Programma 3: De werkende gemeente

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Waarom
Na de uitdagingen als gevolg van de coronacrisis en oorlog in Oekraïne inclusief de gestegen energieprijzen zien we dat de grote ontwikkelingen en transities effect hebben op de samenleving, de economie, de arbeidsmarkt en het onderwijs. Denk hierbij aan de klimaatveranderingen, vraagstukken rondom energie en verduurzaming, de stikstofcrisis en transitie in de landbouw, het tekort op de arbeidsmarkt en de vergrijzing van de bevolking. 
Hoewel we ons als gemeente de afgelopen periode vooral hebben gericht op het verlenen van (acute) ondersteuning, ligt de focus voor de komende periode vooral op het realiseren van plannen en faciliteren van ondernemers. Daarbij dienen de SDG’s als leidraad. 
Als gemeente willen we al onze inwoners zo goed en waar maar mogelijk ondersteunen en helpen, maar we kunnen dat niet alleen en zijn afhankelijk van andere partijen. We gaan bijvoorbeeld niet over de inhoud van het onderwijs, maar zetten wel in op adequate onderwijshuisvesting en ondersteunen allerlei projecten die sterk aan het onderwijs gerelateerd zijn, van lokale projecten als Technobasis en laaggeletterdheid tot (Eu)regionale projecten met bijvoorbeeld thematafels en Duitse partners. Dat geldt ook voor onze inzet voor ondernemers waar we met de individuele agrarische ondernemer, toeristische ondernemer of winkelier kijken naar oplossingen. Op bedrijventerreinen ten slotte kijken we naar revitalisering en uitbreiding zodat bedrijven zich op kwalitatief goede locaties kunnen blijven ontwikkelen. Dit komt uiteindelijk de werkgelegenheid ten goede.    

Waarmee
De beperkte, maar niet geringe invloed van de gemeente is al beschreven. Wat we hier vooral in willen benadrukken is dat de samenwerking met onze partners essentieel is om onze doelen te bereiken. We benoemen hieronder de belangrijkste, in willekeurige volgorde:
- De ondernemers. Er zijn meerdere keren per jaar bestuurlijke overleggen met de industriekringen, STROIJ, de winkeliersverenigingen en marktcommissie. In open dialoog praten we over wat er nodig is, wat de gemeente hier wel of niet in kan betekenen of kan faciliteren, maar ook wat ondernemers zelf kunnen bewerkstelligen als ze zich verenigen. Niet alleen voor zichzelf maar ook voor hun medeondernemers, de leefbaarheid en de economische dynamiek. Goed voorbeeld hiervan is de netwerkplaats waarbij wij als gemeente de kennis van Saxion inschakelen zodat de toeristische ondernemers er hun voordeel mee kunnen doen of het door ons ingehuurde expertisebureau Firan waarmee industriële ondernemers in Varsseveld mogelijkheden geboden worden om te verduurzamen en hun energiehuishouding beter af te stemmen op hetgeen het net aankan. 
- Het onderwijs. We kiezen hier voor twee rollen, waarbij onderwijshuisvesting een wettelijke taak is. Hiervoor gebruiken we het IHP. Daarnaast werken we samen met onderwijsinstellingen en andere partners om kansengelijkheid te bevorderen. Een voorbeeld hiervan is LEA (Lokaal Educatieve Agenda) waar alle onderwijsinstellingen, kinderopvangorganisaties, jeugdzorgorganisaties en de GGD aansluiten om ontwikkelingen rondom kinderen en jeugd te signalen en gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor interventies. Samen met deze partners maken we afspraken over waar we ons in 2024 op willen focussen en inzetten.
-De regio met de thematafels, Euregio’s, andere gemeenten. Deze samenwerkingsverbanden bieden ons de mogelijkheden om, vaak in triple helixverband, lobby te voeren en zaken op te pakken die de hele regio raken. Veel onderwerpen spelen lokaal, maar zijn regionaal op te lossen. We proberen hier kansen te pakken en synergie te organiseren. Een voorbeeld hiervan is het EMOIJ-project. 

Hoe
Hoe we onze doelen concreet willen bereiken, is per doel uitgeschreven. De toekomstvisie geeft daarbij mede richting aan ons handelen en voor programma 3 gaat dit dan specifiek om recreatie en toerisme en florerende industrie. Daarbij is het niet zo dat als we alles gedaan hebben zonder meer het doel ook bereikt is. We proberen zaken in gang te zetten, inwoners, ondernemers, scholen en kinderen zodanig te faciliteren zodat we in de richting van de doelen bewegen. Alle acties en maatregelen dragen daaraan bij. De effectiviteit daarvan valt of staat met de samenwerking en inzet van alle partners, niet alleen bij die van de gemeente. Binnen onze financiële en personele middelen dragen wij bij aan de economie en het onderwijs in onze gemeente. 

 

Wat geven we eraan uit?
In totaal geven we binnen programma 3 ongeveer € 6 miljoen uit. In onderstaand overzicht is zichtbaar waar het geld naar toe gaat.


