Programma 2: Een leefbare gemeente

Inleiding

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Inleiding

Een leefbare gemeente zijn en blijven in de toekomst; dát is waar wij ons hard voor maken. Dit is een uitdaging die wij samen met onze inwoners en maatschappelijke partners aan moeten en willen gaan. De druk op de zorg en ondersteuning neemt toe. De arbeidsmarkt vergrijst, waardoor er minder professionals beschikbaar zijn, terwijl er tegelijkertijd méér inwoners zijn die zorg of ondersteuning nodig hebben. Ook neemt de complexiteit van problemen toe. Onze cijfers laten zien dat meer inwoners een beroep doen op inkomensondersteuning en schuldhulpverlening.

De oorzaak van deze ontwikkelingen is alleen aan te pakken door het herstellen van bestaanszekerheid, het vergroten van kansengelijkheid en het makkelijker maken van gezond leven. Dat zijn de belangrijkste maatschappelijke opgaven die we op dit moment voor ons zien.

Vanuit het Rijk zijn hiervoor verschillende acties uitgezet, die ook in onze gemeente doorwerken:
•    het Integraal Zorgakkoord (IZA), met nadruk op passende zorg, preventie en samenwerking in de wijk;
•    Het IZA wordt aangevuld door het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA), om een impuls te geven aan de beweging van zorg naar gezondheid. 
•    het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), gericht op het bevorderen van gezondheid en vitaliteit;
•    de Hervormingsagenda Jeugd en het toekomstscenario Kind en Gezinsbescherming, die ons vragen om jeugdzorg dichterbij, eenvoudiger en meer preventief te organiseren;
•    het Breed Offensief, dat zich richt op meer participatie en werk voor mensen met een arbeidsbeperking.

Al deze bewegingen hebben één gezamenlijk doel: meer gezondheid en betrokkenheid van inwoners, en een integrale aanpak waarbij achterliggende problemen – die vaak op meerdere leefgebieden en vanuit verschillende wetten spelen – beter en effectiever worden opgepakt. Op termijn moet dit leiden tot minder inzet van zware zorg en ondersteuning.

Dit vraagt van ons allemaal – inwoners, zorgaanbieders, maatschappelijke organisaties en gemeente – een andere manier van kijken naar verantwoordelijkheden en rollen. We gaan hiermee aan de slag door de dialoog met inwoners en samenwerkingspartners te blijven voeren en samen te leren wat werkt. We zetten er op in dat de verhuizing naar het Frank Daamenpand een impuls geeft aan de samenwerking met onze partners en meer integrale dienstverlening voor onze inwoners. 

We leren door te doen. Daarbij vinden we het belangrijk om inzichtelijk te maken wát we leren en hoe we dit vertalen naar beleid en praktijk. Daarom combineren we datagedreven werken met reflexieve monitoring. Reflexieve monitoring richt zich op interactief leren en bijsturen, getoetst aan lange termijn ambities voor systeemverandering. Omdat er in fundamentele transities altijd veel factoren meespelen, geeft data alleen onvoldoende inzicht. De combinatie met reflexieve monitoring helpt ons om deze invloeden zichtbaar te maken en om tijdig bij te sturen waar dat nodig is.

 

Wat geven we eraan uit? 
In totaal geven we binnen programma 2 bijna € 69 miljoen uit. In onderstaand overzicht is te zien waar het geld naar toe gaat.

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties

-2.1 Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties - -2.1 Inwoners ervaren een positieve gezondheid

Doelomschrijving 
Het is onze ambitie dat iedere inwoner kansrijk opgroeit, een leven lang leert, gezond leeft en regie voert op het eigen leven. Door onder andere de vergrijzing, de toename van (welvaart)ziektes en krapte op de arbeidsmarkt staat deze ambitie steeds meer onder druk. Onze doelstelling is daarom om de gezondheid die onze inwoners ervaren minimaal stabiel te houden. 

Termijn Middellang en lange termijn
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen

Portefeuillehouder(s)

Kock, Bennink, Ankersmit

Taakveld

Meerdere

Context 

De komende decennia neemt de zorgvraag verder toe, als we niets wijzigingen neemt de zorgvraag de komende decennia verder toe, met name door de vergrijzing.  Door een groeiend tekort aan zorgpersoneel is het steeds moeilijker om nu én in de toekomst zorg te blijven leveren.  

