Paragrafen

Paragrafen

Terug naar navigatie - Paragrafen - Paragrafen

 

In de paragrafen geven we een dwarsdoorsnede van de begroting op een aantal onderwerpen door alle opgaven en programma’s heen. Dit betekent dat hier algemene beleidsregels worden geformuleerd die doorwerken in verschillende opgaven en programma’s. Het is dan ook mogelijk dat er doublures ontstaan met wat gemeld is in de programma’s zelf. De gemeente is vrij om extra paragrafen toe te voegen.

Paragraaf Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Inleiding

De paragraaf financiering geeft inzicht in de financieringspositie en de beheersing van de risico’s die aanwezig kunnen zijn bij het aantrekken en/of uitzetten (uitlenen) van geld. In deze paragraaf brengen we de kansen en risico’s rond financiering in beeld.

Beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Beleid

Bij het aantrekken en uitlenen van geld is het van belang dat slechts beperkt risico wordt genomen. De belangrijkste kaders hierover zijn opgenomen in de volgende beleidsdocumenten:

  • Financiële verordening, artikel 212 (2016)
  • Treasurystatuut (2017)
    Het treasurystatuut heeft de raad in 2017 vastgesteld. Het treasurystatuut is de vertaling van het door de gemeente gehanteerde treasurybeleid. In dit statuut zijn de doelstellingen, richtlijnen en limieten van het beleid vastgesteld. Doel van het treasurybeleid is enerzijds om op een verantwoorde wijze een zo goed (lees: hoog) mogelijk rendement te maken op belegde gelden. Anderzijds is het doel om op een verantwoorde wijze gelden aan te trekken tegen een zo aantrekkelijk (lees: laag) mogelijke rente. Kort gezegd levert een actief en gedegen treasurybeleid de gemeente juist geld op, respectievelijk bespaart het de gemeente geld.
  • Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido).
    Op de bepalingen in deze wet berust het treasurystatuut. Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico’s. Het doel is om doelmatig en doeltreffend om te gaan met de beschikbare financiële middelen.

Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Financiering

Financieringsbehoefte 

De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Deze zijn terug te vinden op de balans. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan we de reserves en voorzieningen plus de vaste geldleningen. Hierbij houden we rekening met investeringen waarover is besloten (nieuwe investeringen). Een eventueel financieringstekort wordt eerst opgevangen door het opnemen van kasgeld (tot de kasgeldlimiet – zie onder kasgeldlimiet-). Voor het overige deel wordt een vaste geldlening aangetrokken.

Het komend jaar verwachten wij een financieringstekort, dat wordt opgevangen door een aanvullende kasgeldlening. We gebruiken langlopende geldleningen ook om de voorraden te kunnen financieren. We verwachten daarom ook aankomende jaren, naast kasgeldleningen, langlopende geldleningen aan te moeten trekken.

 

Financieringsbehoefte (x 1.000)

 1-1-2026

Financieringsbehoefte

 

boekwaarde (im)materiële vaste activa

154.139

boekwaarde financiële vaste activa

12.489

Totaal financieringsbehoefte

166.628

Financieringsmiddelen

 

reserves

43.043

voorzieningen

5.950

vaste geldleningen

114.616

Totaal financieringsmiddelen

163.609

Financieringstekort

-/-3.019

 

Leningenportefeuille
De gemeente heeft behoefte aan externe financiering voor het herfinancieren van de huidige (aflopende) geldleningen, voor het bekostigen van investeringen en voor tijdelijke liquiditeitsbehoeften van de exploitatie uitgaven.

Leningenportefeuille (x 1.000)

2026

Stand leningen per 1 januari

114.616

Reguliere aflossingen

   15.279

Nieuwe leningen (*1)

   25.000

Stand leningen per 31 december

124.337

(*1) Op basis van de huidige (restant) investeringskredieten en de verwachte kosten voor (nieuwe) bouwgrondexploitaties. Toekomstige leningen worden afgesloten voor een duur van 20 jaar.

Renteschema
In onderstaand overzicht presenten wij het rente schema van het 1e begrotingsjaar.
De totaal verschuldigde rente over onze langlopende leningen en het kort geld, minus de rente die wij ontvangen vanuit de bouwgronden in exploitatie, worden middels de kapitaallasten uiteindelijk verdeeld over de diverse taakvelden. 

Renteschema   2026
     
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering   3.439.783
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering   0
Saldo externe rentelasten en rente baten   3.439.783
     
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie -236.756  
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering aan taakvelden 0  
c3. De rentebaat van doorverstrekte leningen   0  
Aan de taakvelden toe te rekenen externe rente   -236.756
     
d1. Rente over eigen vermogen 0  
d2. Rente over voorzieningen 0  
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente   0
     
Totaal aan taakvelden toegerekende rente   3.203.027
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)   -3.203.027
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury   0


Activa
De activa bestaan uit investeringen met maatschappelijk nut en investeringen met economisch nut. Investeringen die kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. Investeringen met maatschappelijk nut hebben geen mogelijkheid tot het verwerven van inkomsten, zoals wegen en bruggen.

Op het moment dat een investering volledig is afgerond, worden de kapitaallasten berekend en het eerstvolgende jaar meegenomen in de exploitatie. De kapitaallasten bestaan uit rente en afschrijving. Als de investering helemaal is afgeschreven (bijvoorbeeld na 10 jaar), vallen de afschrijvingslasten vrij. Elk jaar hebben we daardoor zogenaamde ‘vrijval’ in de afschrijving. Dit is in feite de ruimte voor nieuwe investeringen, uitgaande van een vast bedrag per jaar voor kapitaallasten. In deze Programmabegroting houden we de komende jaren rekening met nieuwe kapitaallasten.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf Financiering - Risicobeheer

Wij zijn als gemeente voor onze uitgaven afhankelijk van externe financiering. De gemeente leent alleen geld voor de uitvoering van gemeentelijke taken binnen de kaders van de Wet Fido en het treasurystatuut. Er is sprake van totaalfinanciering; de gemeente trekt geen financiering aan voor specifieke projecten. Totaalfinanciering houdt in dat de gemeente alle uitgaven samen financiert. Deze wijze van financiering leidt tot eenvoud en efficiency. De gemeente gebruikt bij de financiering geen ingewikkelde financiële producten, zoals derivaten.
In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm).

Kasgeldlimiet
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet Fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage berekend over de lastenkant van de begroting. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal. We sluiten een langlopende lening af zodra de hoogte van de kortlopende geldleningen de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen overschrijdt. Wij benutten de kasgeldlimiet, afhankelijk van de rentestand, zo maximaal mogelijk.

 

Kasgeldlimiet (x 1.000)

 2026

Begrotingstotaal per 1 januari

149.701

Vastgesteld percentage

     8,5%

Kasgeldlimiet 

 12.725

Verwacht gemiddelde op te nemen kortlopende leningen

  8.500

Ruimte (+)

4.225


Op grond van de Wet Fido is voor gemeenten de zogenaamde renterisiconorm ingesteld. Doel hiervan is dat gemeenten hun leningenportefeuille zodanig spreiden, dat de renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid ingeval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van de gemeente voor veranderingen in de rente.

De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema laat de berekening over 2025 zien.

Renterisiconorm (x 1.000)

 2026

Renterisiconorm  

Lasten begroting

149.701

Percentage risiconorm

      20%

Totaal renterisiconorm

 29.940

 

 

Aflossingen en renteherzieningen

 

Reguliere aflossingen geldleningen

15.279

Geldleningen met renteherziening

            0

Totaal aflossingen en renteherzieningen

15.279

Ruimte (+)

14.661

Op basis van de voorliggende begroting en het investeringsprogramma, met daarin ook opgenomen de restantkredieten uit voorgaande jaren, is de doorkijk voor de renterisiconorm voor de komende jaren als volgt:

Doorkijk renterisiconorm 2026 2027 2028 2029
Leningenportefeuille, ultimo jaar 114.616 124.337 129.733 139.212
         
Begrotingstotaal 149.701 148.523 151.846 151.784
Norm wet FIDO 20% 29.940 29.705 30.369 30.357
         
Aflossingen berekend 15.279 - - -
Aflossingen globaal benaderd   14.605 15.520 14.479
Ruimte binnen wet FIDO 14.661 15.100 14.849 15.878

Hierbij zijn de aflossingen in de jaren 2027 t/m 2029 globaal naar rato benaderd. 

Op basis hiervan is de verwachting dat we de komende jaren ruim onder de norm blijven. Dit komt onder meer door:
• het verlengen van de aflossingstermijn voor nieuwe leningen op basis van 20 jaar 
• Een hoger begrotingssaldo door het beter separaat ramen van baten en lasten op diverse plekken in de begroting (in plaats van alleen het saldo).

Paragraaf Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Inleiding

Op grond van het BBV zijn verbonden partijen, partijen waar de gemeente een bestuurlijke relatie mee heeft en waarin we een financieel belang hebben. We hebben een zetel in het bestuur (vertegenwoordiging) of we hebben vanwege eigendom van aandelen stemrecht in de aandeelhoudersvergadering. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die in geval van een faillissement achterblijven.
In het geval dat formeel juridisch geen sprake is van een verbonden partij door het ontbreken van een financieel belang conform de BBV maar er wel sprake is van een structurele bekostiging (subsidie, overeenkomst) én een bestuurlijk belang dan wordt geadviseerd deze organisaties ook op te nemen in deze paragraaf. 

Beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Beleid

Het BBV schrijft voor om van de verbonden partijen een samenvattend overzicht te geven en onderscheid te maken in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen/verenigingen en coöperaties/vennootschappen.

Conform onze financiële verordening (verordening op grond van artikel 212 gemeentewet), lichten we de verbonden partijen op hoofdlijnen toe in deze paragraaf. Het gaat hierbij om partijen met aanmerkelijk financieel belang (dit zijn partijen waar we jaarlijks minimaal € 50.000 aan bijdragen). 

Per verbonden partij zijn de doelstellingen, activiteiten, ontwikkelingen en risico’s benoemd. De paragraaf sluit af met het financieel overzicht.

De wijze waarop de verbonden partijen bijdragen aan het realiseren van onze maatschappelijke opgaven is in de programma's van deze begroting inzichtelijk gemaakt.

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

Erfgoed Centrum Achterhoek Liemers (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is.

Doelstelling

  • Uitvoeren van alle wettelijke archieftaken voor de acht gemeenten in de Achterhoek.
  • Uitvoeren van de zogenoemde “Staring-taken” (diensten op het gebied van behoud van en onderzoek naar streekcultuur en –historie). Voor 15 gemeenten in Achterhoek en Liemers.

Activiteiten

  • Het beheren, toegankelijk maken en beschikbaar stellen van archiefbewaarplaatsen van de deelnemende overheidslichamen conform de Archiefwet.
  • Het toezicht door de streekarchivaris op het beheer van de niet naar de centrale archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van de (8) gemeenten in de Achterhoek.
  • Het in stand houden en bevorderen van het cultureel erfgoed in het gebied van de Achterhoek en de Liemers in de ruimste zin van het woord.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Wethouder Kock neemt namens Oude IJsselstreek zitting in het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

Het ECAL richt zich vooral op het in goede, geordende en toegankelijke staat brengen en houden van archieven zowel fysiek als digitaal. Hierbij hoort ook het digitaliseren van de archieven en collecties.
Het ECAL heeft voor de periode van 2026-2029 de bijdrage gelijk gehouden met 2025.  Het ECAL blijft kijken naar de opties om de kosten laag te houden. Het ECAL gaat bezig met een meerjarenplan waarin wordt gekeken naar de berekening van de eigen bijdrage naar de toekomst toe. 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Geen.

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - GGD Noord- en Oost Gelderland

GGD Noord- en Oost Gelderland (Warnsveld)

Relatie met de programma's

2. Een leefbare gemeente

Doelstelling

De Gemeentelijke Gezondheids Dienst Noord- en Oost-Gelderland (GGD NOG) is de gezondheidsdienst van 22 gemeenten. Vanuit het missiestatement ‘een gezond houvast’ bewaakt, beschermt en bevordert de GGD NOG de gezondheid van inwoners in de regio Noord- en Oost-Gelderland.

Activiteiten

Met de werkzaamheden geeft de GGD NOG invulling aan de verantwoordelijkheid van gemeenten voor de publieke gezondheid van inwoners. Daarnaast voert de GGD NOG ook een aantal wettelijke taken van de Wet publieke gezondheid (Wpg) uit.

De basistaken van de GGD NOG zijn onder andere:

  • Jeugdgezondheid (4-18 jaar)
  • Infectieziektebestrijding
  • Vaccinaties
  • Medische milieukunde
  • Technische hygiënezorg
  • Maatschappelijke zorg
  • Beleidsadvisering
  • Epidemiologie
  • Gezondheidsbevordering
  • Bevolkingsonderzoeken
  • Forensische zorg

Bovenstaande basisdienstverlening is voor alle gemeenten gelijk op basis van een financiële bijdrage per inwoner. 

De GGD NOG voert daarnaast ook nog aanvullende dienstverlening tegen betaling uit. Dat gaat om de volgende drie taken:

  • Wettelijke gemeentelijke taken: gemeenten hebben de keuze om deze taken in opdracht door de GGD NOG uit te laten voeren.
  • Autonome gemeentelijke taken:  gemeenten hebben de keuze om deze taken in opdracht door de GGD NOG uit te laten voeren. 
  • Externe taken: de GGD NOG voert deze uit in opdracht van externen (bijvoorbeeld politie).

De GGD NOG heeft een Producten- en Diensten Catalogus (PDC) voor het aanbieden van concrete, actuele, toegankelijke en praktische informatie over de GGD-dienstverlening. 

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Hattem
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

Wethouder Bennink is lid van het Algemeen Bestuur en de Auditcommissie. 

Ontwikkelingen

Het Algemeen Bestuur heeft een Bestuursagenda voor de periode 2023 – 2027 vastgesteld. Hierin staan de belangrijkste uitgangspunten en prioriteiten voor de GGD in de jaren 2023-2027. 

In de Bestuursagenda 2023-2027 staan vier prioriteiten:

  • Vergroten van gelijke kansen op gezondheid voor iedereen;
  • Mentale gezondheid;
  • Gezonde leefstijl;
  • Gezonde fysieke en sociale leefomgeving;

Meer informatie is te vinden in de Bestuursagenda 2023-2027.

De GGD NOG werkt de prioriteiten uit de Bestuursagenda jaarlijks verder uit in een Programmabegroting. De Programmabegroting bestaat uit vijf onderdelen: Jeugdgezondheid, Algemene Gezondheidszorg, Kennis en Expertise, Organisatieprojecten en Overhead.

Een belangrijke actuele ontwikkeling voor de Programmabegroting 2026 zijn de bezuinigingen op preventie. Het (inmiddels demissionaire) kabinet heeft forse bezuinigingen doorgevoerd op preventie, onder andere door het schrappen van het budget voor pandemische paraatheid. Daarnaast hebben ook gemeenten te maken met financiële uitdagingen door het (inmiddels uitgestelde) ravijnjaar. 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Het Algemeen Bestuur heeft de onderstaande risico’s als belangrijkste risico’s voor het risicomanagement vastgesteld:

  • Inhoudelijke risico’s en risico’s in de opbrengsten;
  • Risico’s door personele omstandigheden;
  • Risico’s in de bedrijfsvoering;

In 2024 zijn de risico's voor het risicomanagement opnieuw beoordeeld. Daarbij is het risico 'informatieveiligheid' toegevoegd aan de risico's in de bedrijfsvoering.

