Financiële positie

Financiële begroting

Terug naar navigatie - Financiële begroting

Toelichting
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor, dat er naast de programmabegroting en de paragrafen ook een “financiële begroting” wordt gemaakt. Hierin wordt inzicht gegeven in:

  • de meerjarenraming/ prognose meerjarenperspectief 2024 – 2027
  • het overzicht van baten en lasten
  • overzicht van incidentele baten en lasten
  • de financiële uitgangspunten

 

Meerjarenraming

Terug naar navigatie - Meerjarenraming

In de meerjarenraming wordt de ontwikkeling van het saldo aangegeven vanaf het uitgangspunt in de programmabegroting 2023 en vervolgens de autonome en structurele ontwikkelingen. Immers, we sturen op een structureel meerjarig sluitend resultaat.

NB. Alle positieve bedragen dragen bij aan een positieve ontwikkeling van het begrotingssaldo, negatieve bedragen verslechteren het resultaat.

De toelichting op de autonome ontwikkelingen en beleidsmatige ontwikkelingen 2024 zijn onder de betreffende programma’s benoemd.

 

Meerjarenraming 2024- 2027 (x1000) 2024 2025 2026 2027
Resultaat programmabegroting 2023-2026 3.607 6.703 265 265
Autonome ontwikkelingen
1 Indexaties -705 -750 -750 -750
1 Huur accommodaties 227 227 227 227
1 Civieltechnische kunstwerken -42 -42 -237 -42
1 Pachten en huren 37 37 37 37
1 Groenvoorzieningen - 70 70 70
1 Ecologische bermbeheer -35 -80 -80 -80
1 Doorontwikkeling DRU -50 - - -
1 Wet kwaliteitsborging bouwen -24 -24 -24 -24
1 Bijdrage GR: ECAL -25 -25 -25 -25
1 Riolering 4 4 4 4
1 Kleine bedragen -20 -6 -6 -6
2 Indexering diverse budgetten -515 -523 -523 -523
2 Uitkeringen -250 -388 -530 -530
2 Buurtsportcoaches 139 139 139 139
2 Indexaties -292 -292 -292 -292
2 Samen sterker thuis -50 -50 -50 -50
2 Hulp bij het huishouden -942 -942 -942 -942
2 Individuele groepsondersteuning WMO -294 -294 -294 -294
2 Jeugdhulp in de buurt -586 -586 -586 -586
2 Toegang tot jeugdhulp -150 -150 -150 -150
2 Gezins- en woonvormen -770 -770 -770 -770
2 Bijdrage GR: GGD -66 -66 -66 -66
2 Asiel -73 - - -
2 Sociale kaart -20 - - -
2 Leef- en woonvoorziening -106 -106 -106 -106
2 WSW reiskosten -23 -23 -23 -23
2 Maatschappelijke banen 150 150 150 150
2 Onderwijsachterstanden beleid -397 -397 -397 -397
3 Regiocoördinator -27 -27 -27 -27
3 Onderwijshuisvesting - 20 20 20
3 Leerlingenvervoer -327 -277 -226 -226
3 Indexering diverse budgetten -33 -33 -33 -33
3 Bijdrage kinderopvang IKC Gendringen - 31 31 31
4 Reisdocumenten/rijbewijzen 8 11 11 53
4 OZB woningen bezwaarschriften -75 -75 - -
4 OZB woningen wegvallen SMQ abonnement 20 20 20 20
4 Bijdrage GR: VNOG -119 -121 -248 -336
4 Wet goed verhuurderschap -31 -32 -30 -30
4 Bijdrage GR: ODA -90 -90 -90 -90
4 Indexering diverse budgetten -32 -32 -32 -32
5 Bestuur -147 -147 -172 -147
5 Voorziening wethouders 68 53 53 53