Terug naar navigatie - Doelen en acties

* 3.1 Versterken van duurzame economische ontwikkeling

Terug naar navigatie - * 3.1 Versterken van duurzame economische ontwikkeling

Doelomschrijving
Duurzame economische groei faciliteren in alle sectoren, met specifieke aandacht voor de thema’s energie en onderwijs en arbeidsmarkt.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ben Hiddinga
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling

Context
In de geactualiseerde economische beleidsvisie is al ingegaan op de rol van de gemeente, en op de lopende grote ontwikkelingen in de wereld. Wat die rol betreft, zien we dat waar we als gemeente op heel veel domeinen een sturende en/ of wettelijke rol hebben, we op het economische domein vooral een faciliterende rol hebben. Dat betekent dat het de ondernemers zijn, die aan zet zijn. Ook nu er veel ontwikkelingen op het gebied van onder andere energie, technologie, milieu, arbeidsmarkt, export en grondstoffen, prijzen en lonen gaande zijn en dat om aanpassingsvermogen van ondernemers vraagt om wereldwijd mee te kunnen in de concurrentieslag, zijn wij als gemeente faciliterend, ondersteunend en voorwaardenscheppend. Want hoewel we als gemeente allerlei ambities hebben, gaan zij uiteindelijk over bijvoorbeeld het aantrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of het leggen van zonnepalen op hun bedrijfsdaken. Als gemeente kunnen we hierbij wel helpen door het bedrijfsleven te informeren en faciliteren door de randvoorwaarden op orde te hebben. 
Dat geldt voor alle economische sectoren. Van de agrarische sector en toerisme tot industrie en detailhandel. Deze sectoren zijn van belang voor de werkgelegenheid, sociaaleconomische structuur en voorzieningen in onze gemeente en dat maakt dat het noodzakelijk is om deze periode met allerlei ontwikkelingen goed door te komen. Om ondernemers in staat te stellen dat te doen, zetten we als gemeente in op het verbeteren van de aanwezige randvoorwaarden en vestigingsplaatsfactoren.  

Uitvoering 2024
Eén van de belangrijkste randvoorwaarden voor het versterken van economische dynamiek en het verduurzamen van de economie betreft de aanwezige energie infrastructuur. Tennet en Liander gaan over de energie infrastructuur. We gaan daarom in 2024 in nauwe samenwerking met hen zorgen dat er extra kabels gelegd worden voor de verdere ontwikkeling van woonwijken en bedrijventerreinen. Dat doen we door onze grondposities in te zetten c.q. beschikbaar te stellen, bestemmingsplannen aan te passen, vergunningen te verlenen, onze kennis en kunde op het gebied van openbare ruimte in te brengen en partijen bij elkaar te brengen om de aanleg van energie infrastructuur te bevorderen. 
Zo zorgen we ervoor dat bedrijven actief kunnen blijven en verder kunnen verduurzamen. Dat biedt ons tegelijkertijd de mogelijkheid om het Varsseveld Industrie Park (VIP) te ontwikkelen. 

Op het vlak van de arbeidsmarkt, de tweede belangrijke randvoorwaarde, gaan we in 2024 de samenwerking tussen onderwijs en ondernemers versterken. Dit doen we door de afspraken rondom Technobasis en de Talententuin te vernieuwen. Daarnaast gaan we Stoer en het lokale bedrijfsleven nog beter aan elkaar verbinden.

Monitoring
In 2024 weten we waar we qua energie infrastructuur aan toe zijn en waar en wanneer er extra kabels door Liander gelegd gaan worden. 
De afspraken met Technobasis en de Talententuin zijn in 2024 vernieuwd.  

* 3.2 Versterken van compacte, toegankelijke en groene winkelcentra

Terug naar navigatie - * 3.2 Versterken van compacte, toegankelijke en groene winkelcentra

Doelomschrijving
Als gemeente werken we vanuit onze rol aan compacte, toegankelijke en groene winkelcentra. Op die manier bieden we de detailhandel niet alleen kwalitatief goede randvoorwaarden om te ondernemen, maar dragen we ook bij aan de leefbaarheid en het voorzieningenniveau in de gemeente en het realiseren van onze klimaatopgaven.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ben Hiddinga
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling

Context
Het zijn de winkeliers die ondernemen in de sector detailhandel en vaak winkeliersverenigingen die door middel van acties en evenementen reuring en daarmee leefbaarheid in winkelcentra brengen. Ze vormen een belangrijk onderdeel van het voorzieningenniveau in de gemeente. We zien landelijk en ook lokaal een aantal ontwikkelingen en opgaven waarmee de detailhandel en de winkelkernen geconfronteerd worden. Denk daarbij aan internetshoppen, vergrijzende klandizie, horecaconcepten, evenementen en sociale activiteiten, klimaatadaptatie, transformatie en leegstand, inclusie en bereikbaarheid. Als gemeente hebben we daarin deels een rol te vervullen. We zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte, verkeersopgaven, bestemmingsplannen en vergunningen. Samen met ondernemers en vastgoedeigenaren proberen we de aantrekkelijkheid van de winkelkernen te behouden en te versterken. Wij nemen daarin het voortouw door een brugfunctie te vervullen.

Hier ligt nadrukkelijk een relatie met 1.5 – de klimaatadaptieve groene kernen. 

Uitvoering 2024
In 2024 focussen we ons op de winkelcentra in Terborg en Ulft. Daar gaan we, als uitvoering van de gemaakte plannen bij het project Ondernemers aan Zet, een brugfunctie vervullen bij alle plannen rondom vergroening van de winkelcentra, transformatie en fysieke ontwikkelingen in en om de winkelcentra. Specifiek gaat het hierbij onder andere om ontwikkelingen rondom de Wesenthorst in Ulft en het Gravenpad in Terborg. Het gaat hier vooral om de inzet van accountmanagement en het maken van beleidskeuzes. 
Aansluitend vraagt het om een nog betere samenwerking met de winkeliersverenigingen, omdat de winkeliers met onder andere de ondernemersfondsen voor activiteiten en reuring zorgen. Die samenwerking willen we versterken, bijvoorbeeld door met de ondernemersverengingen het keurmerk KVO-W voor veilige winkelcentra te behalen.     

Monitoring
Het resultaat van het vervullen van een brugfunctie zit in de gezamenlijkheid van de realisatie van projecten waaraan zowel de gemeente als de ondernemers een bijdrage leveren. Het gaat daarbij niet om de inhoud van de projecten, daarvoor zijn andere eenheden van de gemeente of de winkeliers verantwoordelijk, maar om de samenwerking. 

