Programma 1: De gemeente waar het goed wonen is

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de gemeente waar het goed wonen is gaat het om een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Nu en later. In de tweede helft van deze coalitieperiode komt meer nadruk te liggen op uitvoering van het eerder ontwikkelde beleid. Tegelijk blijven we de ontwikkelingen op landelijk en provinciaal niveau nauwlettend volgen, zodat we beleidsmatig tijdig kunnen bijsturen als dat nodig is.

In 2024 wordt het GVVP 2010-2020 opgevolgd door het Mobiliteitsplan Oude IJsselstreek 2040. Dit plan zal de gemeentelijke ambities bevatten voor het ontwikkelen van duurzame mobiliteit met oog voor leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid. 

De uitvoering van het VANG-beleid ligt op koers. Op basis van de driehoek milieu-kosten-service wordt ingezet op het halen van het eerste doel: 50 kg restafval per inwoner per jaar in 2025. Voorlichting is daarbij een belangrijk instrument, net als monitoring. Daarbij houden we aandacht voor eventuele ongewenste neveneffecten.

De lopende uitvoering van de woningbouwopgave wordt doorgezet. Het voorbereidende werk voor de in 2021 aangewezen uitleglocaties, De Tuit, Varsseveld-Noord, Biezenakker en Lenteleven, verloopt gestaag. We verwachten dat in 2025 met de bouw van de eerste woningen in De Tuit begonnen kan worden. De voorbereidingen voor de vijfde uitleglocatie Voorbroek-Terborg worden vanaf 2025 opgepakt. Ook zijn we aan de slag met de inzet van eigen panden en grondposities voor woningbouw, onder andere de Keurkamer en Wesenthorst in Ulft.   
Daarnaast werken we aan afspraken en regelgeving om stagnatie in de planvorming op langere termijn te voorkomen. Zo verwachten we dat begin 2025 besluitvorming kan plaatsvinden over de onder de Omgevingswet vereiste huisvestingsverordening, waar we in regionaal verband aan werken. Ook zijn we actief betrokken bij de voorbereidingen voor vervolgafspraken met de provincie over woningbouw tot en met 2025, de Woondeal 1.1.

Voor het buitengebied geldt dat de invloed van nationale en provinciale besluitvorming van grote invloed is op de mogelijkheden om lokale projecten uit te voeren. In afwachting van nadere uitwerking van het hoofdlijnenakkoord en provinciale besluitvorming over het programma voor het landelijk gebied, gaan we door met eerder ingezette (gebieds)processen en projecten, waaronder de Aanpak droogte Achterhoek. We blijven in gesprek met inwoners en ondernemers en werken verder aan de inzet van data voor monitoring van de effecten van beleid en projecten.

Voor de kernen is in 2024 het kader klimaatadaptieve kernen ontwikkeld. Dit kader vormt de basis voor de uitvoering in de komende jaren. Op basis van data-analyse worden aandachtslocaties geïdentificeerd en geprioriteerd. Maatregelen worden waar mogelijk meegekoppeld met andere gemeentelijke taken, zoals onderhoud wegen en riolering. De effectiviteit wordt gemonitord middels data-analyse, waarbij de klimaatatlas een cruciale rol speelt. Deze wordt in 2025 geactualiseerd.

De uitvoeringsfase van de energietransitie is al gestart. De komende jaren gaat het om vergroten en versnellen en daarvoor hebben we een programma op basis van vier thema’s: duurzame woningen, duurzame gebouwen, duurzame opwek en netwerk op orde. De personele capaciteit is aanwezig en het beleidsmatige kader staat. Ook hier spelen data een belangrijke rol in de monitoring. Daarbij werken we samen met DatalabGO en het Energieloket.

 

 

Wat geven we eraan uit?
In totaal geven we binnen programma 1 ruim € 43 miljoen uit. In onderstaand overzicht is te zien waar het geld naar toe gaat.

 

Terug naar navigatie - Doelen en acties

-1.1 Duurzame mobiliteit en bereikbaarheid

Terug naar navigatie - -1.1 Duurzame mobiliteit en bereikbaarheid

Doelomschrijving
Een leefbare, duurzame, verkeersveilige en goed bereikbare gemeente voor alle verkeersdeelnemers, zowel binnen onze gemeente als in de aansluiting op onze regio.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ria Ankersmit
Taakveld 2.1 Verkeer en vervoer

Context

Mobiliteit is een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Duurzame mobiliteit draagt bij aan een goede balans tussen belangrijke aspecten van mobiliteit, waaronder leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid. Onze gemeentelijke doelen en ambities voor deze aspecten zijn, binnen de kaders van Rijks-, provinciaal en regionaal beleid, vertaald in maatregelen. 
Voor de komende jaren streven we naar het verder verbeteren van de verkeersveiligheid. Vooral in verblijfsgebieden en rondom scholen en andere plaatsen waar kinderen veel verblijven, willen we zorgen voor een duurzaam veilige omgeving. We werken aan duurzame mobiliteit door te zorgen voor goede fietsvoorzieningen, goed openbaar vervoer en door onze kernen zo in te richten dat er een prettig verblijfsklimaat is. Op de wegen waar doorstroming belangrijk is, zorgen we voor een goede en snelle afwikkeling van het verkeer, met aandacht voor de zwakkere verkeersdeelnemers.  

