Financiële positie

Financiële begroting

Terug naar navigatie - Financiële begroting

Toelichting
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor, dat er naast de programmabegroting en de paragrafen ook een “financiële begroting” wordt gemaakt. Hierin wordt inzicht gegeven in:

  • de meerjarenraming/ prognose meerjarenperspectief 2025 – 2028
  • het overzicht van baten en lasten
  • overzicht van incidentele baten en lasten
  • de financiële uitgangspunten

 

Meerjarenraming

Terug naar navigatie - Meerjarenraming

In de meerjarenraming wordt de ontwikkeling van het saldo aangegeven vanaf het uitgangspunt in de programmabegroting 2024 en vervolgens de autonome en structurele ontwikkelingen. Immers, we sturen op een structureel meerjarig sluitend resultaat.

NB. Alle positieve bedragen dragen bij aan een positieve ontwikkeling van het begrotingssaldo, negatieve bedragen verslechteren het resultaat.

De toelichting op de autonome ontwikkelingen en beleidsmatige ontwikkelingen 2025 zijn onder de betreffende programma’s benoemd. 

Meerjarenraming 2025- 2028 (x1000) 2025 2026 2027 2028
Resultaat programmabegroting 2024-2027 849 -6.326 -7.443 -7.443
Autonome ontwikkelingen
1 Verkeersmaatregelen -52 - - -
1 GR ECAL -6 -6 -6 -6
1 Boombeheer -51 -51 -51 -51
1 Onderhoud Zwarte Veen -13 -13 -13 -13
1 Revitaliseringsfonds Wonen 195 195 195 195
1 Aanpak Energie Armoede 250 - - -
1 Afval -3 -5 -6 -3
1 Wesenthorst -100 -100 -33 -33
1 Diverse indexaties -77 -77 -81 -84
2 Jeugdbudgetten -1.895 -2.150 -2.150 -2.150
2 Jeugdbescherming -160 -160 -160 -160
2 WMO -687 -687 -687 -687
2 Veilig thuis -32 -32 -32 -32
2 Arbeidsparticipatie -13 -13 -13 -13
2 Wet sociale werkvoorziening -380 39 -8 401
2 Inkomensregelingen 316 370 370 370
2 Samenkracht en burgerparticipatie -160 -160 -127 -127
2 Sport en cultuur -73 -73 -73 -73
2 GGZ 25 25 25 25
2 Volksgezondheid -63 -70 -70 -70
3 GR Regio Achterhoek -21 -21 -21 -21
3 Lokaal voedselbeleid 5 5 5 5
3 Tijdelijke onderwijshuisvesting -100 -100 -100 -100
3 IHP Woelwaters - -50 - -
3 Diverse indexaties -99 -99 -99 -99
4 GR VNOG -65 65 7 -57
4 Bodemsanering de Wijssel -60 - - -
4 GR ODA -54 -54 -54 -54
4 Verkiezingen 88 - - -
4 Brandbestrijding -12 -12 -12 -12
4 Reisdocumenten en rijbewijzen 19 24 30 -41
4 Milieubelastende activiteiten 100 100 100 100
4 Diverse indexaties -4 -7 -7 -8
5 Verzekeringen 25 25 25 25
5 Huur STOER facilitair -25 -25 -25 -25
5 VNG Fonds -25 -25 -25 -25
5 CAO 2024 -735 -735 -735 -735
5 CAO 2025 en premies -631 -805 -805 -805
5 Peiodieke verhogingen -329 -329 -329 -329
5 Uitbreiding bomenploeg -64 -64 -64 -64
5 Ondersteuner Ecologie / Flora en fauna -77 -77 -77 -77
5 Medewerker tractie natuur en fietspaden -54 -54 -54 -54
5 College / Raad / Griffie / Directie -146 -146 -146 -146
5 Arbo -15 -15 -15 37
5 Samenwerking automatisering -125 - - -
5 ICT -17 -17 -17 -17
5 Personeel van derden Sociaal domein -50 -50 -50 -50
5 Diverse indexaties -3 -3 -3 -3
99 Algemene uitkering 3.739 5.342 6.785 6.877
99 OZB 483 483 483 483
99 Dividend 150 150 150 150
99 Toeristenbelasting 45 45 45 45
div Kapitaallasten 695 -58 -408 -1.067
Totaal autonome ontwikkelingen -341 525 1.663 1.422
Subtotaal resultaat autonome ontwikkelingen 508 -5.802 -5.780 -6.021
Beleidsmatige ontwikkelingen
1 Verkoop Polse Molen 130 - - -
2 80 jaar vrijheid -30 - - -
2 Regio Achterhoek -51 -51 - -
Totaal beleidsmatige ontwikkelingen 49 -51 0 0
Totaal resultaat 2025-2028 557 -5.853 -5.780 -6.021
* Saldo resultaat wordt voor 2025 toegevoegd aan de algemene reserve en 2026 t/m 2028 wordt onttrokken.

