Algemene dekkingsmiddelen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Baten en lasten van de gemeente, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen, zijn in de algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Het gaat hierbij om
- lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is; 
- de algemene uitkering uit het Gemeentefonds; 
- dividend; 
- rente converteerbare hybride obligatielening van Alliander;
- het saldo van de financieringsfunctie; 
- de overige algemene dekkingsmiddelen; 
- het bedrag voor onvoorzien.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

De beleidsruimte “Algemene dekkingsmiddelen” is beperkt. De belangrijkste regels zijn opgenomen in de Gemeentewet, het Besluit Begroting en Verantwoording, de Wet Financiering Decentrale Overheden en de Wet Waardering Onroerende Zaken. Voor zover de gemeente aanvullende lokale regels wil stellen voor het financiële beleid vindt dat plaats in een aantal verordeningen en nota’s.
In Oude IJsselstreek zijn de volgende kaderstellende notities en verordeningen vastgesteld:
•    verordening financieel beleid, beheer en financiële organisatie (2016)
•    verordening controle financieel beheer en financiële organisatie (2005)
•    verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid (2005)
•    treasurystatuut (financiering) (2017)

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is.
De lokale heffingen zijn uitgebreid beschreven in de betreffende paragraaf.

Algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds
De berekening van de Algemene Uitkering is gebaseerd op de Meicirculaire 2024. Daarnaast zijn de compensatiegelden Jeugdzorg en de eenmalige korting van € 675 miljoen op macroniveau verwerkt volgens de voorgeschreven richtlijnen. De raming BTW compensatiefonds is uit voorzichtigheid gezet op € 400.000, waar er mogelijke ruimte zit tot boven € 1 miljoen.

De raming van het gemeentefonds gebaseerd op constante lonen en prijzen, net als alle overige ramingen. In de meerjarenraming is rekening gehouden met de gevolgen die voortvloeien uit de bij de begrotingsuitgangspunten genoemde aantallen. De financiële uitgangspunten zijn benoemd in het betreffende hoofdstuk.
De algemene uitkering valt uiteen in een algemeen deel en een deel wat betrekking heeft op de daarbij behorende onderwerpen (decentralisatie- en integratie-uitkeringen).

  • Algemene deel
    Het algemene deel omvat het deel van het budget, waar de gemeente vrij over kan beschikken. De verschillen in de hoogte van de uitkering komen ten opzichte van eerdere ramingen op grond van de meicirculaire 2023 onder andere door: 

    • Compensatie voor loon- en prijsstijgingen en nieuw beleid.
    • Actualisering van aantallen (bv aantal inwoners, bijstandsgerechtigden, woningen, etc).
    • Actualisering van de WOZ-waarden van ons onroerend goed.
    • In de meicirculaire 2024 is de nieuwe financieringssystematiek vervroegd van 2027 naar 2024. Het betekent dat de koppeling van het accres aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) per 2024 al is
      ingevoerd en dus ook geldt voor de begroting 2025-2028. Het volume accres wordt vanaf 2024 gebaseerd op een 8-jaars historisch gemiddelde (t-9 t/m t-2) van de ontwikkeling van het bbp.
    • Het deel voor het sociaal domein is vanaf 2024 (ook begroting 2025-2028) grotendeels opgenomen in de Algemene uitkering. 
  • Integratieuitkeringen / Decentralisatieuitkering
    Deze uitkeringen zijn bedoeld voor een specifiek doel, hieronder vallen uitkeringen als participatie, voorschoolse voorziening peuters, armoedebestrijding kinderen, wet kwaliteitsborging bouwen en vergunningverlening/toezicht/handhaving.

Dividend
Het bedrag dat we aan dividend verwachten in de komende begrotingsperiode is omhoog gegaan op basis van de dividend uitkeringen in 2024, te weten € 850.000. Dividend vanuit de BNG bank ramen we deze begrotingsperiode op € 350.000 én dividend vanuit Alliander op € 500.000. Zie ook het onderdeel deelnemingen van de paragraaf Verbonden partijen. 

Saldo financieringsfunctie
Het saldo van de financieringsfunctie wordt bepaald door de verschillen in de geraamde rente en de gerealiseerde rente. Zie ook de paragraaf Financiering. Het percentage bespaarde rente dat wordt berekend over de stand van de eigen financieringsmiddelen per 1 januari is bepaald op 0%.
De rentelasten van de vaste activa (investeringen) worden aan de programma's toegerekend tegen de volgende omslagpercentages. Deze verschillen per jaar naar aanleiding van de begrote meerjarige financieringsbehoefte: 
Jaar 2025 - 1,89%, jaar 2026 - 2,20%, jaar 2027 - 2,50%, jaar 2028 - 2,75% (voor enkele geactiveerde kapitaaluitgaven gelden (historisch bepaalde) uitzonderingspercentages). Op rekeningbasis vindt nogmaals een (her)berekening plaats en worden op nacalculatorische wijze de kapitaallasten doorbelast.

Rente converteerbare hybride obligatielening van Alliander
Eind 2021 hebben wij Alliander een geldlening verstrekt van € 2.565 miljoen. Hiervoor ontvangen 0,10% rente (de marktrente van dat moment) met een opslag van 1,975%. Deze opslag is een vrij te besteden voordeel voor onze gemeente én wordt derhalve vanaf nu, tot het moment dat de lening is afgelost of geconverteerd, verantwoord bij de algemene dekkingsmiddelen.