De financiële opgave die hieruit voortvloeit voor de periode 2025-2028 is groot. Uitwerking en uitvoering vraagt om financiële inzet vanuit Rijk, provincie en regio en van onze eigen gemeente. Samenwerken met partners, gebruikmaken van beschikbare subsidies en combineren van werkzaamheden, zorgen ervoor dat doelen haalbaar zijn.

Uitvoering 2025

  • Uitbreiding van verkeerseducatie op onze basisscholen; alle scholen doen mee met het landelijk verkeersexamen
  • Vervolg op het veiliger maken van de schoolomgeving door het verbeteren van de inrichting van de openbare ruimte rondom scholen; waar mogelijk liften we mee met onderhoud en reconstructies (bijvoorbeeld in Varsseveld en Breedenbroek)
  • De bereikbaarheid voor fietsers verbeteren we door knelpunten aan te pakken; deze zijn voortgekomen uit onderzoeken van regionale snelle fietsverbindingen en vanuit het eerdergenoemde mobiliteitsplan; hierbij is financiering vanuit de provincie beschikbaar
  • Verbeteren van de bereikbaarheid van station Varsseveld; vanuit de nieuwe wijk De Tuit wordt een nieuwe fietsverbinding gerealiseerd voor de bereikbaarheid van het station; de route van de bus wordt verbeterd door het oplossen van knelpunten, waardoor het reizen comfortabeler wordt; tevens wordt het aantal deelfietsen uitgebreid en wordt de informatievoorziening op het station digitaal verbeterd; dit zijn bouwstenen die bijdragen aan het verder realiseren van een mobiliteitshub bij station Varsseveld, waarmee deze past binnen de provinciale visie voor een bereikbaar Gelderland; aanvullende financiering vanuit de Regiodeal kan dit proces versnellen
  • Om de doorstroming op de N18 te verbeteren, wordt de aansluiting op de Lichtenvoordseweg veiliger gemaakt. We doen dit in samenwerking met Rijkswaterstaat en de provincie en zorgen voor cofinanciering. 
  • Het mobiliteitsplan geeft aan wat de gewenste structuren voor mobiliteit zijn en wat dat betekent voor ons wegennet; bij reconstructies nemen we dit mee
  • Nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen worden ontwikkeld en ingericht volgens de uitgangspunten in het mobiliteitsplan
  • De knelpunten die voortkomen uit het mobiliteitsplan krijgen een grove prioritering mee, met bijbehorende onderbouwing; door cofinanciering in te zetten voor knelpunten die nu al in beeld zijn en waarvoor al subsidie is ontvangen, worden deze alvast aangepakt
  • De infrastructuur voor elektrisch laden wordt verder uitgebreid conform onze Laadvisie 2023–2025, dat we in 2025 evalueren en actualiseren.

Monitoring
Door bovengenoemde opgaven in een uitvoeringsagenda met een planning te plaatsen kan per onderdeel worden bepaald welke ontwikkelingen wanneer en door wie worden opgepakt en wat de voortgang qua doelrealisatie en financiële inzet is. We monitoren of onze activiteiten een positieve bijdrage leveren aan ons doel.

-1.2 Een afvalvrije gemeente

Terug naar navigatie - -1.2 Een afvalvrije gemeente

Doelomschrijving

In 2050 hebben wij de transitie Van Afval Naar Grondstof (VANG) succesvol doorlopen en is de gemeente afvalvrij.

Dat doen we door in te zetten op de driehoek milieu, kosten en service:

  •  Milieu - We verminderen de hoeveelheid grof en fijn restafval van 116 kilogram per inwoner nu naar 50 kilogram in 2025. In 2030 willen we deze verder verlagen tot 25 kilogram en in 2050 bestaat er geen restafval meer (circulaire economie)
  • Kosten - We gaan efficiënt om met mensen en middelen en werken hard om de kosten van het afvalbeheer voor onze inwoners zo laag mogelijk te houden. We werken volgens het principe “de vervuiler betaalt”
  • Service - We verhogen onze dienstverlening voor de herbruikbare grondstoffen en beperken onze dienstverlening voor het restafval. We vinden het belangrijk dat de meeste inwoners (zeer) tevreden blijven over de manier waarop de grondstoffen worden ingezameld. Waar nodig passen we maatwerk toe om onze inwoners te ontzorgen
Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Janine Kock
Taakveld 7.3 Afval

Context
We werken aan de transitie naar een circulaire economie, een samenleving zonder afval. We gaan voor een duurzame samenleving, die we kunnen doorgeven aan de generaties na ons. We willen ervoor zorgen dat mensen nu en in de toekomst gezond en veilig kunnen leven. We willen stoppen met roofbouw plegen op de leefomgeving en met het halen van grondstoffen uit de aarde. Wij zijn ervan overtuigd dat grondstoffen waardevol zijn en dat afval in de nabije toekomst niet meer bestaat. Wel zijn we voor een afvalloze gemeente afhankelijk van het Rijk, dat voorwaarden moet stellen aan leveranciers, zodanig dat zij geen (toekomstig) restafval meer produceren.
 