* 3.3 Versterken van de agrarische sector

Terug naar navigatie - * 3.3 Versterken van de agrarische sector

Doelomschrijving
We helpen, aanvullend op Europees, Rijks- en provinciaal beleid, agrarische ondernemers met een maatwerkaanpak om toekomstbestendig te worden. Op die manier faciliteren we hen en bij het in stand houden van een vitaal buitengebied. 

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ria Ankersmit
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling

Context
Agrarische ondernemers en het daarmee verbonden economisch ecosysteem in de gemeente en de regio zijn een belangrijke drager van het buitengebied. Waar circa 5% van de werkgelegenheid in deze sector te vinden is, wordt ruim 80% van het grondgebied in Oude IJsselstreek agrarisch gebruikt en is het daarom een belangrijk ruimtelijk en sociaaleconomisch onderdeel van het buitengebied. 
De sector is aan grote en complexe ontwikkelingen onderhevig waar we als gemeente niet bepalend in zijn. Want net als bij de andere sectoren als toerisme, detailhandel en industrie zijn ook hier de ondernemers primair aan zet. Zij gaan over de invulling van bijvoorbeeld hun bedrijfsactiviteiten en opvolging. Primair zijn Europees, Rijks- en provinciaal beleid (juridisch) daarbij leidend.
Tegelijkertijd zien we in het buitengebied een snelle demografische verandering waarbij enerzijds veel agrariërs op leeftijd zijn en anderzijds veel nieuwe inwoners er voor de rust en ruimte gaan wonen. 
Om het voor de agrarische ondernemers mogelijk te maken toekomstbestendig te zijn, richten we ons (door bijvoorbeeld regionale initiatieven als WATEA) op met name kleine en middelgrote agrariërs. Hier ervaren we de grootste opgaven en hier kan onze faciliterende rol aanvullend zijn op die van hogere overheden zodat de individuele agrarische ondernemer toekomstperspectief heeft. Daarbij is niet gezegd dat het toekomstperspectief bestaat uit de invulling van de bedrijfsactiviteiten zoals die nu is, maar kunnen andere (bedrijfs)activiteiten ook bijdragen aan een toekomstbestendig bestaan. Dit moet negatieve effecten op het vlak van ondermijning, leegstand, wonen en klimaat (onder andere droogte, bodem, natuur, grond- en oppervlaktewater en biodiversiteit) tegengaan en daarmee maakt het ook onderdeel uit van ons gemeentelijk speerpunt vitaal buitengebied.

Uitvoering 2024
Het voeren van (meer kennismakings)gesprekken met kleine en middelgrote agrariërs en versterken van het netwerk in de agrarische sector door de accountmanager agrarisch, omdat we zien dat met name het faciliteren van kleine en middelgrote agrariërs contacten, vertrouwen en kennis vereist.
Op basis van deze gesprekken wordt in overleg met betrokken partijen een maatwerk aanpak opgesteld en in werking gezet waarbij we als gemeente vanuit onze faciliterende rol opereren. De ondernemer in kwestie is immers aan zet en beleid van hogere overheden leidend. 

Monitoring
Vanwege de maatwerkaanpak vanuit onze faciliterende rol kijken we allereerst naar het bereiken van kleine en middelgrote agrarische ondernemers en vervolgens naar de begeleiding en aandacht die we vanuit de gemeente kunnen bieden. Tijdens bijeenkomsten van de agrarische sector/WATEA inventariseren wie er aanwezig zijn, en na een kwart jaar bij de aanwezigen opvragen welke stappen ze hebben ondernomen en welke brede economische, sociale en maatschappelijke ondersteuning wij als gemeenten kunnen bieden.  
Aangezien het doel is om met een maatwerkaanpak individuele agrarische ondernemers toekomstperspectief te bieden, richten we ons niet op kwantiteit maar kwaliteit. We evalueren welke keuzes er gemaakt zijn en hoe die bijdragen aan een vitaal buitengebied.

* 3.4 Versterken van de (toekomstbestendigheid van de) industrie

Terug naar navigatie - * 3.4 Versterken van de (toekomstbestendigheid van de) industrie

Doelomschrijving
We investeren in randvoorwaarden zodat de industrie versterkt kan worden. Op die manier kan de werkgelegenheid in onze gemeente aantrekkelijk gehouden en gemaakt worden. 
We bieden een betrouwbare, duurzame en veerkrachtige infrastructuur ter ondersteuning van de economische ontwikkeling. 
We breiden het aanbod van nieuwe, duurzame bedrijfskavels uit en samen met ondernemers en betrokken partijen werken we verder aan het toekomstbestendig maken van onze bedrijventerreinen. Dat betekent dat de bedrijventerreinen toekomstbestendiger worden op sociaal economisch gebied, fysiek en qua duurzaamheid.

Termijn  Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ben Hiddinga
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling

Context
We willen in onze gemeente voorzien in een duurzaam aanbod van bedrijfs- en werklocaties, afgestemd op de lokale economische agenda en arbeidsmarkt. We willen niet alleen nu, maar ook in de toekomst onze industriële sector behouden en versterken. Deze biedt namelijk werkgelegenheid voor onze inwoners. Als gemeente zijn wij niet de ondernemer, innovator of werkgever, wel kunnen we door goede randvoorwaarden ondernemers in staat stellen zich te ontwikkelen. Met een aantrekkelijker aanbod van bedrijfs- en werklocaties, versterken we de pull-factor voor mensen die in onze gemeente (willen) ondernemen, werken en daarmee ook wonen. Dit heeft een positieve invloed op bijvoorbeeld ons voorzieningenniveau en ons verenigingsleven. 

