Financiële positie

Financiële begroting

Terug naar navigatie - Financiële positie - Financiële begroting

Toelichting
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor, dat er naast de programmabegroting en de paragrafen ook een “financiële begroting” wordt gemaakt. Hierin wordt inzicht gegeven in:

  • de meerjarenraming/ prognose meerjarenperspectief 2026 – 2029
  • het overzicht van baten en lasten
  • overzicht van incidentele baten en lasten
  • de financiële uitgangspunten

 

Meerjarenraming

Terug naar navigatie - Meerjarenraming - Meerjarenraming

In de meerjarenraming wordt de ontwikkeling van het saldo aangegeven vanaf het uitgangspunt in de programmabegroting 2025 en vervolgens de autonome en structurele ontwikkelingen. Immers, we sturen op een structureel meerjarig sluitend resultaat.

NB. Alle positieve bedragen dragen bij aan een positieve ontwikkeling van het begrotingssaldo, negatieve bedragen verslechteren het resultaat.

De toelichting op de autonome ontwikkelingen en beleidsmatige ontwikkelingen 2026 zijn onder de betreffende programma’s benoemd. 

Meerjarenraming 2026- 2029 (x1000) 2026 2027 2028 2028
Resultaat programmabegroting 2025-2028 -5.853 -5.780 -6.021 -6.021
Autonome ontwikkelingen
1 Mobiliteitsprojecten regiodeal -26 -26 -26 -
1 Sportcomplexen -185 -185 -185 -185
1 MJOP -64 -101 -152 71
1 Afval -249 -248 -100 -100
1 Frank Daamenpand -29 -19 -19 -19
1 Groenvoorzieningen -70 -70 -70 -70
1 Gymzaal Lichtenberg -25 -25 -25 -25
1 Werkbudget woningbouw 50 50 50 50
1 Wesenthorst 22 22 22 22
1 Pachten -20 -20 -20 -20
1 Investeringen mobiliteit - -60 -85 -113
1 Investeringen sport - -29 -28 -28
1 Diverse indexaties -237 -237 -237 -237
2 Jeugdbudgetten -488 -389 -391 -392
2 WMO 50 50 50 50
2 Regionale samenwerking MOSD -100 -100 -100 -100
2 Arbeidsparticipatie 10 10 10 10
2 Wet sociale werkvoorziening en beschut werk -652 -598 -546 -368
2 Inkomensregelingen -174 -174 -174 -149
2 Samenkracht en burgerparticipatie -77 -72 -72 -72
2 Regiotaxi en vervoer -31 -29 -57 -85
2 Bibliotheek -116 - - -
2 Buurtsportcoaches -10 -10 -10 -10
2 Diverse indexaties -1.107 -1.120 -1.133 -1.145
3 Onderwijshuisvesting -8 -8 -8 -8
3 Regionale samenwerking (VNG Winterswijk) -100 -50 -50 -50
3 Leerlingenvervoer 201 167 132 96
3 Leerplicht -62 -62 -62 -62
3 Markten -16 -16 -16 -16
3 Diverse indexaties -38 -38 -38 -38
4 MJOP 12 -26 -46 -76
4 Verkiezingen - - 96 -
4 Brandbestrijding -2 -2 -2 -2
4 Reisdocumenten en rijbewijzen -10 15 17 -139
4 Wet goed verhuurderschap / betaalbare huur -30 -16 -14 -13
4 Begraafrechten 27 27 27 27
4 Diverse indexaties -149 -133 -133 -133
5 Accountantskosten -97 -82 -82 -82
5 Periodieke verhogingen -301 -301 -301 -301
5 Informatieveiligheid -37 -36 -39 -37
5 SDG -5 -5 -5 -5
5 MJOP 500 -475 -407 466
5 Reserve MJOP -448 1.932 606 -463
5 Reserve afval 250 250 100 100
5 Reserve Gebiedsontwikkeling Gendringen 486 - - -
5 Reserve Begraafrechten -27 -27 -27 -27
5 Reserve gebouwen - -1.329 - -
5 Diverse indexaties -1.208 -1.206 -1.204 -1.204
99 Algemene uitkering 10.383 10.092 7.649 8.656
99 Dividend -50 -50 -50 -50
div Kleine bedragen -40 -60 15 21
div Kapitaallasten 286 742 1.164 182
Totaal autonome ontwikkelingen 5.989 5.923 4.024 3.927
Subtotaal resultaat autonome ontwikkelingen 136 143 -1.997 -2.094
Beleidsmatige ontwikkelingen
1 Aanpak energiearmoede 250 250 150 150
1 Omgevingsvergunning wonen 139 64 64 64
2 Basissubsidies 30 30 30 30
2 Cultuur en erfpacht Achterhoek -15 -15 -5 -5
2 Sportstimulering regionaal - -35 - -
2 Beschermd wonen 400 - - -
4 Omgevingsdienst Achterhoek -150 -150 -150 -150
5 Lobby bestuurskosten -5 -5 -5 -5
5 Publicatie en voorlichting 20 20 20 20
5 Informatieveiligheid en privacy -20 -20 -20 -20
5 Artificial Intellegence -65 -65 -65 -65
5 Bestuur 300 300 650 650
99 OZB (woningen en niet-woningen) 614 614 614 614
Totaal beleidsmatige ontwikkelingen 1.498 988 1.283 1.283
Totaal resultaat 2026-2029 1.634 1.131 -715 -812
* Saldo resultaat wordt voor 2026 en 2027 toegevoegd aan de algemene reserve , 2028 en 2029 worden onttrokken.

Overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van baten en lasten - Overzicht van baten en lasten

Bij de afzonderlijke programma’s is steeds een overzicht van de baten en lasten opgenomen. In de volgende tabel treft u een totaaloverzicht van alle programma’s aan. Volgens het BBV mogen de mutaties in de reserves niet via de programma’s lopen, maar moeten afzonderlijk zichtbaar zijn.

Daardoor ontstaan er twee exploitatiesaldo’s, te weten een saldo vóór resultaatbepaling en een saldo na resultaatbepaling. Concreet betekent dit dat er eerst een telling wordt gemaakt van de begroting zonder de mutaties in de reserves (= vóór resultaatbepaling). Daarna volgt een telling rekening houdend met stortingen in- en onttrekkingen aan de reserves (= na resultaatbepaling). 

Overzicht baten en lasten (x 1.000) 2026 2027 2028 2029
Lasten
1. De gemeente waar het goed wonen is 47.549 47.176 50.550 50.550
2. De leefbare gemeente 68.662 67.517 67.044 66.875
3. De werkende gemeente 7.238 7.471 7.735 8.818
4. De dienstverlenende gemeente 8.443 8.049 7.943 7.850
Bedrijfsvoering 17.132 17.635 17.897 17.014
Algemene dekkingsmiddelen - - - -
Vennootschapsbelasting 3 3 3 3
Onvoorzien 50 50 50 50
Totaal lasten 149.077 147.900 151.223 151.161
Baten
1. De gemeente waar het goed wonen is 26.325 25.737 29.000 29.274
2. De leefbare gemeente 14.350 13.118 13.120 13.122
3. De werkende gemeente 1.249 1.249 1.249 1.249
4. De dienstverlenende gemeente 1.362 1.477 1.336 962
Bedrijfsvoering 687 687 687 687
Algemene dekkingsmiddelen 105.986 106.161 103.809 104.816
Totaal baten 149.959 148.429 149.201 150.111
Totaal saldo van baten en lasten (voor bestemming) 882 529 2.022- 1.050-
Mutaties reserves
Toevoegingen aan reserves 624 623 624 624
Onttrekkingen aan reserves 1.376 1.225 1.931 862
Totaal mutatie reserves 752 602 1.307 238
Totaal saldo lasten 149.701 148.523 151.846 151.784
Totaal saldo baten 151.335 149.654 151.131 150.972
Resultaat na bestemming 1.634 1.131 715- 812-

Overzicht van incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht van incidentele baten en lasten - presentatie van het structureel begrotingssaldo
Overzicht van incidentele baten en lasten (x 1.000) 2026 2027 2028 2029
Bestaand beleid
Lasten
1 De gemeente waar het goed wonen is
De Wesenthorst -82 - - -
3 De werkende gemeente
Instandhoudingsonderhoud de Woelwaters -50 - - -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -588 -588 -588 -588
Reserve onderwijshuisvesting -17 -17 -17 -17
Baten
1 De gemeente waar het goed wonen is
Verkoop grond en groenstroken 60 60 60 60
De Wesenthorst -19 -39 -39 -
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) 1.061 344 1.199 1.199
Reserve begraafplaatsen 33 33 32 32
Totaal bestaand beleid incidenteel 398 -207 647 686
Ontwikkelingen
Lasten
2 Een leefbare gemeente
Sportstimulering Regionaal organisatie SIMAC Ladies Tour - -35 - -
3 De werkende gemeente
Regionale samenwerking VNG Congres 2026 Winterswijk -100 - - -
4 De Dienstverlenende gemeente
Bodemsanering Pr. Willem Alexanderplein -591
Reserve Mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -19 -19 -19 -19
Baten
Reserve mutaties
Reserve accommodaties (MJOP) -449 603 606 -463
Reserve Afval 250 250 100 100
Reserve Milieu 486 - - -
Reserve Begraafplaatsen -27 -27 -27 -27
Totaal ontwikkelingen incidenteel -450 772 660 -409
Totaal incidentele baten en lasten -52 565 1.307 277
Het BBV schrijft voor dat we het begrotingssaldo tevens presenteren exclusief de bovenvermelde incidentele posten, dat geeft het structurele begrotingssaldo weer.
Voor de provincie vormt dat het toetsingskader en dat laat het volgende beeld zien:
Presentatie van het structureel begrotingssaldo(x 1.000) 2026 2027 2028 2029
Saldo van baten en lasten 882 529 -2.022 -1.050
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 752 602 1.307 238
Begrotingssaldo na bestemming 1.634 1.131 -715 -812
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) -52 565 1.307 277
Structureel begrotingssaldo 1.686 566 -2.022 -1.089