Voor het behalen van deze ambities is een wezenlijk nieuwe strategie nodig. In het beleidsdocument VANG (Van Afval Naar Grondstof) 2022-2030 hebben we een samenhangend en integraal maatregelenpakket uitgewerkt.

Uitvoering 2025
We gaan de volgende zaken doen:

1.    Invoeren van een nieuwe frequentie voor het inzamelen van PBD en GFT+E (elke drie weken PBD en wekelijks GFT+E in de zomer en minder in de winter);
2.    Opstarten project afvalvrije scholen;
3.    Voeren van een doorlopende voorlichtingscampagne in nieuwe (huis)stijl;
4.    Als gemeente het goede voorbeeld blijven geven;
5.    Opstarten acties tegen voedselverspilling;
6.    Opstellen tussentijdse evaluatie VANG-beleid;
7.    Monitoren aard en omvang ongewenste neveneffecten (zoals dump, zwerfafval, nul aanbieders en gebruik bedrijfsafvalcontainers).

Monitoring
We monitoren de voortgang op ons doel door bij te houden hoeveel restafval we verwerkt hebben. Op basis van het resultaat van de afvalsorteeranalyse uit Q4 van 2024 zien we hoeveel grondstoffen er nog in het restafval zitten, zodat we weten waarop we kunnen bijsturen. Dit bijsturen doen we door constant te kijken naar de driehoek: milieu, kosten, service. Op deze driehoek meten we concreet: 

Milieu:

  • In 2025 ontstaat max. 50 kilogram per inwoner per jaar;
  • In 2030 ontstaat max. 25 kilogram restafval per inwoner per jaar;
  • In 2050 ontstaat 0 kilogram restafval per inwoner per jaar (circulaire economie). 

Kosten:

  • De kosten voor het afvalbeheer houden we, voor waar we als gemeente invloed op hebben, beheersbaar en marktconform; 
  • Maatregelen uit het gemeentelijk VANG-beleid proberen we, waar mogelijk, te dekken uit de besparing van het verbranden van restafval en de hogere opbrengsten voor de recycling van grondstoffen;

Service:

  • We verhogen onze dienstverlening voor de herbruikbare grondstoffen;
  • Daarbij vinden we het belangrijk dat de meeste inwoners (zeer) tevreden blijven over de manier waarop deze grondstoffen worden ingezameld.

-1.3 Een thuis voor iedereen

Terug naar navigatie - -1.3 Een thuis voor iedereen

Doelomschrijving
Een passende woning en thuis realiseren voor de verschillende doelgroepen in onze gemeente.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ben Hiddinga
Taakveld 8.3 Wonen en bouwen

Context

De raad heeft het gemeentelijk woningbouwprogramma vastgesteld op 2250 woningen voor 2030. In de Regionale woondeal 2022-2023 Achterhoek, gesloten met Rijk en provincie op 8 maart 2023, is dit aantal voor Oude IJsselstreek gelimiteerd op 1500 woningen tot en met 2030. Daarbij geldt als aanvullende afspraak dat meer woningen mogelijk zijn als de bouw voorspoedig verloopt. Onze woningbouwambitie is nader vormgegeven in de Regionale woonagenda voor de Achterhoek 2023-2030. Hierin is vastgelegd dat er woningen in onze regio nodig zijn voor de autonome behoefte met een accent op ouderen en starters, de instroom van arbeidskrachten én van woningzoekenden die zich uit andere delen van het land in de Achterhoek willen vestigen. 

Naast de reguliere woningbouw is er ruimte nodig voor het huisvesten van aandachtgroepen; dak- en thuislozen, spoedzoekers, ex-GGZ-cliënten, internationale werknemers, statushouders en vluchtelingen. Daarmee dragen we bij aan het landelijke programma Een Thuis voor Iedereen. Een ‘thuis’ is veel meer dan alleen een dak boven het hoofd. Bij de huisvesting van bijzondere doelgroepen gaat het niet alleen om de woning, maar is de woonomgeving van belang en ook de aanwezigheid van passende voorzieningen in welzijn en zorg. We brengen dit in beeld in een regionale visie op wonen en zorg bijzondere doelgroepen. Naast de aantallen gaat het zoals gezegd om de goede leefomgeving en een goede verdeling van inwoners uit deze doelgroepen op basis van het fair share principe over de regio Achterhoek.