Daarnaast heeft het Algemeen Bestuur vastgesteld dat de weerstandscapaciteit minimaal 95% en maximaal 105% is van het weerstandsvermogen.  

Bij het vaststellen van de Jaarrekening 2024 is € 46.000 uit het weerstandsvermogen gehaald voor het ophogen van de algemene reserve. De weerstandscapaciteit is daarmee weer precies 100% (€ 1.058.000).

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

Omgevingsdienst Achterhoek (Hengelo Gld.)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het uitvoeren van omgevingsrecht conform de landelijke kwaliteitscriteria.

Activiteiten

Vergunningverlening en handhaving op het gebied van milieuwetgeving en aanverwante specialismen.

Deelnemende partijen

  • Gemeente Aalten
  • Gemeente Berkelland
  • Gemeente Bronkhorst
  • Gemeente Doetinchem
  • Gemeente Lochem
  • Gemeente Montferland
  • Gemeente Oost Gelre
  • Gemeente Oude IJsselstreek
  • Gemeente Winterswijk
  • Gemeente Zutphen
  • Provincie Gelderland

Bestuurlijk belang

Wethouder Bennink neemt namens de gemeente deel aan het Dagelijks Bestuur.

Ontwikkelingen

Omgevingsdiensten en daarmee ook de eigenaren liggen al een aantal jaren onder een vergrootglas. Nadat de commissie Van Aartsen aanbevelingen heeft gedaan voor versterking van de uitvoering van VTH zijn deze opgenomen in het IBP. Er is een programma met zes pijlers ontwikkeld om tot een betere uitvoering van de VTH taken te komen. Daarbij zijn robuustheidscriteria vastgesteld waaraan de omgevingsdiensten moeten voldoen. Voor 1 april 2026 moeten alle omgevingsdiensten aan de criteria voldoen. Dat moet uit (tussen)rapportages blijken. Tot nu toe heeft de ODA de taken steeds uitgevoerd op basis van het beschikbare budget (gebaseerd op de ingebrachte capaciteit bij de start van de ODA in 2013). Hoewel dat altijd zo slim en efficiënt mogelijk gedaan is, zit de uitvoering van het werk onder het niveau van de risicoanalyse die in 2024 is opgesteld en voldoet de ODA niet aan de robuustheidscriteria. Onderzocht wordt op welke wijze wel aan de criteria voldaan kan worden.

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De Omgevingsdienst Achterhoek is een uitvoeringsorganisatie die - met de Gelderse Maat als uitgangspunt - conform wet- en regelgeving uitvoering geeft aan vergunningverlening, toezicht en handhaving (de zgn. VTH-taken). Formeel blijven de deelnemende organisaties hiervoor verantwoordelijk. Voor zover er sprake is van zelfstandige beleidsvoornemens hebben die hoofdzakelijk betrekking op het niveau van bedrijfsvoering.

De gevolgen van het IBP zijn nog niet allemaal duidelijk maar kunnen zekere grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van de ODA als zelfstandige organisatie. Er vinden intensieve gesprekken plaats tussen het management van de ODA en de deelnemende partijen om de gevolgen op een goede wijze te managen zowel op financieel als organisatorisch vlak.

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Regio Achterhoek (Doetinchem)

 

Regio Achterhoek (Doetinchem)

Relatie met de programma's

1. De gemeente waar het goed wonen is
2. Een leefbare gemeente
3. De werkende gemeente
4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

De Regio Achterhoek wil met haar partners bereiken dat de Achterhoek in 2030 een sterke bloeiende en innovatie economie heeft, uitgaande van eigen kracht met een aantrekkelijke arbeidsmarkt. Met een duurzaam werk-, leer-, woon- en leefklimaat. Met gezonde inwoners en oog voor de brede welvaart. Belangrijke opgaven daarin zijn: zorgen voor voldoende arbeidskrachten, verhogen van de arbeidsproductiviteit, betaalbaar en betrouwbaar vervoer, een energie neutrale en circulaire Achterhoek, een passende woningvoorraad, een hogere score op leefbaarheid en een toename van de regionale volksgezondheid.

Activiteiten

De Regio Achterhoek samenwerking richt zich op een regionaal ruimtelijk-economische agenda, de Visie 2030 is daarvoor het kompas. Het is een samenwerking tussen overheden, ondernemers en maatschappelijke organisaties, dit vindt plaats onder de naam 8RHK Ambassadeurs. Onder de 8HRK Ambassadeurs vallen de entiteiten Achterhoek Raad, Achterhoek Board en Achterhoek Thematafels. De Achterhoek Raad heeft de Visie 2030 vastgesteld. Op basis van deze visie stelt de Achterhoek Board samen met de Achterhoek Thematafels de nodige inhoudelijke activiteiten vast, die worden beschreven in jaarlijkse plannen. De Achterhoek Raad ziet toe op de voortgang. De uitvoering van deze inhoudelijke activiteiten gebeurt aan de volgende zes Thematafels:

  • Smart werken en Innovatie
  • Onderwijs en Arbeidsmarkt
  • Wonen en Vastgoed
  • Mobiliteit en Bereikbaarheid
  • Circulaire energie en Energietransitie
  • De Gezondste Regio

De Regio Achterhoek is de juridische entiteit van deze structuur en voert de volgende taken uit:

  • Voert de regie op de algehele samenwerking (via een Dagelijks en Algemeen Bestuur)
  • Faciliteert het opstellen en uitvoeren van de Achterhoek Visie 2030, de jaarplannen en bijbehorende investeringsagenda
  • Adviseert Board en Raad over de lobby en subsidies en levert hiervoor ook de capaciteit

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doetinchem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Burgemeester Werger heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Daarnaast zijn de alle wethouders bestuurlijk vertegenwoordigd aan alle zes Thematafels.

Ontwikkelingen

Het Rijk is voornemens een langjarige investering te doen in de Achterhoek op basis van het Nationaal Programma Vitale Regio's (NPVR). De Achterhoek is als enige Gelderse regio aangewezen als regio in het NPVR dat in 2025 is gestart. Voor een periode van 20 jaar gaat de regio met Rijk, provincie en de gemeenten
aan de slag met een adaptieve en langjarige investeringsagenda. Om het NPVR uit te voeren stelt het Rijk de regio voor de komende drie jaar (2025-2027) € 350.000 per jaar beschikbaar aan procesmiddelen, met de intentie om dit na drie jaar te verlengen. De inhoudelijke agenda van het Achterhoekse NPVR dient ook als basis voor de nieuw te ontwikkelen Achterhoek Visie 2050 (opvolger van visie 2030).

Onder andere door het wegvallen van de bijdrage van de provincie vanaf 2025 was in de begroting 2025 een structureel oplopend tekort zichtbaar in de meerjarenraming in de jaarschijven 2026-2028. Het Algemeen Bestuur heeft opdracht gegeven om te zorgen voor een structureel sluitende begroting voor alle komende jaarschijven. Deze besparingsopdracht loopt samen met de behoefte van de 8RHK Ambassadeurs/Regio Achterhoek om te komen tot een nieuwe visie 2050 inclusief een doorontwikkeling van de daarbij horende governance structuur.  

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

 Geen

 

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

Stadsbank Oost Nederland (Enschede)

Relatie met de programma's

2. Een leefbare gemeente (sociaal domein)

Doelstelling

Op zowel maatschappelijk als zakelijk verantwoorde wijze:
• voorzien in de behoefte aan sociaal geldelijk krediet;
• regelen van schulden van personen in financiële moeilijkheden conform de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening;
• voorzien in budgetbeheer;

Activiteiten

• kredietverlening
• budgetbeheer
• bewindvoering
• schuldhulpverlening
• verzorgen van aanvragen wet schuldsanering natuurlijke personen

Deelnemende partijen

  • Almelo
  • Berkelland
  • Borne
  • Bronckhorst
  • Dinkelland
  • Enschede
  • Haaksbergen
  • Hellendoorn
  • Hengelo (O)
  • Hof van Twente
  • Lochem
  • Losser
  • Montferland
  • Oldenzaal
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Rijssen-Holten
  • Tubbergen
  • Twenterand
  • Wierden
  • Winterswijk

Bestuurlijk belang

Wethouder Haverdil is vanuit het college lid van het Algemeen Bestuur.

Ontwikkelingen

De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening is ingegaan per 1 juli 2012. In algemene zin zien we een verslechterende financiële positie voor een deel van onze inwoners. Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van financiële ondersteuning om (dreigende) schulden op te lossen.

Vanaf 2018 voeren we de intake voor de schuldhulpverlening van de Stadsbank uit in eigen beheer. In nauwe samenwerking met de Stadsbank wordt voortduren gewerkt aan het verbeteren van de dienstverlening, zodat deze beter aansluit bij de behoeften van onze inwoners en visie. 
 Vanaf 1 januari 2023 is de SON gestart met de Klantreis. Meer persoonlijke aandacht zodat onze inwoners sneller en beter geholpen worden en de kans op recidive te voorkomen. Dit vraagt doorlopend afstemming met de Stadsbank. 
In 2026 zetten wij deze koers voort. We blijven samen met de Stadsbank werken aan passende en kwalitatieve schuldhulpverlening. De focus ligt daarbij op het verbeteren van de dienstverlening, het bieden van maatwerk en het ondersteunen van inwoners. 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom vormt een vast onderdeel van bestuurlijke rapportages vanuit het sociaal domein.

 

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland

Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (Zutphen)

Relatie met de programma's

4. De dienstverlenende gemeente

Doelstelling

Het gemeenschappelijk en op regionaal niveau uitvoeren van veiligheidsbeleid, specifiek gericht op brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, rampenbestrijding en multidisciplinaire samenwerking, zowel preventief als repressief. Daarnaast draagt de VNOG bij aan de behartiging van deze belangen en zorgt zij voor afstemming met de taken van de gemeenten in het kader van bevolkingszorg.

Activiteiten

  • inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
  • adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen als ook in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
  • adviseren van het college van burgemeester en wethouders over:
    • het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
    • het beperken van brandgevaar;
    • het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
    • het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
    • voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
    • instellen en in stand houden van een brandweer;
    • instellen en in stand houden van een GHOR;
    • voorzien in de meldkamerfunctie;
    • aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
    • inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de eerder genoemde taken.
    • het verhogen van de weerbaarheid van inwoners en eigen organisatie.

Deelnemende partijen

  • Aalten
  • Apeldoorn
  • Berkelland
  • Bronkhorst
  • Brummen
  • Doetinchem
  • Elburg
  • Epe
  • Ermelo
  • Harderwijk
  • Hattem
  • Heerde
  • Lochem
  • Montferland
  • Nunspeet
  • Oldebroek
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Putten
  • Voorst
  • Winterswijk
  • Zutphen

Bestuurlijk belang

Burgemeester Werger vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur. Gemeentesecretaris Frerix vertegenwoordigt de gemeente in het Cluster Secretarissen Overleg. 

Ontwikkelingen

 

Risico's en getroffen beheersmaatregelen

 

 

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Stichting Achterhoek Toerisme
Stichting Achterhoek Toerisme (Doetinchem)
Relatie met de programma's 3. De werkende gemeente
Doelstelling

Gemeenten en bedrijfsleven willen de vrijetijdssector duurzaam en evenwichtig doorontwikkelen in omvang, kwaliteit en veelzijdigheid tot een grotere economische drager in de Achterhoek.  STAT verzorgt de toeristische marketing van de Achterhoek om zo meer bezoekers te genereren die langer in de Achterhoek willen verblijven, meer willen besteden en een herhalingsbezoek plannen. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de Achterhoekse economie en maatschappelijk opgaven, zoals instandhouding van voorzieningen, werkgelegenheid en het binden van jongeren aan de Achterhoek.

Activiteiten Ondersteuning voor de leden voor allerlei toeristische activiteiten op het gebied van regionale marketing en promotie. Bevordering van gastheerschap, een goede infrastructuur qua routes, werken aan onderscheidend profiel, vitaliteit en kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering van het aanbod. Daarnaast overkoepelend orgaan, regionale monitoring en sparring partner voor de gemeenten in de Achterhoek op het gebied van toerisme en recreatie.
Deelnemende partijen
  • Aalten
  • Berkelland
  • Bronckhorst
  • Doesburg
  • Doetinchem
  • Lochem
  • Montferland
  • Oost Gelre
  • Oude IJsselstreek
  • Winterswijk
  • Zutphen
Bestuurlijk belang De Achterhoekse gemeenten, met Doesburg, Lochem en Zutphen nemen deel in het bestuur. 
Ontwikkelingen In de visie van STAT over de huidige periode staat vermeld dat STAT zich primair bezighoudt met doorontwikkeling van regiomarketing, versterking van de route infrastructuur, het opzetten kennisontwikkelingstraject en grip op Gastheerschap en informatievoorziening in de regio. Er is in onze regio nog steeds voldoende ruimte voor groei, maar het zorgt ook dat we moeten nadenken hoe we die groei zo tot stand kunnen brengen dat ook onze inwoners de voordelen van het toerisme blijven inzien. Achterhoek Toerisme speelt daar een verbindende, faciliterende en stimulerende rol in.
Risico's en getroffen beheersmaatregelen

Met STAT worden meerjarige contracten afgesloten. De stichting is afhankelijk van de bijdrage van gemeenten voor de uitvoering van hun activiteiten. Mochten deze inkomsten teruglopen, door bijvoorbeeld een steeds meer terugtredende overheid die meer aan de markt overlaat, dan loopt de stichting het risico om haar taken voor de gemeenten niet meer te kunnen uitvoeren. Ook spelen de politieke agenda’s van de verschillende gemeenten hierbij een rol. STAT moet van toegevoegde waarde blijven voor alle gemeenten.

De gemeente Oude IJsselstreek huurt bij STAT een marketing coördinator in die ingezet wordt voor toeristische productontwikkeling en lokale promotie en marketing. De marketing coördinator ondersteunt daarbij tevens STROIJ, de toeristische organisatie in Oude IJsselstreek. Mocht STAT dit niet meer kunnen doen, dan heeft dit gevolgen voor deze inhuurstructuur en voor de toeristische organisatie in Oude IJsselstreek.