Financiële uitgangspunten

Beleidsuitgangspunten

Terug naar navigatie - Financiële uitgangspunten - Beleidsuitgangspunten

De basis voor het financiële beleid is opgenomen in hoofdstuk “Financien onder controle” in het coalitieprogramma 2022-2026. Centraal staat daarin het behouden van een gezonde financiële positie. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gedefinieerd:

  • De begroting is meerjarig structureel sluitend.
  • Trendmatige verhoging van de woonlasten (Onroerendezaakbelasting (Ozb), Rioolrechten en afvalstoffenheffing). Dat betekent een maximale stijging van 3%. De tarieven van de rioolrechten en afvalstoffenheffing zijn kostendekkend.
  •  De uitvoering van het sociaal domein vindt plaats binnen de beschikbare budgetten. De algemene reserve van het sociaal domein is bestemd voor het sociaal domein (“binnen de hekjes”).
  •  Overschotten gaan terug naar de algemene reserve.

In de voorliggende begroting wijken we op de volgende punten hiervan af.

  • De eerste betreft het meerjarig structureel sluitend zijn van de begroting. Het Rijk heeft eenzijdig de financiering naar de gemeenten zeer ingrijpend verlaagd, in de meicirculaire 2025 is dit voor de jaren 2026 en 2027 gedeeltelijk bijgesteld, de jeugdbudgetten zijn deels hersteld. De jaren 2028 en 2029 blijven nadelig en zijn nog aan te merken als "ravijnjaren". 
  • Hekjes in het sociaal domein: in het voorjaar van 2023 hebben we de raad geïnformeerd over de moeilijkheden om vast te blijven houden aan de hekjes en in de begroting 2024 heeft de raad reeds ingestemd met een andere systematiek, waarbij nog wel een aparte bestemmingsreserve sociaal domein in stand blijft. Die laatste lijn trekken we door. Daarom is deze begroting opgesteld zonder rekening te houden met de "hekjes" in het sociaal domein. We nemen het saldo reserve Sociaal Domein mee in de bepaling van de weerstandscapciteit.

De aanpassingen in deze begroting ten opzichte van de vorige begroting, zijn specifiek toegelicht in het hoofdstuk "Wat mag het kosten". 

Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Terug naar navigatie - Financiële uitgangspunten - Financiële sturing op basis van integrale besluitvorming

Om een integraal afgewogen beleidsontwikkeling te garanderen is het belangrijk om zowel bestuurlijk als ambtelijk een zelf opgelegde discipline te handhaven.
Het gaat dan om twee dingen:

  • Een gelijkmatige, voorspelbare financiële ontwikkeling omdat onzekerheid op dit punt tot bestuurlijke onrust leidt en direct de bestuurlijke aandacht afleidt van waar het werkelijk inhoudelijk om gaat.
  • Beperking van tussentijdse beleidswijziging vooral met significante financiële impact. Het risico wordt dan groot dat tot verkeerde/onnodige beleidswijzigingen wordt besloten.

Dat stelt ons als bestuur ook voor de nodige uitdagingen. Enerzijds dat we accepteren dat:

  • 100% controle niet mogelijk is
  • Inschattingen verkeerd kunnen zijn

Anderzijds dat we vóóraf spelregels afspreken, vastgesteld in de begrotingsdoctrine.
Tussentijds bijsturen van inhoudelijk beleid zonder financiële consequenties is altijd mogelijk. Tussentijdse voorstellen met financiële consequenties, die per definitie dus niet integraal kunnen worden afgewogen met andere beleidsontwikkelingen, moeten zoveel mogelijk worden vermeden.