Iedereen doet er toe en doet mee naar eigen mogelijkheden in Oude IJsselstreek. Het uitgangspunt is dat inwoners verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gezondheid door bewuster en gezonder te leven. Positieve gezondheid (preventie) en herstelvermogen (veerkracht) staan daarbij centraal. Dat draagt bij aan het zo lang mogelijk onafhankelijk en zelfstandig blijven van inwoners en dat vergroot hun levensgeluk. 

De sociale basis is daarbij hét fundament van de samenleving. Als inwoners naar elkaar omzien – het Achterhoekse naoberschap – zorgt dit voor sociale cohesie. Dit draagt bij aan zelfredzaamheid, minder eenzaamheid en minder inzet van (zwaardere) zorg.

Vanuit onze visie op het sociaal domein ‘Naar het hart van de beweging’ werken we aan drie doelen: allereerst aan het verbeteren van de gezondheid en kwaliteit van leven, daarnaast aan de ervaren kwaliteit van hulp en ondersteuning en tenslotte aan het beheersen en verlagen van de kosten voor de gemeente. 

In Oude IJsselstreek werken we daarbij vanuit de bedoeling. Onze hulp en ondersteuning organiseren we zo dat inwoners en professionals niet belast zijn met de verschillende wetgevingen en hun financieringsstromen. De professional heeft de ruimte om ‘echt te doen wat nodig is’

Uitvoering 2026

  • Ook in 2026 blijven wij stevig inzetten op het versterken van de sociale basis. Naoberschap, eigen kracht en samenredzaamheid staan centraal. Wij investeren in initiatieven van, voor en door inwoners om de sociale cohesie en leefbaarheid te vergroten, onder andere door onze opdracht(en) aan het voorliggend veld te herzien en in lijn te brengen met onze visie.
  • Een gezonde toekomst begint met een gezonde jeugd. Via de JOGG-aanpak maken we gezond gewoon en werken we aan het gezonder maken van de leefomgeving van de jeugd.
  • In samenwerking met onze specialistische aanbieders ontwikkelen we meer preventief groepsaanbod in plaats van individueel aanbod voor de jeugd.
  • De inzet van het mobiele Jongeren en OndersteuningsPunt (JOP) brengt het jongerenwerk ook naar de kleine kernen en evenementen. Meer jongeren maken zo kennis met het jongerenwerk.
  • Via de pilot GGZ consultatie bij Buurtzorg Jong werken jeugd-gezinswerkers intensief samen met specialisten in jeugd GGZ. Door GGZ-expertise direct te betrekken bij hulpvragen, verkorten we de lijnen en zorgen we voor snellere en effectievere ondersteuning.
  • In 2026 stellen we een nieuw preventie- en handhavingsplan alcohol- en middelengebruik vast. Vanuit een integrale aanpak werken we aan het terugdringen van het alcohol- én middelengebruik met focus op jongeren.
  • We ondersteunen ouderen om fit en vitaal te blijven door het faciliteren van de opstart van nieuwe laagdrempelige beweegclubs in de wijk (zoals Vitality clubs en wandelgroepen). 
  • Zowel het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) als het Integraal Zorg Akkoord (IZA) lopen in 2026 af. In afwachting van de opvolging van beide akkoorden (wordt opgevolgd door het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA)) proberen we de beweging van ziekte en zorg naar gezondheid op gang te houden door de activiteiten van het lokale plan van aanpak GALA zoveel als mogelijk duurzaam te borgen.  
  • In de regio bouwt het Regioplan Achterhoek aan een sterke regionale preventie infrastructuur op vier thema’s: ‘Gezond leven en preventie’, ‘Veerkrachtig ouder worden’, ‘Mentaal gezond’ en ‘Prettig werken in zorg en welzijn’. De gemeente Oude IJsselstreek levert een actieve bijdrage aan de regionale samenwerkingsstructuur.
  • Door het organiseren van de training ‘Werken met Positieve Gezondheid’ ondersteunen we medewerkers bij het praktisch toepassen van het gedachtegoed van positieve gezondheid.
  • Vanuit het gedachtegoed ‘Gezondheid in alle beleidsterreinen’ zetten we in op het bevorderen van een gezonde leefomgeving. Daarbij zoeken we actief de verbinding met het ruimtelijke domein. Zo zijn vertegenwoordigers vanuit het Sociaal Domein aangesloten bij de Omgevingstafel. In 2026 zetten we extra in op het stimuleren van een rookvrije kindomgeving (zoals bij sportclubs). 