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten

Bij de afzonderlijke programma’s is steeds een overzicht van de baten en lasten opgenomen. In de volgende tabel treft u een totaaloverzicht van alle programma’s aan. Volgens het BBV mogen de mutaties in de reserves niet via de programma’s lopen, maar moeten afzonderlijk zichtbaar zijn.

Daardoor ontstaan er twee exploitatiesaldo’s, te weten een saldo vóór resultaatbepaling en een saldo na resultaatbepaling. Concreet betekent dit dat er eerst een telling wordt gemaakt van de begroting zonder de mutaties in de reserves (= vóór resultaatbepaling). Daarna volgt een telling rekening houdend met stortingen in- en onttrekkingen aan de reserves (= na resultaatbepaling). 

Overzicht baten en lasten (x 1.000) 2025 2026 2027 2028
Lasten
1. De gemeente waar het goed wonen is 43.307 44.725 45.118 45.886
2. De leefbare gemeente 64.358 63.815 63.150 62.730
3. De werkende gemeente 6.654 7.211 7.530 8.299
4. De dienstverlenende gemeente 7.334 7.283 7.464 7.438
Bedrijfsvoering 17.507 17.948 17.375 17.784
Algemene dekkingsmiddelen - - - -
Vennootschapsbelasting 3 3 3 3
Onvoorzien 50 50 50 50
Totaal lasten 139.212 141.037 140.691 142.191
Baten
1. De gemeente waar het goed wonen is 22.819 23.654 24.165 24.622
2. De leefbare gemeente 12.885 12.724 12.108 12.108
3. De werkende gemeente 1.255 1.255 1.255 1.255
4. De dienstverlenende gemeente 1.181 1.324 1.407 1.264
Bedrijfsvoering 682 677 677 677
Algemene dekkingsmiddelen 100.420 95.039 95.504 95.596
Totaal baten 139.243 134.673 135.117 135.522
Totaal saldo van baten en lasten (voor bestemming) 31 6.364- 5.574- 6.669-
Mutaties reserves
Toevoegingen aan reserves 604 604 604 604
Onttrekkingen aan reserves 1.130 1.116 399 1.252
Totaal mutatie reserves 526 511 206- 648
Totaal saldo lasten 139.816 141.641 141.295 142.795
Totaal saldo baten 140.373 135.788 135.515 136.774
Resultaat na bestemming 557 5.853- 5.780- 6.021-