Op basis van deze discipline moet tussentijdse besluitvorming over ontwikkelingen met financiële en/of capaciteitsgevolgen voldoen aan twee O’s: Onvermijdelijk en Onuitstelbaar. Alle andere voorstellen met structurele financiële en of capaciteitsgevolgen worden opgespaard tot de volgende begroting zodat een meerjarige integrale afweging mogelijk blijft.

Begrotingsdoctrine

Terug naar navigatie - Financiële uitgangspunten - Begrotingsdoctrine

In de programmabegroting 2022 is op grond van de financiële verordening de volgende begrotingsdoctrine vastgelegd voor de jaren 2022-2027:

  1. De begroting is elk jaar structureel sluitend.
  2. Overschotten terug naar algemene reserve.
  3. Verwachte tekorten of overschotten binnen programma oplossen. Gedurende het jaar wordt een verwacht begrotingsoverschot of - tekort niet tussen programma’s gecompenseerd om te voorkomen dat er onnodig en/of verkeerd wordt bijgestuurd op strategisch belangrijke onderwerpen.
  4. Tussentijdse voorstellen (zoals eerder bij de P&C cyclus inhoudelijk toegelicht) kunnen alleen op basis van de twee O’s (onuitstelbaar en onvermijdelijk).
  5. De reserves moeten minstens voldoende zijn om een weerstandsratio van 2 te behouden die in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt vastgesteld.
  6. Investeringen op basis van meerjarenraming.

Zoals we bij de beleidsuitgangspunten hierboven al hebben aangegeven, wijken we, gezien de uitzonderlijke omstandigheden en conform eerder advies van de VNG, in deze begroting bewust af van het eerste punt "de begroting is elk jaar structureel sluitend". In plaats daarvan is de begroting 2026 en 2027 structureel sluitend, De jaarschijven daarna zijn dat niet.

Technische uitgangspunten

Terug naar navigatie - Financiële uitgangspunten - Technische uitgangspunten

De begroting is op de volgende punten als volgt doorgerekend:

  • Loonontwikkeling
    Er is ingaande april 2025 een nieuwe CAO afgesloten deze loopt van 1 april 2025 t/m 31 maart 2027. De structurele effecten uit 2025 zijn in deze begroting verwerkt en worden derhalve hier ook toegelicht. April 2025 een salarisverhoging van 2%, oktober 2025 1,85%, januari 2026 nominaal € 35 structureel, juli 2026 1,25% en per 1 januari 2027 1,6%.
    T.a.v. de premies (waaronder pensioenen) gaan we uit van de informatie als bekend ten tijde van opstellen van de begroting.
  • Prijsontwikkeling
    De budgetten en subsidies zijn bijgesteld naar het daadwerkelijk verwachte prijsniveau 2026. Er wordt geen generieke prijscompensatie toegepast.
  • Geen meerjarige loon- en prijscompensatie
    Voor de begrotingsjaren 2027-2029 gaan we uit van het prijsniveau 2026. Er is dus zowel voor de inkomsten als de uitgaven geen rekening gehouden met verdere loon- en prijsstijging. Er worden tegen constante prijzen geraamd.
  • Renteontwikkeling
    Voor de berekening van de kapitaallasten over 2026 (renteomslag) is uitgegaan van 1,88 %. Bij het opmaken van de jaarrekening wordt de renteomslag opnieuw berekend en tot de werkelijke omvang doorbelast aan de producten. In de meerjarenraming 2027-2029 is deze keer gerekend met een oplopende renteomslag per begrotingsjaar, op basis van de huidige rentetarieven. Zie ook de toelichting op het saldo financieringsmiddelen bij het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen
  • Rijksuitkeringen
    De meicirculaire 2025 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is bepalend voor de op te nemen raming in de begroting 2026-2029. Taakmutaties worden waar mogelijk specifiek toegerekend aan het betreffende programma.
  • Belastingen en tarieven
    Voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing (voor beide netto na kwijtschelding) gaan we uit van maximaal 100% kostendekkendheid. De tarieven die gezamenlijk de woonlasten bepalen (riool, afval, OZB) bepalen we zodanig dat deze samen gemiddeld als woonlasten 1,5% stijgen. Doordat er bij het vastrecht afvalstoffenheffing een meer uniforme lijn gekozen wordt, kan dit percentage voor een éénpersoons- en meerpersoonshuishouden verschillen. De leges worden trendmatig verhoogd met 3%. Voor lijkbezorgingsrechten wordt een verhoging doorgevoerd van 20%, i.v.m. de kostendekkendheid van de diensten. De paragraaf Lokale Heffingen geeft een verdere toelichting op de belastingen en leges.
  • SPUK CDOKE
    De SPUK CDOKE wordt naar verwachting vanaf 2026 overgeheveld naar de algemene uitkering. Deze is in de begroting 2026-2029 vanuit voorzichtigheid geraamd op het basisniveau van 2025. Dat is exclusief de verhoging die later voor 2025 hebben plaatsgevonden.