Uitvoering 2024
Samen met de regio stellen we een nieuw Regionaal Programma Werklocaties 2024-2028 (RPW) op waarin we voldoende (regionaal) en kwalitatief goed aanbod aan bedrijfskavels creëren. Naast het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid ontstaat daardoor meer ruimte voor de bedrijven in onze gemeente die groeien en op zoek zijn naar nieuwe, grotere huisvesting. Of voor bedrijven die vanuit het buitengebied willen verhuizen naar een bedrijventerrein. 

Het bouwrijp maken van het Varssevelds Industrie Park (VIP) ronden we in 2024 af. Uiteindelijk geven we hiermee invulling aan het doel om het aanbod van nieuwe, duurzame bedrijfskavels uit te breiden. 
Op het vlak van bestaande bedrijventerreinen kijken we naar toekomstbestendigheid, hierbij volgen we het programma van de Provincie: ToekomstBestendige Bedrijven Terreinen (TBBT). 
Voor bedrijventerrein de IJsselweide werken we momenteel het schetsontwerp van de herinrichting van het terrein uit naar een definitief technisch ontwerp en besteden we de werkzaamheden aan. In 2024 gaan we vervolgens aan de slag met de realisatie van de werkzaamheden in de openbare ruimte. Het is aan de bedrijven om te kijken naar de eigen kavels.  
Voor Hofskamp Zuid starten we in 2024 met een soortgelijke aanpak als bij de IJsselweide. 
Voor de overige terreinen wordt (samen met de parkmanagementorganisaties) gekeken wat er noodzakelijk is om deze toekomstbestendig te houden. Waar mogelijk pakken we deze acties in 2024 ook direct op. We houden daarbij rekening met de rolverdeling, aangezien wij als gemeente over de openbare ruimte gaan en niet over de bedrijfskavels. Bovendien hebben de parkmanagementorganisaties de organisatiekracht en financiële middelen om zaken te organiseren die voor bedrijven belangrijk zijn. Een evenwichtige samenwerking is dan van belang. 

Monitoring

  • RPW 2024 – 2028 opgesteld
  • Bouwrijp maken VIP fase 1 is afgerond
  • Uitvoering civieltechnische werkzaamheden IJsselweide gestart
  • Eerste analyse voor de overige terreinen is gedaan

* 3.5 Versterken van onderscheidend toeristisch recreatief aanbod

Terug naar navigatie - * 3.5 Versterken van onderscheidend toeristisch recreatief aanbod

Doelomschrijving
We zien dat een groter en veelzijdiger toeristisch aanbod een bijdrage levert aan de lokale economie en het behoud van voorzieningen en daarmee de leefbaarheid. Door een veelzijdiger toeristisch aanbod wordt de gemeente ook aantrekkelijk voor nieuwe doelgroepen en toeristen en recreanten. We gaan daarom onze toeristische ondernemers helpen en uitdagen zowel het aanbod te verbreden en nieuwe doelgroepen te bedienen.  We sluiten de gemeentelijke Kunst- en Cultuuragenda hierbij aan op deze ambities voor recreatie en  toerisme. 

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) John Haverdil
Taakveld 3.4 Economische promotie

Context
Zoals beschreven in de Beleidsnotitie Recreatie en Toerisme en in de Cultuurnota is de ambitie om een veelzijdiger en meer onderscheidend vermogen op het toeristische, culturele en recreatieve aanbod te willen. Hiermee kunnen de huidige doelgroepen beter bediend worden en spreken we nieuwe doelgroepen aan.  
Een impuls in toerisme en recreatie zorgt immers niet alleen voor banen en bestedingen bij lokale ondernemers, maar draagt ook bij aan een vitale gemeente en het behoud van onze voorzieningen, ook op plekken waar deze onder druk staan. Het zorgt voor meer evenementen en het biedt kansen om onze culturele waarden te behouden. En dat zorgt voor geluk en welvaart bij onze inwoners. 

In veel gevallen zal, net zoals bij de andere sectoren industrie, detailhandel en de agrarische sector, onze rol faciliterend van aard zijn. We zijn afhankelijk van de toeristische ondernemers. Wel kunnen we als gemeente, ondernemers en partijen bij elkaar brengen, een bijdrage leveren via ingrepen in de openbare ruimte en met een visie een langjarige ambitie vastleggen waar andere partijen op aan kunnen sluiten. 