Urgente doelgroepen ouderen en starters

De sterke toename van het aantal ouderen vraagt om zowel een aanzienlijke nieuwbouw als om transformatie van bestaande bouw om deze geschikt te maken. De komende periode kenmerkt zich door een stop op uitbreiding van de verpleeghuiscapaciteit. Gevolg hiervan is dat vele ouderen zelfstandig thuis zullen blijven wonen en de zorg daar wordt verleend. Deze verpleeghuiszorg thuis noemen we Volledig Pakket Thuis (VPT). We beschikken over een uitvoeringsplan en een uitvoeringsagenda voor de huisvesting van ouderen. Er worden initiatieven ingediend en door middel van de zogenaamde woonzorgzones proberen we de huisvesting zoveel mogelijk te regelen in de nabijheid van belangrijke voorzieningen. Hierbij werken we intensief samen met Azora en Wonion.

Voor starters op de woningmarkt is het belangrijk dat we woningen toevoegen in de sociale huur, maar ook in de goedkope koop. We nemen als gemeente daarom deel in het Achterhoekse project om echt betaalbare woningen voor starters te gaan realiseren. Om er daarna voor te zorgen dat deze ook door starters kunnen worden betrokken, heeft de raad een doelgroepenverordening vastgesteld.

Uitvoering 2025

De woningbouwopgave vraagt om een structurele en consistente inzet van de gemeente. Deze loopt al en hiermee gaan wij de komende jaren verder. De stap van planvorming naar realisatie duurt meerdere jaren. Ook na 2030 blijft er behoefte aan woningbouw. Het Rijk wil daarom samen met de provincie begin 2025 afspraken maken over woningbouw tot en met 2035 aanvullend op de woondeal. Rijk en provincie doen een beroep op de regio Achterhoek om in de periode tot 2035 boven op de al bestaande afspraken nog extra woningen te realiseren. De Achterhoek heeft hiertoe mogelijkheden die elders in Nederland niet meer aanwezig zijn. De nieuwe afspraken worden onder de werktitel Woondeal 1.1 uitgewerkt en begin 2025 aan de raad voorgelegd.

De voortgang van de in 2021 aangewezen uitleglocaties; De Tuit, Varsseveld-Noord, Biezenakker en Lenteleven verloopt gestaag. De Tuit is de locatie waarmee als eerste gestart is en die het verst in het proces is. Het bestemmingsplan is in april 2024 vastgesteld, daartegen is beroep bij de Raad van State ingediend. We hopen dat dit beroep spoedig in behandeling kan worden genomen en zien dit met vertrouwen tegemoet. We verwachten dat er in 2025 met de bouw van de eerste woningen begonnen kan worden. Voor ’t Hiddink (Varsseveld-Noord) is een programma vastgesteld en is het voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten verlengd. Voor Biezenakker en Lenteleven zijn de stedenbouwkundige plannen vastgesteld als basis voor het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan). De vijfde uitleglocatie Voorbroek-Terborg wordt vanaf 2025 opgepakt.

Ook zijn we aan de slag met onze eigen panden en grondposities om deze in te zetten voor woningbouw. Twee grotere voorbeelden daarvan zijn de Keurkamer en Wesenthorst in Ulft, waar we zelf het voortouw nemen.   

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Als onderdeel daarvan is het voor gemeente verplicht een Huisvestingsverordening te hebben. Zo'n verordening heeft Oude IJsselstreek op dit moment niet. Het opstellen van deze verordening pakken wij in regionaal verband op. Wij verwachten dat begin 2025 hierover besluitvorming kan plaatsvinden. Eind 2023 is de Doelgroepenverordening vastgesteld. Hiermee zorgen we ervoor dat woningen toegankelijk zijn en blijven voor de doelgroepen waarvoor deze bedoeld zijn, hierover maken wij afspraken met ontwikkelaars en bouwers. Dit is in lijn met de Wet betaalbare huur die medio 2024 van kracht is geworden. De eerste ruimtelijke plannen waarop deze van toepassing is, zullen in 2024 en 2025 gereedkomen. De Huisvestigingsverordening en andere onderdelen van het woningbouwbeleid zijn een regionale en lokale doorvertaling van het woningbouwbeleid van het Rijk, dat een wettelijke basis zal krijgen bij invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting. De wet is in het voorjaar van 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd. Nu het nieuwe kabinet is geïnstalleerd zal deze wet naar verwachting in behandeling worden genomen. De wet verplicht de gemeenten om in 2026 te beschikken over een volkshuisvestingsplan. Onderdelen daarvan bereiden we nu al voor. 

Monitoring
Oude IJsselstreek doet mee aan de Achterhoekse Woon- en Vastgoedmonitor. Over de voortgang van de woningbouw leggen wij in het kader van de woondeal periodiek verantwoording af aan de provincie Gelderland. Ook de raad ontvangt jaarlijks een rapportage met daarin de voortgang van de woningbouw. Op basis daarvan kan, indien noodzakelijk bijsturing plaatsvinden.