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - presentatie van het structureel begrotingssaldo
Overzicht van incidentele baten en lasten (x 1.000) 2025 2026 2027 2028
Bestaand beleid
Lasten
2 Een leefbare gemeente
SPUK Leefomgeving -26 - - -
SPUK een tegen eenzaamheid -21 - - -
SPUK coordinatiekosten regionale aanpak preventie -19 - - -
SPUK Mentale gezondheid -13 - - -
SPUK Aanpak overgewicht en obesitas -46 - - -
SPUK OKO & Vroegsignalering alcoholproblematiek -7 - - -
SPUK Versterking kennis en adviesfunctie -7 - - -
Volksgezondheid GGD -19 - - -
5 Bedrijfsvoering
Personeelslasten -324 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -588 -588 -588 -588
Reserve onderwijshuisvesting -17 -17 -17 -17
Baten
2 Een leefbare gemeente
SPUK Leefomgeving 26 - - -
SPUK een tegen eenzaamheid 21 - - -
SPUK coordinatiekosten regionale aanpak preventie 19 - - -
SPUK Mentale gezondheid 13 - - -
SPUK Aanpak overgewicht en obesitas 46 - - -
SPUK OKO & Vroegsignalering alcoholproblematiek 7 - - -
SPUK Versterking kennis en adviesfunctie 7 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) 542 1.063 409 409
Reserve sportaccommodaties 100 100 100 100
Reserve begraafplaatsen 33 33 33 33
Totaal bestaand beleid incidenteel -273 591 -63 -63
Ontwikkelingen
Lasten
1 De gemeente waar het goed wonen is
De Wesenthorst -82 -82 - -
2 Een leefbare gemeente
80 jaar vrijheid -30 - - -
Volksgezondheid GGD 6 - - -
3 De werkende gemeente
Instandhoudingsonderhoud de Woelwaters -50 - -
4 De dienstverlenende gemeente
Bodemsanering de Wijssel -60 - - -
Baten
1 De gemeente waar het goed wonen is
Verkoop grond en groenstroken 60 60 60 60
Verkoop Polse Molen 130 - - -
De Wesenthorst -19 -19 -39 -39
99 Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering -1.375 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) 134 -2 -65 790
Reserve Afval 300 - - -
Reserve sportaccommodaties - -100 -100 -100
Reserve begraafplaatsen - - - -1
Totaal ontwikkelingen incidenteel -936 -193 -144 710
Totaal incidentele baten en lasten -1.209 398 -207 647
Het BBV schrijft voor dat we het begrotingssaldo tevens presenteren exclusief de bovenvermelde incidentele posten,
dat geeft het structurele begrotingssaldo weer.
Voor de provincie vormt dat het toetsingskader en dat laat het volgende beeld zien:
Presentatie van het structureel begrotingssaldo(x 1.000) 2025 2026 2027 2028
Saldo van baten en lasten 31 -6.364 -5.574 -6.669
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 526 511 -206 648
Begrotingssaldo na bestemming 557 -5.853 -5.780 -6.021
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) -1.209 398 -207 647
Structureel begrotingssaldo 1.766 -6.251 -5.573 -6.668

Financiële uitgangspunten

Beleidsuitgangspunten

Terug naar navigatie - Beleidsuitgangspunten

De basis voor het financiële beleid is opgenomen in hoofdstuk “Financien onder controle” in het coalitieprogramma 2022-2026. Centraal staat daarin het behouden van een gezonde financiële positie. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gedefinieerd:

  • De begroting is meerjarig structureel sluitend.
  • Trendmatige verhoging van de woonlasten (Onroerendezaakbelasting (Ozb), Rioolrechten en afvalstoffenheffing). Dat betekent een maximale stijging van 3%. De tarieven van de rioolrechten en afvalstoffenheffing zijn kostendekkend.
  •  De uitvoering van het sociaal domein vindt plaats binnen de beschikbare budgetten. De algemene reserve van het sociaal domein is bestemd voor het sociaal domein (“binnen de hekjes”).
  •  Overschotten gaan terug naar de algemene reserve.

In de voorliggende begroting wijken we op de volgende punten hiervan af.

  • De eerste betreft het meerjarig structureel sluitend zijn van de begroting. Het Rijk heeft eenzijdig de financiering naar de gemeenten zeer ingrijpend verlaagd vanaf 2026. Op landelijk niveau lopen gesprekken tussen VNG en het Rijk voor een oplossing voor deze "ravijnjaren". Met het vorige kabinet Rutte IV is niet tot een oplossing gekomen, het is op moment van schrijven onduidelijk hoe de gesprekken hierover met het kabinet Schoof I verlopen. De VNG adviseerde eerder aan gemeenten om de jaren 2026 en verder niet structureel sluitend op te stellen. Deze uitzonderlijke omstandigheden maken dat wij om die reden bewust afwijken van de eerder gekozen lijn en de meerjarenraming niet structureel sluitend hebben. De begroting voor 2025 is dat wel. 
  • Hekjes in het sociaal domein: in het voorjaar van 2023 hebben we de raad geïnformeerd over de moeilijkheden om vast te blijven houden aan de hekjes en in de begroting 2024 heeft de raad reeds ingestemd met een andere systematiek, waarbij nog wel een aparte bestemmingsreserve sociaal domein in stand blijft. Die laatste lijn trekken we door. Daarom is deze begroting opgesteld zonder rekening te houden met de "hekjes" in het sociaal domein.