Monitoring 
Het CBS, RIVM en de GGDén meten één keer per vier jaar de ervaren gezondheid via de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen. Volgens de meest recente meting (2024) ervaart 73,8 procent van de inwoners in Oude IJsselstreek een (zeer) goede gezondheid. Ter vergelijking landelijk is dat 74,1 procent en in de Achterhoek is dat 75,4 procent.

Bij de vorige meting in 2022 ervaarde nog 69,8 procent van de inwoners een (zeer) goede gezondheid. Er is dus sprake van een stijging van 4 procent. Na een daling in de afgelopen jaren (onder ander door COVID ’19) is er voor het eerst weer sprake van een stijging. Bij eerstvolgende meting (2028) streven we daarom naar een verdere stijging dat 76 procent van de inwoners een (zeer) goede gezondheid ervaart.

Als aanvulling op (landelijk) beschikbare databronnen maken we daarnaast gebruik van Reflexieve Monitoring. Bij deze wijze van monitoren staat voortdurend reflecteren en leren vanuit samenwerking en gelijkwaardigheid centraal.

-2.2 Integrale aanpak Zorg en Veiligheid

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties - -2.2 Integrale aanpak Zorg en Veiligheid

Doelomschrijving
In Oude IJsselstreek willen we kindermishandeling en huiselijk geweld zo veel mogelijk voorkomen. Gebeurt het toch, dan werken we actief aan het stoppen ervan en aan duurzaam herstel van de veiligheid. Inwoners voelen zich gehoord, weten waar ze aan toe zijn (navolgbaarheid) en voelen zich gesteund. Zo streven we ernaar het huidige percentage beschermingsmaatregelen van 1,8 procent (van alle jeugdige in onze gemeente) te verlagen naar het landelijk gemiddelde van 1,1 procent.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Bennink, Kock, Werger.
Taakveld Meerdere

Context
Al jaren zijn er verschillende rapporten met daarin zorgen over- en verbetermogelijkheden van de aanpak van geweld in Nederland. Denk aan 'geweld hoort nergens thuis', 'kwestie van een lange adem' en het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. De gemeente is hiermee aan de slag. In Oude IJsselstreek hebben we een bovengemiddeld aantal beschermingsmaatregelen . We zien kansen met de integrale aanpak zorg en veiligheid om escalatie (en daarmee beschermingsmaatregelen) te voorkomen, dit hebben we ook opgenomen in het Integraal Veiligheidsbeleid dat is vastgesteld door de raad. 

Uitvoering 2026

  • We versterken het Lokaal Team Jeugd, Wijkfunctionarissen/Wmo-consulenten, Loopbaan- en inkomensbegeleiders en schuldhulpverleners met kennis en kunde onder andere door te investeren op de samenwerking met de (veiligheids-)partners.
  • We evalueren het convenant ‘ketenaanpak zorg en veiligheid jeugd en gezin Oude IJsselstreek 2023’.
  • We ontwikkelen en implementeren een nieuwe ketenaanpak zorg en veiligheid voor volwassenen.
  • We zetten stappen om invulling te geven aan het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (0-100). 
  • We voeren het lokale uitvoeringsplan huiselijk geweld en kindermishandeling uit.
  • We evalueren op welke wijze de inzet van huisverboden als maatregel ter bescherming van veiligheid binnen gezinnen kan dienen, waarbij we zowel de inzetfrequentie als de context van toepassing monitoren.

Monitoring
De uitvoering is vooral gericht op het versterken van de ketensamenwerking. We volgen de voortgang op deze doelstelling door te kijken naar ontwikkelingen in de signalen en interventies binnen de keten van zorg en veiligheid. Daarbij geven de volgende indicatoren inzicht in de bijdrage van de integrale aanpak aan het vergroten van veiligheid en het verbeteren van de ondersteuning voor gezinnen en individuen binnen onze gemeente:

  • Het verlagen van het percentage jeugdigen met een beschermingsmaatregel (t.o.v. het totale aantal jeugdigen).
  • Het verlagen van de doorlooptijd van beschermingsmaatregelen.
  • Het verlagen van het aantal meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling bij Veilig Thuis. 