-1.4 Een vitaal buitengebied

Terug naar navigatie - -1.4 Een vitaal buitengebied

Doelomschrijving
De nationale en provinciale ontwikkelingen voor het landelijk gebied monitoren we structureel en we leveren gevraagd en ongevraagd input. Daarnaast werken we aan inzicht in onze lokale situatie van het buitengebied en zijn inwoners. Op basis van deze twee sporen wordt en blijft duidelijk welke activiteiten nu al door onszelf of andere overheden worden uitgevoerd die bijdragen aan een vitaal buitengebied en welke activiteiten nog missen. Dit blijven we verwerken in het Lokaal Programma Vitaal Buitengebied dat ook in 2025 structureel wordt uitgevoerd.  

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ria Ankersmit
Taakveld 8.1 Ruimte en leefomgeving

Context
Het buitengebied (buiten de bebouwde kom) heeft te maken met grote complexe (verduurzamings-)opgaven op het gebied van natuur, klimaat en water. Dit vergt een andere aanpak dan opgaven binnen de bebouwde kom, maar het raakt wel dezelfde thema’s zoals het sociaal-economisch perspectief van de bewoners en bedrijven, de energietransitie, woningbouw en mobiliteit.

Een integrale aanpak voor deze opgaven is van belang als wij ons karakteristieke landschap willen behouden en verder versterken. Daarom zijn slimme keuzes voor de korte én lange termijn nodig. Dat kunnen we niet alleen, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken overheden. De regie voor veel opgaven ligt vaak niet bij de lokale overheid, maar bij het Rijk of de provincie.

Dit geldt onder meer voor het gebiedsprogramma Vitaal Landelijk Gebied Gelderland onder regie van de provincie Gelderland. Afhankelijk van de keuze van gebieden, de opgaven en maatregelen daarin en bijdragen van derden voortkomend uit dit provinciale proces wordt ook inzichtelijk of er een bijdrage van ons wordt verwacht. Uit het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet blijkt dat het transitiefonds voor het landelijk gebied geschrapt is. Wat het verdwijnen van het transitiefonds voor gevolgen heeft voor het provinciale programma en welke uitwerking dat krijgt richting gemeenten is nog niet duidelijk.

Na duidelijkheid vanuit het Rijk en de provincie wordt inzichtelijk welke eventuele aanvullende lokale bijdrage wij nog kunnen en willen leveren aan een leefbaar en vitaal buitengebied. 


Uitvoering 2025
In 2025 geven we uitvoering aan het Lokaal Programma Vitaal Buitengebied. Daarin blijven we in ieder geval: 

  • Inzichtelijk maken wat we al doen en welke instrumenten wij daarvoor inzetten;
  • Inzichtelijk maken waar wij wel en geen invloed op hebben;
  • Monitoren van nationale en provinciale ontwikkelingen voor het landelijk gebied in 2025 en op basis daarvan onze (aanvullende) bijdrage aan een vitaal buitengebied bepalen. 

In 2025 werken wij: 

  • Via het regionale proces mee om tot uitvoering van de Aanpak droogte Achterhoek te komen (o.a. bepalend voor binnenhalen van geldstromen);
  • Aan de afronding van de laatste integrale gebiedsinrichtingsmaatregelen van het gebiedsproces Aaltense Goor en Zwarte Veen;
  • Via het regionale proces mee aan de totstandkoming van het provinciale gebiedsprogramma Vitaal Landelijk Gebied Gelderland;
  • Verder aan het ecologisch beheren van gemeentelijk areaal van bermen en watergangen volgens het in 2023 vastgestelde Ecologisch berm- en watergangbeheerplan;
  • Aan de uitvoering van de structurele subsidieregeling Aanleg landschap en biodiversiteit;
  • Aan het structureel monitoren van onze lokale situatie met behulp van data zoals het aantal en soort agrarische bedrijven;
  • Verder in gesprekken met inwoners en ondernemers van het buitengebied over hun vragen en gewenste toekomstige (sociaal-economische) ontwikkelingen (zie ook programma 3: doelstelling 3).

Monitoring

  • Periodiek inzichtelijk maken van onze lokale situatie met behulp van data, zoals het aantal en soort agrarische bedrijven en indien nodig ons Lokaal Programma Vitaal Buitengebied hierop aanpassen;
  • Naar aanleiding van gesprekken met de inwoners en gebruikers van het buitengebied indien nodig ons Lokaal Programma Vitaal Buitengebied hierop aanpassen. 

-1.5 Klimaatadaptieve groene kernen

Terug naar navigatie - -1.5 Klimaatadaptieve groene kernen

Doelomschrijving
We werken voor onze inwoners aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving in de kernen, door te zorgen dat klimaateffecten van hitte en wateroverlast binnen streefwaarden blijven.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Ria Ankersmit
Taakveld 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie

Context
In de Klimaatagenda en de Visie op Landschap, Natuur en Groene Kernen is afgesproken dat de leefbaarheid in de kernen voor onze inwoners gewaarborgd is. Door het veranderende klimaat met meer hete dagen, hevige buien en langere periodes van droogte kan de kwaliteit van de leefomgeving onder druk komen te staan. Om te weten of en waar dat voor onze inwoners aan de orde is willen we inzicht in de klimaateffecten van hitte en wateroverlast op wijkniveau. Dit geeft de mogelijkheid om op wijkniveau plannen te maken om de openbare ruimte (her) in te richten om de klimaateffecten op te vangen.

