Algemene posten

Onvermijdelijke ontwikkelingen

Verzekeringen
De opstalverzekering valt na de laatste aanbesteding erg ongunstig uit. Dit geeft een structureel nadeel van in totaal € 105.000. Deze kosten zitten verspreid in de begroting onder de diverse panden, voor de inzichtelijkheid benoemen we het hier als één algemene ontwikkeling.

CAO Ambtenaren
Begin 2022 is een nieuwe CAO voor ambtenaren afgesproken die loopt tot 1 januari 2023, de loonstijging bedraagt 1,5% ingaande december 2021 en per april 2022 komt daar nog 2,4% bij. In de begroting was met een lagere stijging rekening gehouden, hetgeen zorgt voor een nadeel van ongeveer € 300.000. Voor 2023 houden we voorlopig rekening met een stijging van 2,5% over de loonsom, wat ook ongeveer neerkomt op € 300.000 hogere kosten.

Arbo
De Arbo-kosten zijn ten onrechte doorgeraamd in de laatste jaren, zodat deze kunnen komen te vervallen.

Algehele prijsstijging
Het CBS gaat in zijn Centraal Economisch Plan van maart 2022 uit van een algehele inflatie van 5,2% voor 2022, voor de jaren daarna is het erg onzeker. Ook is niet bekend of deze prijsstijging volledig door het Rijk wordt gecompenseerd via verhoging van het accres in de algemene uitkering. Daarom nemen we voor dit moment een stelpost van 5% op over de geraamde bedragen voor “overige goederen en diensten” (dat is inclusief energiekosten), wat neerkomt op een bedrag van € 850.000. Dit is niet meer dan een zeer voorlopige inschatting. In aanloop naar de begroting en op basis van de meicirculaire kunnen we een betere inschatting maken.

Uitbreiding personeelsformatie
Op personeelsgebied zijn er twee onvermijdelijke posten. In verband met de Wet open overheid, die per 1 mei 2022 van kracht is, moeten bouwdossiers worden teruggehaald uit het Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers. Daar is eenmalig budget voor nodig. Daarnaast was in 2022 incidenteel budget opgenomen voor een participatiecoach voor de duur van een jaar. Het contract is uiteindelijk ingegaan per 1 mei 2022 en loopt tot 1 mei 2023, zodat in 2023 eenmalig extra budget nodig is.

Ontwikkelingen voortkomend uit bestaand beleid

Uitbreiding personeelsformatie
In de voorjaarsnota 2021 is voor het eerst de beweging van beheer- naar ontwikkelgemeente beschreven; het werk is complexer geworden en vraagt vaker om andere kwaliteiten en een andere mindset. Dit wordt gedreven vanuit ambities en grote opgaven die in onze gemeente landen, zoals de woningbouwopgave en omgevingswet in het fysiek domein, de nieuwe samenwerkingsvormen en toegang in het sociaal domein en de nieuwe wetgeving rondom informatie-huishouding.

De schaarste op de arbeidsmarkt begint een steeds groter en urgenter maatschappelijk probleem te worden. Het vraagt om een keuze gericht op de lange termijn. Financieel zijn in eerdere begrotingen namelijk middelen vrijgemaakt, soms structureel, maar veelal incidenteel. Daarmee is de uitvoeringskracht op korte termijn verbeterd, maar blijft het op lange termijn kwetsbaar. Daarom kiezen we ervoor om met incidentele middelen ingevulde werkzaamheden structureel te maken.

De beweging van beheer- naar ontwikkelgemeente kost tijd en energie en zal ook de komende jaren de benodigde investering vragen. De belangrijkste vraag hierin is hoeveel extra investering we willen doen in uitvoeringskracht voor de grotere en complexere ambities óf we de keuze willen maken om een aantal ambities los te laten. Dat vraagt extra investeringen in personeel en uitvoeringskracht waarbij we de mogelijkheden verkennen om een deel van de kosten daarvan te verrekenen met exploitatie-budgetten van onszelf én derden. We komen met voorstellen voor dekking hiervoor.

We hebben een inschatting gemaakt van de personele consequenties om de bestaande opgaven en ambities te kunnen (blijven) uitvoeren, onderverdeeld naar de verschillende beleidsterreinen.

Personeel fysiek domein
Het tempo waarmee we de woningnood kunnen oplossen, kunnen werken aan de uitbreiding van bedrijventerreinen en aan overige ruimtelijke ontwikkelingen kunnen werken, is afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel. Op dit moment hebben we hier met name tijdelijk personeel voor ingehuurd. We zien de komende jaren echter structureel meer werk voor de hiervoor genoemde ruimtelijke ontwikkelingen. Daarom stellen we voor om op onderdelen structureel in uitbreiding te voorzien.

De uitvoering van de Klimaatagenda vraagt om uitbreiding van personele capaciteit. In het raadsvoorstel is de te werven adviseur Klimaat al opgenomen met als dekking de rioolheffing. Daarnaast is specifiek voor het vergroenen van de gemeente extra capaciteit nodig om de doelstellingen uit de Klimaatagenda te realiseren.

Het nieuwe VANG-beleid zal naar verwachting leiden tot extra werk. Omdat dit afhangt van besluitvorming is dit nog niet volledig in te schatten, het genoemde bedrag kan daarom nog toenemen.