-2.3 Wonen doe je thuis

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties - -2.3 Wonen doe je thuis

Doelomschrijving
In Oude IJsselstreek wonen inwoners van jong tot oud zo prettig en zelfstandig als mogelijk in hun eigen leefomgeving. We versterken de leefomgeving van de inwoner en zoeken samen oplossingen die helpend zijn en op de lange termijn bijdragen aan dat doel. 
Dit betekent niet alleen zorgen voor een goede fysieke omgeving, maar vooral investeren in sociale verbondenheid, gelijke kansen en het versterken van de veerkracht van inwoners. Door ruimte te geven aan ontmoeting, samenwerking en het benutten van talenten van inwoners ontstaat er een gemeenschap waarin mensen naar elkaar omzien en van betekenis zijn voor elkaar en zichzelf.  Dit zorgt ervoor dat er samen gebouwd wordt aan een duurzame toekomst voor jong en oud.  

Onze ambitie is om informele en formele krachten in buurten en wijken te verenigen. Zo zorgen we ervoor dat het leven voor alle inwoners waardevol blijft en zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Met deze ambitie zetten we in op het zo thuis mogelijk op laten groeien van onze jeugdigen. Ouders zijn in staat om hun kinderen op een passende manier op te voeden. Daar waar een verblijfsvoorziening toch nodig blijkt te zijn, wordt ingezet op zo snel mogelijke terugkeer naar huis. 
Voor volwassenen en ouderen betekent dit dat we inzetten op het zo zelfstandig mogelijk wonen en daarbij het behouden van de regie op hun gezondheid en welzijn met een focus op wat zij nog wel kunnen vanuit positieve gezondheid en re-ablement. Hierdoor ervaart de inwoner een veilig en prettig bestaan en welzijn zoals ook in doel 2.1 wordt beoogd. 

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Bennink , Kock
Taakveld Meerdere

Context
In 2019 is in Oude IJsselstreek met de bestuursopdrachten ‘transformatie in de hulp voor jeugd en gezin’ en de 'transformatie in de WMO’ (Samen Sterker Thuis) een impuls gegeven aan de transformatie van de jeugdhulp en WMO. In het coalitieprogramma ‘Oude IJsselstreek maakt samen sterk’ is vastgelegd dat we deze transformatie voortzetten met de visie ‘naar het hart van de beweging’ als basis. Landelijk is met de Hervormingsagenda Jeugd deze richting ook bekrachtigd.

Uitvoering 2026

  • Met het bouwteam bouwen we verder aan het vormgeven van hulp rondom onze inwoners. Ook evalueren we de uitvoering van de opdracht aan het bouwteam (lokaal ingekochte zorgaanbieders) en nemen we een besluit over het al dan niet verlengen van de contracten.
  • We zetten in op het vergroten van kennis en expertise van onze professionals en die van onze partners zodat houding en gedrag bijdragen aan het versterken van de eigen regie van onze inwoners (jong en oud). Hierdoor vermindert de zorginzet.
  • Intensiveren van de samenwerking tussen het Lokaal Team (Buurtzorg Jong) en de jeugdbescherming (GI’s).
  • We sturen op versterken van de thuissituatie naast de inzet van een verblijfsvoorziening (voor zowel jeugd als volwassenen).
  • We ontwikkelen preventief groepsaanbod in samenwerking met onze lokale partners.
  • We versterken ons lokale team en halen expertise dichterbij (Pilot GGZ en pilot Lichtenberg - inzet psychiater in de wijk).
  • We zetten in Ulft een buurtverbinder in die vanuit een projectmatige aanpak de sociale basis in de wijk versterkt en helpt bij het opzetten van een goed functionerende woonzorgzone. Samen met inwoners, instellingen en organisaties leggen we zo de basis voor een succesvolle aanpak die lokaal werkt en regionaal toepasbaar is.
  • We ontwikkelen de domein overstijgende samenwerking (Samen Sterker Thuis) verder door waardoor inwoners zo lang als mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Door deze samenwerking kunnen er andersoortige oplossingen (preventie) ingezet worden waardoor we zorg/hulp (Wlz, Wmo) kunnen uitstellen of voorkomen. 