In mei 2024 heeft de gemeenteraad de streefwaarden vastgesteld voor hitte, wateroverlast en groen. Deze streefwaarden vormen de basis voor de uitvoering van het Kader klimaatadaptieve kernen. Locaties waar geen streefwaarden worden overschreden, worden beschouwd als voldoende klimaatadaptief. Locaties waar wél streefwaarden worden overschreden worden nader onderzocht. Als uit dat nadere onderzoek blijkt dat maatregelen nodig zijn om deze locaties voldoende klimaatadaptief te maken, volgt een ontwerp- en uitvoeringsproces. Daarbij wordt ingezet op zoveel mogelijk meekoppelen met bijvoorbeeld het reguliere groot onderhoud aan weg of riolering. Daarnaast is samenwerking mogelijk met partners zoals Wonion, die een verduurzamingsopgave heeft in de bestaande woningvoorraad, of het waterschap. Deze samenwerkingsmogelijkheden zorgen voor een efficiëntere inzet van gemeenschappelijke middelen en voor zo min mogelijk overlast voor onze inwoners.

Uitvoering 2025
In 2025 wordt uitvoering gegeven aan het Kader klimaatadaptieve kernen. Hierbij krijgen de volgende stappen een plek:

  1. Aan de hand van de streefwaarden worden alle kernen geanalyseerd. Hieruit volgen aandachtslocaties, dit zijn locaties waar een of meer streefwaarden worden overschreden. 
  2. Voor de aandachtslocaties uit stap 1 wordt een realiteitscheck uitgevoerd. Komen de bevindingen uit de data overeen met de werkelijkheid?
  3. Op basis van de mate van complexiteit en risico worden de aandachtslocaties geprioriteerd.
  4. Aanpak per categorie prioriteit:
    • Voor één of enkele aandachtslocaties met lage prioriteit ontwikkelen we in samenwerking met stichting Steenbreek een actie/campagne. Op deze locaties is het belangrijkste doel om bewustwording te creëren en bewoners te inspireren zelf aan de slag te gaan.
    • Voor de aandachtslocaties met middelhoge prioriteit wordt, in samenwerking met onze beheerders van de openbare ruimte, aan meekoppelkansen, werk met werk maken en een uitvoerbare planning gewerkt. Ook wordt gekeken of hier samenwerking met een partij als Wonion of het waterschap, of meekoppelen met andere gemeentelijke opgaven mogelijk is.
    • Voor aandachtslocaties met hoge prioriteit geldt dat de complexiteit en/of de urgentie zo groot zijn dat deze om een eigen project vragen. Dergelijke projecten zullen de reguliere planning & control cyclus volgen.  

In 2025 wordt het lopende pilotproject afgerond. In dat project is, in samenwerking met Wonion, een ontwerp gemaakt om het appartementencomplex De Bongerd in Ulft en de directe omgeving ervan klimaatbestendiger te maken. Voor de buitenruimte zijn 3 varianten uitgewerkt, variërend van alleen groen toevoegen tot een algehele herinrichting van de onder- en bovengrondse buitenruimte. Gekozen is voor uitvoering van de minst ingrijpende variant. De grote parkeerplaats waar het complex omheen ligt, wordt opnieuw ingericht waardoor ruimte vrijkomt om een flink aantal bomen toe te voegen. Qua omvang zijn die bomen van voldoende formaat om binnen enkele jaren merkbaar bij te dragen aan het projectdoel, het tegengaan van hittestress.  

In 2025 wordt door de samenwerking water regio Achterhoek+, waar Oude IJsselstreek aan deelneemt, de wettelijk verplichte tweede ronde stresstesten uitgevoerd. Daaruit volgt ook een actualisatie van de gemeentelijke Klimaatatlas.

Monitoring & Evaluatie
De data in de Klimaatatlas zijn de basis voor het vaststellen van streefwaarden en het analyseren van de aandachtsgebieden. De Klimaatatlas wordt iedere 5 jaar herzien, de eerstvolgende keer is in 2025. De uitkomsten van de geactualiseerde stresstesten worden door het samenwerkingsverband DataLabGO meegenomen in de tweejaarlijkse monitoring van al onze kernen op het voldoen aan de streefwaarden.  


Project De Bongerd wordt na realisatie samen met Wonion geëvalueerd.

-1.6 Minder energie verbruiken, meer duurzame energie opwekken

Terug naar navigatie - -1.6 Minder energie verbruiken, meer duurzame energie opwekken

Doelomschrijving
Om klimaatverandering tegen te gaan (te verminderen) dragen we actief bij aan de uitvoering van het nationaal Klimaatakkoord. Nationaal is het doel gesteld om in 2030 55% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990 en om in 2050 de energietransitie van fossiele energie naar hernieuwbare energie te hebben voltooid. 
De gemeentelijke speerpunten liggen in het verduurzamen van de bestaande bouw en het opwekken van duurzame energie als vervanging van fossiele energie.