De vele ruimtelijke ontwikkelingen hebben ook invloed op andere taakvelden, zoals verkeer en vervoer, complexe civiele projecten en bouwkundig toezicht.

Dekkingsmogelijkheden fysiek domein
Een deel van de benodigde extra middelen kan gevonden worden in het tijdelijk budget woningbouwimpuls. Daarnaast kunnen we besluiten een deel van de kosten toe te rekenen aan grondexploitaties en direct aan derden in anterieure overeenkomsten. Dit geeft wel een hoger risico, omdat we afhankelijk zijn van ontwikkelingen bij initiatiefnemers/ontwikkelaars. Tenslotte kunnen we ook een hoger bedrag toerekenen aan diverse investeringsprojecten. Op lange(re) termijn kan hierdoor wel een dekkingsprobleem ontstaan, maar voor de komende jaren achten we dit aanvaardbaar.

Optionele dekkingsmogelijkheid doorrekening in tarieven
Daarnaast bestaat de mogelijkheid, in het kader van kostendekkendheid van tarieven, de extra kosten voor klimaatbeleid en afvalbeleid mee te nemen in de kostentoerekening voor deze activiteiten. Daarbij bestaat de mogelijkheid dit door te berekenen aan inwoners via verhoging van respectievelijk de rioolheffing en afvalstoffenheffing. Dit kan op gespannen voet staan met het beleid van de afgelopen jaren om de totale woonlasten met maximaal 3% te laten stijgen. Daarom hebben we dit nu niet doorvertaald in de voorjaarsnota, maar geven we alleen onderstaand indicatief weer welke aanvullende dekking dit kan betekenen:

Personeel bedrijfsvoering
Voor incidentele werkzaamheden voorzien we dat tijdelijk uitbreiding nodig is. Het gaat bijvoorbeeld om voorbereiding op de samenhangende objectenregistratie (SOR), een samenwerking tussen onder meer gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat en de Waarderingskamer.

Daarnaast zien we dat we op een aantal taakvelden kwetsbaar zijn en onvoldoende capaciteit hebben. Zo hebben we nu maar één privacy-medewerker waardoor we risico’s lopen dat we niet voldoen aan privacywetgeving en de digitale veiligheid in het geding komt. Ook hebben we momenteel onvoldoende capaciteit om de telefonische en fysieke dienstverlening aan te kunnen blijven bieden zoals dat van ons als gemeente verwacht mag worden. Medewerkers maken nu structureel extra (over)uren, maar dit is op langere termijn niet houdbaar. Bij de al krap bezette afdeling P&O gaan over enkele jaren twee senior strategisch adviseurs gelijktijdig met pensioen. Om daarop te anticiperen en te kunnen blijven werken aan strategisch personeelsbeleid willen we zorgen voor een goede overgang van kennis en kunde, door hier vroegtijdig een nieuwe collega voor aan te nemen. Daarnaast zien we ook dat de taken door uitbreiding van het personeelsbestand zijn toegenomen, zodat we ook structureel uitbreiding nodig achten.

Het gaan van een beheer gemeente naar ontwikkelgemeente is gepaard gegaan met een enorme ambitie. Vanuit deze ambitie zijn we op alle domeinen met grote complexe en integrale opgaven bezig. Dit vraagt om een continu goed kwalitatieve en kwantitatieve bezetting van alle afdelingen. Door natuurlijk verloop hebben we continu te maken met een groot aantal, in deze tijd moeilijk in te vullen vacatures.

Personeel sociaal domein
Er wordt standaard een te hoge druk ervaren bij de consulenten bijzondere bijstand en minimaregelingen, vooral in het voorjaar en de vakantieperiode. Door het overwerken in het voorjaar ontstaat er extra druk in de andere periodes. Vooralsnog denken we hier aanvullende capaciteit voor de komende jaren nodig te hebben, de langere termijn is op dit moment onvoldoende duidelijk. Datzelfde geldt ook voor beleidsadvies voor de participatiewet. In de huidige begroting is voor de jaren 2022 en 2023 reeds incidenteel budget voor opgenomen. Er is mogelijk behoefte aan structurele uitbreiding. Dit hangt onder meer samen met de doorontwikkeling van STOER. Het is nog te vroeg om dit nu concreet te maken.

Voor de WMO speelt iets soortgelijks. In het kader van de bestuursopdracht WMO is de verwachting dat de werkzaamheden van de consulenten in de nieuwe samenwerking Samensterk in eerste instantie zullen uitbreiden. Wat het effect op langere termijn is, is nog niet bekend. Ook hier is voor 2022 en 2023 al incidenteel beleidscapaciteit opgenomen in de begroting, maar is mogelijk behoefte aan structurele capaciteit. Als dit gaat spelen, komen we hier bij de begroting 2024 op terug.

Op jeugdgebied functioneert de keten jeugdsamenwerking onvoldoende met als risico dat we jeugd onvoldoende in beeld hebben. Daarom willen we hiervoor een gebiedsmakelaar aanstellen.

Tenslotte vraag het uitvoeren van de inclusieagenda om een beperkte structurele uitbreiding.