Monitoring

Of we in staat zijn om preventief en thuisgericht te werken monitoren we op basis van de volgende indicatoren:

  • Het aantal inwoners dat gebruik maakt van ambulante Wmo-voorzieningen blijft gelijk ondanks demografie. 
  • Het aantal inwoners dat ondersteuning krijgt vanuit Samen Sterker Thuis stijgt met 15 procent.
  • Het aantal jeugdigen met opvoedondersteuning van Buurtzorg Jong blijft gelijk.
  • Het aantal jeugdigen met ambulante jeugdhulp blijft gelijk.

Of de inzet ook effectief is (voorkomen we zwaardere zorg?) monitoren we op basis van de volgende indicatoren waarbij we opmerken dat het effect van preventieve inzet vandaag niet morgen al tot grote resultaten leidt.

  • Het percentage inwoners dat vanuit de Wmo instroomt in de WLZ daalt in onze gemeente met 5 procent ten opzichte van 2025.
  • Het aantal eerste uithuisplaatsingen daalt met 5 procent ten opzichte van 2025.   

-2.4 Groter bereik minimabeleid

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties - -2.4 Groter bereik minimabeleid

Doelomschrijving
Alle inwoners krijgen de ondersteuning en vergoeding die zij nodig hebben en waar zij recht op hebben. Door de beleidsregels en uitvoeringsregels te vereenvoudigen zijn de minimaregelingen makkelijker te begrijpen voor inwoners die daar recht op hebben. De drempel voor het aanvragen wordt verlaagd, aanvragen kunnen worden gecombineerd en vergoedingen zijn passend. Dit maakt het gebruik groter.

Termijn Middellang
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen  
Portefeuillehouder(s) Haverdil
Taakveld 6.3 Inkomensregelingen

Context
De beleids- en uitvoeringsregels zijn vereenvoudigd. Bij een aanvraag kijken we niet langer alleen naar het specifiek gevraagde, maar beoordelen we meteen of de aanvrager ook in aanmerking komt voor andere (jaarlijkse) vergoedingen of tegemoetkomingen. Voor de daaropvolgende jaren toetsen we periodiek of de inwoner nog steeds recht heeft op één of meerdere regelingen. Als er geen verandering in de situatie is, kennen we deze regelingen proactief toe. Hierbij gaan we uit van vertrouwen en we verminderen zo de administratieve lasten.

Uitvoering 2026 
De beleids- en uitvoeringsregels zijn vereenvoudigd, waardoor de minimaregelingen makkelijker te begrijpen zijn. We zetten in op begrijpelijke aanvragen, proactieve toekenning en persoonlijke gesprekken met inwoners.

Bij contactmomenten kijken we breder dan alleen de aangevraagde regeling. We beoordelen direct of iemand ook in aanmerking komt voor andere (jaarlijkse) tegemoetkomingen.
Wanneer de persoonlijke situatie gelijk blijft na een eerste aanvraag, kennen we regelingen proactief toe, als de inwoner hier toestemming voor geeft, zonder dat daar opnieuw een aanvraag voor nodig is.
We werken vanuit vertrouwen: minder losse aanvragen betekent ook minder tijd aan administratieve lasten. Die tijd die we hiermee winnen, gebruiken we om met mensen in gesprek te gaan. Wie zijn zij? Wat hebben ze nodig? Kunnen ze de regelingen goed benutten? Zo kunnen we tijdig de hulp inschakelen die nodig is.

Monitoring

We monitoren de volgende doelstellingen:
•    In 2026 zien we een stijging in het aantal huishoudens dat gebruik maakt van de minimaregelingen ten opzichte van voorgaande jaren.
•    In 2026 zien we een stijging in het aantal huishoudens met kinderen dat gebruik maakt van de minimaregelingen ten opzichte van voorgaande jaren. 
•    In 2026 zien we een daling van het aantal aanvragen per huishouden ten opzichte van voorgaande jaren als gevolg van het combineren van aanvragen. 