Termijn Lang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Janine Kock
Taakveld 8.3 Wonen en bouwen

Context
In 2023 is het derde Akkoord van Groenlo vastgesteld. De ambitie is om regionaal uiterlijk in 2050 energieneutraal te zijn. In navolging van het Akkoord van Groenlo én het nationale doel uit het Klimaatakkoord van 55% CO2 reductie in 2030, is het Regionaal Uitvoeringsprogramma Energietransitie Achterhoek van december 2023 opgesteld. Hierin zijn de doelen voor de Achterhoek gekwantificeerd. De doelen uit de Regionale Energiestrategie (RES) voor de opwek van duurzame energie zijn integraal meegenomen, evenals de gemeentelijke Transitievisie warmte (TVW).

Het regionale uitvoeringsplan is eind 2024 vertaald voor Oude IJsselstreek in het Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Energietransitie 2024-2030.  Het resultaat dat we nastreven is, net als in het regionale programma, duidelijk weergegeven in cijfers. Het regionale en gemeentelijke uitvoeringsprogramma lopen tot en met 2030.

De afgelopen twee jaar is budget vanuit het Rijk beschikbaar gekomen voor de uitvoering. Er is extra (ambtelijke) capaciteit én uitvoeringsbudget voor de energietransitie. Het budget van het Rijk geldt voor specifieke onderdelen met specifieke voorwaarden (zoals CDOKE en verschillende zogenaamde SPUk's). De komende jaren kunnen we meters maken. De randvoorwaarden zijn ingevuld: het beleid is uitgewerkt, er is (ambtelijke) capaciteit en uitvoeringsbudget. 

Uitvoering 2025
Het doel dat we nastreven is duidelijk weergegeven in cijfers in het Gemeentelijk Uitvoeringsprogramma Energietransitie 2024-2030.  De manier waarop we dit willen halen is door middel van het uitvoeren van verschillende projecten en activiteiten, ingedeeld in thema's. Hieronder de belangrijkste onderdelen:

Thema: Duurzaam wonen
Dit thema is gericht op het verduurzamen van de woningvoorraad, energie besparen door huishouders, en het aardgasvrij worden van woningen. Huishoudens worden hierbij geholpen door de gemeente. Wonion neemt de huursector grotendeels voor haar rekening. De gemeente richt zich op alle particuliere woningeigenaren, met speciale aandacht voor de kernen Varsseveld en Silvolde. Het gaat om het beperken van de warmtevraag van huishoudens (door isolatie), het gebruiken van meer duurzame warmtebronnen (o.a. warmtepompen) en het inzetten van meer duurzame elektriciteit (met name zonnepanelen).

We gaan door met het actief inwoners benaderen, en we helpen hen proactief met technische en financiële vragen. Er zijn subsidies en leningen beschikbaar. Specifieke subsidies, zoals de Isolatie Subsidie Achterhoek (ISA), zijn beschikbaar voor woningeigenaren met energielabel D of slechter en voor mensen met een lager inkomen. Zelf hebben we twee inwonersadviseurs verduurzaming; ze lichten inwoners voor, enthousiasmeren ze en helpen bij technische of financiële vragen. Ook kunnen ze assisteren bij het aanvragen van subsidies en leningen. We werken hierbij ook in 2025 intensief samen met het Energieloket Achterhoek.

Ook in 2025 zullen inwoners met een lager inkomen ondersteund worden door o.a. energiecoaching, aanbrengen van kleine energiebesparende maatregelen, een witgoedregeling en isolatiesubsidie. Ook wordt verder gewerkt aan een regionale structurele aanpak voor deze doelgroep.

Er zijn een aantal lokale energiecoöperaties. De grootste is het burgerinitiatief (BEOIJ) met de coöperatie Doe gewoon Watt.  De gemeente blijft in gesprek met BEOIJ en assisteert bij het realiseren van activiteiten van het burgerinitiatief.

In 2025 gaat het met name om;

  • Activatie, bewustwording en communicatie; d.m.v. het Energieloket, de inwonersadviseurs verduurzaming, de duurzaamheidspagina, de website, het stimuleren van burgerinitiatieven, informatieavonden e.d.
  • Subsidies en leningen: informatie geven en begeleiden aanvragen voor de verschillende subsidies en leningen (zoals ISA, OIJ isoleert, ISDE, TBW lening, warmtefonds e.d.)
  • Dorpsuitvoeringsplannen Silvolde en Varsseveld
  • Aanpak energiearmoede
  • Onderzoek mogelijkheden Warmtenet RWZI

Thema: Duurzame gebouwen (niet-woningen)
Dit thema richt zich op het verduurzamen van bedrijfsgebouwen en maatschappelijk vastgoed richting aardgasvrij. Ook eigen gemeentelijke gebouwen vallen hieronder. De verduurzaming van gemeentelijke gebouwen, scholen, sportaccommodaties, bedrijven e.d. is belangrijk en heeft al langer onze aandacht. Er worden elk jaar stappen gezet. Er lopen landelijke en regionale programma’s voor scholen, sportaccommodaties en bedrijven. Dit neemt niet weg dat bij de verduurzaming van gebouwen (geen woningen) nog veel winst te behalen is. Er worden successen geboekt, maar te weinig. Er wordt gewerkt aan een succesvollere aanpak in 2025.  Eigen energieverbruik van de gemeente wordt verduurzaamd via de AGE B.V.