5 Overhead / prijsstijgingen index -23 -23 -23 -23
5 Kleine bedragen - 6 -11 -
5 Vrijval stelpost loon- en prijsstijgingen (prg begr 23-26) 860 728 337 337
5 CAO 2023 -1.012 -1.012 -1.012 -1.012
5 CAO en premies 2024 -833 -833 -833 -833
5 Periodieke verhogingen -210 -210 -210 -210
5 Personeel fysiek domein (programma 1) -283 -283 -283 -283
5 Personeel sociaal domein (programma 2) -122 -122 -122 -122
5 Personeel dienstverlening (programma 4) -98 -87 -41 -31
5 Personeel bestuur en bedrijfsvoering (programma 5) -137 -137 -57 -57
5 Vrijval taakmutatie 62 63 63 63
5 Samenwerking automatisering -234 -234 -234 -234
5 Automatisering: licentie en onderhoud -69 -69 -69 -69
5 Arbo -8 -8 -8 -60
5 Overige p-budgetten -52 -55 -60 -52
5 Diverse indexaties -125 -133 -134 -133
5 Meerjarenonderhoudsplanning (MJOP) reserve -218 -256 -14 -668
99 Zand en grindwinning 27 27 27 27
99 Toeristenbelasting 5 5 5 5
99 Algemene uitkering 4.528 2.915 2.808 1.830
99 OZB 350 350 350 350
99 Waardevermeerderingen (niet)woningen 150 150 150 150
div MJOP onderhoud 218 256 14 668
div Kapitaallasten -657 -1.554 -1.414 -1.566
div Diverse kleine bedragen 2 -7 -1 -
div Stelpost kapitaallasten 251 543 328 189
Totaal autonome ontwikkelingen -3.291 -5.566 -6.391 -7.507
Subtotaal resultaat autonome ontwikkelingen 316 1.137 -6.126 -7.242
Beleidsmatige ontwikkelingen
1 Mobiliteitsaanpak kleine verkeersmaatregelen -100 - - -
1 Opstellen mobiliteitsplan -15 - - -
1 Natuur en milieueducatie -18 -18 -18 -18
1 Subsidie landschap en biodiversiteit -25 -25 -25 -25
1 Energietransitie 69 69 69 69
1 Cofinanciering Leader 57 57 57 57
2 Lokale Toekomsttuin -100 -250 -250 -250
2 Minimaregelingen -208 -208 -208 -208
2 Doorontwikkeling schuldhulpverlening -78 -78 -78 -78
2 Sportstimulering -23 -23 -23 -23
2 Inzet stelpost risico's 267 404 404 404
3 Uitvoering lokaal voedselbeleid -16 -16 -16 -16
4 Bewustwording cyberveiligheid & privacy -8 -8 -8 -8
5 Lokale rekenkamer -8 -8 -8 -8
5 Bewustwording cyberveiligheid & privacy intern -10 -10 -10 -10
5 Projectbudget bedrijfscontinuiteit -20 - - -
5 Inzet reserve Sociaal Domein (begrotingssaldo) 296 - - -
5 Kantine -21 -8 -8 -8
5 Personeel datagedreven werken -88 -88 - -
5 Personeel ecologisch bermenbeheer - -54 -54 -54
5 Datagedreven werken - Datawarehouse -25 -25 -25 -25
Totaal beleidsmatige ontwikkelingen -74 -289 -201 -201
Totaal resultaat 2024-2027 241 849 -6.326 -7.443
* Saldo resultaat wordt voor 2024 en 2025 toegevoegd aan de algemene reserve en 2026 en 2027 wordt onttrokken.

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten

Bij de afzonderlijke programma’s is steeds een overzicht van de baten en lasten opgenomen. In de volgende tabel treft u een totaaloverzicht van alle programma’s aan. Volgens het BBV mogen de mutaties in de reserves niet via de programma’s lopen, maar moeten afzonderlijk zichtbaar zijn.