Geprognotiseerde balans

Toelichting op de balans activa

Terug naar navigatie - Geprognotiseerde balans - Toelichting op de balans activa


De activa bestaan uit vaste en vlottende activa.
Vaste activa bestaan uit de bezittingen van de gemeente die zij langdurig gebruikt voor haar bedrijfsvoering. Deze bestaan uit de (im)materiële vaste activa en financiële vaste activa. De vlottende activa zijn bezittingen met een looptijd korter dan 1 jaar en bestaan uit de voorraden, vlottende vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.

a. (Im)materiële vaste activa
Dit betreft voornamelijk materiele vaste activa die bestaan uit investeringen met economisch of maatschappelijk nut.

  • In erfpacht gegeven gronden worden gewaardeerd tegen uitgifteprijs
  • Investeringen met economisch nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs.
  • Investeringen met maatschappelijk nut zijn gewaardeerd ten verkrijging- of vervaardigingprijs. Reserves en specifieke investeringsbijdragen mogen in mindering worden gebracht. Op het saldo wordt afgeschreven, waarbij vervroegd afschrijven is toegestaan.
  • Activa met een verkrijgprijs minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen.
  • Bijdragen aan activa in eigendom van derden.
  • De afschrijvingstermijnen zijn te vinden onder bijlage I.

Immateriële vaste activa (IVA) betreft vaste activa die niet stoffelijk van aard zijn en tevens niet onder de financiële vaste activa worden begrepen. Dit betreft voornamelijk kosten van onderzoek en ontwikkelingen (afschrijvingstermijn maximaal 5 jaar).

b. Financiële vaste activa

Financiële vaste activa (FVA) betreffen:

  • Verstrekte langlopende geldleningen met een maatschappelijke bestemming.
  • Verstrekte hypotheken aan eigen personeel (sinds 2009 niet meer toegestaan).
  • Aandelen in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en effecten.

c. Voorraden
De voorraden bestaan vanaf 2016 uit bouwgronden in exploitatie. De niet in exploitatie genomen bouwgronden (Niegg) zijn per 1 januari 2016 komen te vervallen. De gronden die voorheen onder deze categorie vielen, zijn nu opgenomen op de balans onder de materiële vaste activa, mits er geen korte termijn ontwikkeling is te verwachten.

d. Vlottende vorderingen (uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar)
Dit betreft vorderingen op openbare lichamen, debiteuren, crediteuren en uitzettingen in de schatkist. De uitzettingen in de schatkist worden per kwartaal vastgesteld.

e. Liquide middelen
Dit betreft onze banksaldi bij de banken (BNG en Rabobank) en interne kas (balie burgerzaken).

f. Overlopende activa
Hieronder worden gerekend de nog te ontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen en de overige overlopende activa.

Toelichting op de balans passiva

Terug naar navigatie - Geprognotiseerde balans - Toelichting op de balans passiva


De passiva bestaan uit vaste en vlottende passiva.
Vaste passiva zijn het lang vermogen waarmee de bezittingen zijn gefinancierd, bestaande uit het eigen vermogen (algemene reserve en bestemmingsreserves) en het vreemd vermogen (voorzieningen en vaste schulden).
Vlottende passiva bestaan uit de kortlopende vorderingen, namelijk de netto vlottende schulden en overlopende passiva.

a. Eigen vermogen: algemene reserve en bestemmingsreserves
De algemene reserve is bedoeld om mogelijke risico’s en fluctuaties in de exploitatie op te kunnen vangen. Het is een vermogensbestanddeel dat bedrijfseconomisch gezien vrij opneembaar is. De bestemmingsreserves zijn door de raad vastgesteld. Hier zijn specifieke bestemmingen aan gegeven.

b. Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor kosten die al voorzien worden, maar waarvan de kosten in de komende jaren komen, dan wel per jaar sterk fluctueren (egalisatie).

c. Vaste schulden
Dit zijn de schulden met een looptijd van één jaar of langer. De langlopende leningen.

d. Vlottende schulden
De vlottende schulden zijn schulden met een looptijd korter dan een jaar. Bijvoorbeeld de saldi bij diverse banken en kasgeldleningen.

e. Overlopende passiva
Hieronder worden bijvoorbeeld gerekend de nog te betalen bedragen, van derden verkregen middelen en vooruit ontvangen bedragen.