Uitvoering 2024

  1. We brengen als initiator in 2024 partijen bij elkaar om samen met de Stichting DRU-IP en andere partijen een IJzer Biënnale te organiseren. We doen dit vanuit onze rol als opdrachtgever en subsidieverstrekker aan de Stichting DRU-IP. Dit past bij ons unique selling point: de rijke ijzerhistorie. Dit culturele evenement kan aanhaken op de Week van het IJzer.  
  2. In het verlengde hiervan zetten we vanuit onze rol als opdrachtgever en subsidieverstrekker aan de Stichting DRU-IP in op meer culturele evenementen, waarbij we een vervolg willen geven aan de Achterhoek Spektakeltoer. Hiermee hopen we dat de Stichting DRU-IP met andere partijen in staat gesteld wordt om een jaarlijks terugkerend programma op te zetten waarbij kunst, cultuur en toerisme hand in hand gaan. In nauwe afstemming met het DRU-IP herijken wede prestatieovereenkomst. Rollen, taken en verantwoordelijkheden worden daarin nog helderder vastgelegd.
  3. We stellen ondernemers in staat om een sterkere verbinding met de Duitse markt aan te gaan. Dat doen we door partijen bij elkaar te brengen. Dat begint met een onderzoek door studenten van het Saxion. Samen met de gemeenten Aalten en Oost Gelre starten we een marketingcampagne in Duitsland op en we stimuleren ondernemers om in te spelen op Duitse toeristen en samenwerking te zoeken met Duitse toeristische organisaties.
  4. Een ingreep in de openbare ruimte betreft het plaatsen van extra Schabracq straatmeubilair en -ornamenten. Op die manier maken we onze rijke ijzerhistorie op een laagdrempelige beleefbaar, omdat ze door hun kleurrijkheid in de openbare ruimte langs fietsroutes, bij toeristische trekpleisters en in de kernen komen te staan. En juist de ijzerhistorie is één van de bijzondere onderscheidende elementen in onze gemeente. We hebben als gemeente verschillende stalen ornamenten van de kunstenaar Schabracq in bezit welke nog niet in de openbare ruimte geplaatst zijn. In 2024 wordt dit kunstzinnige straatmeubilair opgeknapt en geplaatst. In 2025 wordt het project afgerond.
  5. Een andere ingreep in de openbare ruimte betreft de realisatie van camperplekken, omdat een dergelijk overnachtingsaanbod er nauwelijks is en het nieuwe doelgroepen aantrekt.  We bepalen op welke plekken langs het water deze vrije camperplekken het beste passen en brengen in kaart welke (basis)voorzieningen er moeten komen, om vervolgens de camperplekken te realiseren. De mate waarin we als gemeente die camperplekken realiseren, exploiteren en onderhouden is nog niet bekend.  
  6. Recreatievaart is in onze regio in opkomst. De Oude IJssel heeft economische potentie om de waterrecreatie verder te ontwikkelen. Dit biedt kansen voor toeristische ondernemers om nieuwe doelgroepen aan te trekken. Aan de hand van een economische toekomstvisie recreatievaart geven we daar richting aan. Daarbij kijken we niet alleen inhoudelijk naar onderdelen, zoals een passantenhaven en botenhuis, maar ook naar onze rol en randvoorwaarden. We brengen daarbij vooral de kansen in beeld, zodat andere partijen zich hierbij aan kunnen sluiten.

Monitoring

  • We monitoren jaarlijks hoeveel toeristen er naar de gemeente komen. We monitoren of het aantal toeristen stijgt en wat voor toeristen dit zijn. Zo weten we of we inderdaad nieuwe doelgroepen bereiken.
  • In 2024 bieden we de visie recreatievaart aan de gemeenteraad aan. 

* 3.6 Cultuureducatie bevorderen in het primair en voorgezet onderwijs.

Terug naar navigatie - * 3.6 Cultuureducatie bevorderen in het primair en voorgezet onderwijs.

Doelomschrijving
We dragen bij aan het historisch besef van leerlingen en dagen hen uit een creatieve, onderzoekende houding te ontwikkelen door het stimuleren van cultuureducatie in het primair- en voortgezet onderwijs. Dit doen we door kinderen en jongeren in aanraking te laten komen met kunst, cultuur en erfgoed. 

Termijn Kort
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Janine Kock
Taakveld 5.3 Cultuur-presentatie, productie en participatie

Context
Kunst en Cultuur speelt een belangrijke rol bij het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid en het versterken van sociale cohesie. In de nota ‘Cultuur smeedt de toekomst’ (2022) is opgenomen:
“We werken aan de kwaliteit en borging van cultuureducatie binnen het basisonderwijs: We streven naar een doorlopende leerlijn voor cultuureducatie, die voortgezet wordt in het voortgezet onderwijs. 
We vinden het van groot belang dat alle kinderen in aanraking komen met cultuur, omdat door diverse onderzoeken is aangetoond dat cultuur bijdraagt aan een historisch besef en leerlingen uitdaagt om een creatieve, onderzoekende houding te ontwikkelen.”

Op dit moment is cultuureducatie niet verplicht in het curriculum. Door cultuur te integreren in het curriculum van het onderwijs, zorgen we ervoor dat kinderen die van huis uit niet worden grootgebracht met cultuur, dit wel meekrijgen op school. Dat betekent dat er op zoveel mogelijk scholen sprake moet zijn van cultuuraanbod of integratie van cultuur binnen andere vakken.

Tussen gemeente, scholen en stichting KiCK (de stichting die het lokale cultuurprogramma voor onze gemeente ontwikkelt en organiseert) is in het verleden een convenant afgesloten waarin de samenwerking is bekrachtigd. We gaan in de eerste helft van 2024 in gesprek met het onderwijs om te komen tot een nieuw convenant, waarin ook de doorlopende leerlijn vanaf het schooljaar 2024-2025 naar het voortgezet onderwijs is opgenomen. 

Uitvoering 2024
In 2024 wordt uitvoering gegeven aan de opgenomen afspraken uit het convenant Cultuur en primair onderwijs met stichting KiCK. In het convenant hebben we opgenomen hoeveel leerlingen we willen bereiken. 

Monitoring
Periodieke evaluatie van het convenant en accountgesprekken met Stichting KiCK. 
We monitoren of elke school in onze gemeente een cultuuraanbod heeft. We doen dit door te kijken hoeveel scholen er zijn en hoeveel van die scholen een kunst, cultuur en erfgoedaanbod heeft. Daarbij kijken we ook hoeveel % van het curriculum uit dit aanbod bestaat. 
Het is aan de scholen om te kiezen of ze wel of geen gebruik maken van het programma van stichting KiCK. Scholen kunnen ook via andere kanalen cultuur opnemen in hun onderwijs. Dit nemen we mee in onze monitoring.