AGEM

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - AGEM

 

AGEM
Relatie met de programma's 1. De gemeente waar het goed wonen is
Doelstelling De Agem is opgericht door de acht Achterhoekse gemeenten om de energietransitie te versnellen en de Achterhoek energieneutraal te maken. Hiervoor zijn verschillende activiteiten ontwikkeld (zie hieronder).  
Activiteiten

De Agem bestaat uit verschillende entiteiten, de belangrijkste zijn:

  • Energieloket Achterhoek: alles m.b.t. energiebesparing voor inwoners, van inzicht en advies over energiebesparing, tot informatie over financieringsmogelijkheden. 
  • AGE (Agem Gemeentelijke Energie): inkoop gemeentelijke energie, waarbij (duurzame) zelflevering een van de doelen is.
  • Coöperatie streekenergie; realiseren van lokale Achterhoekse energieproducten, en leverancier van energie via de partner EnergieVanOns
  • Agem Energie Experts; Agem Ontwikkeling (project- en adviesbureau).  Adviseert o.a. op alle onderdelen van Agem, maar ook aan gemeenten en externe partijen. 
Deelnemende partijen

Afhankelijk van het onderdeel van Agem, maar in ieder geval

  • Achterhoekse gemeenten (Winterswijk heeft een aparte positie)
  • Gemeente Doesburg (aparte positie)
  • Lokale energiecoöperaties
Bestuurlijk belang De acht Achterhoekse gemeenten hebben in 2013 de Agem opgericht. De Agem is doorontwikkeld en er is nu een gemeentelijk deel (Energieloket, Anders Omgaan met Energie, AGE) en een niet gemeentelijk deel (streekenergie, Agem Energie Experts; ontwikkeling en levering). De betrokken partijen zitten samen in een federatie "Anders omgaan met energie" .
De gemeenten zijn de enige leden van de coöperatie Energieloket Achterhoek, de Stichting Vrijwilligers Anders Omgaan met Energie, en de enige aandeelhouders van de AGE.  
Ontwikkelingen De Agem is in ontwikkeling, de opsplitsing van het gemeentelijke en niet gemeentelijke deel is voltooid maar op onderdelen zal het nog doorontwikkelen. Zo is de federatie "Anders omgaan met energie" opgericht en schrijft aan een gedeelde visie.  Daarnaast moet de stichting "Vrijwilligers Anders Omgaan met Energie" vormgegeven worden.
Risico's en getroffen beheersmaatregelen  

 

Deelnemingen

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Deelnemingen

BNG

 

Activiteiten

De strategische doelstelling van de bank is het behoud van substantiële marktaandelen in Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk dividend voor de aandeelhouders.

Deelnemende partijen

De Staat is houder van 50% procent van de aandelen, de andere 50% is verdeeld onder gemeenten, provincies en hoogheemraadschap.

Financieel

Wij bezitten 161.460 aandelen. We begroten voor 2026-2029 € 400.000. 

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, wethouder Bennink vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Alliander N.V. (Arnhem)

Primair doel

Netwerkbedrijf dat verantwoordelijk is voor een groot deel van de energieleidingen in Nederland.

Activiteiten

Kernactiviteit is het aansluiten van klanten op de energienetwerken en het distribueren van gas en elektriciteit.

Deelnemende partijen

Provincie Gelderland, Friesland, Noord Holland en de gemeente Amsterdam bezitten 75% van de aandelen. De overige 25% is verdeeld over diverse gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 580.414 aandelen. We begroten voor 2026-2029 € 400.000.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, wethouder Bennink vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Vitens (Utrecht)

Primair doel

Drinkwaterbedrijf dat drinkwater levert aan 5,6 miljoen klanten.

Activiteiten

Verantwoordelijk voor een gezonde en duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.

Deelnemende partijen

De aandeelhouders bestaan uit provincies en gemeenten.

Financieel

Wij bezitten 40.057 aandelen. We begroten voor 2026-2029 geen dividend.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, wethouder Bennink vertegenwoordigt onze gemeente.

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen en het begrote bedrag aan dividend in onze begroting. De kans hierop schatten wij in op nihil.

 STOER B.V.

Primair doel

STOER B.V. is per 1 januari 2021 opgericht door de gemeente Oude IJsselstreek als het participatiebedrijf van de gemeente; een bijzonder bedrijf dat de werkgever is voor inwoners met een dienstverband Beschut werk of een Maatschappelijke baan

Activiteiten

STOER B.V. geeft namens de gemeente Oude IJsselstreek uitvoering aan het werkgeverschap en detacheert de inwoners met een dienstverband aan een passende werkgever. 

Deelnemende partijen

 Gemeente is houder van 100% van de aandelen

Financieel

Gemeente is houder van 100% van de aandelen, De gemeente voert de financiële administratie voor STOER. De kosten die STOER maakt worden hierin separaat geadministreerd en aan STOER doorbelast. Voor de werkzaamheden die STOER uitvoert ontvangt zij jaarlijks een vergoeding van de gemeente, gelijk aan de werkelijke kosten. Deze werkwijze leidt ertoe dat de totale baten en lasten van STOER tevens in de gemeentelijke begroting zijn opgenomen. 
Het bij oprichting geplaatste kapitaal bedraagt € 10.

Bestuurlijk belang

Aandeelhouder, burgemeester Werger is vertegenwoordiger van de gemeente.

Ontwikkelingen

De uitvoering van het werkgeverschap voor nieuw beschut wordt vanaf het najaar 2025 anders ingericht. De uitvoerende activiteiten worden uitgevoerd door Laborijn, het werkgeverschap ligt bij de gemeente. Deze werkwijze is gelijk aan de wijze waarop de processen behorende bij Wet Sociale Werkvoorziening is ingericht. Wanneer de processen zijn omgezet en de implementatiefase is afgerond, wordt de STOER B.V. overbodig en opgeheven.  Afhankelijk van de afwikkeling van de financiële activiteiten, zal dit naar verwachting begin 2026 afgerond zijn. 

Risico's

Financieel risico bij eventuele liquidatie is het verlies van maximaal de nominale waarde van onze aandelen. De kans hierop schatten wij in op nihil.

Financieel overzicht

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen - Financieel overzicht
Verbonden partij Bijdrage 2026 Eigen vermogen Vreemd vermogen
(x 1.000) 1-1-2026 31-12-2026 1-1-2026 31-12-2026
Regio Achterhoek 326 6.041 5.648 20.200 10.186
GGD Noord- en Oost Gelderland 926 2.050 2.050 8.584 7.834
VNOG 2.534 21.160 17.135 66.080 84.629
ODA 1.250 300 300 1.046 1.145
Stadsbank ON 329 2.236 2.347 9.950 9.388
Erfgoedcentrum Ecal 222 308 346 460 352
Stichting Achterhoek Toerisme 87 0 0 1.488 1.238
Totaal 5.673

Paragraaf Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Inleiding

De gemeentelijke heffingen (belastingen, leges en rechten) zijn, na de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente. Deze heffingen zijn de enige inkomstenbronnen waarop de gemeenteraad invloed kan uitoefenen. Vooral voor de zuivere belastingen, dit zijn de heffingen waar geen direct aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat, is er geen maximum bedrag of opbrengst aangegeven. Voor leges en andere betalingen voor overheidsdiensten is bepaald dat geen winst mag worden gemaakt. De opbrengst van de heffing mag in totaliteit niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente moet maken om de diensten te verlenen. De opbrengsten van de gemeentelijke heffingen zijn geraamd onder de verschillende taakvelden. Een overzicht van de inkomstenbronnen op de diverse taakvelden is in bijlage G terug te vinden.

Beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Beleid

Het (meerjaren)beleid voor de lokale belastingen is opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. Om een beter overzicht te krijgen in de actuele verordeningen stellen we jaarlijks een nieuwe verordening vast voor iedere belasting cq heffing.

Uitgangspunten voor onze leges, heffingen en tarieven
Voor de leges, heffingen en tarieven hanteren we de volgende uitgangspunten:

• Voor 2026 stijgt de opbrengst OZB met 5%;
• De rioolheffing is maximaal 100% kostendekkend. Voor 2026 hanteren wij een daling van 1,8%, oftewel ruim € 5,- per huishouden;
• De hoogte van de afvalstoffenheffing is afhankelijk van het aantal ledigingen per jaar. Het vastrecht is voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens gelijkgesteld op 199,80. Dit is een stijging voor éénpersoonshuishoudens en een daling voor meerpersoonshuishoudens. Afhankelijk van de hoeveelheid afval wordt het variabel tarief in 2027 afgerekend;
• Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten zijn maximaal 100% kostendekkend;
• De overige heffingen stijgen jaarlijks trendmatig met een indexering van 3%, met uitzondering van de reclamebelasting en lijkbezorgingsrechten;
• Leges en rechten zijn maximaal 100% kostendekkend.

Belasting / heffing Omschrijving
Marktgelden Heffen we voor innemen standplaatsen op warenmarkt Silvolde, Terborg, Ulft, Gendringen en Varsseveld.
Precariobelasting Heffen we voor het verlenen van een standplaats op gemeentegrond
Lijkbezorgingsrechten Heffen we voor gebruik algemene begraafplaatsen Varsseveld en Terborg. Eventuele overschotten of tekorten verrekenen we conform besluit met de reserve. 
Leges Dit zijn diverse gemeentelijke leges (bouwvergunning, uittreksels etc.)
Toeristenbelasting Belastingheffing van personen die niet in de basisregistratie personen zijn opgenomen, maar die tegen betaling/vergoeding wel verblijf houden door overnachtingen in bijv. hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen.Belastingheffing van personen die niet in de basisregistratie personen zijn opgenomen, maar die tegen betaling/vergoeding wel verblijf houden door overnachtingen in bijv. hotels, pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeermiddelen.
OZB niet - woningen Heffen we van zowel eigenaren als gebruikers van niet-woningen.
Woonlasten Dit zijn de onroerendezaakbelastingen zakelijk recht woningen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing tezamen. De opbrengsten OZB-woningen zijn conform besluit dit jaar gedaald. Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing hanteren we een kostendekkend tarief.
Reinigingsrechten Reinigingsrecht voor bedrijven en instellingen die geringe (passend in de normale containers) hoeveelheden afval aanbieden. Deze bedrijven hebben de gemeente verzocht dit afval tijdens normale inzamelingsactiviteiten mee te willen nemen. 
Reclamebelasting Belasting voor openbare aankondigingen in  het centrum van Varsseveld, Terborg en Ulft en het bedrijventerrein Akkermansweide in Terborg,  Bedrijventerreinen in Varsseveld  en bedrijfsterrein de Rieze in Ulft. Wij innen deze belasting in feite als tussenpersoon. De inkomsten verrekenen we met door de gemeente gemaakte kosten. Het restant betalen we rechtstreeks door aan initiatiefnemers. Per saldo is dit dus budgettair neutraal.
Tarieven diverse heffingen 2024 2025 2026
Onroerende-zaakbelastingen
Eigenaren van woningen, in % van de waarde 0,11512% 0,11662% n.n.b.
Gebruikers van niet-woningen, in % van de waarde 0,13429% 0,13542% n.n.b.
Eigenaren van niet-woningen, in % van de waarde 0,17470% 0,17632% n.n.b.
Afvalstoffenheffing
Eénpersoonshuishoudens vast tarief 170,40 189,60 199,80
Meerpersoonshuishoudens vast tarief 220,80 219,60 199,80
Per lediging kleine container rest afval 8,50 8,50 8,50
Per lediging grote container rest afval 14,75 14,75 14,75
Per storting ondergrondse container 2,50 2,50 2,50
Reinigingsrechten
Vast tarief 220,80 219,60 199,80
Per lediging kleine container rest afval 8,50 8,50 8,50
Per lediging grote container rest afval 14,75 14,75 14,75
Rioolheffing
 Per aansluiting 294,00 297,00 291,60
Toeristenbelasting
 Per overnachting 1,45 1,49 1,53
* De tarieven voor de OZB zijn nog niet bekend. De oorzaak hiervoor is dat we voor het belastingjaar 2026 nog niet beschikken over de juiste WOZ waarden. De berekening van de OZB tarieven vinden hierdoor pas in het 4e kwartaal plaats.

Woonlasten

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Woonlasten
Opbrengsten Woonlasten (x1.000) 2024 (werkelijk) 2025 (begroot na wijziging ) 2026 (begroot)
Afvalstoffenheffing 4.515 4.388 4.377
Rioolheffing 5.106 5.318 5.045
OZB woningen 6.483 6.904 7.252
Totaal 16.104 16.610 16.674
Ten opzichte van 2025 stijgen de totale woonlasten met 1,5%, exclusief areaaluitbreiding.

Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlasten

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Lokale lastendruk/ontwikkeling van de woonlasten

Om een indruk te hebben wat de “lokale lastendruk” is, berekenen we wat huishoudens aan belasting moeten betalen. Daarbij gaan we uit van de voor huishoudens gebruikelijke heffingen. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) stelt jaarlijks een atlas van de lokale lasten op.
De tabel hieronder geeft de berekende belastingdruk voor Oude IJsselstreek in 2026. Het bedrag van de bruto woonlasten is opgebouwd uit de onroerendezaakbelasting, waarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde (zowel landelijk als provinciaal als voor Oude IJsselstreek), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
 Uitgangspunten voor vergelijking van de belastingdruk oud en nieuw:
• de waarde van een woning is gemiddeld € 343.000.
• één- en meerpersoonshuishoudens.

 De gemiddelde belastingdruk voor een eigenaar/bewoner in 2025 en 2026 ziet er in Oude IJsselstreek dan als volgt uit:

Jaar

Soort huishouden

OZB

Afval

Riool

Totaal

2025*

Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container

369  236,35 297 902,35

2025*

Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container

369  266,35 297 932.35

2025*

 Eenpersoonshuishouden met grote grijze container

 369 269,35  297 935,35

2025*

 Meerpersoonshuishouden met grote grijze container

369 299,35 297 965,35

2025**

Eenpersoonshuishouden met ondergrondse container

369 232,10 297 898,10

2025**

Meerpersoonshuishouden met ondergrondse container

369 262,10 297 928,10

2026*

Eenpersoonshuishouden met kleine grijze container

387 246,55 291,60 925,15

2026*

Meerpersoonshuishouden met kleine grijze container

387 246,55 291,60 925,15

2026*

Eenpersoonshuishouden met grote grijze container

387 280,95 291,60 959,55

2026*

Meerpersoonshuishouden met grote grijze container

387 280,95 291,60 959,55

2026**

Eenpersoonshuishouden met ondergrondse container

387 242,30 291,60 920,90

2026**

Meerpersoonshuishouden met ondergrondse container

387 242,30 291,60 920,90

Uitgangspunten zijn:                    
* 5,5 ledigingen per jaar voor de rest (grijze) container                    
** 17 inworpen afvalzak in de ondergrondse containerbak                    

De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn kostendekkend met een onttrekking uit de reserve afval en het bufferfonds riolering; de ozb stijgt ten opzichte van 2025 met 5%, waarmee de totale lastendruk in 2026 gemiddeld stijgt met 1,5%, onder het uitgangspunt woonlasten. Er is gekozen om incidenteel de opgebouwde reserve voor € 250.000 in te zetten. Positieve resultaten uit het verleden hebben ervoor gezorgd, dat de meeste huishoudens minder afvalstoffenheffing voor 2026 betalen.  