De aanpassingen in deze begroting ten opzichte van de vorige begroting, zijn specifiek toegelicht in het hoofdstuk "Wat mag het kosten". 

In de Voorjaarsnota zijn twee investeringen taakstellend opgevoerd; het knelpunt N18 en de verduurzaming van het Isala (Almende) college. Om de kapitaallasten van ruim 121.000 euro vanaf 2026 te kunnen dekken is gezocht naar financieringsmiddelendekkingsmiddelen. Hiervoor hebben wij een aantal keuzes gemaakt, waarbij we in een aantal gevallen afwijken van staand beleid (zie ook de tweede Berap 2024).  Het betreft de volgende budgetten: 

  • Voor de plaatsing van kunst in de openbare ruimte (te weten Schabracq meubilair) is dekking beschikbaar uit een bijdrage van Tennet, waardoor een bedrag van 150.000 euro vrijvalt aan investeringsruimte. 
  • Het budget voor speelruimte in 2025 wordt eenmalig verlaagd met 90.000 euro. We zetten hierbij vooral in op de vervanging van speeltoestellen en niet op het toevoegen van extra groen. 
  • Het lokaal energiefonds verlagen wij van 500.000 naar 250.000 waardoor minder toekomstige initiatieven gehonoreerd kunnen worden. Daarnaast sluiten wij hierbij aan bij de bijdragen die regionaal worden ingebracht. 
  • Het project rond de beveiliging van een spoorwegovergang is afgerond. Het resterende budget van 200.000 euro is vrij beschikbaar. 
  • Vanuit afgelopen jaren is nog voldoende investeringsruimte beschikbaar voor het project Oude IJsselzone, waardoor het jaarlijkse investeringsbedrag van 100.000 euro voor het jaar 2025 kan komen te vervallen. 
  • Het budget voor tractiemiddelen verlagen we gedurende 2 jaar met 95.000 euro. Vervanging van materieel wordt doorgeschoven. 
  • De inzet van een maai-zuigmachine gaan we uitbesteden, waarmee het geplande investeringsbedrag van 400.000 euro vervalt. De kosten worden gedekt binnen de exploitatie. Dit heeft geen gevolgen voor ons beleid.

Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Terug naar navigatie - Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Om een integraal afgewogen beleidsontwikkeling te garanderen is het belangrijk om zowel bestuurlijk als ambtelijk een zelf opgelegde discipline te handhaven.
Het gaat dan om twee dingen:

  • Een gelijkmatige, voorspelbare financiële ontwikkeling omdat onzekerheid op dit punt tot bestuurlijke onrust leidt en direct de bestuurlijke aandacht afleidt van waar het werkelijk inhoudelijk om gaat.
  • Beperking van tussentijdse beleidswijziging vooral met significante financiële impact. Het risico wordt dan groot dat tot verkeerde/onnodige beleidswijzigingen wordt besloten.

Dat stelt ons als bestuur ook voor de nodige uitdagingen. Enerzijds dat we accepteren dat:

  • 100% controle niet mogelijk is
  • Inschattingen verkeerd kunnen zijn

Anderzijds dat we vóóraf spelregels afspreken, vastgesteld in de begrotingsdoctrine.
Tussentijds bijsturen van inhoudelijk beleid zonder financiële consequenties is altijd mogelijk. Tussentijdse voorstellen met financiële consequenties, die per definitie dus niet integraal kunnen worden afgewogen met andere beleidsontwikkelingen, moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Op basis van deze discipline moet tussentijdse besluitvorming over ontwikkelingen met financiële en/of capaciteitsgevolgen voldoen aan twee O’s: Onvermijdelijk en Onuitstelbaar. Alle andere voorstellen met structurele financiële en of capaciteitsgevolgen worden opgespaard tot de volgende begroting zodat een meerjarige integrale afweging mogelijk blijft.