* 3.7 Gelijke onderwijskansen bieden voor iedere jeugdige

Terug naar navigatie - * 3.7 Gelijke onderwijskansen bieden voor iedere jeugdige

Doelomschrijving
Alle jeugdigen (0-18 jaar) hebben in Oude IJsselstreek gelijke onderwijskansen, zodat ze met een goede start aan hun toekomst kunnen beginnen.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Marco Bennink
Taakveld 4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzaken

Context
De kansengelijkheid is door de coronacrisis afgenomen en nog niet volledig hersteld. We willen de komende jaren daarom extra inzetten op het verbeteren van de kansengelijkheid van de jeugd. 
Gelijke kansen betekent dat elk kind kan opgroeien en zich kan ontwikkelen in de eigen omgeving met de hulp en ondersteuning die daarvoor nodig is. Hiervoor is een houding nodig waarbij we niet eenzelfde aanpak voor alle kinderen hanteren maar kinderen, afhankelijk van hun (gebrek aan) kansen verschillend/ongelijk behandelen. Dit vraagt ook dat wij het gesprek met onze (LEA-)partners over de maatschappelijke context voeren en faciliteren, met als doel dat verschillende talenten gelijk gewaardeerd worden en de norm over wat ‘normaal’ is wordt verruimd zodat ieder kind zich kan ontwikkelen en een gelijke kans heeft om volwaardig deel te nemen aan de maatschappij.

We vliegen dit vooral aan vanuit gelijke onderwijskansen omdat we ervan overtuigd zijn dat als een jeugdige zich optimaal kan ontwikkelen in het onderwijs, deze de grootste kans heeft op een goede toekomst. Om dit te bereiken is het wel essentieel om naast persoonskenmerken het hele systeem rondom de jeugdige mee te nemen zoals belemmerende en bevorderende omgevingsfactoren, gezondheid, ouders, familie, vrienden, sport en cultuur. 

Uitvoering 2024
Kansengelijkheid via een gerichte aanpak

  • Als we naar basisscholen kijken is de kans op onderwijsachterstanden vanwege de aanwezige belemmerende omgevingsfactoren het grootst op de scholen Dynamiek (Terborg), De Oersprong (Ulft), De Plakkenberg (Silvolde), De Woelwaters (Ulft), De Wijssel (Gendringen) en De Groeituin (Varsseveld). Op deze zes scholen loopt in het schooljaar 2023-2024 daarom de pilot ouderconsulent. We willen dit koppelen aan onze initiatieven op gebied van sport en cultuur.
  • Naast deze nieuwe interventie gaan we in 2024 door met de uitvoering van het onderwijskansenbeleid waarbij we ons specifieker richten op de kinderen en ouders die vanwege belemmerende omgevingsfactoren extra hulp nodig hebben om optimale onderwijskansen te krijgen. 

Samenwerking met onderwijsinstellingen

  • We gaan in januari 2024 tijdens een conferentie met elkaar in gesprek op welke manier we de samenwerking tussen onderwijs en gemeente verder kunnen verbeteren. We delen met elkaar lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen en signalen en bepalen op basis daarvan op welke specifieke thema’s we ons zullen inzetten.
  • We willen in 2024 in ieder geval met het onderwijs aan de slag met de thema’s mentale weerbaarheid en pesten. We sluiten aan bij de landelijke week tegen pesten (in september) en op de landelijke dag tegen pesten (19 april). We maken samen met de scholen, de kindergemeenteraad en de jongerenraad een programma hiervoor.

Monitoring
Kansengelijkheid via een gerichte aanpak: de pilot ouderconsulent wordt in juli geëvalueerd en op basis van de resultaten wordt samen met de betrokken partners bepaald of en zo ja hoe we een vervolg geven op deze pilot. Kansengelijkheid in het onderwijs: in de conferentie in januari concrete afspraken maken over welke thema’s we hoe gaan oppakken.

* 3.8 Duurzame en toekomstgerichte onderwijshuisvesting

Terug naar navigatie - * 3.8 Duurzame en toekomstgerichte onderwijshuisvesting

Doelomschrijving
We verduurzamen de onderwijshuisvesting (en kinderopvang) binnen onze gemeente om hiermee ruimte te bieden voor inclusief, gelijkwaardig en thuisnabij onderwijs. Waar dit kan passen we de omvang van het aanbod aan op de gewijzigde vraag.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Marco Bennink
Taakveld 4.2 Onderwijshuisvesting

Context
Als gemeente willen we er zijn voor onze toekomstige generatie en hen zo veel mogelijk kansen geven. Kinderen met dezelfde talenten hebben recht op gelijke kansen. Ieder kind moet zich volledig kunnen ontwikkelen. De kinderen en jongeren die dat nodig hebben, ondersteunen we daarbij. Goed onderwijs is essentieel voor de toekomst van de kinderen in onze gemeente. Goed onderwijs is inclusief, biedt alle kinderen gelijke kansen en is voor zo veel mogelijk kinderen dichtbij huis beschikbaar. Met goed onderwijs dringen we armoede en kansenongelijkheid terug en leveren we een bijdrage aan een samenleving waarin iedereen mee kan doen.

Scholen zijn belangrijke ontmoetingsplekken en maken onderdeel uit van een breder netwerk van voorzieningen. We vinden het dan ook essentieel om de kwaliteit van de scholen én de schoolgebouwen te waarborgen. In het nieuwe Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting (IHP) dat in 2023 is geactualiseerd hebben we onze ambities op onderwijsgebied geformuleerd, waarbij ook aansluiting gezocht is met de bredere maatschappelijke doelstellingen en ontwikkelingen binnen onze gemeente. 
In samenspraak met het onderwijs en de kinderopvang is vanuit de lopende projecten en het nieuwe IHP 2023-2039 een ordening ontstaan van noodzakelijke aanpassingen binnen de onderwijshuisvesting, die voor 2024 opgestart of gerealiseerd worden.