Daardoor ontstaan er twee exploitatiesaldo’s, te weten een saldo vóór resultaatbepaling en een saldo na resultaatbepaling. Concreet betekent dit dat er eerst een telling wordt gemaakt van de begroting zonder de mutaties in de reserves (= vóór resultaatbepaling). Daarna volgt een telling rekening houdend met stortingen in- en onttrekkingen aan de reserves (= na resultaatbepaling).

 

Overzicht baten en lasten (x 1.000) 2024 2025 2026 2027
Lasten
1. De gemeente waar het goed wonen is 44.197 42.883 43.544 42.887
2. De leefbare gemeente 59.893 59.707 59.407 58.777
3. De werkende gemeente 6.243 6.727 6.865 6.978
4. De dienstverlenende gemeente 6.881 6.898 6.971 7.113
Bedrijfsvoering 17.217 16.974 17.209 17.341
Algemene dekkingsmiddelen - - - -
Vennootschapsbelasting 3 3 3 3
Onvoorzien 50 50 50 50
Totaal lasten 134.483 133.242 134.050 133.149
Baten
1. De gemeente waar het goed wonen is 24.133 22.853 22.973 23.127
2. De leefbare gemeente 12.344 12.273 12.128 11.511
3. De werkende gemeente 1.121 1.172 1.172 1.172
4. De dienstverlenende gemeente 1.016 1.037 1.164 1.241
Bedrijfsvoering 687 682 676 676
Algemene dekkingsmiddelen 95.293 96.003 89.018 88.041
Totaal baten 134.594 134.019 127.131 125.768
Totaal saldo van baten en lasten (voor bestemming) 110 777 6.919- 7.381-
Mutaties reserves
Toevoegingen aan reserves 604 604 604 604
Onttrekkingen aan reserves 735 675 1.197 542
Totaal mutatie reserves 131 72 593 62-
Totaal saldo lasten 135.088 133.846 134.654 133.753
Totaal saldo baten 135.329 134.695 128.328 126.310
Resultaat na bestemming 241 849 6.326- 7.443-

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - presentatie van het structureel begrotingssaldo
Overzicht van incidentele baten en lasten (x 1.000) 2024 2025 2026 2027
Bestaand beleid
Lasten
1 De gemeente waar het goed wonen is
Accommodatie Wesenthorst -184 - - -
2 Een leefbare gemeente
Bijdrage cultuur- en erfgoedpact Achterhoek -87 - - -
5 Bedrijfsvoering
Personeelslasten -145 -110 - -
Personeelslasten griffie -73 - -
Vitaliteitsonderzoek -48 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -588 -588 -588 -588
Reserve onderwijshuisvesting -17 -17 -17 -17
Reserve sociaal Domein -296 - - -
Baten
1 De gemeente waar het goed wonen is
Accommodatie Wesenthorst 34 - - -
2 Een leefbare gemeente
Bijdrage cultuur- en erfgoedpact Achterhoek 87 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) 820 798 1.077 1.077
Reserve sportaccommodaties 100 100 100 100
Reserve begraafplaatsen 33 33 33 33
Totaal bestaand beleid incidenteel -364 216 605 605
Ontwikkelingen
Lasten
correctie bestaand beleid:
5 Bedrijfsvoering
Vitaliteitsonderzoek 48 - - -
1 De gemeente waar het goed wonen is
Accommodatie Wesenthorst 29 - - -
Mobiliteitsaanpak -100 - - -
Mobiliteitsplan -15 - - -
Doorontwikkeling Dru Industriepark -50 - - -
Spuk Nationaal Isolatie Programma (NIP) -315 - - -
2 Een leefbare gemeente
SPUK Leefomgeving -26 -26 - -
SPUK een tegen eenzaamheid -26 -21 - -
SPUK coördinatiekosten regionale aanpak preventie -19 -19 - -
SPUK Mentale gezondheid -13 -13 - -
SPUK Aanpak overgewicht en obesitas -46 -46 - -
SPUK OKO & Vroegsignalering alcoholproblematiek -7 -7 - -
SPUK Versterking kennis en adviesfunctie -7 -7 - -
Volksgezondheid GGD -19 -19 - -
5 Bedrijfsvoering
Personeelslasten -214 -214 - -
Kantine -13 - - -
Projectbudget bedrijfscontinuiteit -20 - - -
Reserve mutaties
Reserve Sociaal Domein 296 - - -
Baten
1 De gemeente waar het goed wonen is
Spuk Nationaal Isolatie Programma (NIP) 315 - - -
2 Een leefbare gemeente
SPUK Leefomgeving 26 26 - -
SPUK een tegen eenzaamheid 26 21 - -
SPUK coordinatiekosten regionale aanpak preventie 19 19 - -
SPUK Mentale gezondheid 13 13 - -
SPUK Aanpak overgewicht en obesitas 46 46 - -
SPUK OKO & Vroegsignalering alcoholproblematiek 7 7 - -
SPUK Versterking kennis en adviesfunctie 7 7 - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -218 -256 -14 -668
Totaal ontwikkelingen incidenteel -276 -489 -14 -668
Totaal incidentele baten en lasten -640 -273 591 -63
Het BBV schrijft voor dat we het begrotingssaldo tevens presenteren exclusief de bovenvermelde incidentele posten,
dat geeft het structurele begrotingssaldo weer.
Voor de provincie vormt dat het toetsingskader en dat laat het volgende beeld zien:
Presentatie van het structureel begrotingssaldo(x 1.000) 2024 2025 2026 2027
Saldo van baten en lasten 110 777 -6.919 -7.381
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 131 72 593 -62
Begrotingssaldo na bestemming 241 849 -6.326 -7.443
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) -640 -273 591 -63
Structureel begrotingssaldo 881 1.122 -6.917 -7.380

