningbouwprogramma voor Oude IJsselstreek is in 2021 vastgesteld op 2250 woningen tot en met 2030. Dat zijn gemiddeld 225 woningen per jaar, daar groeien wij nu naartoe. De ambitie richt zich op bouwen voor de behoefte van onze inwoners, het huisvesten van nieuwe arbeidskrachten en mensen van buiten de regio die hier willen komen wonen.  

We liggen op koers om de komende jaren fors meer woningen te bouwen. Steeds meer plannen doorlopen de planologische procedure en het vergunningentraject. De bouw door ontwikkelaars, particulieren en corporaties volgt daarop. We blijven als gemeente actief sturen op de woningbouw. We kunnen dit niet alleen realiseren. We werken daarom in partnerschap met eigenaren, omwonenden en de omgeving. Hier faciliteren we goede ideeën en brengen wij partijen bij elkaar om een prettige woonomgeving te realiseren. 

Jaarlijks overzicht voortgang woningbouw t/m 31 december 2021. Bron: rapportage voortgang woningen 2021, d.d. 29 maart 2022. 


Nationale- en regionale woonagenda 
Begin dit jaar heeft minister de Jonge (Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting) de Nationale Bouw- en Woonagenda gelanceerd om de crisis op de woningmarkt aan te pakken. Hierin is de ambitie benoemd om tot en met 2030 900.000 woningen te bouwen. Onze eigen ambitie van 2250 woningen tot en met 2030 past binnen de nationale ambitie. Oude IJsselstreek pakt zo haar deel van de verantwoordelijkheid. We bouwen niet alleen voor eigen inwoners, maar ook voor mensen van buiten de regio die graag hiernaartoe willen verhuizen. We vullen het type woningen in op een manier die bij ons past. We richten ons op minder dan het door het Rijk gevraagde aantal sociale huurwoningen, en kiezen voor meer ‘goedkope’ en ‘betaalbare’ koop. Dit is opgenomen in de (geactualiseerde) Regionale Woonagenda, die begin 2023 ter vaststelling aan de raad wordt voorgelegd. 

Voor het bouwen van de gewenste woningen is (financiële) ondersteuning van het Rijk nodig. Dit geldt vooral voor de sociale huurwoningen en de woningen in de ‘betaalbare koop’. Vanwege de onrendabele top kunnen deze woningen zonder ondersteuning van het Rijk niet gebouwd worden.  

Uitleglocaties 
Op de vijf aangewezen uitleglocaties is ruimte voor tussen de 1400 en 1850 woningen. De Tuit voorheen Varsseveld West is de eerste uitleglocatie waarmee we aan de slag zijn gegaan. Op basis van het locatiepaspoort wordt nu gewerkt aan het stedenbouwkundig plan. Het maken van het stedenbouwkundig plan gebeurt in overleg met eigenaren, omwonenden en andere belanghebbenden. In 2023 wordt dit afgerond en wordt de planologische procedure gestart. Dit is een stap verder in het proces richting bouw. Voor Varsseveld Noord wordt in 2022 en begin 2023 het locatiepaspoort gemaakt. Eind 2021 zijn we ook gestart met de ontwikkeling van de locaties Lenteleven en Biezenakker. De eerste gesprekken met de eigenaren, omwonenden en andere belanghebbenden zijn gevoerd en de startnotities zijn gereed. De locatiepaspoorten krijgen in 2022 vorm. In 2023 werken we dan verder richting het stedenbouwkundig plan en het omgevingsplan. De ontwikkeling van de uitleglocatie Voorbroek ligt verder in de toekomst.

Flexwoningen
Naast reguliere woningbouw zetten we in op flexwoningen. Dit zijn volwaardige woningen die voldoen aan alle eisen van het Bouwbesluit. Deze woningen worden voor periode van maximaal vijftien jaar neergezet en zijn makkelijk te verplaatsen. Omdat ze niet permanent geplaatst worden kunnen ze met een snellere procedure vergund worden. Op zeven gemeentelijke locaties realiseren we circa 75 flexwoningen. Hiermee bieden we een oplossing voor de ergste woningnood voordat de productie van reguliere woningen goed op gang komt.   

Kleine Kernen Aanpak
Met provinciale subsidie is in 2020, 2021 en 2022 in zes van onze acht kleine kernen de woningbouwbehoefte in beeld gebracht en zijn locaties voor nieuwbouw aangewezen. De dorpsbelangenorganisaties zijn hierbij een belangrijke sturende kracht en de inwoners hebben zo veel invloed op welke woningen waar gebouwd gaan worden. Dit draagt bij aan de leefbaarheid in onze kleine kernen. De provinciale subsidie is gestopt. De kleine kernen aanpak ervaren wij als waardevol. Deze willen wij eens per vijf jaar herhalen. Daarom nemen wij een budget hiervoor op in de begroting. 