Opbrengsten

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Opbrengsten
Opbrengsten belastingen/heffingen (x 1.000) Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
Algemene dekkingsmiddelen
Woonlasten (OZB eigenaren woningen + afvalstoffenheffing + rioolrechten) 16.104 16.435 16.674
Precariobelasting 7 8 8
Toeristenbelasting 184 210 210
Tariefsgebonden heffingen
Leges 1.866 1.371 1.830
Lijkbezorgingrechten 175 125 162
Marktgelden 23 20 23
OZB niet-woningen 2.815 2.932 3.078
Reinigingsrechten 37 35 35
Rioolrecht bedrijven 278 275 280
Reclamebelasting 168 150 150
Totaal opbrengsten 21.657 21.561 22.450

Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Lasten- en batenoverzicht van de kostendekkende tarieven

Hieronder hebben we inzichtelijk gemaakt, hoe bij de berekening van de tarieven wordt bewerkstelligd, dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Dit hebben we gedaan voor de tarieven van belastingen die ten hoogste kostendekkend mogen zijn.

Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht Lijkbezorgingsrechten
Afvalstoffenheffing + reinigingsrecht Lijkbezorgingsrechten
Kosten Afval 4.647 Kosten begraafplaatsen 67
Opbrengsten afval excl. heffingen 926 Opbrengsten begraafplaatsen
Heffing bij bedrijven (Reinigingsrecht) 35 Netto kosten Begraafplaatsen 67
Netto kosten Afval 3.686 Overhead + salaris 180
Overhead + salaris 468 Rente 1
BTW 425 Onttrekking reserve 6
Rente 48 Overige toerekening begraafplaatsen 175
Onttrekking reserve afval 250 Totale kosten 242
Overige toerekening afval 691 Opbrengst heffingen 162
Totale kosten 4.377 Dekking 67%
Opbrengst heffingen 4.377
Dekking 100%
Rioolheffing Algemene dienstverlening
Kosten Riolering 3.191 Kosten algemene dienstverlening 500
Opbrengsten Riolering excl. heffingen 3 Overige opbrengsten 0
Heffing bij bedrijven 280 Netto kosten algemene dienstverlening 500
Netto kosten Riolering 2.908 Overhead + salaris 795
Overhead + salaris 520 Overige toerekening algemene dienstverlening 795
BTW 475 Totale kosten 1.295
Rente 969 Opbrengst heffingen 1.005
Toevoeging voorziening 173 Dekking 78%
Overige toerekening riolering 2.137
Totale kosten 5.045
Opbrengst heffingen 5.045
Dekking 100%
Omgevingsvergunning bouwen Markten
Kosten omgevingsvergunning bouwen 78 Kosten markten 39
Overige opbrengsten 0 Overige opbrengsten 0
Netto kosten Omgevingsvergunning bouwen 78 Netto kosten markten 39
Overhead + salaris 638 Overhead + salaris 24
Overige toerekening omgevingsvergunning 638 Overige toerekening markten 24
Totale kosten 716 Totale kosten 63
Opbrengst heffingen 500 Opbrengst heffingen 23
Dekking 70% Dekking 37%

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Paragraaf Lokale heffingen - Kwijtschelding

Inwoners met een laag inkomen kunnen kwijtschelding krijgen voor de aanslag van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Bij de beoordeling van het verzoek vindt er een toets plaats naar inkomen en vermogen. De gemeente mag alleen kwijtschelding verlenen als het inkomen niet hoger ligt dan 100% van het bijstandsniveau.

Belastingjaar:
Totaal aantal verzoeken Aantal toegekende verzoeken Aantal afgewezen verzoeken
Aantal verzoeken in procenten Afgeboekt t.g.v. toegekende kwijtschelding
2019 924 843 81 5,03% 322.095
2020 907 804 103 4,80% 302.318
2021 966 881 85 5,08% 352.757
2022 883
794
89
4,64%
352.414
2023 911 820 91 4,74% 383.318
2024 934
818 
117 4,86% 
330.109
2025* 874 792 82 4,56% 374.226
* De kwijtscheldingsgegevens voor 2025 zijn gebaseerd op basis van de gegevens zoals die op 1 augustus 2025 bekend zijn.

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Inleiding

In deze paragraaf zijn conform de voorschriften in het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot de kapitaalgoederen van de gemeente opgenomen.

De kapitaalgoederen zijn grofweg als volgt te rubriceren:
Infrastructuur:

  • Wegen
  • Civiel technische kunstwerken
  • Kunstwerken
  • Openbare verlichting
  • Riolering
  • Water

Voorzieningen:

  • Openbaar groen
  • Speelplaatsen
  • Gebouwen

Het onderhoud van kapitaalgoederen legt beslag op een belangrijk deel van de middelen en komt in bijna alle programma’s voor. De kapitaalgoederen zijn vaak van groot belang voor het realiseren van de programma’s. In deze paragraaf geven we inzicht in het onderhoud en beheer, conform de financiële verordening (art. 212 Gemeentewet). Niet alleen vanuit het financiële belang, maar ook vanuit het belang van de inwoner. 

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Beleids- en beheerplannen

De beleidsplannen stellen we tenminste eens in de 10 jaar vast, conform de eisen van de provincie. Dit betreft de inrichting van de openbare ruimte en het beoogde onderhoudsniveau voor het openbaar groen, verlichting, straatmeubilair, sportfaciliteiten, water, wegen, riolering, kunstwerken. Eens in de vier jaar evalueren we de beheerplannen en zo nodig stellen we ze bij.

De volgende nota’s zijn vastgesteld:

Beleidsstuk/ beheerplan

Planperiode

Inhoud/opmerking

Integraal Beheer Openbare Ruimte

2024 - 2027

Dit plan is een strategisch kader waarin maatschappelijke opgaven en bestuurlijke doelstellingen zijn vertaald naar het beheer van de openbare ruimte, voor alle objecten/kapitaalgoederen. De verwachting is dit plan in Q4 2025 gereed is.

Wegenbeleid

2019 - 2023

Het huidige Wegenbeleidsplan is een korte beleidsnotitie als aanvulling op en een actualisatie op het Wegenbeleidsplan 2014 - 2018. 

Beleidsnotitie Openbare verlichting

2022 - 2026

Deze korte beleidsnotitie is een aanvulling op en actualisatie van het beleidsplan openbare verlichting ‘Licht op maat 2012-2016. Deze is in de tweede helft van 2022 vastgesteld.

Openbare verlichting Vervangingsplan

2022 - 2026

Het vervangingsplan is een onderdeel van het huidige beleidsplan voor de openbare verlichting. Het vervangingsplan is over 4 jaar verdeeld.

Gemeentelijk rioleringsplan

2024-2028

 

Klimaatagenda

2022 - 2026

De Klimaatagenda is in juni 2022 vastgesteld.

Civieltechnische kunstwerken

2023-2027

 

Visie Landschap, Natuur en Groene Kernen

2021-2031

We zetten in op het verder vergroenen van onze gemeente en het creëren van groen dat een positieve bijdrage levert aan de biodiversiteit en aan klimaatadaptatie. In nieuwe ontwikkelingen proberen we meer schaduw te creëren en extra groen toe te voegen waar dat mogelijk is. De beplanting die we toepassen dient van waarde te zijn voor onze ambassadeurssoorten uit het biodiversiteitsplan. We zijn momenteel bezig met het opstellen van een natuurkansenkaart, die locaties in beeld brengt voor extra aanplant, omvorming van beplantingstypen of ecologisch beheer. Ook gaan we de komende periode aan de slag om de groenstructuur op kaart uit te werken en een Leidraad Inrichting Openbare Ruimte op te stellen voor het vakgebied groen. 

Bomenbeheerplan

2022 - 2032

We zijn bezig met het opzetten van een eigen bomenploeg. Daarvoor is een boomverzorger aangenomen. Met de eigen bomenploeg gaan we voor flexibiliteit en efficiëntie voor het onderhoud van de bomen. Voor het boombeheer zetten we in op ecologisch boombeheer waarbij meer ruimte wordt gegeven voor biodiversiteit. 

Speelruimtebeleid

2022 - 2032

Sinds 2023 pakken we, dankzij het beschikbare budget vanuit het Speelruimteplan, grootschalig speelplekken op om te renoveren. In 2023 zijn 6 speelplekken gerenoveerd, in 2024 zijn 8 speelplekken aangepakt en in 2025 zijn dit er 4 (wegens bezuiniging). We werken aan onze doelstelling voor variatie in speelaanbod door o.a. materiaalkeuze, afwisseling in aanbod voor leeftijdsgroepen en samenwerking met verschillende leveranciers. We houden bij renovatie rekening met inclusiviteit en duurzaamheid. In elke grote kern binnen onze gemeente willen we de komende jaren een inclusieve speelplek realiseren conform het Speelruimteplan.

Bosbeheerplan

2022-2032

We zetten in op klimaatbestendige bossen door horizontale en verticale structuren te creëren en in te zetten op mineraalrijke bodems.

Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP)

2025-2028

Herinspectie uitgevoerd 2025

Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijke beleid, de doelstellingen, de activiteiten die op stapel staan, de daarmee gemoeid zijnde financiële middelen en eventuele ontwikkelingen en risico’s.

Wegen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Wegen

Beleid
Het gemeentelijke beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. De uitgangspunten zijn beschreven in het “beleidsplan wegen gemeente Oude IJsselstreek 2019-2023”. Het beleidsplan geeft, op basis van het (door de raad) vastgestelde kwaliteitsniveau en het aanwezige areaal, aan wat gemiddeld per jaar nodig is om de kwaliteit van de wegen op peil te houden. In het beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau basis moeten hebben (volgens de richtlijnen van de CROW-systematiek). Één keer per twee jaar worden alle wegen in de gemeente Oude IJsselstreek geïnspecteerd op schades en beoordeeld op kwaliteit. Deze gegevens, samen met de vaste gegevens vanuit het beheerpakket, vormen de basis voor het uit te voeren onderhoud. Vanuit het beheerpakket kan een meerjarenplanning (3 jaar) voor het groot onderhoud aan de wegen worden opgesteld.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Schoon, heel, veilig
Niveau Basis (kwaliteitscijfer 5,5-6,5)

Planmatig onderhoud en groot onderhoud van wegen

Rapportage kwaliteitsniveau van de wegen op basis van de weginspectie

jaarlijks

iedere 2 jaar

Bestaand beleid

Bestaande budgetten

Subdoelstelling

 

 

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan wegen

Uitvoering van het beleidsplan Wegen 2019-2023

Opstellen en bijhouden meerjarenplanning voor groot onderhoud van wegen

Up to date houden meerjarenplanning voor vervangingen (reconstructies van wegen)

jaarlijks

jaarlijks

 

jaarlijks

 

Bestaande budgetten en formatie

Bestaande formatie

 

Bestaande formatie

 

Kwaliteit
In het huidige beleidsplan staat aangegeven dat de wegen in de gemeente Oude IJsselstreek kwaliteitsniveau Basis moeten hebben. Kwaliteitsniveau Basis is een voldoende (kwaliteitscijfer tussen 5,5 en 6,5).
Om te kunnen bepalen welk kwaliteitsniveau de wegen in onze gemeente hebben, vertaalt een onafhankelijk bureau structureel (per 2 jaar) de inspectiegegevens van de wegen naar een bijbehorend kwaliteitsniveau. De in 2024 uitgevoerde weginspectie toont aan dat de kwaliteit van de wegen, ten opzichte van 2022 een lichte daling laat zien van kwaliteitsniveau basis naar kwaliteitsniveau laag. Dit is het huidige kwaliteitsniveau van alle (soorten) verharde wegen in onze gemeente. Oorzaak hiervan is het kwaliteitsniveau van de wegen met een asfaltverharding. Deze scoort nog steeds kwaliteitsniveau laag met zelfs een lichte daling ten opzichte van 2022. We gaan daarom de komende jaren, binnen het huidige onderhoudsbudget nog meer aandacht besteden aan de asfaltverhardingen en minder aan de elementenverhardingen.

Financiën
In het beleidsplan Wegen, dat de raad in maart 2019 heeft vastgesteld, staat een aantal uitgangspunten voor de financiële berekening beschreven, zoals:

  • Omvang van het huidige areaal;
  • Berekening alleen voor verharde wegen;
  • In stand houden van de bestaande situatie (dezelfde materialen, dezelfde constructieopbouw, dezelfde wegbreedte, enz.);
  • Alleen kosten voor groot onderhoud, geen kosten voor vervanging, geen kosten voor klein onderhoud, geen kosten voor verzorgend onderhoud zoals straatvegen of onkruidbeheersing;
  • In stand houden van het huidige areaal op het gewenste kwaliteitsniveau.

Met de hierboven genoemde uitgangspunten, het beheerareaal en de kwaliteitsambitie Basis is in het beleidsplan een berekening gemaakt voor de jaarlijkse onderhoudskosten. Deze kosten worden in het jaar van uitvoering ten laste gebracht van de exploitatie.
De BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) staat niet toe dat de kosten voor vervangingen (reconstructies) worden meegeraamd in het onderhoudsbudget Wegen. Voor reconstructies van wegen en fietspaden is investeringsbudget vereist. Voor nieuwe meerjarenplanning voor de projecten 2024 - 2027 is een jaarlijkse investering van € 1.500.000 per jaar gereserveerd.

Ontwikkelingen
Alle facetten die afgelopen jaren zijn besproken, zijn in het beleidsplan opgenomen. Ieder jaar bekijken we de onderhoudsplanning van de wegen opnieuw en stellen we eventueel bij.

Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Civieltechnische kunstwerken en kunst in openbare ruimte

Beleid
De visie van de gemeente op het beheer en onderhoud van de civieltechnische kunstwerken en kunst in de openbare ruimte is kernachtig te verwoorden als "veilig, heel, doelmatig en schoon". Deze visie is uitgewerkt in het beheerplan dat het college in 2023 heeft vastgesteld.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Schoon, heel, veilig en duurzaam.

Opstellen uitvoeringsplan naar aanleiding van jaarlijks te houden (globale) inspecties.

jaarlijks

Bestaande formatie en budgetten

Kwaliteit
In het beheerplan is opgenomen dat elke vijf jaar het volledige areaal door een gespecialiseerd bedrijf geïnspecteerd wordt. In de tussenliggende jaren voert de eigen dienst inspecties uit. Voor de kunst in de openbare ruimte is ervoor gekozen om de eigen dienst jaarlijks een globale inspectie uit te laten voeren. Het jaarlijks onderhoud (schoonmaken) is hierop afgestemd.

Planning
Aan de hand van de jaarlijks uit te voeren schouw, plannen we de onderhouds- en herstelwerkzaamheden in. Afhankelijk van de resultaten van de uit uitgevoerde inspecties, maken we een meerjaren planning voor het herstellen van de geconstateerde gebreken.

Financieel
Aan de hand van de uitgevoerde inspecties, wordt een meerjarenraming opgesteld, passend in de bestaande formatie en budgetten zoals opgenomen in het vastgestelde beheerplan.

Risico’s
De risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare verlichting

Beleid
Openbare verlichting draagt bij aan een veilige en leefbare openbare ruimte. Het is daarom een beleidsterrein waarbij het van belang is dat de gemeente zelf een sturende rol vervult bij het definiëren van het beleid en het uitvoeren van het beheer en onderhoud.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren en bij te dragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving.