Financiële uitgangspunten

Beleidsuitgangspunten

Terug naar navigatie - Beleidsuitgangspunten

De basis voor het financiële beleid is opgenomen in hoofdstuk “Financien onder controle” in het coalitieprogramma 2022-2026. Centraal staat daarin het behouden van een gezonde financiële positie. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gedefinieerd:

  • De begroting is meerjarig structureel sluitend.
  • Trendmatige verhoging van de woonlasten (Onroerendezaakbelasting (Ozb), Rioolrechten en afvalstoffenheffing). Dat betekent een maximale stijging van 3%. De tarieven van de rioolrechten en afvalstoffenheffing zijn kostendekkend.
  •  De uitvoering van het sociaal domein vindt plaats binnen de beschikbare budgetten. De algemene reserve van het sociaal domein is bestemd voor het sociaal domein (“binnen de hekjes”).
  •  Overschotten gaan terug naar de algemene reserve.

In de begroting wijken we op de volgende 3 punten hiervan af.

  • De eerste betreft het meerjarig structureel sluitend zijn van de begroting. Het Rijk heeft eenzijdig de financiering naar de gemeenten zeer ingrijpend verlaagd vanaf 2026. Op landelijk niveau lopen gesprekken tussen VNG en het Rijk voor een oplossing voor deze "ravijnjaren". De val van het kabinet zorgt ervoor dat uitsluitsel nog langer op zich laat wachten. De VNG adviseert daarom aan gemeenten om de jaren 2026 en verder dan ook niet structureel sluitend op te stellen. Deze uitzonderlijke omstandigheden maken dat wij om die reden bewust afwijken van de eerder gekozen lijn.
  • Ten tweede de verhoging van de woonlasten. In de voorjaarsnota 2024 hebben wij al aangegeven dat wij niet kunnen garanderen dat we -gezien de uitzonderlijke prijsstijgingen waarmee wij ons geconfronteerd zien- voor de begroting 2024 kunnen vasthouden aan de wens om de lokale heffingen niet meer dan 3% te laten stijgen. Voor 2024 voorzien we aanzienlijk hogere prijsstijgingen dan waarvoor we door het Rijk gecompenseerd worden. Het gaat om een verschil van meerdere miljoenen. Dat maakt dat we er in deze begroting voor kiezen om de woonlasten meer te laten stijgen (met iets minder dan 10%) dan waar we eerder vanuit zijn gegaan.
  • Hekjes in het sociaal domein: in het voorjaar van 2023 hebben we de raad geïnformeerd over de moeilijkheden om vast te blijven houden aan de hekjes. Daarom is deze begroting opgesteld zonder rekening te houden met de "hekjes" in het sociaal domein.