Risico’s
Hoewel de stijgende lijn qua woningbouw is ingezet zijn er risico’s en beperkingen die de gewenste versnelling kunnen temperen. De gemeentelijke organisatie was de afgelopen jaren niet ingericht op het behandelen van de grote hoeveelheid woningbouwplannen.  

De formatie is uitgebreid, vooral met externe inhuur. Vast personeel vinden in de huidige krappe arbeidsmarkt blijft een grote uitdaging. Externe inhuur blijft noodzakelijk op de veelheid aan plannen verder te brengen. Hiervoor zetten we het eerder beschikbaar gestelde budget voor de versnelling van de woningbouw in. We constateren op basis van de ervaring van het afgelopen jaar dat dit bedrag onvoldoende is de komende jaren en hebben het bedrag daarom aangepast. 

De prijzen van (nieuwbouw)woningen stijgen (enorm) en komen buiten het bereik van een steeds grotere groep inwoners. Het tekort aan personeel geldt niet alleen voor de gemeente maar voor alle partners in de gehele bouwketen. Daarnaast is er schaarste als het gaat om duurzame grondstoffen en de aanhoudende inflatie speelt ons parten. We zullen daarom naast de reguliere woningbouw ook blijven zoeken naar innovatieve oplossingen zoals betaalbare bouwconcepten en flexwoningen.

De tolerantie ten opzichte van woningbouwplannen neemt af. Vrijwel iedereen onderschrijft nut en noodzaak van de bouw van nieuwe woningen. Toch ziet men vaak dat deze het liefst elders en/of op een andere manier gebouwd worden. Met het toenemen van het aantal woningbouwplannen dat in procedure gaat, zien we ook een toename van het aantal zienswijzen, bezwaren en/of beroepzaken. Het behandelen daarvan is tijdrovend en werkt vertragend.   

1.4- Landschapspark Oude IJssel en DRU Industriepark

Terug naar navigatie - 1.4- Landschapspark Oude IJssel en DRU Industriepark

Landschapspark Oude IJssel

Begin 2022 is het visiedocument inclusief kaartbeeld voor Landschapspark Oude IJssel vastgesteld. In de tweede helft van 2022 wordt een beslissing genomen over het ontwikkelprogramma. Binnen het ontwikkelprogramma wordt een prioritering gemaakt voor realisatie op korte, middellange en lange termijn. Daarbij moet in acht worden genomen dat het gros van de initiatieven binnen de visie geen gemeentelijk initiatief is, of niet geprojecteerd is op gemeentelijk eigendom. De gemeente heeft dus beperkte invloed op de realisatie daarvan. Ongeacht het besluit over het ontwikkelprogramma is voortgang en het pakken van kansen noodzakelijk. Daarvoor is voor 2023 en opvolgende jaren geld nodig voor procesbegeleiding en tevens ook realisatiegeld. 
Procesgeld ten behoeve van onderzoek, personele capaciteit en procesbegeleiding is eerder toegekend in de vorm van financiële middelen tot en met 2023, ter hoogte van een bedrag van € 100.000,-. Deze middelen zijn ook na 2023 structureel nodig om de korte termijn en middellange termijn uitvoeringsmaatregelen te kunnen voorbereiden. Het gaat om een bedrag van € 100.000,-. Realisatiegeld is nog niet beschikbaar. Het gaat dan om financiële middelen om initiatieven waar de gemeente trekker is, meewerkt of partner is uit te voeren.
Binnen het Landschapspark Oude IJssel zijn al diverse ontwikkelingen in uitvoering. Denk bijvoorbeeld aan de restauratie van Huis Landfort die grotendeels is afgerond. Gelijktijdig heeft Geldersch Landschap en Kastelen het omliggende bosgebied en de wandelpaden opgeknapt. Momenteel wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor de aanleg van een parkeerplaats en zijn we als gemeente bezig met de uitwerking van snelheidsremmende maatregelen ter hoogte van de nieuwe parkeerplaats. Een ander voorbeeld is de uitvoering van buitenplaats De Bleuster inclusief een ecologische oeverinrichting van de A-Strang. Het bestemmingsplan is gewijzigd, het plan met het perceel is door de provincie aan een particulier verkocht en de uitvoering start de komende maanden. Bij het plan voor buitenplaats hoort ook de uitwerking van een fietspad langs de Marmelhorstweg met een fietsbrug. De gemeente coördineert dit ontwerpproces en verwacht volgend jaar het fietspad met de fietsbrug te realiseren. Onder regie van het Waterschap wordt momenteel gewerkt aan de ecologische herinrichting van de oever van de A-Strang tussen Voorst en Ulft.
Eén concreet project pakken we in 2023 en 2024 op. Het gaat om de realisatie van de fietsverbinding tussen Megchelen (huis Landfort) en Engbergen. Er komt hiervoor een financiële bijdrage beschikbaar vanuit een nabij gelegen woningbouwproject. Dit vraagt aanvullend een investering vanuit de gemeente van 600.000 euro, die is opgenomen in de investeringslijst voor 2024.  
Ten aanzien van andere investeringen wordt jaarlijks bezien wat aan investeringsgelden nodig zijn voor het daaropvolgende jaar. Voor omvangrijke initiatieven zal de raad aanvullend om krediet gevraagd worden. Voor het landschapsplan als geheel, of elementen daarbinnen, zullen te zijner tijd mogelijk grondexploitaties worden geopend. Het idee hierbij is om partijen die baat hebben bij de mogelijkheden die het landschapspark biedt, een financiële bijdrage te vragen om daarmee kosten van andere elementen uit het landschapsplan mede te financieren. 