Uitvoeren beleidsplan Openbare verlichting 2022-2026

Vervanging openbare verlichting (binnen de projecten)

Uitvoeren regulier onderhoud

Afhandelen storingen en klachten

Uitvoeren Vervangingsplan 2022-2026

 

2022 - 2026

Jaarlijks

 

Jaarlijks

 

2022 - 2026

Bestaande budgetten en formatie

Waar mogelijk bestaande budgetten en formatie

Bestaande budgetten en formatie

 

Meerjaren investering 2022-2026

 Subdoelstelling      
 

Het toepassen van innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de energieaanpak

Jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie

Kwaliteit
In de periode 2017 t/m 2021 zijn de meeste SOX en SON armaturen vervangen (90%) en waar mogelijk ook masten op leeftijd. In de periode 2022-2026 gaan we door met het vervangen van masten en armaturen. Dit doen we op basis van leeftijd (masten 50 jaar en armaturen 25 jaar). Naast het verminderen van het energieverbruik zorgt dit ook voor een daling van de veiligheidsrisico’s en uniformiteit van masten en armaturen waardoor een rustig straatbeeld ontstaat.

Financieel
Voor het nieuwe vervangingsplan is de komende jaren een investering beschikbaar. De jaarlijkse kapitaallasten van deze investering worden uit het reguliere budget gedekt.

Ontwikkelingen
We blijven gebiedsgericht en zo energiezuinig mogelijk verlichten. Verlichte reclame aan lantaarnpalen staan en passen we niet toe. Bij toepassing van displays en LCD-/led-schermen in de openbare ruimte zijn we kritisch om lichthinder te voorkomen. We houden aandacht op sociale veiligheid, leefbaarheid en sfeer. We gaan het buitengebied niet meer verlichten dan nu het geval is. 

Ons doel is om de afspraken over openbare verlichting uit het SER-energieakkoord uit 2013 te halen. Dit houdt in dat we in 2030 50% energie hebben bespaard ten opzichte van 2013. Eind 2020 was dit 28%. We investeren hiervoor in de vervanging van armaturen die ouder zijn dan 25 jaar door armaturen met ledverlichting. We gaan de komende jaren ook masten ouder dan 50 jaar vervangen. Hiervoor is gemiddeld € 339.000 per jaar opgenomen. In 2026 worden de restanten van voorgaande jaren ingezet voor de vervanging van openbare verlichting.  

Circulaire economie en Smart City heeft de komende jaren onze aandacht waarbij we niet voorop lopen maar wel kijken wat passend is voor onze gemeente.

Het dimmen van de openbare verlichting voeren we verder in. Dit scheelt ongeveer 10% energieverbruik op de totale installatie.

Risico’s
Ieder jaar testen we masten die 40 jaar of ouder zijn op stabiliteit. Uit deze meting, die vanaf 2013 jaarlijks wordt uitgevoerd, komen masten met een, vanuit inspectiejargon, “code rood” naar boven. Masten met deze code vertonen ernstige gebreken die de stabiliteit van de mast niet waarborgen. Deze masten dienen binnen 6 maanden na de meting vervangen te worden. We gaan door met het vervangen van oude verlichting. We gaan niet sneller vervangen dan op basis van leeftijd. Anders gooien we verlichting weg die nog niet afgeschreven is.

Riolering

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering

Beleid
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, op 1 januari 2024, is de verplichting voor het opstellen van een Gemeentelijk Rioleringsplan door gemeenten komen te vervallen. Wel blijven gemeenten verplicht invulling te geven aan hun gemeentelijke watertaken en het onderbouwen van de benodigde rioolheffing. Gemeente Oude IJsselstreek heeft daarom gekozen een Water- en Rioleringsprogramma (WRP) op te stellen. Dit Water- en rioleringsprogramma (Wrp) beschrijft hoe de gemeente omgaat met de wettelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Ook wordt binnen dit plan geanticipeerd op raakvlakken met vakgebieden zoals Klimaatadaptatie en Landschap en groen. 

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

  1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater.
  2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater.
  3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier).
  4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater.
  5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. 

Uitvoeren van het WRP 2024 - 2028

2024 - 2028

Bestaande formatie en budgetten

Subdoelstelling

 

 

 

Efficiënt en effectief onderhoud aan riolering

Uitvoeren van het WRP 2024 - 2028

jaarlijks

Idem

Voorkomen van “water op straat”

Oplossen knelpunten

Uitvoeren van het WRP 2024 - 2028

jaarlijks

jaarlijks

p.m.

Bestaande formatie en budgetten


Kwaliteit
Door middel van camera-inspecties bepalen we jaarlijks de kwaliteit van een deel van de vrijvervalriolering. Aan de hand van deze inspecties, en inspecties uit het verleden, stellen we met behulp van het rioolbeheersysteem een vervangingsplanning op.
Samen met de vrijvervalriolering maakt de electro-mechanische riolering (drukriolering) het grootste onderdeel uit van het gehele rioolsysteem. Om ook hier inzicht te krijgen in de kwaliteit is nog niet zo lang geleden besloten om dit onderdeel ook periodiek te inspecteren. De eerste inspecties bevestigen de verwachte levensduur van bepaalde onderdelen. Aan de hand van de uitgevoerde inspecties stellen we hier ook een vervangingsplan voor op.
Binnen het WRP is rekening gehouden met de hierboven genoemde vervangingsplannen.

Planning
Het Water en rioleringsprogramma heeft een looptijd van 5 jaar en zal in 2028 worden herzien.

Financieel
Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering zijn verschillende bronnen. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen bekostigen we uit de exploitatieopzet van die plannen en verdisconteren we in de verkoopprijs. De kosten van het beheer en de aanleg van riolering, hemel- en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden, dekken we uit de rioolheffing. De hoogte van deze heffing herzien we jaarlijks en stellen we vast met behulp van een kostendekkingsplan.

De rioolheffing maakt samen met de afvalstoffenheffing en de onroerendezaakbelasting onderdeel uit van het woonlastenprincipe. Uitgangspunt hiervan is een maximale stijging van 3% woonlasten per jaar. Voor de rioolheffing geldt in principe een kostendekkendheid van 100%.

Om de kosten te kunnen blijven dekken is in deze planperiode een verdere stijging van de riool- en waterzorgheffing noodzakelijk. Prijsstijgingen en planning van uit te voeren werkzaamheden kunnen van invloed zijn op de kosten. Jaarlijks zal beoordeeld worden of de rioolheffing moet worden bijgesteld om kostendekkend te zijn. 

Een bufferfonds van minimaal tussen de € 300.000 en € 500.000 is wenselijk om tegenvallers op te kunnen vangen.

Ontwikkeling
Binnen het Water en Rioleringsplan 2024 2028 wordt geanticipeerd op raakvlakken met vakgebieden zoals Klimaatadaptatie en Landschap en groen. 

Risico’s
Met de jaarlijkse financiële actualisatie om de hoogte van de rioolheffing te bepalen beperken we eventuele risico’s tot een aanvaardbaar niveau.

Water

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Water

Beleid
Het beleid rondom water is inmiddels opgenomen in de Klimaatagenda, die juni 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad.

Financieel
De financiële aspecten van het onderdeel water zijn opgenomen in het verbreed Gemeentelijk Water en Rioleringsprogramma 2024 - 2028.

Groen, natuur en landschap

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Groen, natuur en landschap

Beleid
Voor de groenvoorziening hanteren we in de wijken beeldkwaliteit Basis en in centra beeldkwaliteit Hoog. Dit is conform het vastgesteld beeldkwaliteitsplan van 2016. Uit de laatst gehouden schouw (2022) blijkt dat de meeste groenonderdelen nog net scoren op kwaliteitsniveau ‘basis’, maar wel aan de onderkant.

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Behoud van groenvoorzieningen op het vastgestelde kwaliteitsniveau voor een aantrekkelijke groene woon- en werkomgeving in Oude IJsselstreek

Uitvoeren planmatig onderhoud

Jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie

 

Subdoelstelling

 

 

 

Streven naar de vastgestelde kwaliteit en werken aan een meer biodiverse inrichting en beheer van het openbaar groen.

Uitvoeren planmatig onderhoud en aanpassingen in de werkwijze.

Jaarlijks

Bestaande budgetten en formatie

Kwaliteit
Door middel van verschillende jaarlijkse inspecties op groenvoorziening en bomen toetsen we of de vastgestelde beeldkwaliteit en veiligheid behaald wordt.

Financieel
De werkzaamheden voeren we uit binnen de huidige budgetten en formatie. We merken in het groen ook de effecten van klimaatverandering en de hiermee gepaard gaande financiële effecten.

Ontwikkeling
De Visie landschap, natuur en groene kernen is de basis. Vanuit deze visie werken we verder aan vergroening. Dit doen we onder andere door meer bomen te planten en de biodiversiteit in de openbare ruimte en bermen te vergroten. Waar mogelijk vormen we beplantingstypen om zodat een hogere biodiversiteit gecreëerd wordt. 

Risico’s
Mogelijke risico’s liggen vooral op het terrein van de wettelijke aansprakelijkheid. Hiervoor heeft de gemeente een verzekeringspolis afgesloten.

Speelplaatsen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Speelplaatsen

Speelplekken en -toestellen
Gemeente Oude IJsselstreek kent ca. 100 speelplekken, verspreid over de kernen.

Beleid
Het vastgestelde Speelruimteplan is de basis. De veiligheid van de speelvoorzieningen wordt gewaarborgd volgens de landelijke WAS (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen ).
Kwaliteit
Uit de inspectieronden is gebleken dat de toestellen voldoen aan het WAS, maar dat een deel verouderd is en niet uitdagend genoeg.

Financieel
Vanaf het jaar 2023 en verder is er via het Speelruimteplan budget beschikbaar gesteld voor vervanging van verouderde toestellen en impulsen voor bestaande speelplekken.

Ontwikkeling
De komende jaren werken we verder aan de implementatie van de nieuwe beleidsambities volgens het Speelruimteplan.

Risico’s
Door het consequent (laten) uitvoeren van een inspectie van de speeltoestellen voldoet de gemeente aan haar verplichtingen in het kader van de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen.
De risico’s ten aanzien van de veiligheid (ongelukken) en aansprakelijkheid (claims) zijn daarmee beheersbaar.

Beheer gebouwen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen - Beheer gebouwen

Beleid

    

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daarvoor doen?

Jaar

Wat mag het kosten?

Hoofddoelstelling

 

 

 

Behoud van de gemeentelijke gebouwen op een redelijk conditieniveau  Uitvoering meerjarenonderhoudsplan (MJOP) jaarlijks Bestaande formatie en budgetten 

Subdoelstelling

 

 

 

       


Kwaliteit
De gemeentelijke gebouwen worden beoordeeld op basis van de norm NEN 2767. Hierin worden 5 verschillende conditiescores gehanteerd waarbij 1 een uitstekende conditie is en 5 een zeer slechte conditie. Afhankelijk van de groep waarin het gebouw is ingedeeld, dient het aan een minimaal conditieniveau te voldoen. Met de toepassing van deze condities wordt toegezien op de kwaliteit van de gebouwen. De gebouwen moeten op een redelijk niveau worden onderhouden om kapitaalvernietiging tegen te gaan. 
Uit de inspecties is gebleken dat een overgroot deel van de gebouwen niveau 3 (redelijke conditie) of beter heeft. Alle onderhoudsniveaus en de daar bijbehorende budgetten zijn hiermee in beeld. Voor de gebouwen die op korte termijn in aanmerking komen voor verkoop/sloop zijn er geen onderhoudsinspecties uitgevoerd. Het onderhoudsniveau kan voor deze gebouwen wat lager liggen.

Financieel
In de reguliere begroting is structureel budget opgenomen voor klein en groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen. 

Ontwikkeling
Alle gebouwen die de afgelopen jaren in beheer waren zijn beoordeeld op hun onderhoudstoestand door middel van een NEN 2767 inspectie, welke is uitgevoerd door een externe partij. Uit deze inspectie is een rapportage opgesteld welke inzicht geeft in de onderhoudsstaat van deze gebouwen. Uit deze rapportage is een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) voortgekomen welke in kaart brengt waar onderhoud op uitgevoerd moet worden. De kosten van zowel het dagelijks als planmatig onderhoud worden opgenomen in de MJOP. Het saldo van al deze ramingen binnen het MJOP geeft het benodigde onderhoudsbudget voor de gemeentelijke gebouwen. Eens per vier jaar wordt er door een externe partij een herinspectie op basis van NEN 2767 uitgevoerd. Tussentijdse mutaties in de MJOP worden bijgehouden en verwerkt in het systeem O-prognose.

Risico's
Het onderhoud van de gemeentelijke objecten loopt via de bestemmingsreserve gemeentelijke objecten. Structureel hogere onttrekkingen dan dotaties zorgen voor uitputting van de reserve. Bij de recent uitgevoerde (2025) conditiemeeting van het gemeentelijk vastgoed is gebleken dat het onderhoud voor diverse panden hoger uitvalt dan oorspronkelijk ingeschat. Dit zal gevolgen hebben voor de kostenraming in de begroting. 
Gezamenlijk met de Provincie Gelderland wordt er een quick scan uitgevoerd om naast het groot onderhoud van drie panden inzicht te verkrijgen in financiële en technische haalbaarheid om de betreffende gebouwen te verduurzamen.
De uitkomst van dit onderzoek wordt in 2026 verwacht. Naast de actualisatie van het MJOP voor 2027 worden de uitkomsten van dit onderzoek verwerkt in de Voorjaarsnota 2027.

Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Inleiding

Inleiding

Onder grondbeleid verstaan we het gehele instrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het grondbeleid omvat alle strategieën van de gemeente rondom het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke beleidsuitingen en kan worden ingezet om doelstellingen van de andere beleidsaspecten binnen de gemeente mede mogelijk te maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling - volkshuisvesting - verkeer en vervoer – zorg en welzijn - cultuur, sport en recreatie - economische structuur. Daarnaast kan het grondbeleid grote financiële gevolgen hebben. Met name de (financiële) risico's zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente.

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (afgekort met BBV) staat in artikel 9.2 dat de paragraaf grondbeleid een verplicht onderdeel vormt van de begroting. De paragraaf grondbeleid moet ten minste ingaan op (artikel 16 van het BBV):

  • Een visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting;
  • Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;
  • Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  • Een onderbouwing van de geraamde winstneming;
  • De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondexploitaties.

Nota grondbeleid

Het gemeentelijk grondbeleid is een instrument om ruimtelijke doelstellingen te bereiken op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, openbare ruimte, infrastructuur, recreatie en natuur. Het grondbeleid is geen doel op zich, maar dienstbaar aan de hiervoor benoemde beleidsvelden. De wijze waarop we deze doelstellingen willen bereiken, is vastgelegd in de nota grondbeleid.

Het grondbeleid van de gemeente Oude IJsselstreek is verantwoord in de nota grondbeleid gemeente Oude IJsselstreek 2016. De raad geeft hierin de kaders aan waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie het grondbeleid moeten uitvoeren. De gemeente Oude IJsselstreek zet primair in op faciliterend grondbeleid, maar sluit actief grondbeleid niet uit. Zo kan actief grondbeleid een bijdrage leveren aan andere overkoepelende doelstellingen zoals het voorkomen van verpaupering, structurele leegstand of bij de realisatie van sociaal maatschappelijke doelstellingen in de zorg of op het gebied van welzijn.