Begrotingsdoctrine

Terug naar navigatie - Begrotingsdoctrine

In de programmabegroting 2022 is op grond van de financiële verordening de volgende begrotingsdoctrine vastgelegd voor de jaren 2022-2027:

  1.  De begroting is elk jaar structureel sluitend.
  2.  Overschotten terug naar algemene reserve.
  3.  Verwachte tekorten of overschotten binnen programma oplossen. Gedurende het jaar wordt een verwacht begrotingsoverschot of - tekort niet tussen programma’s gecompenseerd om te voorkomen dat er onnodig en/of verkeerd wordt bijgestuurd op strategisch belangrijke onderwerpen.
  4. Tussentijdse voorstellen (zoals eerder bij de P&C cyclus inhoudelijk toegelicht) kunnen alleen op basis van de twee O’s (onuitstelbaar en onvermijdelijk).
  5. De reserves moeten minstens voldoende zijn om een weerstandsratio van 2 te behouden die in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt vastgesteld.
  6. Investeringen op basis van meerjarenraming.

Zoals we bij de beleidsuitgangspunten hierboven al hebben aangegeven, wijken we, gezien de uitzonderlijke omstandigheden en conform eerder advies van de VNG, in deze begroting bewust af van het eerste punt "de begroting is elk jaar structureel sluitend". In plaats daarvan is de begroting 2025 structureel sluitend, De jaarschijven daarna zijn dat niet.

 

Technische uitgangspunten

Terug naar navigatie - Technische uitgangspunten

De begroting is op de volgende punten als volgt doorgerekend:

  • Loonontwikkeling
    De CAO gemeenteambtenaren loopt eind maart 2025 af. Vooruitlopend op een nieuwe CAO hanteren wij voor 2025 de aanname dat de salarissen per 1 april 2025 met 2,5% stijgen. T.a.v. de premies (waaronder pensioenen) gaan we uit van de informatie als bekend ten tijde van opstellen van de begroting.
  • Prijsontwikkeling
    De budgetten en subsidies zijn bijgesteld naar het daadwerkelijk verwachte prijsniveau 2025. Er wordt geen generieke prijscompensatie toegepast.
  • Geen meerjarige loon- en prijscompensatie
    Voor de begrotingsjaren 2026-2028 gaan we uit van het prijsniveau 2025. Er is dus zowel voor de inkomsten als de uitgaven geen rekening gehouden met verdere loon- en prijsstijging. Er worden tegen constante prijzen geraamd.
  • Renteontwikkeling
    Voor de berekening van de kapitaallasten over 2025 (renteomslag) is uitgegaan van 1,89 %. Bij het opmaken van de jaarrekening wordt de renteomslag opnieuw berekend en tot de werkelijke omvang doorbelast aan de producten. In de meerjarenraming 2026-2028 is deze keer gerekend met een oplopende renteomslag per begrotingsjaar, op basis van de huidige rentetarieven. Zie ook de toelichting op het saldo financieringsmiddelen bij het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen
  • Rijksuitkeringen
    De meicirculaire 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is bepalend voor de op te nemen raming in de begroting 2025-2028. Taakmutaties worden waar mogelijk specifiek toegerekend aan het betreffende programma.
  • Belastingen en tarieven
    Voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing (voor beide netto na kwijtschelding) gaan we uit van maximaal 100% kostendekkendheid. De tarieven die gezamenlijk de woonlasten bepalen (riool, afval, OZB) bepalen we zodanig dat deze samen gemiddeld als woonlasten 3% stijgen. Doordat er bij het vastrecht afvalstoffenheffing een meer uniforme lijn gekozen wordt, kan dit percentage voor een éénpersoons- en meerpersoonshuishouden verschillen. De paragraaf Lokale Heffingen geeft een verdere toelichting op de belastingen en leges.