DRU Industriepark

Voor het DRU Industriepark wordt onderzocht hoe het toevoegen van een museum en hotel en het versterken van de evenementenhal haalbaar is als doorontwikkeling van de DRU. Op basis van deze bevindingen moet de raad nog besluiten nemen over het uiteindelijke beeld en later ook over de financiële consequenties. Die beslissing biedt de basis om verder uit te zoeken op welke wijze het uiteindelijke beeld kan worden gerealiseerd, welke partners daarvoor nodig zijn en met welk tijdspad rekening moet worden gehouden. Omdat het uiteindelijke doel nog niet helder is, is hier in de voorliggende begrotingsopzet niet op geanticipeerd. Wel moet rekening worden gehouden met een bedrag van € 100.000,- in de begrotingsopzet welke bedoeld is voor de procesbegeleiding/kwartiermaker van het vervolgproces in 2023.

1.5- Vitaal buitengebied

Terug naar navigatie - 1.5- Vitaal buitengebied

In onze gemeente is ongeveer driekwart van het buitengebied in gebruik en in eigendom van agrariërs. Ook deze ondernemers staan voor grote complexe opgaven die een veelvoud van thema's raakt. Er zijn (verduurzamings-)opgaven als gevolg van beleid vanuit Europa, het Rijk en de provincie. Het Rijk heeft in het Nationaal Programma Landelijk Gebied de eerste richtinggevende doelen gesteld voor kwaliteitsverbetering van de natuur (o.a. per gebied emissiereductiedoelen voor stikstof). De provincie is verantwoordelijk voor het opstellen van een gebiedsgerichte uitwerking. 


De provincie Gelderland heeft aangegeven vast te houden aan de Gelderse stikstofaanpak, hiervoor is in 2021 reeds een uitvoeringsprogramma opgesteld. Het Rijk komt nog met aanvullend richtinggevend beleid voor de thema’s klimaat en water, hiervan zal de provincie in gebiedsprogramma’s een vertaalslag maken voor Gelderland. Lokaal zien we dat bijvoorbeeld de behoefte aan recreatie en toerisme, in combinatie met agrarisch ondernemen en wonen in het buitengebied toeneemt. Een integrale aanpak voor de opgaves van de energietransitie, klimaatadaptatiemaatregelen en versterking van natuur- en landschapswaarden is van belang. Hier ligt een link naar de thema’s vergroenen, verduurzamen, wonen en heeft ook raakvlakken met sociale vraagstukken zoals veiligheid en gezondheid in het buitengebied. 


De inzet op een vitaal- en leefbaar buitengebied is een omvangrijke en complexe opgave met veel betrokkenen, die vraagt om een zorgvuldige aanpak en langjarige inzet. Om een integrale aanpak voor elkaar te krijgen, maken we gebruik van de gebiedsanalyse die in 2021 is uitgevoerd door het Kadaster en onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research. We gaan deze informatie combineren met de opgaven die voortvloeien uit het programma Werken Aan Toekomstgerichte Erven Achterhoek (WATEA). 


We willen zorgen dat we gereed zijn voor het moment dat er meer duidelijkheid komt over de gebiedsaanpak vanuit de provincie. Op dit moment werken we aan een “gereedschapskist” met een aantal instrumenten, zoals een budget voor ruilverkaveling. Er komen vanuit Europa, Rijk, provinciaal en regionaal ondersteunende faciliteiten beschikbaar waar we goed op willen aansluiten. De gebiedsgerichte aanpak van de provincie wordt verwacht in de eerste helft van 2023. We gaan dit vervolgens vertalen naar een Lokaal Programma Landelijk Gebied. 