De huidige nota grondbeleid dateert van 2016 en is daarmee achterhaald als gevolg van bijvoorbeeld de invoering en implementatie van de Omgevingswet op 1 januari 2024. Vandaar dat in 2025 begonnen zal worden met het actualiseren van het grondbeleid, zodat het in ieder geval weer aansluit op de nieuwe wetgeving.   

Meerjaren Prognose Grondexploitaties

De lopende grondexploitaties zijn met het opstellen van de jaarrekening over 2024 geactualiseerd van peildatum 1 januari 2024 naar peildatum 1 januari 2025. De financiële consequenties voortvloeiend uit het actualiseren van de grondexploitaties, zijn in de jaarrekening over 2024 verwerkt. In deze paragraaf grondbeleid voor de begroting 2026 - 2029 is de actuele prognose van de te verwachten resultaten op de hiervoor benoemde geactualiseerde grondexploitaties gebaseerd.  Naast de paragraaf grondbeleid werken we met een Meerjaren Prognose Grondexploitaties (MPG). Het MPG geeft meer gedetailleerd inzicht in de lopende grondexploitaties en moet gezien worden als aanvulling op de paragraaf grondbeleid behorende bij de jaarrekening. De raad heeft op 3 juli 2025 ingestemd met zowel de jaarrekening 2024 als met de MPG op peildatum 1 januari 2025. Met het vaststellen van het MPG zijn ook de financiële kaders voor de lopende grondexploitaties bepaald. 

Winstneming

In de notitie "Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2023)" van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is de aanbeveling opgenomen dat, volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor het nemen van winst bestaat, de winst dan ook dient te worden genomen. Binnen gemeente Oude IJsselstreek wordt het tussentijds nemen van winst actief toegepast. Bij het actualiseren van de grondexploitaties ten behoeve van de jaarrekening over 2024 heeft de gemeente (tussentijds) winst genomen. 

Beleidsuitgangspunten reserves, voorzieningen en risico's voor grondzaken

De gemeente kent geen reserve voor (nadelige) resultaten van de grondexploitaties. Voor de gronden in exploitatie met verwachte nadelige resultaten wordt voor deze nadelige resultaten een verliesvoorziening getroffen. Risico's worden geïnventariseerd en zijn van invloed op het weerstandsvermogen van de gemeente. Deze zal groot genoeg moeten zijn om de risico's af te dekken wanneer deze zich ook daadwerkelijk voordoen. Daarmee kan worden gesteld dat met verwachte nadelige resultaten en risico's binnen de grondexploitatie in voldoende mate rekening wordt gehouden.

Wijziging in wet- en regelgeving

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Wijziging in wet- en regelgeving

Vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is de vennootschapsbelasting voor publieke organisaties ingevoerd. Het heeft tot gevolg dat de gemeente belasting moet afdragen over de winst die we met "commerciële activiteiten" maken. Onder commerciële activiteiten verstaat de Vpb - wetgeving activiteiten die zowel de gemeente als private partijen kunnen verrichten en waarmee overschotten worden behaald.

Op basis van de geactualiseerde grondexploitaties op peildatum 1 januari 2024 (vastgesteld door de raad op 4 juli 2024) hebben we door een extern deskundige in de tweede helft van 2024 een zogenaamde Quick Scan laten uitvoeren. De uitkomst van de Quick Scan is dat op basis van de hiervoor benoemde actualisaties en een doorkijk naar de toekomst (o.a. afsluiten grondexploitaties per 31 december 2024 en actualisatie per 1 januari 2025) geen positieve resultaten verwacht worden. Er is geen sprake van een structureel winstgevende activiteit. Derhalve is ook geen sprake van een onderneming voor de Vpb in het jaar 2024. 

De uitkomst van de geactualiseerde grondexploitaties op peildatum 1 januari 2025 (vastgesteld door de raad op 3 juli 2025) is inmiddels aan de extern deskundige voorgelegd om opnieuw een Quick Scan te laten uitvoeren. De uitkomst van dit onderzoek verwachten we in de tweede helft van 2025 te ontvangen. 

Winstneming

In de notitie “Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2023)” van de commissie BBV is de aanbeveling opgenomen dat, volgens het realisatiebeginsel, wanneer voldoende zekerheid voor winst nemen bestaat, de winst dan ook dient te worden genomen. Dit hebben we per 31 december 2024 ook actief toegepast bij de grondexploitaties voor de woningbouwlocatie Slawijkseweg in Netterden, het bedrijventerrein De Rieze in Ulft en het bedrijventerrein Hofskamp - Oost II in Varsseveld.

Omgevingswet

De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden. De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De wet voorziet in de integratie van de regels over onteigening, het voorkeursrecht, landinrichting, stedelijke herverkaveling en het kostenverhaal.

Overheden zijn verplicht om de kosten te verhalen. Het afsluiten van een overeenkomst tussen de initiatiefnemer van de bouwactiviteit en het bevoegd gezag heeft daarbij de voorkeur. Als het niet mogelijk is een overeenkomst af te sluiten, is de publiekrechtelijke weg verplicht. Dan verhaalt het bevoegd gezag de kosten op basis van de regels in een omgevingsplan, een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit. Zolang de kostenverhaalbijdrage niet is betaald, is het verboden om de bouwwerkzaamheden uit te voeren.

De wet biedt twee mogelijkheden van publiekrechtelijk kostenverhaal: kostenverhaal voor integrale gebiedsontwikkeling (concreet eindbeeld en tijdsplanning van de ontwikkeling) en kostenverhaal voor organische ontwikkeling (dan ontbreken een tijdsplanning en een eindbeeld). Kostenverhaal met tijdvak is mogelijk bij een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of projectbesluit. Kostenverhaal zonder tijdvak kan alleen via het omgevingsplan plaatsvinden. Het exploitatieplan zoals we die vanuit de Wro kennen, verdwijnt en daarvoor in de plaats komt de kostenverhaalsbeschikking.

Didam arrest

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 geoordeeld dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn. Dit houdt in dat het overheidslichaam de koper moet selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria. Deze verplichting vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel, dat in deze context strekt tot het bieden van gelijke kansen. Een overheidslichaam dient dit beginsel in acht te nemen bij een beslissing met wie en onder welke voorwaarden het een overeenkomst sluit tot verkoop van een aan hem toebehorende onroerende zaak. Op dit punt verschilt de positie van een overheidslichaam met die van een private partij. Het gelijkheidsbeginsel brengt ook mee dat het overheidslichaam, teneinde gelijke kansen te creëren, een passende mate van openbaarheid moet verzekeren met betrekking tot (i) de beschikbaarheid van de onroerende zaak, (ii) de selectieprocedure, (iii) het tijdschema en (iv) de toe te passen selectiecriteria. Het overheidslichaam moet hierover tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure duidelijkheid scheppen door informatie over deze aspecten bekend te maken en wel op een zodanige wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen. Dit is een verstrekkende uitspraak en het betekent in ieder geval dat de gemeente haar werkwijze hierop heeft moeten aanpassen en hier ook naar handelt. 

Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitaties

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Toelichting op het exploitatieresultaat van de grondexploitaties

Actualisatie grondexploitaties

Zoals aangegeven in de inleiding van deze paragraaf zijn de lopende grondexploitaties ten behoeve van de jaarrekening over 2024 geactualiseerd naar peildatum 1 januari 2025. Daarmee wordt, conform één van de vereisten die gesteld wordt aan de paragraaf grondbeleid, een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de grondexploitaties afgegeven. Met het actualiseren van de grondexploitaties van peildatum 1 januari 2024 naar peildatum 1 januari 2025 zijn de volgende stappen doorlopen:

  • De boekwaarden zijn bijgesteld op basis van gerealiseerde inkomsten en uitgaven in 2024;
  • De ramingen van de nog te verwachten uitgaven en inkomsten zijn geactualiseerd;
  • De planning en fasering zijn naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen geactualiseerd;
  • Eventuele gevolgen voortvloeiend uit gewijzigde wet - en regelgeving is verwerkt;
  • De parameters rente, kostenstijging en zijn aangepast.

Resultaten van gronden in exploitatie

Het verwachte (eind)resultaat van alle gronden in exploitatie op peildatum 1 januari 2025 hebben we weergegeven in onderstaande tabel. 

 

Projecten

Boekwaarde

per 31.12.2024 (A)

Nog te realiseren (B)

Resultaat op eindwaarde (C = A + B) Resultaat netto contant Toelichting
 

 

Uitgaven

Inkomsten Saldo      

Slawijkseweg 

170.060 140.525 377.562 -237.037 -66.977 -64.376 Voordelig

Kromkamp 

113.386 68.515 122.120 -53.605 59.781 57.460 Nadelig
Kuipje  - - - - - n.v.t.

De Tuit 

2.316.297 31.503.969 33.750.838 -2.246.869 69.428 54.743 Nadelig

De Rieze V+VI 

1.713.013 267.628 2.283.670 -2.016.042 -303.029 -291.262 Voordelig

Hofskamp - Oost II

- - - - - - n.v.t.
Het VIP 3.309.114 10.580.750 12.345.735 -1.764.985 1.544.129 1.292.058 Nadelig

Totaal

7.621.869 42.561.387 48.879.924 - 6.318.537 1.303.332 1.048.623 Nadelig

De grondexploitaties voor 't Kuipje in Breedenbroek (woningbouw) en Hofskamp Oost II in Varsseveld (bedrijventerrein) zijn per 31 december 2024 afgesloten. De grondexploitaties voor Kromkamp in Sinderen, De Tuit in Varsseveld en Het VIP in Varsseveld laten een tekort zien en voor het tekort is op eindwaarde een voorziening getroffen. De totale omvang van de voorziening bedraagt € 1.673.338 op eindwaarde.

In 2024 is de woningbouwimpuls en de provinciale cofinanciering aan De Tuit toegekend. Van belang om op te merken, is dat de totaal toegekende bijdrage hoger uit valt dan het bedrag dat nu in de geactualiseerde grondexploitatie op peildatum 1 januari 2025 is ingerekend. Voor zowel de woningbouwimpuls als de provinciale cofinanciering gelden spelregels (voorwaarden) en is een aparte berekening opgesteld. De voorwaarden betreffen o.a. het aantal te realiseren woningen, het aandeel betaalbare woningen, het moment dat de bouw gestart moet zijn en het moment waarop de woningen gereed moeten zijn. Bij het niet voldoen aan de voorwaarden kunnen het ministerie of de provincie de subsidie (gedeeltelijk) terugvorderen. Daarnaast vindt de eindafrekening van de bijdragen plaats op grond van het (publieke) tekort aan het einde van de ontwikkeling. Dus ook als het tekort kleiner blijkt dan het publieke tekort als becijferd bij de aanvraag van beide subsidies kan (gedeeltelijke) terugbetaling van betreffende bijdragen aan de orde zijn. Omdat het resultaat van de grondexploitatie zich positief heeft ontwikkeld ten opzichte van de berekening die ten grondslag ligt aan de subsidie aanvragen is er voorzichtigheidshalve voor gekozen om in de gemeentelijke grondexploitatie slechts deels rekening te houden met de subsidies. De ontvangen voorschotten (woningbouwimpuls en provinciale cofinanciering) zijn op de balanspost van derden verkregen middelen (overlopende passiva) verantwoord. 

Faciliterend grondbeleid

Hiervoor is een toelichting gegeven op de lopende grondexploitaties van de gemeente. Dan hebben we het over actief grondbeleid: we kopen zelf de in exploitatie te nemen gronden aan, verzorgen de planvorming, maken het plangebied bouw - en woonrijp om vervolgens bouwrijpe grond te verkopen. In dat geval lopen we als gemeente zijnde een financieel risico waarvoor we dan ook separaat een risico - analyse opstellen (uitkomst wordt meegenomen in het bepalen van de benodigde weerstandsvermogen). Daarnaast faciliteren we als gemeente steeds meer ruimtelijke ontwikkelingen. In dat geval ligt het initiatief volledig bij anderen en daarmee ook het financieel risico. Wel zijn we verplicht om kostenverhaal te verzekeren en dat betekent dat we minimaal de ambtelijke kosten moeten verhalen bij de initiatiefnemers. Deze kosten worden voor het overgrote deel begroot met behulp van de plankostenscan. De te betalen exploitatiebijdrage ter dekking van de ambtelijke kosten worden meegenomen in de anterieure overeenkomst. De bijdragen zijn op de balans verantwoord onder overlopende activa dan wel overlopende passiva.

Risico’s

Terug naar navigatie - Paragraaf Grondbeleid - Risico’s

Inleiding

Grondexploitaties kenmerken zich (onder meer) door het feit dat in een vroeg stadium kosten worden gemaakt, terwijl de opbrengsten (en dus de dekking van de exploitaties) veelal op een later moment worden geboekt. In dergelijke trajecten doen zich financiële risico’s voor (marktontwikkeling, tegenvallende opbrengsten, et cetera). Omdat de risico’s binnen de grondexploitaties zich waarschijnlijk nooit gelijktijdig en/of met een maximale omvang aandienen, kan voor de bepaling van de weerstandscapaciteit niet worden volstaan met een optelling van de afzonderlijke projectrisico’s. Sommige risico’s zullen zich nooit voordoen, terwijl andere zich in hun maximale omvang aandienen. Met het actualiseren van de grondexploitaties worden ook de kansen en bedreigingen in beeld gebracht en met behulp van een rekenmodel worden middels simulatie willekeurige scenario's bepaald en gerangschikt van "bestcase" tot "worstcase". Het model levert een bandbreedte waartussen het financiële resultaat zich waarschijnlijk zal gaan begeven. Deze exercitie wordt per project (de lopende grondexploitaties) uitgevoerd en met de uitkomsten kan de omvang van de benodigde (vereiste) weerstandscapaciteit specifiek voor de grondexploitaties hierop afgestemd worden.

Naast risico's op grondexploitaties kent de gemeente meerdere risico's. Het totaal aan geïnventariseerde risico's vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Daarnaast wordt de aanwezige weerstandscapaciteit in beeld gebracht. De verhouding tussen de beschikbare capaciteit en de vereiste capaciteit vormt het weerstandsvermogen en dat zegt iets over de mate waarin de gemeente in staat is eventuele tegenvallers op te vangen.

Vertrekpunt voor de risicoberekeningen zijn de geactualiseerde grondexploitaties op peildatum 1 januari 2025 zoals opgenomen in deze paragraaf.

Risico - analyse grondexploitaties

Binnen de risico - analyse is een onderscheid te maken in algemene en project specifieke risico's. De algemene risico's gelden in principe voor alle projecten binnen de gemeente en daarbij moet gedacht worden aan risico's ten aanzien van de kosten - en opbrengstenstijging, de renteontwikkeling, de fasering, maar ook aan risico's op de begrote uitgaven en inkomsten (spreiding). Project specifieke risico's zijn, zoals de naam al zegt, alleen geldend voor het specifieke project.