In 2025 gaat het met name om:

  • Maatschappelijk vastgoed (aanpak nog in ontwikkeling)
  • Bedrijven en bedrijventerreinen (aanpak nog in ontwikkeling, deels regionale aanpak)
  • Zonnige bedrijven; bedrijven begeleiden met het realiseren van een zonnedak
  • Gemeentelijke gebouwen (stap voor stap verduurzamen, samen met regulier onderhoud)

Thema: Duurzame opwek (en opslag)
De RES-doelstelling is een regionale doelstelling. De gemeente zet zich actief in om het RES-doel te halen, buiten of binnen onze gemeente. We staan open voor initiatieven en zullen elk initiatief apart beoordelen. In 2023 is de eerste RES-voortgangsrapportage gemaakt. In 2024 is een begin gemaakt met de herijking van de RES Achterhoek. Belangrijk hierin is de verdeling van het niet gealloceerde uit de RES.  Het gaat ook over de vraag of wij nog een deel voor onze rekening kunnen nemen. 

De opwek van elektriciteit door grootschalig zon op dak is een belangrijk doel in de RES. We streven naar meer dan een verdubbeling van zon op dak. In 2025 gaan we verder met het stimuleren van zon op dak door het programma Zonnige bedrijven Achterhoek (ZBA). Echter door netcongestie is het aanleggen van een zonnedak steeds vaker niet mogelijk.

De afgelopen jaren zijn drie zonnevelden gerealiseerd.  Er is één zonneveld met een omgevingsvergunning dat nog wacht op realisatie. Voor zonnevelden zijn eind 2023 nieuwe strengere voorwaarden gesteld vanuit het Rijk en de provincie. Ook vanuit de RES (net efficiëntie) zijn extra voorwaarden gesteld. Er komt geen nieuw gemeentelijk beleid voor zonnevelden, nieuwe initiatieven worden als maatwerk behandeld waarbij de aangescherpte voorwaarden als uitgangspunt worden gehanteerd.

Er is een initiatief om een deel van de windenergie van Den Tol om te zetten in waterstof. Hiervoor is een principe verzoek ingediend. Het idee is dat lokale duurzame energie wordt opgeslagen in waterstof dat weer in de regio gebruikt gaat worden .

We bekijken de mogelijkheden op duurzame warmte in te zetten. Samen met waterschap Rijn en IJssel en gemeente Doetinchem doen we in 2025 een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid van een warmtenet bij de RWZI in Etten.

Netcongestie is een steeds groter knelpunt voor de gemeente. Tennet en Liander zijn bezig met het verzwaren van het elektriciteitsnetwerk. Dit is op z'n vroegst in 2029 gereed. Bedenk dat de gemeente hierin niet de eerste verantwoordelijke is en dat we maar beperkte invloed hebben. Wel wordt binnen de marges van wat wel mogelijk is, gezocht naar oplossingen. We bekijken samen met de netbeheerder waar er nog voldoende ruimte is op het elektriciteitsnet, wat is nog wél mogelijk is en hoe we efficiënt om gaan met de mogelijkheden.

In 2025 gaat het om:

  • RES; invulling geven aan de regionale opgave en als gemeente hier een bijdrage aan leveren
  • Windenergie; ontwikkelingen volgen en anticiperen op het plan voor een windpark in het Azewijnse broek (gemeente Montferland)
  • Zonnevelden; volgen van de realisaties van de zonnevelden met een vergunning. Nieuwe initiatieven toetsen aan de nieuwe, strengere voorwaarden
  • Waterstof: opslag van lokaal geproduceerde elektriciteit
  • Onderzoek mogelijkheden Warmtenet RWZI
  • Aanpak netcongestie

Monitoring
In 2024 is het Regionale Uitvoeringsprogramma Energietransitie Achterhoek vastgesteld, ook de gemeentelijke vertaling is gereed. Beide documenten worden gemonitord, deels regionaal. Deze monitoring wordt in samenwerking met DatalabGO en het Energieloket opgezet. Energieopwek is onderdeel van het Regionale programma en wordt gemonitord via de RES-monitor, die iedere twee jaar gemeten wordt.

Raadsplanning

Terug naar navigatie - Raadsplanning
Onderwerp Kwartaal Horend bij doel
Woondeal 1.1 Q1 Een Thuis voor Iedereen
Huisvestingsverordening Q2 Een Thuis voor Iedereen
Evaluatie en actualisatie Laadvisie 2023–2025 Q4 Duurzame Mobiliteit en Bereikbaarheid
Actualisatie gemeentelijke Klimaatatlas Q4 Klimaatadaptieve Groene Kernen