Geprognotiseerde balans

Toelichting op de balans activa

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans activa


De activa bestaan uit vaste en vlottende activa.
Vaste activa bestaan uit de bezittingen van de gemeente die zij langdurig gebruikt voor haar bedrijfsvoering. Deze bestaan uit de (im)materiële vaste activa en financiële vaste activa. De vlottende activa zijn bezittingen met een looptijd korter dan 1 jaar en bestaan uit de voorraden, vlottende vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.

a. (Im)materiële vaste activa
Dit betreft voornamelijk materiele vaste activa die bestaan uit investeringen met economisch of maatschappelijk nut.

  • In erfpacht gegeven gronden worden gewaardeerd tegen uitgifteprijs
  • Investeringen met economisch nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs.
  • Investeringen met maatschappelijk nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs. Reserves en specifieke investeringsbijdragen mogen in mindering worden gebracht. Op het saldo wordt afgeschreven, waarbij vervroegd afschrijven is toegestaan.
  • Activa met een verkrijgprijs minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.
  • Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
  • De afschrijvingstermijnen zijn te vinden onder bijlage I.

Immateriële vaste activa (IVA) betreft vaste activa die niet stoffelijk van aard zijn en tevens niet onder de financiële vaste activa worden begrepen. Dit betreft voornamelijk kosten van onderzoek en ontwikkelingen (afschrijvingstermijn maximaal 5 jaar).

b. Financiële vaste activa

Financiële vaste activa (FVA) betreffen:

  • Verstrekte langlopende geldleningen met een maatschappelijke bestemming.
  • Verstrekte hypotheken aan eigen personeel (sinds 2009 niet meer toegestaan).
  • Aandelen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten.

c. Voorraden
De voorraden bestaan vanaf 2016 uit bouwgronden in exploitatie. De niet in exploitatie genomen bouwgronden (Niegg) zijn per 1 januari 2016 komen te vervallen. De gronden die voorheen onder deze categorie vielen, zijn nu opgenomen op de balans onder de materiële vaste activa, mits er geen korte termijn ontwikkeling is te verwachten.

d. Vlottende vorderingen (uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar)
Dit betreft vorderingen op openbare lichamen, debiteuren, crediteuren en uitzettingen in de schatkist. De uitzettingen in de schatkist worden per kwartaal vastgesteld.

e. Liquide middelen
Dit betreft onze banksaldi bij de banken (BNG en Rabobank) en interne kas (balie burgerzaken).

f. Overlopende activa
Hieronder worden gerekend de nog te ontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen en de overige overlopende activa.

Toelichting op de balans passiva

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans passiva


De passiva bestaan uit vaste en vlottende passiva.
Vaste passiva zijn het lang vermogen waarmee de bezittingen zijn gefinancierd, bestaande uit het eigen vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het vreemd vermogen (voorzieningen en vaste schulden).
Vlottende passiva bestaan uit de kortlopende vorderingen, namelijk de netto vlottende schulden en overlopende passiva.

a. Eigen vermogen: algemene reserve en bestemmingsreserves
De algemene reserve is bedoeld om mogelijke risico’s en fluctuaties in de exploitatie op te kunnen vangen. Het is een vermogensbestanddeel dat bedrijfseconomisch gezien vrij opneembaar is. De bestemmingsreserves zijn door de raad vastgesteld. Hier zijn specifieke bestemmingen aan gegeven.

b. Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor kosten die al voorzien worden, maar waarvan de kosten in de komende jaren komen, dan wel per jaar sterk fluctueren (egalisatie).

c. Vaste schulden
Dit zijn de schulden met een looptijd van één jaar of langer. De langlopende leningen.

d. Vlottende schulden
De vlottende schulden zijn schulden met een looptijd korter dan een jaar. Bijvoorbeeld de saldi bij diverse banken en kasgeldleningen.

e. Overlopende passiva
Hieronder worden bijvoorbeeld gerekend de nog te betalen bedragen, van derden verkregen middelen en vooruit ontvangen bedragen.