Resultaat risico - analyse

Zoals aangegeven in de inleiding voert het model simulaties uit waarbij een fysiek proces niet één keer maar vele malen wordt gesimuleerd, elke keer met andere startcondities. Het resultaat van deze verzameling simulaties is een verdeling die het hele gebied van mogelijke uitkomsten weergeeft. Dit betekent dat in percentages kan worden aangegeven hoe groot de kans is dat het resultaat zich binnen bepaalde waarden bevindt. 

Voor het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit is dit een belangrijk gegeven. De uitkomst van de risico - analyse per project resulteert in een grafiek waarbij het totaal oppervlak onder de grafiek 100% bedraagt. Voor het bepalen van de vereiste weerstandscapaciteit gaan we uit van een bandbreedte van 80% waarbinnen het resultaat van de grondexploitatie zich beweegt (de uiterste resultaten < 10% en > 90% worden buiten beschouwing gelaten). Een belangrijke waarde is het 10% percentiel. Deze waarde geeft de (statistische) ondergrens aan: 90% van de trekkingen geven een beter resultaat dan betreffende waarde en dit resultaat wordt dan ook als voldoende zeker beschouwd.

Onderstaande tabel laat een samenvatting van de analyse per complex zien. Behalve het risico (risico ten opzichte van resultaat) is ook de vereiste weerstandscapaciteit per complex aangeduid indien geen rekening wordt gehouden met verevening met resultaten en risico’s van andere complexen. Wel wordt rekening gehouden met het resultaat van het betreffend complex zelf. De optelling van de aldus per complex bepaalde vereiste weerstandscapaciteit, is dus de totaal benodigde risicobuffer wanneer geen rekening wordt gehouden met verevening van positieve en negatieve risico’s en resultaten tussen de grondexploitatiecomplexen. 

Omschrijving Formule Slawijkseweg Kromkamp De Tuit
De Rieze V + VI
Het VIP Totaal Toelichting
Resultaat grondexploitatie A -66.977 59.781 69.428 -303.029 1.544.129 1.303.332 Negatief
Resultaat plus voorziening B -66.977 - -303.029 - -370.006 Positief
Minimumresultaat (90% zekerheid) C  -57.651 70.616 2.156.649 -274.253 2.181.388 4.076.749 Negatief
Risico t.o.v. resultaat D = C - A     9.326 10.835 2.087.222 28.775 637.259 2.773.417 Negatief
Risico > 0 E = D + B 10.835 2.087.222 -
637.259 2.735.316 Negatief

Het totaal aan vereiste weerstandscapaciteit in relatie tot de lopende grondexploitaties van gemeente Oude IJsselstreek komt daarmee uit op € 2.735.316, - op peildatum 1 januari 2025.

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de gemeente middelen kan vrijmaken om grote tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid direct veranderd moet worden. Hierbij wordt een relatie gelegd tussen de omvang van de financiële risico’s en de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om deze risico’s af te dekken (weerstandscapaciteit).

De benodigde omvang van het weerstandsvermogen is afhankelijk van de financiële risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. Hiervan maken wij een inschatting per risicocategorie.
Om de ontwikkeling van onze financiële positie te monitoren en tijdig bij te kunnen sturen, indien nodig, wordt voorgesteld rekening te houden met een ratio beschikbaar/benodigd weerstandsvermogen van minimaal 2. Dat geeft een buffer om bij tegenvallers met langere termijn doorwerking, tijd te hebben om structureel bij te sturen.

Beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Beleid

Het bestaande beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen. Daarnaast geldt de begrotingsdoctrine.
Beleidsuitgangspunten:
• Gemeente Oude IJsselstreek gebruikt incidentele weerstandscapaciteit om incidentele tegenvallers te dekken;
• De begroting moet elk jaar structureel sluitend zijn. Structurele tegenvallers moeten opgevangen worden door structurele middelen.
• Het weerstandsvermogen wordt zoveel mogelijk intact gelaten en er wordt terughoudend opgetreden bij beschikking over de algemene reserve. Dit omdat niet alle risico’s volledig gekwantificeerd kunnen worden. Om een goed beeld te houden op de risico’s en de beschikbare weerstandscapaciteit worden deze minimaal tweemaal per jaar (bij de programmabegroting en de jaarrekening) geïnventariseerd en beoordeeld;
• De post onvoorzien wordt alleen gebruikt voor éénmalige tegenvallers; deze tegenvallers dienen te voldoen aan de criteria: onvoorzienbaar, onvermijdbaar en onuitstelbaar
• De algemene reserve wordt volledig meegerekend bij de bepaling van de weerstandscapaciteit.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft de relatie weer tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet verzekerd zijn. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. De risico’s zijn alle voorzienbare risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie.

Weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit geeft de mate aan waarin de gemeente zelf in staat is om niet begrote kosten te dekken uit structurele middelen, zonder direct het bestaande beleid te moeten aanpassen dan wel bezuinigingen door te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan de mogelijkheden die er zijn tot het verhogen van de inkomsten (bijvoorbeeld via belastingverhoging). Bij de incidentele weerstandscapaciteit gaat het om de aanwezigheid van vrij besteedbare middelen die éénmalig kunnen worden ingezet. De bestemmingsreserves en niet-benutte belastingcapaciteit nemen we uit oogpunt van behoedzaamheid niet in de weerstandscapaciteit mee.

Onderstaande tabel bevat het overzicht van de verwachte (incidentele) weerstandscapaciteit per begin van het boekjaar 2026.

Weerstandscapaciteit (x € 1.000)
Bedrag
a. Begrotingsruimte (post onvoorzien) 50
b. Algemene reserves (incl. resultaat) 31.517
c. Bestemmingsreserve SD 2.843
c. Stille reserves 1.000
Totaal weerstandscapaciteit per 1-1-2026 35.410

Toelichting

A. Begrotingsruimte
Voor de dekking van niet voorziene uitgaven is in de begroting een structureel bedrag van € 50.000 opgenomen.

B. Algemene reserve

Algemene reserve
(x 1.000)
Werkelijke stand
31-12-2024
Begrote stand
1-1-2026
Begrote stand
31-12-2026

Algemene reserve 28.392 31.517 33.151

C. Bestemmingsreserve SD
In principe tellen bestemmingsreserves niet mee bij de bepaling van het weerstandsvermogen, omdat hieraan een specifieke bestemming gekoppeld is. Daarmee zijn ze niet vrij besteedbaar.  Een uitzondering vormt de Reserve Sociaal Domein. Dit is in feite een algemene risicoreserve binnen het sociaal domein, zonder specifieke bestemming. Omdat risico's worden meegenomen bij het bepalen van het weerstandsvermogen, is het logisch deze buffer ook mee te tellen. Dat is in het verleden niet gebeurd. Door deze aanpassing ontstaat een beter beeld ontstaat van onze werkelijke weerstandscapaciteit. 

D. Stille reserves
Een stille reserve is het verschil tussen de hogere directe opbrengstwaarde bij verkoop en de boekwaarde van de diverse activa zoals ze op de balans staan. De mogelijke meeropbrengsten bij verkoop kunnen voor andere doelen worden aangewend. Dit geldt alleen voor bezittingen die direct verhandelbaar of verkoopbaar zijn. Bijvoorbeeld panden en objecten, maar ook bos- en landbouwgronden die niet of met een lagere boekwaarde op de balans staan. Bij de berekening van de weerstandscapaciteit wordt rekening gehouden met 50% van het verschil tussen de boekwaarde en de actuele WOZ-waarde. We nemen voor de weerstandscapaciteit het bedrag van € 1.000.000.

Het komend jaar analyseren/onderzoeken we de financiéle positie op de langere termijn, voorbij de tijdshorizon van deze begroting. Daarbij betrekken we de (gewenste en beschikbare) omvang van de weerstandscapaciteit. Het is hierbij voorstelbaar dat gekeken wordt hoe een deel van de weerstandscapaciteit (reserves) separaat bestemd kan worden ter dekking van (kapitaallasten van) investeringen, zoals bijvoorbeeld de brandweerkazerne of andere zaken, om daarmee een stap te zetten van weerbaarheid naar meer wendbaarheid.

Risico's
Door de risico’s in beeld te brengen, kunnen we het benodigd weerstandsvermogen bepalen. Voor elk risico wordt beoordeeld of het risico kan worden vermeden, verminderd, overgedragen of geaccepteerd. Daarbij is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet en de maximale financiële impact.

De komende jaren werken we aan het verbeteren van ons risicomanagement, als onderdeel van de versterking van de algehele interne beheersing.  Dit kan leiden tot aanpassing van de in deze paragraaf genoemde risico's. Voor dit moment hebben we ervoor gekozen om de bestaande risico-inschatting grotendeels in stand te laten, gebaseerd op de inschatting bij de jaarrekening 2024. Daarop zijn enkele actualisaties toegepast.

De belangrijkste risico’s voor Oude IJsselstreek (x 1.000) (inclusief vergelijking met jaarrekening 2024 en begroting 2025):

Risico's Financiële 
impact
Kans van voordoen Kans x impact (risico begr 2026) Risico jrek 2024 Risico begr 2025
1. Schadeclaims 400 10% 40 40 40
2. Eigendommen 450 50% 225 225 45
3. Personeel/inhuur 1.000 60% 600 600 500
4. ICT 3.500 35% 1.225 1.225 400
5. Bedrijfsvoering overig 1.200 50% 600 600 600
6. Bestuursdwang / proceskosten 300 40% 120 120 150
7. Renterisico 1.000 40% 400 400 400
8. Algemene uitkering 1.500 50% 750 750 750
9. Grondexploitatie 2.735 10% 2.735 2.735 3.500
10. Verbonden partijen 5.673 15% 851 779 519
11. Sociaal domein 4.000 50% 2.000 2.000 2.000
12. Garant- en borgstellingen 203.338 1% 2.033 2.039 1.876
13. Overige factoren 5.000 40% 2.000 2.000 2.000
14. St. DRU IP 1.812 50% 906 670 -
Totaal 231.908   15.155 14.183 12.880

Hiervan kan de volgende risicografiek worden gemaakt, waardoor duidelijk wordt wat de belangrijkste risico's zijn.

Hierbij gaan we uit van de volgende classificaties:

Financiële impact (in euro)   Kans van voordoen
zeer laag < 0,1 mln zeer laag < 10%
laag 0,1 mln - 0,5 mln laag 10%-30%
gemiddeld 0,5 mln - 1 mln gemiddeld 30%-70%
hoog 1 mln - 3 mln hoog 70%-90%
zeer hoog 3 mln - 10 mln zeer hoog > 90%
extreem > 10 mln    

Algemeen beeld
In de jaarrekening 2024 is de hoogte van het risicobedrag toegenomen ten opzichte van de begroting 2025. Dat beeld blijft voor de begroting 2026 gehandhaafd. Belangrijk hierbij blijft dat het inschatten van risico's een grote mate van subjectiviteit kent. Het gaat dan ook meer om welk beeld uit de risicoanalyse naar voren komt dan de exacte getallen. De komende jaren willen we het risicomanagement versterken, en zal deze paragraaf ook anders worden opgezet.

Onderstaand een toelichting op de verschillende risico's, waarbij de nummers verwijzen naar de nummering in bovenstaande risicotabel.

Toelichting risico's

1. Schadeclaims
Dit betreft onder andere aansprakelijkheid voor schadeclaims vanwege onzorgvuldig, onjuist of niet tijdig handelen.

2. Eigendommen
We hebben een beperkt risico op het gebied van brand- en stormschade op gemeentelijke gebouwen. Ook hebben we risico’s op de eigen percelen ten aanzien van verontreiniging. Daarnaast is sprake van achterstallig onderhoud op het gemeentehuis: vervanging van het dak en technische installaties zijn niet opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan.

3. Personeel/inhuur
Het wordt steeds moeilijker om bepaalde vacatures te vervullen. Er zijn niet/ zeer moeilijk mensen meer te vinden. Dat kan leiden tot hogere personeelslasten, omdat er meer extern moet worden ingehuurd/ingekocht. Op dit moment is de markt dusdanig, dat zelfs dit niet meer altijd lukt, wat ook maakt dat de tarieven zeer sterk zijn gestegen. Dit leidt, naast extra kosten, ook tot een nog hogere druk op de staande organisatie, wat vervolgens tot hoger ziekteverzuim kan leiden.

4. ICT
De risico’s ten aanzien van ICT worden de komende jaren steeds groter met betrekking tot bijvoorbeeld hacks, ransomware, DDOS-aanvallen. Natuurlijk zijn er de nodige maatregelen genomen om hackers zoveel mogelijk te weren, en worden medewerkers regelmatig gewaarschuwd om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen, maar hackers zijn inventief en bedenken telkens nieuwe wegen om de beveiliging te omzeilen. De financiële gevolgen van een hack kunnen groot zijn. Ook zien we dat de afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven groot is (bijvoorbeeld voor cloud-oplossingen), wat in het huidige geopolitieke klimaat extra risico's met zich meebrengt.

5. Bedrijfsvoering overig
De post bedrijfsvoering overig betreft tot slot een aantal specifieke risico’s:
• Personeelslasten/inhuur; gemeente is eigen risicodrager voor de ww. 
• Eigen risicodrager wachtgeldverplichtingen bestuurders.
• Gemeente is pensioenverzekeraar van bestuurders.
• Schadeclaim afgesloten bouwgrondexploitatie Centrumplan Ulft.

6. Bestuursdwang
Bestuursdwang is een bestuursrechtelijk handhavingsmiddel waarbij we een overtreding ongedaan maken op kosten van de overtreder. We lopen een risico dat we bepaalde kosten niet kunnen verhalen op derden. Ook lopen we een risico als achteraf zou blijken dat een bestuursdwangbesluit onrechtmatig was, dan moeten we proceskosten en soms ook schadevergoeding betalen.

7. Renterisico
Dit is een (sinds begroting 2023) nieuw opgenomen risico. Met name door de situatie in Oekraïne zijn de rentetarieven voor langlopende leningen in 2022 en 2023 in korte tijd zeer sterk gestegen. In de begroting 2024 was dit risico fors verhoogd van 250.000 naar 1,5 miljoen. We hebben toen al aangegeven dat we in de begroting rekenden met een gemiddeld rentetarief van 2%, maar dat de werkelijke rente toen al ruim boven 3,5% lag. De rente is nog steeds ongewijzigd hoog, maar de rekenrente is aangepast en de vooruitzichten zijn inmiddels gunstiger voor de wat langere termijn. Daarom hebben we in de jaarrekening 2024 dit risico weer behoorlijk verlaagd. Voor de begroting 2026 houden we dat aan.

8. Algemene uitkering
Gezien de grilligheid en onvoorspelbaarheid van de uitkeringen vanuit het Rijk, is er een reëel risico dat de hoogte van de algemene uitkering anders wordt dan zoals dit nu op basis van de circulaires in de begroting van komende jaren is verwerkt. Tegelijkertijd kan dit ook een positief effect hebben, want op moment van schrijven lijkt het erop dat het de VNG lukt om met het Rijk hierover betere afspraken te maken.

9. Grondexploitatie
We houden rekening met een maximaal risico van 2,7 miljoen. In de paragraaf “Grondbeleid” is een nadere toelichting opgenomen. 