1.6- Grondstoffen en circulariteit

Terug naar navigatie - 1.6- Grondstoffen en circulariteit

We blijven inzetten op het verbeteren van het scheidingspercentage van het afval in onze gemeente. Minder restafval betekent minder CO2 uitstoot door verbranding van afval en betere scheiding betekent meer grondstoffen die opnieuw gebruikt kunnen worden. Dit vermindert vervolgens weer het gebruik van nieuwe grondstoffen in de keten. Zo dragen we bij aan de transitie Van Afval Naar Grondstof. In 2023 werken we verder op basis van het nieuwe VANG-beleid. De kostenstijging in afvalverwerking komt met name door externe factoren, zoals de nieuw ingevoerde verbrandingsbelasting. Als gemeente formuleerden we daarom de ambitie om de hoeveelheid grof en fijn restafval per inwoner per jaar te verlagen.

Ons doel is om in 2050 circulair te zijn. Hiermee conformeren we ons aan het landelijke doel. Het bereiken van volledige circulariteit is echter afhankelijk van landelijke ontwikkelingen en van de resultaten van de inspanningen van onze ketenpartners zoals rijksoverheid, producenten, detailhandel, inzamelaars en verwerkers. Onze doelen zijn:
•    In 2025 ontstaat 50 kilogram restafval per inwoner per jaar;
•    In 2030 ontstaat 25 kilogram restafval per inwoner per jaar;
•    In 2050 ontstaat 0 kilogram restafval per inwoner per jaar (circulaire economie).

In 2021 was de gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner per jaar 116 kg. 
Deze hoeveelheid bestaat uit 2 fracties:
•    4147 ton fijn huishoudelijk afval (105 kg per inwoner). Dit wordt via mini-containers en ondergrondse containers ingezameld;
•    418 ton grof huishoudelijk afval (11 kg per inwoner). Dit is het niet herbruikbare deel van het afval dat bij Stichting Aktief terecht komt. Het wel herbruikbare deel (1985 ton), wordt niet meegenomen in de berekening van de hoeveelheid restafval.

 

Samenstelling fijn huishoudelijk restafval Oude IJsselstreek
105 kilogram per persoon per jaar
 

Om de hoeveelheid restafval in onze gemeente te verlagen hebben we in ons nieuwe VANG beleid verschillende maatregelen beschreven:
•    Met ingang van 1-1-2024 een tarief voor het per keer aanbieden van restafval invoeren;
•    Met ingang van 1-1-2024 de service voor grondstoffen verhogen; 
•    Voorlichting en educatie over nut en noodzaak van afvalscheiding;
•    Toezicht en controle op het correct aanbieden van afval;
•    Afvalpreventie ter voorkoming van het ontstaan van afval;
•    Regie op het proces en samenwerking met de ketenpartners.

In 2023 worden deze maatregelen voorbereid voor inwerkingtreding in 2024. We zullen daarom in 2023 nog weinig effect van deze maatregelen zien in de hoeveelheid restafval. We verwachten de effecten vanaf 2024 te merken. De cijfers over het jaar 2024 zijn in 2025 bekend. 

1.7- Omgevingsagenda Oost

Terug naar navigatie - 1.7- Omgevingsagenda Oost

Rijk en de provincies Gelderland en Overijssel hebben ter uitvoering van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) de Omgevingsagenda-Oost opgesteld. In een inspraakreactie heeft de Achterhoek (april 2020) aangegeven onvoldoende herkenbaar in de Omgevingsagenda te zijn opgenomen. Dit terwijl de Achterhoek zich als een perspectiefrijke regio ziet die een bijdrage kan en wil leveren aan zowel haar eigen toekomstbestendigheid alsook de grote bovenregionale (ruimtelijke)opgaven die spelen.  

Het Rijk, provincie Gelderland, WRIJ en de Regio Achterhoek hebben vervolgens een Addendum (mei 2021) opgesteld waarin de opgave voor de Achterhoek is geformuleerd om een duurzame verbinding te realiseren tussen twee grote opgaven die nu nog min of meer gescheiden van elkaar functioneren, namelijk de opgave op ruimtelijk-economisch vlak (stad-land relatie) en de opgave in het landelijk gebied (vitaal platteland). 
Ter uitvoering van het Addendum is onder leiding van de Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving gewerkt aan een Achterhoeks ontwikkelperspectief. Dit voor onze regio bezien vanuit onderstaande drie schaalniveaus. 

De komende jaren moet dit ontwikkelperspectief, welke als basis fungeert voor de toekomstige inrichting van de Achterhoek, verder worden ingevuld en geïntegreerd in bijvoorbeeld het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de Ruimtelijke puzzel die de provincie de komende tijd gaat leggen. Onze aanpak is geselecteerd voor de EO Weijersprijsvraag (juni 2022), waardoor we evenals de andere geselecteerde gebieden op denk- en ontwerpkracht van professionals vanuit verschillende disciplines mogen rekenen. Wij leveren een actieve bijdrage aan dit proces.