De aanpassingen in deze begroting ten opzichte van de vorige begroting, zijn specifiek toegelicht in het hoofdstuk "Wat mag het kosten". De aanpassingen leidden in eerste instantie tot een negatief resultaat in de jaren 2024 en 2025. Daarom hebben we specifiek de volgende posten ten opzichte van de vorige begroting of de voorjaarsnota 2024 niet of voor een lager bedrag opgenomen in deze begroting:

•    Subsidieregeling woningisolatie (€ 200.000 geschrapt in zowel 2024 als 2025)
•    Verlaging budget maatschappelijke banen (€150.000 verlaagd in alle jaren)
•    Onderwijskansenbeleid (€ 50.000 verlaagd in alle jaren, doordat we dit deel nog toerekenen aan het sociaal domein)
•    Personeel datagedreven werken (met € 90.000 verlaagd in alle jaren)
•    Personeel burgerzaken kwaliteit (met € 46.000 verlaagd in 2024 en 2025)
•    Personeel burgerzaken i.v.m. piek ID-bewijzen (gehalveerd in alle jaren, waarvan € 52.000 in 2024)
•    Personeel cultuurmakelaar (voor € 62.000 niet meer apart begroot in 2024 en 2025, omdat dit ondergebracht wordt onder de SPUK GALA-uitkering; hij blijft dus wel bestaan)

Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Terug naar navigatie - Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Om een integraal afgewogen beleidsontwikkeling te garanderen is het belangrijk om zowel bestuurlijk als ambtelijk een zelf opgelegde discipline te handhaven.
Het gaat dan om twee dingen:

  • Een gelijkmatige, voorspelbare financiële ontwikkeling omdat onzekerheid op dit punt tot bestuurlijke onrust leidt en direct de bestuurlijke aandacht afleidt van waar het werkelijk inhoudelijk om gaat.
  • Beperking van tussentijdse beleidswijziging vooral met significante financiële impact. Het risico wordt dan groot dat tot verkeerde/onnodige beleidswijzigingen wordt besloten.

Dat stelt ons als bestuur ook voor de nodige uitdagingen. Enerzijds dat we accepteren dat:

  • 100% controle niet mogelijk is
  • Inschattingen verkeerd kunnen zijn

Anderzijds dat we vóóraf spelregels afspreken, vastgesteld in de begrotingsdoctrine.
Tussentijds bijsturen van inhoudelijk beleid zonder financiële consequenties is altijd mogelijk. Tussentijdse voorstellen met financiële consequenties, die per definitie dus niet integraal kunnen worden afgewogen met andere beleidsontwikkelingen, moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Op basis van deze discipline moet tussentijdse besluitvorming over ontwikkelingen met financiële en/of capaciteitsgevolgen voldoen aan twee O’s: Onvermijdelijk en Onuitstelbaar. Alle andere voorstellen met structurele financiële en of capaciteitsgevolgen worden opgespaard tot de volgende begroting zodat een meerjarige integrale afweging mogelijk blijft.