10. Verbonden partijen
Zie paragraaf "Verbonden partijen", het risicobedrag is opgenomen ter hoogte van een deel van de bijdrage voor 2025. Het risico zit erin dat de bijdrage die we doen meer verhoogd wordt dan waar we in de begroting rekening mee houden en we afhankelijk zijn van de verbonden partij en mogelijk andere deelnemers om daar keuzes in te maken. Met name bij de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) is dit een reëel risico.  De ODA moet uiterlijk op 1 april 2026 voldoen aan landelijke robuustheidscriteria, wat extra structurele middelen vereist. Hiervoor bestaan verschillende scenario's, afhankelijk van de keuze hierin zal sprake zijn van een snelle of geleidelijke groei van de gemeentelijke bijdrage.

11. Sociaal domein 
De uitgaven die gemoeid zijn met diverse open-einde regelingen in het Sociaal Domein zijn, zoals de naam al aangeeft, moeilijk te beïnvloeden door de gemeente omdat het beroep op deze regelingen en subsidies niet te maximeren is. 

Regelingen en maatregelen Sociaal Domein (Jeugd, WMO): In het sociaal domein blijft sprake van belangrijke ontwikkelingen die kansen en onzekerheden meebrengen, waaronder: 

Indexering Sociaal Domein 
Het risico omvat de indexering van tarieven van onze samenwerkingspartners. Deze is vooralsnog geschat op ruim 1 miljoen euro. De inschatting is gebaseerd op gegevens die al bij ons bekend zijn zoals begroting van verbonden partijen of indexaties die zijn vastgelegd in een contract. Voor het overige deel is uitgegaan van de voorlopige OVA index van 4,34% ten opzichte van de huidige begroting. Er is dus geen rekening gehouden met eventuele groei of daling van de inzet van voorzieningen. In sommige gevallen kan er gestuurd worden op de indexatie van de tarieven waardoor deze lager kunnen uitvallen.? 

Effect regionale inkoop jeugdhulp met verblijf? 
De regionale aanbesteding voor jeugdhulp met verblijf is afgerond. Het gaat dan om pleegzorg, gezinshuiszorg en wonen in een groep. Deze aanbesteding bevat een andere financieringssystematiek dan de lopende aanbesteding. Ook worden de aanbesteden 'producten' gewijzigd. In de begroting is een bedrag opgenomen op basis van huidig gebruik en de nieuwe tarieven. Vanwege de nieuwe producten moesten we daarbij een aanname doen over de mix waarin deze tarieven in 2026 van toepassing zal zijn. Komende jaren zullen wij deze mix steeds beter kunnen voorspellen en daarmee ook realistischer kunnen begroten.  

Eigen bijdrage jeugdhulp 
Het kabinet werkt aan een plan om per 2028 een (beperkte) eigen bijdrage in te voeren op sommige vormen van jeugdhulp. De opbrengst daarvan hebben zij per 2028 al in mindering gebracht op onze uitkering. Wij volgen de ontwikkelingen met interesse en zodat wij op tijd kunnen beginnen met de uitwerking van het plan.  

BUIG nadeelgemeente 
De gemeente Oude IJsselstreek is al jaren een zgn. nadeelgemeente. Dit houdt in dat de gemeente al jaren minder Buig ontvangt dan dat zij werkelijk nodig heeft om de uitkeringen te betalen. De verwachting is dat dit ook de komende jaren zal zijn. Voor het ontvangen van een vangnetuitkering om dit nadeel deels te compenseren moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Op voorhand is niet zeker of de gemeente hieraan voldoet.  

12. Garant/borgstellingen
Het overzicht van de borg-/garantstellingen die de gemeente heeft afgegeven is opgenomen in de jaarrekening 2024. Het totale bedrag is ruim 203 miljoen. De kans dat een beroep wordt gedaan is echter klein, maar 1%. Het verschil met de jaarrekening betreft de garantstelling rond de Stichting DRU Industriepark, deze is nu separaat vermeld (zie onder 14). 

13. Overige (externe) factoren
Op tal van gebieden loopt de gemeente risico's, die niet per post nader gespecificeerd zijn. Een deel hiervan bestaat uit
• Economische ontwikkelingen, die buiten de invloedssfeer van de gemeente vallen
• Planschade
• Schade ten gevolge van veranderend klimaat en of extreme weersomstandigheden
• Leges
• Hypotheken personeel
• Fluctuatie kosten en opbrengsten Afvalscheiding
• Uitkering gemeentefonds inclusief Btw- compensatiefonds (BCF)
• Vennootschapsbelasting (VPB)
• Omgevingswet
• Algehele maatschappelijke en macro-economische (mondiale) ontwikkelingen
• Betalingsachterstanden diverse partijen waaronder inwoners, ondernemers, samenwerkende partijen e.d. In algemene zin nemen we hiervoor een risicobedrag op.

14. Stichting DRU Industriepark 
Voor de Stichting DRU Industriepark staat de gemeente garant voor een lening (zie het overzicht van borg- en garantstellingen in de jaarrekening 2024). Daarnaast is de Stichting huur verschuldigd over 2024 en 2025. Naar verwachting bedraagt dit eind 2025 samen een risicobedrag van ruim 1,8 miljoen euro. Op moment van opmaken van deze begroting is het lastig een goede inschatting te maken van de kans van voordoen, daarom gaan we uit van 50%. In de jaarrekening 2024 was een risicobedrag opgenomen onder de post "Overige factoren". Omdat het risico rond de DRU nu als aparte post staat is de tabel 2024 hierop aangepast . 

Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Berekening prognose weerstandsvermogen (x 1.000)

De verhouding tussen de aanwezige weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bepaalt of het weerstandsvermogen voldoende is. Een ratio >2 is uitstekend te noemen.

 

 

beschikbare weerstandscapaciteit
(x € 1.000)

 

35.410

 

 

Weerstandsvermogen

=

------------------------------------------------

=

-----------

=

2,34

 

 

benodigde weerstandscapaciteit (risico's) (x € 1.000)

 

15.155

 

 

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Kengetallen

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat in deze paragraaf een verplichte basisset van 5 kengetallen wordt opgenomen. Deze kengetallen zijn:

  • Netto schuldquote
  • Solvabiliteitsratio
  • Grondexploitatie
  • Structurele exploitatieruimte
  • Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden)

Het is van belang deze kengetallen in breder perspectief te zien, aangezien deze op zichzelf staand maar een deel van het totale beeld van de gemeentelijke financiën weergeven.

Kengetallen (x 1.000)

Rekening
2024

Begroting
2025

Begroting
2026
(stand 31-12)
1a Netto schuldquote   78.3% 99,2% 88,8%
1b Netto schuldquote gecorrigeerd 70,5% 90,8% 80,9%
2  Solvabiliteitsratio 22,5% 18,1% 22,1%
3  Grondexploitatie 4,0% 4,3% 6,6%
4  Structurele exploitatieruimte 0,3% 0,34% 1,4%
5  Belastingcapaciteit* 94,2% 93,4% 87,5%

* Percentage 2025 is gebaseerd op totale kosten meerpersoonshuishouden met ondergrondse container (€ 921, zie paragraaf lokale heffingen) ten opzichte van het landelijk gemiddelde volgens het COELO van € 1.052 (Atlas 2025) voor meerpersoonshuishoudens met een koopwoning. Volgens het COELO bedragen de kosten van een meerpersoonshuishouden in Oude IJsselstreek overigens € 1.041 in de Atlas 2025. Als dat als uitgangspunt wordt gehanteerd is de belastingcapaciteit 99% en is de bijbehorende categorie B van toepassing. 

Signaleringswaarden

Waarde
Oude IJsselstreek

Categorie A Categorie B Categorie C
Netto schuldquote 88,8% <90% 90-130% >130%
Netto schuldquote, gecorrigeerd 80,9% <90% 90-130% >130%
Solvabiliteitsratio 22,1% >50% 20-50% <20%
Grondexploitatie 6,6% <20% 20-35% >35%
Structurele exploitatieruimte Begroting 1,4% Begr en MJR>0% Begr of MJR >0% Bgr en MJR <0%
Structurele exploitatieruimte MJR (jaarschijf 2029) -0,7%
Belastingcapaciteit 87,5% <95% 95-105% >105%
Weerstandsvermogen 233% >100% 80-100% <80%

Uit bovenstaande ratio's blijkt dat de financiële positie van de gemeente in de begroting 2026 goed is. Aandachtspunten zijn de solvabiliteitsratio en de structurele exploitatieruimte in de meerjarenraming (laatste jaarschijven).

Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Inleiding

De paragraaf Bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Onder bedrijfsvoering verstaan we het scheppen van voorwaarden en het bieden van ondersteuning voor de uitvoering van de gemeentelijke taken. Dit gebeurt op vakgebieden zoals: Communicatie, Personeel & Organisatie, Financiën, Juridische Zaken en meer. De processen en diensten die de bedrijfsvoering levert, dragen bij aan de realisatie van de programma's in deze begroting. In programma 5 (Bedrijfsvoering) zijn specifieke doelen benoemd, die we niet herhalen in deze paragraaf. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste opgaven per onderdeel.

Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Algemeen

Procesgericht werken is een belangrijke basis voor de uitvoering van onze taken en werkzaamheden. Het draagt bij aan consistentie, efficiëntie en continue verbetering in onze organisatie, waardoor doelen sneller en effectiever worden bereikt. We hebben al stappen gezet in het goed beschrijven en vastleggen van werkprocessen, maar er is nog ruimte om het verder te verbeteren en te versterken binnen onze bedrijfsvoering. Vacatures worden niet als vanzelfsprekend ingevuld, maar zijn aanleiding om nut en noodzaak te evalueren, zodat formatie eventueel ingezet kan worden om andere knelpunten op te lossen. 

Personeel en Organisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Personeel en Organisatie

De krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzing van ons personeelsbestand vraagt om extra inzet om de capaciteit op peil te houden. We willen een inclusieve organisatie zijn, waarbij we kansen bieden aan talent en de verschillende leeftijdsgroepen goed vertegenwoordigd zijn. We sluiten hierop aan in onze actieve benadering van de arbeidsmarkt, we zorgen voor een goed onboardingprogramma om nieuwe medewerkers op weg te helpen in de organisatie, we hebben een goed leer- en ontwikkelaanbod en er is aandacht voor vitaliteitsbeleid. 
Vacatures worden niet als vanzelfsprekend ingevuld, maar zijn aanleiding om nut en noodzaak te evalueren, zodat formatie eventueel ingezet kan worden om andere knelpunten op te lossen. 

Informatisering & Automatisering

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Informatisering & Automatisering

De ICT-beheeromgeving is ondergebracht bij de regionale samenwerking, waarbij de gemeente Doetinchem fungeert als gastheer. De uitvoering van ICT beheer gebeurt binnen de kaders van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Het actualiseren van de governance van de samenwerking en het continue ontwikkelen van cybersecurity maatregelen zijn daarbij speerpunten.
Het inrichten en beheren van applicaties gebeurt binnen de eigen organisatie,  met een sterke focus op privacy (AVG) en zorgvuldig rechten- en autorisatiebeheer, zodat gegevens veilig en alleen toegankelijk voor bevoegde medewerkers zijn.
Binnen de gemeentelijke organisatie staat informatieveiligheid hoog op de agenda in de vorm van bewustzijnsacties, trainingen en communicatie. 
De verwerking van de basisregistraties waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, wordt procesmatig verbeterd. De onderlinge samenhang tussen beheer van de verschillende objecten (BGT, BAG, WOZ), het muteren en controleren van gegevens vergt tijd en aandacht en draagt bij aan de betrouwbaarheid van informatie die wij beschikbaar stellen. 
Datagericht werken voeren we onder meer uit in samenwerking met DatalabGO, waarbij aansluiten bij een aantal thema's waaronder energietransitie en wonen. We stimuleren medewerkers om aan de slag te gaan met datagericht werken en bieden hiervoor opleidingsmogelijkheden aan. Een voorwaarde voor datagericht werken en datasturing is het grip hebben op procesmanagement. Hiervoor is een aanpak opgesteld, die verder wordt uitgevoerd in 2026.

Door middel van kennissessies, trainingen en pilots onderzoeken we hoe we als gemeente goed en zorgvuldig gebruik kunnen maken van Artificial Intelligence (AI). Doel is om de kwaliteit van ons werk te verhogen en slimmer en efficiënter kunnen werken. We zijn ons hierbij bewust van de ethische implicaties en mogelijke gevolgen. Transparantie en verantwoording zijn hierbij belangrijke voorwaarden. 

Facilitair

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Facilitair

Goede gemeentelijke huisvesting draagt bij aan het welzijn van onze medewerkers en een gastvrije ontvangst van onze inwoners en partners. Na de inhuizing van het sociaal domein in het Frank Daamenpand, komen we met voorstellen om het gemeentehuis ook conform de wettelijke eisen te verbeteren. Hybride (samen) werken is een belangrijk uitgangspunt voor het inrichtingsconcept.
In het werkcafé in het gemeentehuis kunnen medewerkers van maandag tot en met donderdag lunchen. Lokale én gezonde producten staan hier op het menu. In het werkcafé bieden we mensen met afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid om te participeren. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Communicatie

Met communicatie en participatie slaan we een brug tussen overheid en inwoners en bedrijven. We bieden gemeentelijke informatie aan langs verschillende kanalen om de diverse doelgroepen goed te bereiken. We nemen deel aan een project van de VNG om een chatbot te installeren op onze website, zodat inwoners snel en gemakkelijk antwoord kunnen krijgen op vragen. 

Financiën

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Financiën

Beheer en advisering over onze geldstromen is een belangrijk taak van team Financiën. We ondersteunen de budgetbeheerders bij hun financiële opgaven en de verantwoording ervan. De invoering van de nieuwe budgethoudersregeling draagt bij aan de rechtmatige besteding van middelen. Met de inrichting van een nieuw financieel pakket in 2026, willen we ook de rapportagemogelijkheden verbeteren en uitbreiden, zodat de budgethouders in control zijn en blijven en beter kunnen voorspellen en verantwoorden. 

Juridische Zaken

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Juridische Zaken

We zien de afgelopen jaren een toename in bezwaarprocedures en aanvragen in het kader van de Wet open overheid. Dit vergt meer inzet van de juridische medewerkers. Sommige bezwaren kunnen we aan de voorkant afhandelen door in overleg te treden met bezwaarmakers, maar steeds meer inwoners zetten procedures door vanuit principiële beweegredenen vanuit wantrouwen naar de overheid. We monitoren op aantallen bezwaren en de kwaliteit van onze procedures. De opgedane inzichten delen we met beleidsmedewerkers om processen te verbeteren en om risico's te onderkennen. Waar nodig nemen we maatregelen om extra capaciteit in te zetten.

Inkoop

Terug naar navigatie - Paragraaf Bedrijfsvoering - Inkoop

Het team inkoop ondersteunt bij rechtmatig, doelmatig en transparant inkopen van goederen, diensten en werken zodat publieke middelen efficiënt worden besteed en rekening wordt gehouden met wet- en regelgeving, zoals de Aanbestedingswet.