Uitvoering 2024

  • We ronden de realisatie van IKC De Wijssel af en nemen deze eind 2024 in gebruik. 
  • We stellen in 2024 de stedenbouwkundige randvoorwaarden vast voor de realisatie van het IKC Silvolde, stellen het ambitiedocument vast voor het IKC, realiseren de planvorming en starten de benodigde bestemmingsplanprocedures, zodat in 2025 gestart kan worden met de realisatie.
  • We starten in 2024 vanuit het nieuwe IHP met de uitwerking van de volgende projecten:
    • Planvorming verdere Verduurzaming Locatie Isala van Almende in het verlengde van de aanpak ventilatie vanuit de SUVIS-subsidieregeling
    • Start planvorming IKC  De Woelwaters in het verlengde van de planontwikkeling van het gebied De Wesenthorst in Ulft
    • In samenhang met de gebiedsgerichte aanpak in Terborg planvorming revitalisatie en optimalisatie Kulturhus De Rietborgh
    • Planvorming uitbreiding De Oersprong in relatie met de ontwikkelingen van de woningbouwplannen in het uitbreidingsgebied Biezenakker
    • In 2024 ontwikkelen we samen met de betrokken schoolbesturen en kinderopvangorganisaties een visie en uitwerking voor het onderwijs en onderwijshuisvesting voor Varsseveld, waarbij rekening gehouden wordt met de effecten van de geplande woningbouwplannen.

Monitoring

  • We monitoren het aantal leerlingen en waar zij wonen, om onze locaties af te stemmen op het verwacht aantal leerlingen
  • We monitoren of onze onderwijshuisvesting qua omvang en inhoud voldoet aan de ambities en inhoudelijke uitgangspunten, zoals vastgelegd in het IHP 2023

* 3.9 1 Vluchtelingen opvangen

Terug naar navigatie - * 3.9 1 Vluchtelingen opvangen

Doelomschrijving
Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of onderdrukking moeten bescherming kunnen krijgen. Daarom huisvesten we asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen overeenkomstig de regionale verdeling.

Termijn Kort
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Otwin van Dijk, John Haverdil
Taakveld n.t.b.

Context
Mensen die op de vlucht zijn voor oorlog of onderdrukking moeten bescherming kunnen krijgen. Het kabinet wil de huisvesting en ondersteuning van vluchtelingen beter spreiden, zodat ook ‘in de regio’ meer vluchtelingen kunnen worden opgevangen.

Op de Provinciale Regie Tafel zijn afspraken gemaakt over de Achterhoekse aanpak voor de huisvesting van vluchtelingen in onze regio. Het college van Oude IJsselstreek heeft op 26 juni 2023 ingestemd met deze Achterhoekse aanpak waarin ook een taakstelling is opgenomen voor de gemeente Oude IJsselstreek.

De regionale taakstelling betekent 1.079 asielzoekers huisvesten, 162 crisis noodopvangplekken realiseren, 1.650 Oekraïense vluchtelingen opvangen en 467 statushouders een permanente woning verschaffen. Binnen die regionale taakstelling heeft de gemeente Oude IJsselstreek zich gecommitteerd aan het huisvesten van tenminste 142 asielzoekers, 238 Oekraïense vluchtelingen en 21 plekken in een crisisopvang, mocht dat nodig zijn. De regionale opgave betekent evenwel dat er in overleg met andere gemeenten geschoven kan worden in aantallen en doelgroepen zo lang de taakstelling op regionaal niveau maar gehaald wordt. De gemeente is samen met de woningcorporatie verantwoordelijk voor voldoende aanbod aan betaalbare woningen voor álle doelgroepen. Dit gaat over de huisvestingsopgave die belegd is in Programma 1, paragraaf 1.3. 

Ook Oude IJsselstreek worstelt met krapte op de woningmarkt zoals elke gemeente. We moeten daarom creatief zijn in het oplossen van dit vraagstuk. Dat vraagt nadrukkelijk de samenwerking tussen alle betrokken partners. Gezamenlijk moeten oplossingen gezocht worden zodat zowel vluchtelingen, als de eigen inwoners, waaronder de statushouders, gehuisvest kunnen worden. Kamergewijze verhuur, mixen van doelgroepen met behoud van leefbaarheid, beschikbaar stellen van grondstukken, inzetten op flexwoningen of tiny houses, woningsplitsing, zelfs het opkopen en verbouwen van grote panden mag daarbij niet onbesproken blijven. Het is echter niet alleen een huisvestingsvraagstuk. Ook de sociale context vraagt nadrukkelijk aandacht. Immers onderwijs, zorg, Wmo, jeugdhulpverlening, werk etc. moet ook toegankelijk zijn en blijven, ondanks de toename van het aantal inwoners als gevolg van de verschrikkingen van oorlog en onderdrukking elders.

Uitvoering 2024
In 2023 worden grondstukken en panden beschikbaar gesteld, vergunningen aangevraagd en hebben we een begin gemaakt met het gereed maken van de locaties. In 2024 maken we deze locaties verder gereed, én zoeken we naar alternatieven, ook wat betreft woonvormen, zodat we onze taakstelling in 2024 behalen.

Monitoring
De taakstelling voor de gemeente is behaald.

* 3.9 2 De gezondheid en het welzijn van inwoners bevorderen

Terug naar navigatie - * 3.9 2 De gezondheid en het welzijn van inwoners bevorderen

Doelomschrijving
We ontwikkelen en realiseren sport- en beweegprogramma’s, zodat we gezondheidsverschillen verminderen en gezondheidsvaardigheden bevorderen en daarmee ook de sociale cohesie verbeteren.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ria Ankersmit
Taakveld 5.1 Sportbeleid en activering

Context
De gemeente streeft ernaar een gezonde leefstijl te bevorderen met sport & bewegen en beleven van kunst en cultuur als middelen. Hierbij stellen we het verminderen van gezondheidsongelijkheden, het verbeteren van de fysieke en mentale gezondheid en het versterken van sociale cohesie ten doel. Ten aanzien van sport & bewegen speelt het lokale en regionale sport- en beweegakkoord hier een belangrijke rol in.