Begrotingsdoctrine

Terug naar navigatie - Begrotingsdoctrine

In de vorige programmabegroting is op grond van de financiële verordening de volgende begrotingsdoctrine vastgelegd voor de jaren 2022-2027:

  1.  De begroting is elk jaar structureel sluitend.
  2.  Overschotten terug naar algemene reserve.
  3.  Verwachte tekorten of overschotten binnen programma oplossen. Gedurende het jaar wordt een verwacht begrotingsoverschot of - tekort niet tussen programma’s gecompenseerd om te voorkomen dat er onnodig en/of verkeerd wordt bijgestuurd op strategisch belangrijke onderwerpen.
  4. Tussentijdse voorstellen (zoals eerder bij de P&C cyclus inhoudelijk toegelicht) kunnen alleen op basis van de twee O’s (onuitstelbaar en onvermijdelijk).
  5. De reserves moeten minstens voldoende zijn om een weerstandsratio van 2 te behouden die in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt vastgesteld.
  6. Investeringen op basis van meerjarenraming.

Zoals we bij de beleidsuitgangspunten hierboven al hebben aangegeven, wijken we, gezien de uitzonderlijke omstandigheden en het advies van de VNG, in deze begroting bewust af van het eerste punt "de begroting is elk jaar structureel sluitend". In plaats daarvan is de begroting 2024 structureel sluitend, alsmede het eerste jaar van de meerjarenraming 2025-2027. De jaarschijven 2026 en 2027 zijn dat niet.

 

Technische uitgangspunten

Terug naar navigatie - Technische uitgangspunten

De begroting is op de volgende punten als volgt doorgerekend:

  • Loonontwikkeling
    De CAO gemeenteambtenaren loopt eind 2023 af. Vooruitlopend op een nieuwe CAO hanteren wij voor 2024 de aanname dat de salarissen per 1 januari 2024 met 3% stijgen. T.a.v. de premies (waaronder pensioenen) gaan we uit van de informatie als bekend ten tijde van opstellen van de begroting.
  • Prijsontwikkeling
    De budgetten en subsidies zijn bijgesteld naar het daadwerkelijk verwachte prijsniveau 2024. Er wordt dus geen generieke prijscompensatie toegepast.
  • Geen meerjarige loon- en prijscompensatie
    Voor de begrotingsjaren 2025-2027 gaan we uit van het prijsniveau 2024. Er is dus zowel voor de inkomsten als de uitgaven geen rekening gehouden met verdere loon- en prijsstijging. Er worden constante prijzen geraamd.
  • Renteontwikkeling
    Voor de berekening van de kapitaallasten (renteomslag) is uitgegaan van 2,02 %. Bij het opmaken van de jaarrekening wordt de renteomslag opnieuw berekend en tot de werkelijke omvang doorbelast aan de producten. In de meerjarenraming 2025-2027 is ook gerekend met die renteomslag, maar bij de huidige rentetarieven voorzien we dat de werkelijke renteomslag voor die jaren (fors) hoger zal liggen. We verwijzen hierbij nadrukkelijk ook naar de risicoparagraaf.
  • Rijksuitkeringen
    De meicirculaire 2023 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is bepalend voor de op te nemen raming in de begroting 2024-2027. Taakmutaties worden waar mogelijk specifiek toegerekend aan het betreffende programma.
  • Toerekening rijksuitkering aan Sociaal Domein vervallen (geen "hekjes")
    De herijking van het gemeentefonds heeft geleid tot het gebruik van andere maatstaven. Hierdoor is niet meer te herleiden welke middelen het Rijk specifiek beschikbaar stelt voor het sociaal domein. Bij het opstellen van deze begroting is daarom niet uitgegaan van een bepaalde toerekening van de algemene uitkering aan het sociaal domein, om daarmee het budgettair kader te bepalen (de "hekjes"). In plaats daarvan zijn de ramingen zo goed mogelijk bepaald en bepalen die -net als in de rest van de begroting- het budgettair kader.
  • Belastingen en tarieven
    Voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing (voor beide netto na kwijtschelding) gaan we uit van maximaal 100% kostendekkendheid. De tarieven die gezamenlijk de woonlasten bepalen (riool, afval, OZB) bepalen we zodanig dat deze minder dan 10% stijgen. De paragraaf Lokale Heffingen geeft een verdere toelichting op de belastingen en leges.