-2.5 Participeren voor iedereen

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Doelen en acties - -2.5 Participeren voor iedereen

Doelomschrijving
Iedere inwoner met inkomensondersteuning of een ondersteuningsvraag rondom participatie in de maatschappij ontvangt ondersteuning en begeleiding om zo op het hoogst haalbare niveau te participeren in de samenleving.

Termijn Kort
Primair SDG doel
Secundaire SDG doelen
Portefeuillehouder(s) Haverdil
Taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie

Context
Stoer is opgericht om iedereen mee te laten doen in de maatschappij. Hierbij staan de mogelijkheden, competenties en wensen van de inwoner centraal. Stoer is laagdrempelig benaderbaar en biedt ondersteuning aan inwoners passend bij de behoefte van de inwoner.
Bij het bieden van ondersteuning kijken we naar de hele situatie van de inwoner en wordt, indien nodig, geschakeld met andere in- en externe partijen. Denk daarbij aan WMO, schuldhulpverlening en sociaal werk.
Het doel is om inwoners te ondersteunen in hun ontwikkeling om zo te kunnen participeren op het voor hun hoogst mogelijke niveau. Dit varieert van deelname aan sociale activiteiten tot mantelzorg, vrijwilligerswerk, betaald werk met ondersteuning of regulier betaald werk.

Uitvoering 2026

  • loopbaanbegeleiding;
  • het goed in beeld houden van inwoners;
  • bieden van passende trajecten aan de inwoner, denk aan begeleiding richting betaald werk, maar ook begeleiding richting participatie wanneer dat het hoogst haalbare is;
  • Stoer speelt in op landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen om de dienstverlening aan te laten sluiten bij de wettelijke verplichtingen, regionale projecten en de behoefte van inwoners. Dit alles passend bij de visie van Stoer; 
  • Stoer speelt een actieve rol in het versterken van het integraal werken. Dit is gericht op de samenwerking intern, maar ook met het voorliggend veld en onze publieke en private partners.

Monitoring

In 2026 continueren we de volgende doelstellingen:

  • 100 procent van de inwoners met inkomensondersteuning heeft in 2026 een actief en geregistreerd traject.  
  • 100 procent van de inwoners met een ondersteuningsvraag heeft een opgesteld en actueel activiteitenplan in 2026.  

Onderstaande doelstelling wordt in 2026 toegevoegd om de uitstroom richting werk te monitoren:

  • 40 procent van de totale uitstroom van inwoners met inkomensondersteuning heeft als reden uitstroom richting werk in 2026. 

Raadsplanning

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Raadsplanning
Onderwerp Kwartaal Horend bij doel
Evaluatie Vervoer naar school Q1  Inwoners ervaren een positieve gezondheid
Sociale Basis Q1 Inwoners ervaren een positieve gezondheid
Integraal werken - Frank Daamenpand Q1 Raakt alle doelen in programma 2
Voortgang Stoer Q2 Groter bereik minimabeleid , Participeren voor iedereen
GGD Q2 Inwoners ervaren een positieve gezondheid
Stadsbank Q2 Groter bereik minimabeleid
Veilig Thuis Q2 Integrale aanpak Zorg en Veiligheid
Evaluatie lokale inkoop Q3 Inwoners ervaren een positieve gezondheid
Verordening Sociaal Domein Q4  

 

Wat kost het?

Terug naar navigatie - Programma 2: Een leefbare gemeente - Wat kost het?
Programma 2 (x 1.000) Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Lasten
Bestaand beleid 64.358 64.778 64.063 63.642 63.642
Beleidsmatige ontwikkelingen - 10 45 0 0
Autonome ontwikkelingen - 3.874 3.409 3.402 3.233
Totaal lasten 64.358 68.662 67.517 67.044 66.875
Baten
Bestaand beleid 12.885 12.724 12.108 12.108 12.108
Beleidsmatige ontwikkelingen - 425 25 25 25
Autonome ontwikkelingen - 1.201 985 987 989
Totaal baten 12.885 14.350 13.118 13.120 13.122
Totaal programma 2 51.473- 54.312- 54.399- 53.925- 53.753-
inclusief:
Afschrijvingen/Rente 226 208 213 204 193
Verdeling interne kosten 7.283 8.236 8.231 8.231 8.231
Totaal 7.508 8.444 8.444 8.435 8.425