Uitvoering 2024

  1. Wij stimuleren sport- en beweegmogelijkheden voor kwetsbare groepen, zoals inwoners met een beperking, ouderen en inwoners met een laag inkomen.
  2. Helpgewoon Buurtsport realiseert een integrale aanpak ter bevordering van (preventieve) gezondheid en welzijn.
  3. Sportverenigingen op sportpark IJsselweide worden professioneel ondersteund door de inzet van een (beroepsmatige) sportparkmanager.
  4. We continueren het partnership met Achterhoek in Beweging en verbinden en inspireren verenigingen om te komen tot een toekomstbestendig sportlandschap.

Monitoring

  1. Indicator (gericht op ouderen 65+): percentage ‘voldoet aan de beweegrichtlijn’ is gestegen van 36% naar minimaal 37%.(Bron: https://www.achterhoekmonitor.nl/dashboard.php) Indicator: percentage ‘ervaren goede gezondheid’ is tenminste gelijk gebleven aan 80,1%. (Bron: Factsheet ‘Maatschappelijke waarde van sport en bewegen. Hoe verhoudt Oude IJsselstreek zich tot de rest van het land?’ van kenniscentrum sport & bewegen.)
  2. Indicator (18 jaar en ouder): percentage ‘voldoet aan beweegrichtlijn’ is van 45,9% gestegen naar 46,5% op 31 december 2024. (Bron: https://www.sportenbewegenincijfers.nl/kaarten/beweegrichtlijnen )
  3. De sportparkmanager is aan de slag.

* 3.9 3 Samenwerken met Duitsland

Terug naar navigatie - * 3.9 3 Samenwerken met Duitsland

Doelomschrijving
De ligging van onze gemeente aan de grens biedt geweldige kansen. Zoals extra potentieel aan vakmensen, meer voorzieningen die net een tikje anders zijn, en een diverser cultureel aanbod. Dat maakt onze gemeente en de regio extra aantrekkelijk. In de praktijk zorgt de grens nog vaak voor belemmeringen. Om deze weg te nemen investeren we op allerlei manieren in grensoverschrijdende samenwerking met Duitsland.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Otwin van Dijk
Taakveld 3.1 Economische ontwikkeling

Context

Als voorzieningen aan de andere kant van de grens in Duitsland net zo toegankelijk zijn voor onze inwoners als de voorzieningen in eigen land, levert dat een positieve bijdrage aan de brede welvaart in onze gemeente en in de grensregio. Het betekent meer keus en een ruimer aanbod in een groter gebied. Datzelfde geld voor studeren, stagelopen, werken en ondernemen.

We zien kansen in de grensoverschrijdende samenwerking en de lange traditie van samenwerken met onze Duitse buren. Daarom zijn we lid van twee euregionale samenwerkingsverbanden, EUREGIO Rijn Waal en EUREGIO Gronau. In Gronau werken we samen met onze buurgemeenten in Regio Achterhoek verband. In Rijn Waal trekken we samen op met de gemeente Doetinchem en de gemeente Montferland. 
De banden met de Duitse gemeenten in de grensregio, en dan met name Bocholt, zijn van oudsher sterk. Door de beperkende coronamaatregelen hebben we onze Duitse buren in de afgelopen tijd minder vaak kunnen ontmoeten. Nu is de tijd om de banden weer sterker aan te halen.

Uitvoering 2024

1. We onderzoeken samen met de Wirtschaftsförderung Bocholt en de gemeenten Aalten en Winterwijk hoe we het project GROS Regiodeal voort kunnen zetten. Het project richt zich op ondernemers, werkenden en werkzoekenden.  Onderdeel van het project zijn de activiteiten van het Internationaal Netwerkbureau. Het Netwerkburo is een adviesdienst voor Nederlandse en Duitse ondernemers, opgericht door Oude IJsselstreek en de Wirtschaftsförderung Bocholt. Het GROS project loopt eind 2023 af.
2. Samen met Bocholt, Aalten en Winterswijk nemen we deel aan de activiteiten van de JugendUni, een initiatief van Bocholt dat al enkele jaren loopt en in 2023 een doorstart heeft gemaakt. De JugendUni biedt buitenschoolse activiteiten op het gebied van techniek en de bètavakken voor Nederlandse en Duitse kinderen en jongeren van 7 tot 14 jaar.  
3. Met de gemeente Montferland en de gemeente Emmerich zijn we in 2022 het EMOJI-project gestart (de afkorting staat voor de beginletters van de drie gemeente, waarbij die van Oude IJsselstreek zijn omgedraaid). Dit project gaat initiatieven voor samenwerking met Duitsland vanuit de samenleving zelf stimuleren en begeleiden. Deze werkwijze sluit goed aan bij de participatiegedachte in ons coalitieakkoord. Voor projecten die zo ontstaan vragen we INTERREG VI subsidie aan. Daarmee biedt het EMOJI-project de mogelijkheid om initiatieven uit Oude IJsselstreek te realiseren.
4. We onderzoeken de mogelijkheden voor een samenwerkingsproject voor de verbetering van de positie en huisvesting van Arbeidsmigranten i.s.m. Montferland en Emmerich.

Monitoring

1. A.d. h.v. de projectdoelen zoals geformuleerd in de projectaanvraag en overeen gekomen met de subsidieverstrekker Regio Achterhoek
2. Bocholt legt verantwoording aan de partners af in de Senaat (portefeuillehoudersoverleg)
3. Zoals onder 1, maar hier is de subsidieverstrekker EUREGIO Rijn Waal
4. P.M. Zit nog in de onderzoeksfase