Geprognotiseerde balans

Toelichting op de balans activa

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans activa


De activa bestaan uit vaste en vlottende activa.
Vaste activa bestaan uit de bezittingen van de gemeente die zij langdurig gebruikt voor haar bedrijfsvoering. Deze bestaan uit de (im)materiële vaste activa en financiële vaste activa. De vlottende activa zijn bezittingen met een looptijd korter dan 1 jaar en bestaan uit de voorraden, vlottende vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.


a. (Im)materiële vaste activa
Dit betreft voornamelijk materiele vaste activa die bestaan uit investeringen met economisch of maatschappelijk nut.

  • In erfpacht gegeven gronden worden gewaardeerd tegen uitgifteprijs
  • Investeringen met economisch nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs.
  • Investeringen met maatschappelijk nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs. Reserves en specifieke investeringsbijdragen mogen in mindering worden gebracht. Op het saldo wordt afgeschreven, waarbij vervroegd afschrijven is toegestaan.
  • Activa met een verkrijgprijs minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.
  • Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
  • De afschrijvingstermijnen zijn te vinden onder bijlage I.

Immateriële vaste activa (IVA) betreft vaste activa die niet stoffelijk van aard zijn en tevens niet onder de financiële vaste activa worden begrepen. Dit betreft voornamelijk kosten van onderzoek en ontwikkelingen (afschrijvingstermijn maximaal 5 jaar).

b. Financiële vaste activa

Financiële vaste activa (FVA) betreffen:

  • Verstrekte langlopende geldleningen met een maatschappelijke bestemming.
  • Verstrekte hypotheken aan eigen personeel (sinds 2009 niet meer toegestaan).
  • Aandelen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten.

c. Voorraden
De voorraden bestaan vanaf 2016 uit bouwgronden in exploitatie. De niet in exploitatie genomen bouwgronden (Niegg) zijn per 1 januari 2016 komen te vervallen. De gronden die voorheen onder deze categorie vielen, zijn nu opgenomen op de balans onder de materiële vaste activa, mits er geen korte termijn ontwikkeling is te verwachten.

d. Vlottende vorderingen (uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar)
Dit betreft vorderingen op openbare lichamen, debiteuren, crediteuren en uitzettingen in de schatkist. De uitzettingen in de schatkist worden per kwartaal vastgesteld.

e. Liquide middelen
Dit betreft onze banksaldi bij de banken (BNG en Rabobank) en interne kas (balie burgerzaken).

f. Overlopende activa
Hieronder worden gerekend de nog te ontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen en de overige overlopende activa.

Toelichting op de balans passiva

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans passiva


De passiva bestaan uit vaste en vlottende passiva.
Vaste passiva zijn het lang vermogen waarmee de bezittingen zijn gefinancierd, bestaande uit het eigen vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het vreemd vermogen (voorzieningen en vaste schulden).
Vlottende passiva bestaan uit de kortlopende vorderingen, namelijk de netto vlottende schulden en overlopende passiva.

a. Eigen vermogen: algemene reserve en bestemmingsreserves
De algemene reserve is bedoeld om mogelijke risico’s en fluctuaties in de exploitatie op te kunnen vangen. Het is een vermogensbestanddeel dat bedrijfseconomisch gezien vrij opneembaar is. De bestemmingsreserves zijn door de raad vastgesteld. Hier zijn specifieke bestemmingen aan gegeven.

b. Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor kosten die al voorzien worden, maar waarvan de kosten in de komende jaren komen, dan wel per jaar sterk fluctueren (egalisatie).

c. Vaste schulden
Dit zijn de schulden met een looptijd van één jaar of langer. De langlopende leningen.

d. Vlottende schulden
De vlottende schulden zijn schulden met een looptijd korter dan een jaar. Bijvoorbeeld de saldi bij diverse banken en kasgeldleningen.

e. Overlopende passiva
Hieronder worden bijvoorbeeld gerekend de nog te betalen bedragen, van derden verkregen middelen en vooruit ontvangen bedragen.